Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is het ontwerp van decreet houdende instemming met het verdrag van Nice houdende wijziging van het verdrag betreffende de Europese Unie, de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, met de protocollen en de slotakte, ondertekend in Nice op 26 februari 2001.
De algemene bespreking is geopend.
- De heer Johan De Roo, eerste ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
, verslaggever : Tijdens zijn inleidende uiteenzetting, poogde de minister de doelstellingen van het verdrag van Nice te omschrijven. Het verdrag is er in de eerste plaats op gericht om de Europese Unie voor te bereiden op de uitbreiding.
De Vlaamse regering vroeg om het subsidiariteitsbeginsel te versterken en het taalregime te behouden, wat ook gedeeltelijk is gerealiseerd.
Minister Van Grembergen gaf ook een overzicht van de belangrijkste verdragselementen : de stemmenweging in de Raad van Ministers, de samenstelling en het voorzitterschap van de Europese Commissie, de uitbreiding van de gekwalificeerde meerderheid, de uitbreiding van de medebeslissingsprocedure, de samenstelling van het Europees Parlement, het Comité van de Regio's en het Sociaal-economisch Comité, de hervorming van het justitiële apparaat.
De minister had het tot slot over een aantal specifieke Vlaamse aandachtspunten : de handel in diensten, het talenregime, de culturele diversiteit en het feit dat het Comité van de Regio's niet geïnstitutionaliseerd is.
Ikzelf had het in mijn tussenkomst over de versterking van het subsidiariteitsprincipe. De heer Van Overmeire merkte op dat enkel de Ieren de kans hebben gekregen zich over dit verdrag uit te spreken. Hij had het ook over de constitutionele regio's. De heer Van Vaerenbergh concentreerde zich op wat belangrijk is voor Vlaanderen. Hij ging ook in op de Europese regeldrift. De heer Ramon betreurde dat in het verdrag van Nice onvoldoende aandacht wordt besteed aan het asiel- en immigratiebeleid. De heer Van den Brande omschreef het verdrag als : om goed te keuren en snel te vergeten.
Het ontwerp van decreet werd met 8 stemmen tegen 2 aangenomen. (Applaus)
Als we, zoals voorgesteld door de federale meerderheid, besluiten gemengde en multilaterale verdragen toe te vertrouwen aan een paritair samengestelde Senaat, draaien we de klok terug. Wat het Sint-Michielsakkoord uniek maakt, is de mogelijkheid om interne bevoegdheden extern uit te oefenen.
Het verdrag van Nice is een minimumplatform, maar er zijn verzachtende omstandigheden. Zo waren een aantal lidstaten onderling verdeeld. Ook binnen de Benelux waren we het niet altijd eens, maar toch blijft dat een nuttige organisatie, zeker binnen een uitgebreide Unie.
Dit verdrag mag niet leiden tot een nieuwe verdeling van Europa met aan de ene kant een uitgebreide Unie en aan de andere kant de landen die geen lid zijn van deze Unie. We moeten samenwerken met de landen die de nieuwe buitengrens zullen vormen.
Wanneer we opmerkingen maken over een eventueel democratisch dficit binnen de kandidaat-lidstaten, mogen we die binnen de huidige lidstaten en de Unie zelf niet over het hoofd zien. De besluitvorming moet doorzichtiger.
Niemand kan ontkennen dat dit verdrag een stap vooruit is, maar aan de andere kant is het niet veel meer dan een tussenstap naar verdieping en verbreding. Op een aantal punten is men helaas niet ver genoeg durven gaan. Ik denk aan het doorbreken van de consensusregel.
We kunnen de organisatie van de Europese Unie niet veranderen zonder aandacht te besteden aan de plaats van Vlaanderen in die Unie. Vandaar mijn voorstel om naast een Europese Conventie ook een Vlaamse te organiseren.
Over de hervorming van de rechtsprekende organen oordeel ik positief. Het Comité van de Regio's blijft evenwel een orgaan van de Unie, het wordt geen instelling.
CD&V zal dit ontwerp van decreet goedkeuren : het verdrag van Nice is nu eenmaal niet meer dan een noodzakelijke technische tussenstap. Ik hoop dat we in de toekomst van die technische verdragen af kunnen raken. (Applaus bij CD&V)
Het verdrag van Nice is zeer technisch maar belangrijk. Het regelt bijvoorbeeld het aantal Europese parlementsleden, de samenstelling van de Europese Commissie en de besluitvorming van de Raad : structuren die de krijtlijnen zullen uittekenen waarbinnen dit Vlaams Parlement nog kan functioneren.
Het verdrag van Nice is de vierde grote wijziging van de Europese basisverdragen. De Europese integratie verloopt telkens in kleine stappen. We moeten ons afvragen of het wel mogelijk is dat dit op een andere manier zou gebeuren. Elk verdrag is immers een evenwichtsoefening tussen nood aan welvaart, veiligheid, vrijheid en gemeenschappelijke structuren enerzijds en de diepe wens om ook in de eenentwintigste eeuw de eigen identiteit te bewaren anderzijds.
