Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002. Eerste aanpassing
Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002. Tweede aanpassing
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2002
Verslag
Aan de orde zijn het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002, het ontwerp van decreet houdende eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002, het ontwerp van decreet houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 en het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2002.
Ik stel voor de algemene besprekingen van de vier ontwerpen van decreet samen te voegen tot één enkele algemene bespreking. (Instemming)
De algemene bespreking is geopend.
De heren Frans De Cock, Patrick Lachaert, mevrouw Claudine De Schepper, de heer Jul van Aperen, mevrouw Ingrid van Kessel en mevrouw Gisèle Gardeyn-Debever, verslaggevers, verwijzen naar het schriftelijke verslag.
, verslaggever : Uit de rapporten en de in de commissies gevoerde discussies blijkt dat de aanpassing van een begroting een heel werk is. Het Rekenhof en de minister hebben belangrijke opmerkingen geformuleerd en verschillende adviezen werden ingewonnen. Voor de inhoud van de commissiebespreking zelf verwijs ik naar het schriftelijke verslag. Aan het einde werd het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 met acht stemmen tegen vijf aangenomen.
De Vlaamse regering heeft de economische gevolgen van de gebeurtenissen van 11 september steeds geminimaliseerd en vond het niet nodig maatregelen te nemen om de economische teruggang en de groeiende werkloosheid bij onder meer jongeren, migranten en zelfs academici en hoogopgeleiden, aan te pakken. Volgens het Planbureau is de werkgelegenheidsgroei dit jaar voor het eerst sinds 1994 zo goed als stilgevallen. De Vlaamse regering heeft zich in het Pact van Vilvoorde ertoe verbonden om de werkgelegenheidsgraad op te drijven, maar toch zal hij dit jaar met 0,3 percent afnemen.
Het wekt verwondering dat de Vlaamse regering zo passief blijft op sociaal-economisch vlak. Natuurlijk is voor heel wat zaken de federale overheid bevoegd, maar intussen neemt de Vlaamse overheid geen nieuwe initiatieven om de werklozen actiever te laten participeren aan de arbeidsmarkt. Ook het economische beleid lijkt stilgevallen te zijn. Wat gebeurt er met het stimuleren van de startende ondernemers, de beloofde huizen van de onderneming, de nieuwe opleidingscheques of de herziening van de expansiesteun? In de praktijk komt er van alle beloftes weinig terecht. De lasten voor de ondernemingen zullen zelfs toenemen doordat bepaalde gewestbelastingen niet langer aftrekbaar zijn.
Samen met de sociale partners is CD&V van mening dat de Vlaamse regering op het sociaal-economische vlak visie en daadkracht mist. Dat komt ook tot uiting in deze begrotingscontrole. Het formuleren van doelstellingen alleen volstaat niet. We wezen er bij de bespreking van de begroting 2002 al op dat ernstige bijsturingen zich zouden opdringen om het begrotingssaldo van de Hoge Raad voor Financiën (HRF) te halen. Wij krijgen nu gelijk.
Door de lagere economische groei zijn de minderontvangsten opgelopen tot 10 à 11 miljard frank.
De opbrengsten van de registratierechten liggen in de eerste vijf maanden van 2002 10,5 percent beneden het niveau van dezelfde periode vorig jaar. De terugverdieneffecten zullen bovendien lager uitvallen dan verwacht, waardoor de minderopbrengsten zullen oplopen tot 8 tot 10 miljard frank. Het verhoogde btw-tarief voor Aquafin zal voor 2002 twee miljard frank bijkomende kosten met zich meebrengen. Daarnaast zijn er achterstallige facturen voor 208 miljoen euro. Het Rekenhof verwijt de regering terecht met deze kosten geen rekening te hebben gehouden.
De regering past voortdurend haar begrotingsnorm aan. Nu wordt ook de HRF-norm versoepeld tot een nieuwe ESR-95-norm. Waarom wordt geen rekening gehouden met de negatieve correcties voor Aquafin? Deed men dat wel, dan zou het tekort 61 miljoen euro bedragen ten opzichte van de norm. Als bovendien de minimumprovisie voor de btw-facturen in rekening gebracht werd, zou het verschil ten aanzien van de HRF-norm oplopen tot 111 miljoen euro.
De afcentiemen zijn eigenaardig genoeg niet begroot, maar zullen in de realisatie worden aangerekend op het onderbenuttingspercentage van de kredieten. Zijn deze ongebruikte kredieten echter niet al opgeëist voor het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven (FFEU), met name voor de infrastructuurinvesteringen van minister Stevaert? Er worden begrotingstrucs gebruikt om de HRF-verplichtingen te voldoen. Er wordt niet structureel bespaard om de dalende inkomsten te compenseren. De regering beperkt zich tot cosmetische operaties.
Begrotingsbesprekingen worden steeds meer gereduceerd tot een discussie over de middelen uit het FFEU. Minister Stevaert zal zijn plan voor veiligere infrastructuur financieren via het FFEU, zonder dat hij weet of er overschotten zijn. Het FFEU maakt het begrotingsbeleid helemaal ondoorzichtig. Van de 546 miljoen euro aan beschikbare middelen wordt 518 miljoen euro overgedragen naar de volgende jaren. Als de vastleggingen in de volgende jaren tot betalingen zullen leiden, zonder dat er toevoegingen gebeuren aan het fonds, zal het HRF-saldo nog verder worden bezwaard. Het gaat om een tijdbom : de financiering van het fonds is immers afhankelijk van de conjunctuur. De SERV heeft erop gewezen dat de beleidsmarge in 2003 zal worden gereduceerd tot nul.
