Verslag plenaire vergadering
Interpellatie over de verbreking van de managementscontracten en de toekomst van de regionale luchthavens van Deurne en Oostende
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde interpellaties van de heer Decaluwe en de heer Penris tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over de verbreking van de managementscontracten voor de regionale luchthavens van Deurne en Oostende.
Het beheer van de regionale luchthavens van Deurne en Oostende door de private sector is al langer een probleem. De vorige regering besliste al de exploitatie ervan in concessie te geven. Op 30 maart 1999 kreeg Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) de opdracht een offerteaanvraag te organiseren, maar daar schreef niemand zich op in. Op 3 maart 2000 organiseerde men een tweede poging die uiteindelijk aanleiding gaf tot een vernietigend rapport van het Rekenhof.
Alles wat fout kon lopen, is in dit dossier ook fout gelopen. In De Morgen verklaart minister Stevaert weliswaar dat hij het Rekenhof volgt in dit dossier. Voorts verwijst hij naar de positieve houding van de administratie en de Inspectie van Financiën. Dat zijn twee leugens. De administratie Overheidsopdrachten merkte op dat het dossier vol onwettelijkheden stak en de Inspectie van Financiën suggereerde het beheer van Deurne niet toe te kennen aan Ernst&Young.
In dit dossier werd belastinggeld verspild. Ik neem het minister Stevaert ook bijzonder kwalijk dat hij met dit dossier naar buiten is getreden op het moment dat de leden van de commissie voor Openbare Werken in Singapore landden. Ik heb meerdere interpellaties gehouden over dit dossier, maar werd telkens weggelachen. Het Rekenhof achtte PMV niet bekwaam. Bovendien heeft PMV deze opdracht doorverkocht aan een Antwerps advocatenbureau. Dat kan juridisch niet en bovendien heeft het advocatenkantoor steken laten vallen. Het verslag van het Rekenhof is vernietigend.
Het Rekenhof is vernietigend voor de minister. Vooreerst is er het verwijt van gebrekkig dossierbeheer.
Verder werden de voorgeschreven publicatieverplichtingen niet nageleefd en is er sprake van gebrekkige besluitvorming.
In tegenstelling tot wat de minister beweert werd de wet op de overheidsopdrachten wel overtreden.
De minister heeft zijn administraties en adviserende instanties volledig buiten de zaak gehouden. De opvolging en begeleiding liet hij over aan de PMV. De PMV beschikte echter niet over het nodige personeel. Bovendien stelt het Rekenhof dat de keuze van de advocaat niet gelukkig kan genoemd worden omdat hij een aantal fouten maakte in het opgestelde bestek.
Er werden ook te hoge schadevergoedingen uitgekeerd. Terwijl 10 procent de gehanteerde norm is, is in dit dossier sprake van 30 procent voor Ernst&Young en BIAC. De paars-groene coalitie heeft er blijkbaar geen problemen mee om mislukte managers zware vergoedingen te betalen.
Het Rekenhof stelde tevens een aantal onwettigheden vast die, bij eenvoudig nazicht, vermeden hadden kunnen worden.
Er is ook sprake van belangenvermenging van iemand die concessiehouder was en tezelfdertijd voor Ernst&Young werkte. Al mijn interpellaties hierover werden door de minister weggelachen. Ernst&Young mocht gewoonweg nooit geselecteerd worden.
De budgettaire aanrekening kan ook niet gebeuren want het ging om contracten van 5 jaar waarin gesplitste kredieten waren opgenomen.
Tenslotte beweerde de minister ook dat de offertes niet aangepast moesten worden. Alles zou met een protocol kunnen geregeld worden. Dit protocol is er echter nooit gekomen. Desnoods zou men het DAB-besluit wel in een bepaald kader wringen.
Dit alles is wanbeheer, geldverspilling en tijdsverlies. We hebben in totaal wel 8 maanden verloren.
Ook al zal hij straks alles in de schoenen van een aantal aantal anderen trachten te schuiven, toch is de minister de uiteindelijke politieke verantwoordelijke.
Het grootste slachtoffer van dit alles zijn de belastingbetaler en het personeel. De Vlaamse regering heeft de vaste benoeming van het brandweerpersoneel immers gekoppeld aan de goedkeuring van het nieuwe DAB-besluit. Zal de regering dit verder blijven blokkeren? Eerst een examen organiseren en vervolgens weigeren de geslaagden te benoemen doet me onwillekeurig denken aan het NMBS-dossier.
Voor de schadeclaims mag men in totaal op een bedrag van 60 miljoen frank rekenen. Dit is de prijs die men zal moeten betalen voor 8 maanden wanbeheer.