Met het verdrag van Nice wilde men de uitbreiding van de EU mogelijk maken. De creatie van instellingen voor een economische vrijhandelszone voor 6 lidstaten is immers iets totaal anders dan de creatie van een politieke eenheid voor 25 of meer lidstaten.
Onze fractie is een principieel voorstander van de uitbreiding van de EU. Niet alleen zijn er het economisch voordeel en de stabiliteit, Europa heeft ook een ereschuld tegenover die landen die gedurende decennia te kampen hadden met de communistische dictatuur.
Men mag de problemen van de uitbreiding niet overroepen. Meestal gaat het immers over landen die minder inwoners tellen dan Vlaanderen. Verder is het demografisch deficit er vaak nog groter dan in Vlaanderen. Van een permanenten immigratiestroom kan dan ook geen spraken zijn. Bovendien scoren deze landen op economisch vlak vaak niet slecht. Zo kent Hongarije momenteel, wegens een te sterke stijging van de loonkost, een delocalisatie van bedrijven naar, onder meer, de Oekraïne.Bij een uitbreiding zal Vlaanderen een netto-betaler blijven. De sommen die Vlaanderen moet betalen voor de Europese integratie zijn echter veel lager dan de jaarlijkse transfers van Vlaanderen naar Wallonië.
Anderzijds moeten we ook oog durven hebben voor een aantal negatieve aspecten. Zo zijn er de problemen met criminele bendes, immigratie en een landbouwbeleid dat onbetaalbaar zal worden, indien men de huidige criteria veder handhaaft. En hoe zit het met de bewaking van de oostelijke grens?
Men moet zich ook durven afvragen of de hele operatie niet overhaast werd uitgevoerd. Heel de uitbreiding lijkt immers steeds meer op een prestigeproject. Formeel werd besloten dat de nieuwe lidstaten pas zouden mogen toetreden nadat ze aan de eisen van Kopenhagen uit 1993 hebben voldaan. Men doet er echter alles aan opdat de toetredingsbesprekingen in 2003 afgerond zouden.
De uitbreiding van de EU leeft overigens niet bij onze bevolking. Niet alleen voelt een belangrijk deel van de bevolking zich onvoldoende geïnformeerd, een groot aantal mensen voelt zich ook helemaal niet betrokken. Bij degenen die wel betrokken zijn, zijn de tegenstanders van de uitbreiding in veel landen talrijker dan de voorstanders.
Onze fractie pleit voor een strikte handhaving van de criteria van Kopenhagen. Het is dus best mogelijk dat een aantal landen niet dadelijk zullen kunnen toetreden en zullen nog even moeten wachten.
In welke mate drong de stem van Vlaanderen door tot in Nice? Bij het lijstje van Vlaamse prioriteiten van 10 november 1999 vinden we onder meer een versterking van het subsidiariteitsbeginsel, het behoud van het talenregime en een significante versterking van het Comité van de Regio's. Anders dan de numeriek zwakkere Ieren en Denen moest Vlaanderen zijn belangen echter verdedigen via de Belgische delegatie. Eens te meer werd het verschil tussen een Europese regio en een Europese lidstaat duidelijk.
Voor het talenregime kunnen we spreken van een status quo. Het heersende talenregime blijft volledig gelden. Iedere burger zal zich in zijn eigen taal tot de Europese instellingen kunnen wenden en door die instellingen ook in zijn eigen taal te woord gestaan worden. Het spreekt voor zich dat we deze houding verder moeten aanhouden.
Met het Verdrag van Nice wordt een nieuwe stemmenverdeling ingevoerd. Er is bij het uittekenen van de 19 verschillende types van besluitvorming bij volstrekte of gekwalificeerde meerderheid en de daarbij horende blokkeringsminderheden met heel veel factoren rekening gehouden. De mogelijkheid dat sommige lidstaten hun gewone stemmenpakket zouden kunnen opdelen werd echter over het hoofd gezien. België zal zijn stemmenwaarde dus niet kunnen opsplitsen. Alhoewel de minister nogmaals herhaalde dat dit punt deel uitmaakte van het Vlaamse regeerakkoord, werd deze materie door de Belgische delegatie te Nice niet op de agenda geplaatst.
Als volwaardige lidstaat zou Vlaanderen in de Raad van Ministers een stem hebben die acht of negen waard zou zijn, tegenover nu twaalf voor België. Vlaanderen zou recht hebben op ongeveer vijftien zetels in het Europees Parlement, tegenover de misschien elf, twaalf of dertien zetels die het nu vanaf 1 januari 2004 zal krijgen.
België behoudt zijn twaalf zetels in het comité van de Regio's. Het is positief dat het comité voortaan moet zijn samengesteld uit vertegenwoordigers die in een regionaal of lokaal lichaam zijn verkozen of die aan zo'n vergadering verantwoording verschuldigd zijn. Het comité werd echter niet erkend als volwaardige instelling van de EU, de Raad van Ministers en de Europese Commissie kunnen de adviezen van het comité zomaar naast zich neerleggen, de constitutionele regio's krijgen geen afzonderlijk statuut en ze krijgen geen toegang tot het Europees Hof van Justitie, evenmin als het comité.