CD&V heeft er twee jaar geleden reeds op gewezen dat de afcentiemen en de afschaffing van het kijk- en luistergeld deels een broekzak-vestzak-operatie zijn, als gevolg van de hogere bijdragen in de zorgverzekering, de hogere gemeentebelasting en de vergoeding voor gebruik van de openbare weg, die wordt opgelegd aan de nutsmaatschappijen. Bovendien zal de lastenverlaging een hypotheek leggen op belangrijke maatschappelijke noden. Begroten is kiezen. De maatschappelijke behoeften in sectoren zoals onderwijs, welzijn, leefmilieu en mobiliteit, zijn zeer groot. De regeringen in verschillende buurlanden hebben moeten vaststellen dat de bevolking meer van hen verwacht dan een gratisbeleid. De maatschappelijke behoefte die de volgende jaren centraal zal staan, is de vraag naar meer gemeenschapsvoorzieningen. Dit zal veel belangrijker worden dan privatiseringen en individuele belastingverlagingen.
De tekorten in de zorg- en welzijnssector worden schrijnend. Er zijn grote tekorten in zowat alle sectoren.
Tussen 1998 en 2002 is het budget voor welzijn opgetrokken met ongeveer 40 procent. Deze regering maakt dus wel degelijk duidelijke keuzes.
Ik heb zelf al ondervonden hoe moeilijk het wel is om een aantal plaatsen binnen de gehandicaptensector te realiseren. Indien men, zonder bijkomende middelen te investeren, vier plaatsen wenst, krijgt men er uiteindelijk slechts twee.
In weerwil van de aanvankelijke groeicijfers maakte men de foute keuzes.
Deze regering heeft niet alleen een aantal investeringen gedaan maar heeft de problemen ook in kaart gebracht. Precies dat laatste is een van haar grootste verdiensten. Door haar keuzes duidelijk kenbaar te maken, stelde de regering zich ook kwetsbaar op.
Dit is onjuist. De problemen werden precies in kaart gebracht onder de eerste en de tweede regering van minister-president Van den Brande. Gedurende deze regeringen werd steeds een evenwicht gezocht tussen de behoeften van het personeel, die van de gehandicapten en die van de ouders van de gehandicapten.
Deze regering vergat precies de correcte keuzes te maken.
Minister Vogels heeft het zelf over de giftige cocktail van paars-groen. Uiteraard doet dat pijn. Er is 70 miljard frank verdwenen door de afschaffing van het kijk- en luistergeld en de invoering van de afcentiemen. Als oppositiepartij zullen we de regering met dit cijfer blijven achtervolgen. CD&V zou dergelijke keuzes immers nooit gemaakt hebben.
Ook in het onderwijs werden grote verwachtingen gecreëerd. Zal men alle beloofde zaken echter ook daadwerkelijk weten te realiseren? De meerjarenbegroting toont aan dat er geen middelen meer zijn om na 2004 een nieuw beleid te voeren in het onderwijs. Het Rekenhof merkt trouwens op dat de meerjarenbegroting voor onderwijs in 2005, in reële termen, een daling voorziet van een halve procent.
In de commissie werd heel duidelijk en gedetailleerd toegelicht op welke manier de meerjarenbegroting werd opgesteld, inclusief de indexprovisies. Ofwel accepteert men ons technische antwoord op de opmerkingen van het Rekenhof, en dan heeft de interruptie van de heer Van Rompuy geen zin. Ofwel doet men dat niet, maar dan moet men ook ten gronde over de berekening van de meerbegroting willen debatteren. In het verslag van de gedachtewisseling met de vertegenwoordigers van het Rekenhof kan men in elk geval lezen dat het Rekenhof apprecieert dat de Vlaamse regering als enige overheid een transparante en samenhangende meerjarenbegroting indient.
De vragen van de ministers Vogels en Dua naar meer financiële armslag en de beloftes van de ministers Stevaert en Vanderpoorten verhogen de druk op de budgettaire ruimte. De meerjarenbegroting wijst uit hoe weinig marge er nog bestaat om al die beloften waar te kunnen maken.
Het Ecologisch Fonds is een goed idee, maar met welke middelen zal men dit fonds spijzen? Met het zomerakkoord ging men alles oplossen. Op welke manier zal men echter het milieubeleid financieren? Hoe staat het met het plan van minister Gabriels om de milieuheffingen van de bedrijven en van de particulieren gelijk te schakelen? Antwoorden op deze vragen zijn moeilijker te verzinnen dan het idee van minister Stevaert om de gemeenten te verbieden een forfaitaire belasting op huishoudelijk afval te innen. Er zijn enorme problemen met het onderwijs en de werkloosheid maar de forfaitaire belasting op huishoudelijk afval wordt de maatschappelijke prioriteit. De huisvuilbelasting zal trouwens niet afgeschaft worden. Alles zal verschoven worden van de gemeenten naar de provincies. Die laatste zullen dan op hun beurt de belastingen moeten verhogen om de kosten van de verwerking te kunnen betalen. Wat een schijnvertoning.
Niemand heeft beweerd dat alles gratis zou worden. Er bestaan echter wel degelijk goede redenen om een lineaire belasting af te schaffen. Die is niet sociaal en bovendien niet sturend, en dus niet geschikt als beleidsinstrument. Verder is het lineaire systeem ook fundamenteel onrechtvaardig.
Het socio-economisch beleid moet geactiveerd worden. Vlaanderen is bevoegd voor het flankerend beleid. Met het zomerakkoord werd onder andere de milieureglementering vereenvoudigd en kwam er een oplossing voor zonevreemde bedrijven. Men benijdt het ons dat we dit alles wisten te realiseren.
Deze regering is er uitsluitend op uit om te scoren. Ze wil iedereen de indruk geven dat alles gratis is en zo veel mogelijk mensen iets te geven, waardoor er geen middelen meer zijn om de fundamentele problemen aan te pakken. Na drie jaar paars-groen zijn enkele ministers tot dat besluit gekomen. Zo ergerde minister Vogels zich onlangs aan de budgettaire orthodoxie, waarop ze gelukkig onmiddellijk werd terechtgewezen door minister Van Mechelen. De Vlaamse regering beseft dat de volgende begrotingsopmaak moeilijk wordt.
CD&V heeft steeds de moed gehad zich tegen het goedkope populisme te verzetten. Onze prioriteit is en blijft maatschappelijke onevenwichten wegwerken. Wat de burger wil is een goede prijs-kwaliteitverhouding. Deze regering doet de prijzen dalen maar brengt zo de kwaliteit in het gedrang omdat er geen geld meer overschiet voor de fundamentele problemen. Minister Vogels zegt dat overigens zelf ook.
Paars-groen ziet de samenleving als een verzameling van consumenten en zoekt daarom steeds naar maatregelen die voor zo veel mogelijk mensen voordelig zijn. Omdat de middelen altijd te beperkt zullen zijn, wijzen wij dat af. CD&V kiest voor een verbonden samenleving. De Nederlandse verkiezingen tonen aan dat de liberale consumentenbenadering voorbijgestreefd is. Minister Anciaux zegt letterlijk dat de Vlaamse regering het ongenoegen van de burgers wil afkopen, om vervolgens over te stappen naar de partij die zich daardoor kenmerkt.
Uit alle cijfers blijkt duidelijk dat de middelen op zijn. De kloof tussen woord en daad is nooit zo groot geweest. Deze regering staat met haar rug tegen de muur. (Applaus bij CD&V)
Een begrotingsaanpassing biedt ons de mogelijkheid om na te gaan hoe de begroting wordt uitgevoerd en om vooruit te blikken op de komende begroting. Deze begrotingsaanpassing is vanwege de economische terugval geen normale begrotingsaanpassing.
Door de economische recessie zijn de middelen met 300 miljoen euro gedaald. De heer Van Rompuy zegde dat we er nooit in zouden slagen dat gat te dichten. Ik stel vast dat paars-groen daarin geslaagd is, meer nog : men slaagt er zelfs in de strengste norm van de Hoge Raad van Financiën te volgen. Daartoe hoefde men zelfs de belastingen niet te verhogen. Besparen volstond. Twee derde van die besparingen zijn technisch en één derde politiek. Die politieke besparingen zijn voor de ene helft lineair en voor de andere inleveringen. Bovendien werd het FFEU niet gebruikt. Volgens de heer Van Rompuy zou het FFEU de begroting alleen maar onduidelijker maken, maar hij vergeet met hoeveel normen men in het verleden goochelde. De VLD apprecieert het ten zeerste dat de strengste norm van de HRF wordt gebruikt. Bovendien is het kritische Rekenhof positief over de meerjarenbegroting.
Na enkele jaren van economische groei is deze begrotingscontrole de eerste grote test voor paars-groen. De regering heeft bewezen dat ze ook in moeilijke tijden haar project blijft volgen. Deze aanpassing is geslaagd, maar de begroting voor 2003 wordt andere koek omdat de marge voor technische besparingen kleiner is geworden. Paars-groen is een nieuwe fase ingetreden waarin ze keuzes zal moeten maken. De schuld afbouwen, de lasten verlagen en de HRF-norm volgen zijn niet langer samen haalbaar.
Uit de werkloosheidscijfers en de economische evolutie in bepaalde sectoren blijkt dat de moeilijke periode nog niet voorbij is. Dat noopt ons tot voorzichtigheid en duidelijke keuzes.
Wij handhaven onze prioriteiten. Vooreerst moet voor de VLD de schuld gehalveerd worden tegen het einde van de regeerperiode door de strengste norm van de HRF te volgen. We zijn het niet eens met het pleidooi van minister Vogels voor een tragere afbouw van de schuld.
De lastenverlaging moet volledig uitgevoerd worden. Dat is geen cadeau maar is nodig om de economie te laten groeien. De gezamenlijke Vlaamse en federale lastenverlagingen zullen het binnenlands verbruik doen stijgen. Deze maatregelen worden niet uitgehold door de verhoging van de gemeente- en provinciebelastingen. De verlaging is goed voor ongeveer 80 miljard frank, de verhoging van de lokale belastingen bedraagt 6 miljard frank.
Die bedragen kloppen misschien voor dit jaar. De gemeenten zullen de volgende jaren echter verplicht zijn om meer te innen. Pas in 2003 en 2004 is een juiste vergelijking mogelijk. Dan zal blijken dat het wel om een vestzak-broekzakoperatie gaat.
In 2002 kloppen de voornoemde bedragen. Dat blijkt trouwens uit een studie van Dexia. Ik ben bereid om bedragen opnieuw te vergelijken over een paar jaar. Dan zal duidelijk zijn dat een noemenswaardige lastenverlaging werd gerealiseerd, de eerste in mijn parlementaire loopbaan.
In 1989 hebben we de lasten verlaagd met 90 miljard frank.
In 1998, toen het begrotingstekort weggewerkt was, steunde men uw voorstel tot lastenverlaging niet. Onder CD&V-bewind is de lastendruk geëvolueerd tot één van de hoogste in Europa.
De VLD is een partij die rekening houdt met de zwakkeren, maar het stuit mij tegen de borst dat de werkenden en de ondernemers niet meer gerespecteerd worden. De activiteitsgraad kan enkel verhogen als wij werken belonen.
Het is goed dat het zomerakkoord duidelijkheid schept over de zonevreemde bedrijven. Uit een studie van de Vlerickgroep blijkt dat Vlaanderen weinig nieuwe ondernemers telt. Daarom zijn inspanningen noodzakelijk op gebied van onder meer fiscaliteit en ruimte, maar ook de mentaliteit moet veranderen. Ondernemers zijn geen vervuilers en profiteurs maar vormen de motor van de economie en dus ook van de maatschappij.