Het Comité van de Regio's lijkt op een sisser uit te draaien. De lidstaten zullen nooit toestaan dat de regio's uitgroeien tot een volwaardig niveau. Vele lidstaten kennen geen regio's of zien regio's louter als elementen van decentralisatie. Ons regionaal model, dat is gebaseerd op een nationaliteitenconflict, vinden we bijna nergens terug. Vlaanderen staat op dit vlak in Europa het verst, maar wat brengt dat op?
De frontvorming van de regio's baat niet alleen niet, ze schaadt bovendien. De andere EU-lidstaten zullen zich eventueel nog neerleggen bij een 'split vote' van België, maar enkel en alleen als dit geen precedentwaarde heeft. Een land als Duitsland wil niet het risico lopen zijn voordelen als 'groot' land te verliezen. De frontvorming van bijvoorbeeld Vlaanderen, Catalonië en Schotland zal alleen maar argwaan opwekken en machtige tegenstanders opleveren.
Vele politici zijn trouwens van mening dat het Verdrag van Nice allang voorbij gestreefd is door de oprichting van de Europese Conventie. Ik wijs erop dat België als voorzitter wordt opgevolgd door een reeks landen die helemaal niet zo geïnteresseerd zijn in de verdieping van de EU en meer rechten voor de regio's van de lidstaten. Een probleem dat in de toekomst nog groter zal worden : de landen uit Midden- en Oost-Europa zijn zeer gesteld op hun nationale identiteit en staan argwanend tegenover elke afstand van soevereiniteit De sleutel ligt bij de lidstaten, waar de stem van de kiezer doorweegt. Of zoals oud-commissaris MacSharry het zei : de burgers willen niet dat de EU nieuwe bevoegdheden krijgt, de EU moet alleen efficiënter worden.
Tot slot heeft men het vaak over het democratisch deficit. Men bedoelt dan niet zozeer dat de bevolking zich niet kan uitspreken over de Europese besluitvorming, maar wel dat de bevolking de Europese integratie onvoldoende steunt. Meer democratische besluitvorming zal de integratie niet bevorderen, integendeel zelfs. Degenen die het democratisch deficit betreuren, kunnen overigens onmogelijk instemmen met een paritaire Belgische Senaat, die verdragsbevoegdheden aan het Vlaams Parlement onttrekt.
Het Vlaams Blok zal dit verdrag niet goedkeuren, hoewel het verdrag een stapje vooruit wil zijn in de richting van een efficiënter Europa. De positie van de regio's werd niet verbeterd en men vraagt ons een blanco cheque te tekenen voor de verdeling van de Belgische zetels. Het is goed dat minstens één politieke fractie zich voldoende kritisch toont over de huidige Europese constructie. (Applaus bij het VB)
De uiteenzettingen van de sprekers bewijzen dat dit onderwerp zeer diepgaand werd besproken in de commissie voor Buitenlandse Aangelegenheden. Ik heb begrip voor de beoordeling van de heer Van Overmeire, maar het gaat hier om het vastleggen van prioriteiten. De uitbouw van een groot Europees geheel is een van de grote politieke idealen van mensen van mijn leeftijd en hopelijk ook van heel wat jongeren. Als het Verdrag van Nice daartoe een bijdrage kan leveren, hoe klein dan ook, moeten we dit goedkeuren, zeker als we zien hoeveel allianties er ook elders in de wereld worden gevormd.
De redenering van de heer Van Overmeire is onlogisch. Als het de bedoeling is om niet meer te werken langs het Comité van de Regio's en alles te regelen langs de soevereine staten, dan zie ik geen snelle verandering.
Voor de opsplitsing van de Belgische stemmen in de Raad van Ministers is de toestemming van de andere lidstaten nodig. De vraag is of het louter tactisch wel een goed idee is om een beroep te doen op de regio's. Moet er geen ander spoor gevolgd worden?
In Europa zijn er twee belangrijke sporen, met name dat van de soevereine staten die een deel van hun bevoegdheden aan Europa afstaan en dat van de soevereine staten die meer bevoegdheden aan de regio's geven. Beide sporen zullen door de komende generaties ingevuld worden.
Mijn houding ten opzichte van de paritaire Senaat en de verdragen is niet veranderd. Het Vlaams Parlement moet eerst oordelen of de verdragen aan de Senaat voorgelegd worden. Ik geloof niet in een paritaire Senaat en zal die ook niet nastreven.
Is dat de houding van alle ministers in de Vlaamse regering? De minister-president leek een andere houding toegedaan.
De uitspraken van de minister-president, waarnaar verwezen wordt, deed hij in een partijcontext. Ik vertolk mijn eigen standpunt. Dat ligt ook in de lijn wat altijd in dit parlement is gezegd. (Applaus bij de VLD, CD&V en VU&ID)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende instemming met het verdrag van Nice houdende wijziging van het verdrag betreffende de Europese Unie, de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, met de protocollen en de slotakte, ondertekend in Nice op 26 februari 2001.
- De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.