De heer Van Rompuy beweert dat hij niet met de VLD wil regeren na de verkiezingen. Er is geen serieuze oppositie meer. Wat wil CD&V nu eigenlijk?
Wij missen een serieuze regering. Ik heb gezegd dat na de verkiezingen niet de heer Dewael maar een CD&V'er minister-president zal zijn : wij zullen immers de verkiezingen willen.
We moeten dat nog afwachten : we zullen een coalitie vormen op basis van de verkiezingsuitslag.
Het zomerakkoord over onder meer milieu en ruimtelijke ordening is een belangrijke vooruitgang. Dat raakt de essentie van project van paars-groen.
Ik heb altijd geloofd dat in deze legislatuur de tijd rijp was voor een paars-groene regering, maar dan wel op voorwaarde dat de betrokken partijen zich konden verenigen rond een gemeenschappelijk project. Dit zomerakkoord heeft de basis gelegd voor een synthese tussen economie en ecologie.
De regering zal er ook in slagen om, met het oog op de begroting voor 2003, moedige beslissingen te nemen, om het paars-groene project ook in moeilijke tijden gestalte te kunnen geven. De VLD is bereid haar daar in te steunen. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
De heer Denys bestempelde dit debat als een belangrijk moment voor het parlement en voor de regering. Toch zijn vele leden van het parlement en verschillende ministers, onder wie de minister-president en de vice-minister-president afwezig. De halve finale van de wereldbeker voetbal is blijkbaar belangrijker.
Na het technische betoog van de heer Van Rompuy zal ik me niet wagen aan technische beschouwingen. Dat laat ik over aan een collega. Ik zal het hier hebben over het zomerakkoord, over de vraag of deze regering nog beschikt over democratische legitimiteit en over een aantal communautaire aangelegenheden.
Het zomerakkoord is een halfslachtig akkoord zoals we er in het verleden vele gekend hebben. De editorialist van het Laatste Nieuws, de huiskrant van de VLD, bestempelde het zonnewendecompromis als een klassieke paars-groene overeenkomst. De drie partijen krijgen elk hun gading. Het is dus een Vlaamse versie van de klassieke Belgische wafelijzerpolitiek. Bij het aantreden van deze regering werd nochtans gezegd dat paars-groen zou streven naar duidelijkheid en dat het zou breken met de traditie van de halfslachtige compromissen. Er is echter niets veranderd. De VLD krijgt meer grond voor industrie en voor de gezinnen en een oplossing voor de zonevreemde bedrijven, al is het de vraag of het voorstel op dat vlak ver genoeg gaat. De sp·a krijgt de afschaffing van de huisvuilbelasting en Agalev moet zich tevreden stellen met de oprichting van een fonds voor de sanering van vervuilde terreinen en met nog een paar kleinigheden. De heer Denys overdrijft dus schromelijk wanneer hij zegt dat de fundamentele tegenstelling tussen economie en ecologie tot het verleden behoort.
Het broze evenwicht tussen de coalitiepartners, dat de laatste tijd herhaaldelijk op de helling stond, werd eventjes gered. Na de zomer zal minister-president Dewael echter geconfronteerd worden met dezelfde problemen.
Ik heb ook vragen bij de afschaffing van de huisvuilbelasting. Volgens de socialisten is dat een sociale maatregel voor de lage inkomensgroepen. In Antwerpen werd de forfaitaire huisvuilbelasting onder impuls van minister Vogels enkele jaren geleden al afgeschaft. Vervolgens werd echter de gescheiden huisvuilophaling ingevoerd. De huisvuilzakken die voor iedereen even veel kostten, werden erg duur. Dat was dus een zeer sociale maatregel. Het Vlaams Blok stelde voor de zakken goedkoper te maken voor de lage inkomensgroepen, maar dat voorstel werd door de Agalev-schepen, de heer Pairon, als demagogisch van de hand gewezen. Het gevolg is dat sommige mensen geen huisvuilzakken meer kunnen kopen en dat er in sommige wijken een probleem van sluikstorten ontstaan is, met alle verloedering en onveiligheid van dien. Men zou ook de onroerende voorheffing kunnen verhogen, maar dan zouden nog meer mensen de stad uit trekken en alleen de sociaal zwakkeren zouden achterblijven. De regering trekt dus geen lessen uit de experimenten die in Antwerpen en elders al zijn gebeurd.
De afschaffing van de huisvuiltaks heeft alles te maken met de drang van minister Stevaert, die nu reeds zijn verkiezingscampagne als lijsttrekker voor de Senaat aan het voorbereiden is, om te stunten ten koste van de regering. Ik had gehoopt dat de liberalen verstandiger zouden zijn.
Ik ben het er niet mee eens dat de afschaffing van deze lineaire belasting asociaal is. Sluikstorten is altijd een probleem geweest. In mijn gemeente is dat probleem niet erger geworden na de afschaffing van de huisvuilbelasting.
Men moet de mensen sensibiliseren voor de preventie van afval, onder meer door het te composteren. Wij zijn daarin geslaagd en daarom ben ik gelukkig met deze maatregel.
Ik weet dat Dilbeek een modelgemeente is. Ik vraag me wel af of de Vlaamse regering zich moet bezighouden met belastingen die op gemeentelijk niveau geheven worden.
De Vlaamse regering heeft vorige vrijdag een synthesenota opgesteld over de beleidsdomeinen Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu. Met het oog op het openbaar onderzoek inzake het plan voor huishoudelijke afvalstoffen werd bepaald dat jaarlijks maximum 150 kilo afval per inwoner kan worden verwerkt. Een forfaitaire huisvuilbelasting druist volledig in tegen het principe dat de vervuiler betaalt.
De Vlaamse regering bereidt ook het kerntakendebat voor en stelt voor dat het Vlaams Gewest het milieubeleid zal sturen, de provincie zal instaan voor de afvalverwerking en de gemeenten verantwoordelijk zullen zijn voor het ophalen en de preventie van afval. Daarbij zullen er twee financiële stromen zijn : de algemene middelen en de heffing op de verwerking.
Eigenlijk voeren we hier een fundamentele discussie over de zin of onzin van forfaitaire huisvuilbelasting.
Ik ben ervan overtuigd dat de afschaffing van de forfaitaire huisvuilbelasting een goede maatregel is voor Antwerpen.
Vroeger betaalde een behoeftig gezin met drie kinderen in Antwerpen 2.000 frank huisvuilbelasting, nu 6.000 frank. Het is een leugen om te zeggen dat dit neerkomt op het betalen van minder belastingen.
Men kan bepaalde gezinnen toch altijd nog gratis zakken geven?
De overloop van Spirit naar sp·a zorgt trouwens voor de grootste politieke oplichterij van deze eeuw. Volgens een laatste opiniepeiling is Spirit nog goed voor 2,39 percent van de stemmen van de kiezers. De sp·a gaat met 15 percent van de stemmen lopen, de VLD met 22 percent. Toch zal de sp·a evenveel ministerzetels hebben als de VLD. Is dit de Nieuwe Politieke Cultuur? Kan men ruilen van partijkaart als van overhemd? Staat minister Anciaux stil bij de impact van dergelijke politieke carrousels? Het oordeel van de kiezer zal op 13 juni 2003 verpletterend zijn.
De Vlaamse regering heeft de inhoud van de 11-juliviering gereduceerd tot een worstenfeest waar iedereen "Vlaanderen boven" zal kelen. Verwijzingen naar een eigen Vlaamse identiteit of culturele eigenheid worden afgewezen als vies, extreem-rechts of fascistisch. De Vlaamse regering wil met dit alles de aandacht afleiden van de essentie : dat ze gewoon aan de zijlijn staat.
In Het Vlaams Manifest van minister-president Dewael kunnen we lezen dat een volgende regering werk zal moeten maken van een officiële Vlaamse feestdag. Waarom werd daar bij de bespreking van de Lambermontakkoorden niet over gepraat? Het is gemakkelijk dit in de pers te verkondigen, als men weet dat het er toch niet van zal komen. Volgens minister-president Dewael zal hij op 11 juli geen Vlaamse eisen formuleren zoals zijn voorgangers, maar zal hij nadenken over de toekomst van Vlaanderen. Wij wachten op een minister-president die geen eisen stelt of nadenkt, maar die handelt in het belang van Vlaanderen.
In het boekje van de minister-president kunnen we zelfs lezen dat hij niet inziet waarom er zoveel geld naar Wallonië moet blijven vloeien. Hij heeft het over 5 miljard euro. Maar ook dat zijn vijgen na Pasen, want de onderhandelingen over een verdere staatshervorming zijn afgerond.
Minister Anciaux heeft bij de vorige verkiezingen de volledige splitsing van de sociale zekerheid verdedigd.
Dat stond niet in ons verkiezingsprogramma.
Mag ik de sprekers vragen niet telkens opnieuw af te wijken van het onderwerp van deze vergadering.
De regering kan haar eisen van de regeerverklaring niet hard maken : de volledige autonomie van de eigen belastingen, de tweetaligheid van ambtenaren in plaats van diensten, de horizontale splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle Vilvoorde enzovoort. We zullen deze begrotingsaanpassing dan ook niet goedkeuren. Deze regering drijft met haar gebakkenluchtbeleid de spot met de Vlamingen. (Applaus bij het VB)
Reeds in december 2001 kondigde de minister van Begroting aan dat er bij de begrotingscontrole 250 miljoen euro extra moest worden gevonden. CD&V voorspelde toen een rampenscenario en meende dat er 1 miljard euro extra nodig zou zijn. Ook de voorspellingen van de SERV waren zeer ongunstig. De minister van Begroting had het echter bij het rechte eind. De begrotingsaanpassing houdt bovendien, zoals beloofd, rekening met de evenwichten in de begroting.
- De heer Johan De Roo, eerste ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Er moest een keuze worden gemaakt. De beschikbare middelen zijn immers lager dan aanvankelijk was begroot. Er werden vooral technische besparingen uitgevoerd. Bovendien werd er in bepaalde uitgaven gesnoeid. Het HRF-overschot bedraagt nog altijd 10 miljoen euro. De Vlaamse regering behoudt zo een voorsprong ten opzichte van de doelstelling uit het regeerakkoord : een halvering van de overheidsschuld. Het is niet nodig om verder te gaan dan deze doelstelling.
We staan kritisch tegenover het gratis-verhaal. De overheid moet in de eerste plaats het publieke goed doen waarderen. Ze moet altijd met schaarse middelen werken.
Bij de communicatie over het zomerakkoord werd soms de indruk gewekt dat er geen huisvuilbelasting meer hoeft te worden betaald. Dat is echter niet het geval : alleen het forfaitaire karakter van de belasting wordt afgeschaft. Wij staan achter die maatregel. Er moet echter rekening gehouden worden met de gemeentelijke autonomie : de Vlaamse regering kan de gemeenten niet opleggen om geen forfaitaire belasting meer te heffen, ze kan enkel aanbevelingen formuleren.
Ik had nochtans gelezen dat aan de gemeenten administratief of decretaal zouden worden verboden om forfaitaire belastingen te heffen.
De visie van de Vlaamse regering over huisvuil in het kerntakendebat is duidelijk : het Vlaamse Gewest legt de beleidsvisie vast; het provinciale niveau staat in voor de verwerking en de gemeenten voor het ophalen van het huisvuil en voor de preventie. De forfaitaire huisvuilbelasting hoeft niet te worden afgeschaft; wel worden de taken duidelijk afgebakend. We respecteren de fiscale autonomie van elk beleidsniveau. Als we de eindbewerking beter kunnen controleren, zal de afvalberg worden gereduceerd en kunnen de kosten worden gedrukt.
Dit is een belangrijke verklaring. De afschaffing is dus nog geen verworvenheid.
Zullen de heer Sannen en Agalev bij een eventuele CO2-heffing ook rekening houden met het inkomen?
We zijn voorstanders van inkomensgerelateerde belastingen. Bij een heffing betaalt de vervuiler en is het de bedoeling dat het gedrag gestuurd wordt. De bedoeling van een CO2-heffing is dat men minder energie zal gaan gebruiken.
We beseffen maar al te goed dat heel het afvalbeleid nooit volledig zal kunnen betaald worden met de verkoop van huisvuilzakken.
Misschien kent de heer Van Rompuy het verschil niet tussen een heffing en een belasting. De burger weet echter maar al te goed dat als hij minder verbruikt, hij ook minder betaalt.
Publiek goed heeft altijd een kostprijs. De verantwoordelijkheid erover wordt gedragen door de overheid en de burger. Het verhaal dat alles gratis wordt, zou dan ook als een boemerang terug in het aangezicht van de regering kunnen belanden.
Ministers worden mateloos populair omdat ze verkondigen dat alles gratis wordt. De boodschap van Agalev gaat echter de mist in.
Wat het publieke goed betreft, moet de regering zorgen voor kwaliteit en veiligheid. Voedsel moet goed en veilig zijn. Voor zieken en ouderen moet er goede en voldoende opvang zijn.
De begroting en de begrotingscontrole moeten dit beleid ondersteunen. Er moet een evenwicht zijn tussen economie, ecologie en sociale rechtvaardigheid. Wij kunnen deze begrotingscontrole steunen. De moeilijkste oefening komt echter gedurende de volgende maanden, bij de begroting.
Er zullen immers keuzes moeten gemaakt worden. De regering heeft echter bewezen dat ze het juiste evenwicht heeft gevonden.
De begroting van de welzijnssector steeg met 40 procent. Men kan dus niet beweren dat er niet geïnvesteerd werd.
Aan de zorgverzekering werd een bijkomend bedrag van 1 miljard frank besteed. Dit parlement kent immers het belang van de zorgverzekering. We zullen echter moeten op zoek gaan naar bijkomende middelen. Deze nieuwe middelen zullen, op hun beurt, aanleiding geven tot nieuwe, inkomensgerelateerde bijdragen. De Vlaamse regering mag de zorgverzekering echter niet meer voor zich uitschuiven.
Omdat bij deze begrotingscontrole de evenwichten gerespecteerd werden, kijken we vol vertrouwen uit naar de septemberverklaring. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
Dankzij de begroting en de begrotingscontrole kan men ook nog een aantal andere thema's behandelen. Men heeft het immers al gehad over het kerntakendebat en over een aantal op stapel staande decreten.
Gisteren verklaarde de heer Bolkenstein in een vraaggesprek met de krant De Morgen dat de Europese Unie er zich moet voor hoeden om taken uit te voeren die niet tot haar kerntaken behoren. Dit is het debat dat ook hier zal moeten gevoerd worden.
We mogen het kerntakendebat niet uit de weg gaan want het Vlaams Parlement heeft de neiging alles zelf te willen regelen. Vlaanderen beschikt over genoeg mensen en middelen om het beleid uit te tekenen, maar laat de uitvoering ervan over aan de lokale besturen. Wat we daarbij vergeten, is dat de lokale besturen daartoe over voldoende middelen en mensen moeten beschikken. In de praktijk wordt een aantal maatregelen niet uitgevoerd bij gebrek aan mensen en middelen.
Heeft men er bijvoorbeeld al over nagedacht wie de lokale besturen zal vergoeden voor de organisatie van de Vlaamse verkiezingen. Kunnen we eigenlijk verkiezingen houden indien de lokale besturen weigeren mee te werken?
Wij omschrijven lokale besturen als het bestuur dat het dichtst bij de burger staat waardoor het ook het beste scoort bij de burgers. Maar dreigt het die status niet te verliezen als we het lokale bestuur niet vergoeden voor de opdrachten?
Tijdens deze regeerperiode is het Gemeentefonds met twintig procent verhoogd. Daarnaast hebben we maatregelen genomen om de administratieve druk in de gemeenten te verlagen. Deze regering probeert de communiceren met de gemeenten. Ik pleit voor duidelijke afspraken zodat we er in Vlaanderen tenminste in slagen tot homogene bevoegdheidpakketten te komen.
Maar zijn de lokale besturen nog langer in staat een antwoord te vinden op alle vragen van de burgers? De lokale fiscale druk is enorm gestegen sedert de gemeenteraadsverkiezingen. Voorts zouden de gemeenten volgens een studie van Dexia in 2006 met een tekort van 650 miljoen euro kampen. Is dat het gevolg van nieuwe initiatieven? Van nieuwe eisen van de burgers? Van beslissingen van andere overheden? Of van verkeerde gemeentelijke beslissingen?
De oorzaak van het probleem ligt bij een aantal beslissingen die op een ander niveau genomen worden. De manier waarop het federale niveau de aanvullende personenbelasting int, is daar een typisch voorbeeld van.
De uitdagingen voor de gemeenten en de OCMW's nemen toe maar, ondanks de aanzienlijke verhoging van de middelen van het Gemeentefonds, stijgen de middelen onvoldoende. Dat blijkt trouwens ook uit de studie van Dexia. De federale tariefverlaging zal ook gevolgen hebben voor de inkomsten van de gemeenten. Daarom moeten oplossingen gevonden worden. In dat verband is het kerntakendebat belangrijk.
Wij zullen dit ontwerp goedkeuren, hoewel sommigen van ons zich zullen onthouden en mogelijk zelfs tegenstemmen.
Door hier vandaag niet te spreken toont de sp·a-fractie minachting voor dit parlement. (Applaus bij CD&V en het VB)
- De heer Norbert De Batselier, voorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.
Bij het begin van zijn ambtsperiode beloofde de minister een lineaire lastenverlaging voor de bedrijven. Het bleef bij de aankondiging. De dotatie voor de expansiesteun verminderde met 35 miljoen euro en de milieuheffingen zijn niet meer fiscaal aftrekbaar. De bedrijven worden dus zwaarder belast.
De minister van Werkgelegenheid lanceert geen nieuwe initiatieven en handhaaft het doelgroepenbeleid. Het aantal werkloze niet-Europeanen stijgt desondanks. De middelen kunnen dus beter besteed worden.
De 6,2 miljoen euro uit het FFEU die nu naar de bejaardenzorg gaan zijn een druppel op een hete plaat. Volgens een studie van de VVSG is ten minste 81 miljoen euro nodig voor nieuw- en vernieuwbouw. Ondanks beweringen van minister Vogels zijn er geen extra middelen en geen nieuwe projecten. Ook voor betaalbare kamers is er geen geld, terwijl er wel geld is voor leefmilieu en de aanleg van tropische bossen. Deze regering moet kiezen voor het welzijn van de Vlamingen en zeker voor de generatie die de basis van onze welvaart gelegd heeft.
Ik heb dan ook begrip voor de daling van het budget ontwikkelingssamenwerking. Ondanks de buitenlandse hulp is het welvaartpeil in de ontwikkelingslanden gedaald. Er moet een nieuwe vorm van ontwikkelingshulp komen, maar daarvoor is politieke wil en moed nodig.
Oorspronkelijk was het FFEU bestemd voor eenmalige investeringen of uitgaven. Vijftig miljoen euro gaat nu naar een groot onderhoud van de Antwerpse ring. Dat is een terugkerende uitgave.
Vele ministers zullen zich geroepen voelen om in de toekomst een beroep te doen op de FFEU.
Bovendien heeft minister Vogels in verband met de zorgverzekering een derde begrotingsronde aangekondigd voor september. Deze begrotingswijziging zal verband houden met regeringsbeslissingen die tijdens de vakantieperiode worden genomen. Waar zal men het extra geld voor de zorgverzekering vinden? Het feit dat deze besprekingen in september zullen worden gehouden doet me vermoeden dat er wellicht onpopulaire maatregelen zullen worden genomen. De heer Sannen sprak al over een verhoging van de bijdrage voor de zorgverzekering.
Minister Vogels wil ook 150 miljoen euro om haar wachtlijsten weg te werken. Indien de 81 miljoen euro die nodig zijn voor de rusthuizen, niet in dat bedrag vervat zijn, spreken we reeds over een meeruitgave van 231 miljoen euro. Dat zal loodzwaar doorwegen op de begroting.
We kunnen ons afvragen of die begroting wel voorzichtig is opgesteld. De economische groei werd op 1 procent geschat, maar 0,9 procent zal allicht een realistischer cijfer zijn. De inkomsten werden dus overschat. Anderzijds gaat de regering ervan uit dat de vermindering van de registratierechten slechts tot 50 miljoen euro minderinkomsten zal leiden. De SERV meent nochtans dat die minderinkomsten tot 250 miljoen euro zouden kunnen oplopen. Daarbij mogen we ook de Aquafinfactuur voegen, die goed is voor 200 miljoen euro. Daarom vermoed ik dat de derde begrotingsronde in september zal leiden tot een verhoging van de lasten.
Onlangs werd in dit parlement op lichtzinnige wijze het Kyoto-protocol goedgekeurd. De uitvoering van dit protocol leidt tot zwaardere lasten voor het bedrijfsleven. Dat zal belangrijke gevolgen hebben voor de export en voor de tewerkstelling. Onder meer in de non-ferrosector en in de chemie zullen duizenden jobs op de tocht komen te staan. Een CO2-taks zal de verbruiker ook rechtstreeks raken, en dat zal leiden tot een inkriimping van het binnenlands verbruik. Men kan ook gezonde lucht gaan kopen in het buitenland, maar ook dat leidt tot extra uitgaven. Hoe dan ook zal het Kyoto-protocol een negatief effect hebben op de Vlaamse economie en dus ook op de begroting.
Bij de begrotingsaanpassing in september zal deze coalitie dus moeten kiezen tussen een verhoging van de lasten of drastische besparingen. (Applaus bij het VB)
In de commissie voor Financiën en Begroting hebben we een goed technisch debat gevoerd over de normen, over de nieuwe financieringstechnieken in de begroting en over de uitvoering van de begroting en de resultaten ervan.
We hebben echter ook een sterk politiek-inhoudelijk debat gevoerd en dat is niet gebruikelijk bij een budgetcontrole.
We moeten een langetermijnvisie uitwerken over het beheer van de Vlaamse overheidsmiddelen. We moeten ons onder meer afvragen hoe we een begrotings- en fiscale administratie kunnen uitbouwen en hoe we ons kunnen wapenen voor de implementatie van Lambermont en voor toekomstige staatshervormingen. Bij de regionalisering van de staatsschuld zullen we immers een heel nieuw beleid moeten voeren. Het instrumentarium waarover we beschikten, hebben we de laatste jaren laten wegkwijnen omdat we met schuldafbouw bezig waren.
De oprichting van een conjunctuurfonds en het doorbreken van het annaliteitsbeginsel zijn specifiek gericht op het behalen van resultaten op lange termijn. Aan deze denkpisten moeten we gestalte geven.
Na 11 september van vorig jaar werd de economische realiteit nog duidelijker. Deze situatie heeft budgettaire gevolgen.
In december 2001 hebben we een lang debat gevoerd over de begroting voor 2002. Toen werd gezegd dat de budgetcontrole onuitvoerbaar zou worden. Nochtans hebben we toen bijsturingen gerealiseerd en hebben we geprobeerd de noodzakelijke inspanningen realistisch in te schatten. Met het derde bijblad hebben we voorzien in reserveringen voor een bedrag van 5,6 miljard frank, als een soort van conjunctuurfonds om de begrotingsdoelstellingen te halen. We hebben echter tot in maart moeten wachten op een correcte inschatting van de parameters voor 200, die van kracht zijn voor de berekening van de middelen voor 2002. In 2001 bedroeg de inflatie 2,47 procent en de economische groei 1 procent. Voor 2002 worden die parameters op respectievelijk 1,6 en 1 procent geraamd.
We hebben moeten kiezen tussen de gemakkelijke en de moeilijke weg. Volgens het advies van de SERV was er een tekort van ongeveer 250.000 euro, dus 10 miljard frank. Vermits er reserveringen waren voor een bedrag van 5,6 miljard frank, waren er nog inspanningen nodig voor een bedrag van iets meer dan vier miljard frank. We hebben toen gezegd dat we dit niet zouden doen als het enigszins mogelijk was.
We hebben inderdaad gekozen voor de moeilijke weg. We hebben de saldi afgerond, de kredieten scherper gesteld en besparingen doorgevoerd. Door deze maatregelen hebben we 11 miljard frank, dus 300 miljoen euro bespaard.
Op die manier werden de investeringen vanuit het FFEU mogelijk. Dit fonds zal gebruikt worden voor de eenmalige investeringen in infrastructuur die anders altijd uitgesteld dreigen te worden. Het auditbureau, dat de Vlaamse overheidsfinanciën heeft doorgelicht, oordeelde dat Vlaanderen deze inspanning nodig heeft. Er zal worden geïnvesteerd in mobiliteit, maar ook in wetenschapsbeleid. Uit het voorbeeld van IMEC is gebleken dat deze investeringen een hefboomeffect zullen hebben.
De vorige minister van Financiën en Begroting staat argwanend tegenover een meerjarenbegroting. Ze baseert zich daarvoor wellicht op haar gemeentelijke ervaring. Een meerjarenbegroting kan nochtans een goed instrument zijn, mits het correct wordt ingevuld, gebruikt en geïnterpreteerd. Volgens het Rekenhof is het een correct en waarheidsgetrouw groeipad van alle engagamenten van deze regering. Bijkomende inspanningen zullen leiden tot een aanpassing van de meerjarenbegroting. Een meerjarenbegroting hoeft immers geen rekening te houden met niet genomen beslissingen. Het is logisch dat de beleidsruimte na drie jaar regering grotendeels is ingenomen.
Het is een valse voorstelling van zaken dat niets meer mogelijk zou zijn. Maar meer dan ooit zullen we bijkomende keuzes moeten maken. Het is de rol van een oppositieleider om budgettaire onheilsboodschappen de wereld in te sturen, maar ik blijf ervan overtuigd dat de Vlaamse regering de HRF-norm consequent en budgettair orthodox naleeft.
De regering werkt ook consequent voort aan de afbouw van de schuldenlast. De heer Denys heeft gelijk dat hierdoor de werkelijke beleidsmarge steeds ruimer wordt. Het is evident dat deze ruimte niet mag worden gecreëerd door een verzwakking van de schuldafbouw.
CD&V was tegen de afcentiemen en de afschaffing van het kijk- en luistergeld en is een koele minnaar van de verlaging van de registratierechten en de invoering van het principe van de meeneembaarheid. De cijfers tot en met mei bewijzen echter dat we nog steeds op koers varen.
De hoogte van de inning van de successierechten was in 2001 een groot succes, dat we niet meer dachten te kunnen evenaren. We hebben in 2002 echter al evenveel geïnd als in het hele jaar 2001.
De budgettaire onheilsboodschappen van CD&V maken eigenlijk duidelijk dat de partij een tegenstander is van de stimulering van het openbaar vervoer door het voeren van een tarievenpolitiek, van de rust in de sociale sector en van de inhaalbeweging in de budgetten voor Cultuur en Onderwijs door de CAO's 4, 5 en 6. Ik raad de partij aan haar onheilsboodschappen achterwege te laten.
De Vlaamse regering zal haar ambitieuze koers niet wijzigen en haar budgettaire orthodoxe werkwijze voortzetten, die erin bestaat om minder snel meer uit te geven. Zij zal daarbij oog blijven hebben voor de structurele behoeften en zal een structureel debat over het financiele milieubeleid daarbij niet uit de weg gaan.
De Vlaamse regering heeft een verbintenis op zich genomen met betrekking tot het Zorgfonds en zal dat debat nog voor het reces voeren. Het mag niet worden verziekt door het grote praktische succes. De behoeften zijn immers veel groter dan iemand had durven denken.
Samen met de minister van Openbare Werken zal ik werk maken van een versnelde en transparante investering in de infrastructuur. We hebben intussen een spaarpotje bijeen van 3,4 miljard frank.
De budgetcontrole 2002 was een evenwichtige oefening van alle Vlaamse ministers, die hun budgettaire noden en behoeftes hebben afgewogen. Zij hebben daarmee nogmaals het bewijs geleverd een hechte en echte ploeg te vormen, die de eerste budgettaire klip genomen heeft en de economische storm overwonnen. De Vlaamse regering zal haar ambitieuze project tot een goed einde proberen te brengen.
De algemene bespreking is gesloten.