Ik had graag een antwoord op een viertal vragen.
Vooreerst wens ik te weten op basis van welke elementen de managementscontracten werden verbroken. Verder wil ik vernemen welke schadeclaims men mag verwachten en welke financiële middelen er, na de uitvoering van de managementscontracten, reeds uitbetaald werden. Tenslotte wil ik ook te weten komen welke initiatieven de minister kan en zal nemen voor de toekomstige werking van de regionale luchthavens. ((Applaus bij CD&V)
Collega Decaluwe heeft voortreffelijk werk verricht. Ik kan me enkel aansluiten bij zijn betoog. Hij was het die de kat de bel aanbond.
Hoe moet het nu verder met de schadeclaims? Naast de schadeclaim van AAS van 750.000 euro moet men er immers nog een aantal andere verwachten. De hele meerderheid draagt een verpletterende verantwoordelijkheid in dit dossier.
Hoe moet het ook verder met het regionale luchthavenbeleid in Vlaanderen? Op welke manier gaan we het debat ten gronde voeren? Nu weten we waarom de regeringsverklaring zo onduidelijk was over het Vlaamse haven- en luchthavenbeleid. Vandaag ligt het dossier opnieuw op de regeringstafel.
Ondanks het feit dat er al zeer veel initiatieven genomen zijn, is er heel wat foutgelopen.
Besluiten werden steeds vooruitgeschoven. Er werd ons elke keer meegedeeld dat we moesten wachten.
Alhoewel de luchthavenbeheerders een haalbaarheidsstudie maakten, moeten we nu weer volledig herbeginnen.
In een vraaggesprek met de krant "De Morgen" verklaart de minister dat hij binnen de 30 dagen een regeling zou uitgewerkt hebben en dat hij de mogelijheid overweegt om een DAB op te richten. Dergelijke constructies zijn ons echter niet onbekend.
Op de vraag of de luchthavens van Oostende en Deurne ooit rendabel kunnen worden, geeft de minister een negatief antwoord. Daarvoor zou de overheid te veel middelen moeten investeren, terwijl de kans dat het mislukt, te groot is.
Over het voortbestaan van de luchthavens is de minister vervolgens zeer dubbelzinnig. De luchthavens zouden een economische meerwaarde opleveren, maar zouden de overheid ook handenvol geld kosten. Maar omdat ook een sluiting veel geld kost, spreekt hij zich in de krant uit voor een verlaging van de exploitatiekosten en zo weinig mogelijk overlast voor de buurt en het milieu.
Op de stelling van Ernst & Young dat de luchthaven van Deurne maar kan openblijven als de Krijgsbaan wordt ondertunneld, antwoordt de minister in de krant dat de regering daar in de nabije toekomst over zal onderhandelen. Hij is van mening dat sp·a daarbij het bindmiddel zou kunnen zijn tussen de standpunten van Agalev en VLD. Hij is van mening dat een inbreng van privé-investeerders onontbeerlijk is. Binnen het mobiliteitsbudget zal hiervoor geen geld worden vrijgemaakt.
Duidelijkheid over de toekomst van de regionale luchthavens ontbreekt, en daar hebben we nochtans nood aan. De mening van Agalev is duidelijk, maar politiek minder relevant : de partij stelt voor op de site van de luchthaven van Deurne een openluchtzwembad te installeren, met sociale woningen en een KMO-zone er bovenop. De VLD zwijgt intussen oorverdovend, wat ons doet vermoeden dat de luchthaven zal worden gebruikt als politieke pasmunt. Het standpunt van CD&V is ook allesbehalve helder : staat de heer Decaluwe met zijn vraag om Deurne te sluiten, alleen of niet?
Het Vlaams Blok zal in elk geval een motie indienen met de vraag de luchthavens van Oostende en Deurne te behouden en hen alle ontplooiingskansen te geven. (Applaus bij het VB)
Het rapport van het Rekenhof spreekt zich op een tiental punten vernietigend uit over de manier waarop de managementcontracten voor de luchthavens van Deurne en Oostende werden gegund. Zo zouden het dossierbeheer en de besluitvorming gebrekkig zijn verlopen. Zowel Ernst & Young als BIAC zouden in hun offertes voorbehouden hebben geformuleerd, wat voldoende is om de offertes nietig te verklaren. Het Rekenhof spreekt ten slotte van een ernstige belangenvermenging bij Ernst & Young, iets waarvan de minister pas achteraf door een tegenkandidaat op de hoogte werd gebracht.
Dat is niet waar. De minister heeft in antwoord op een interpellatie gezegd dat hij ervan op de hoogte was, maar dat hij het geen probleem vond.
Het is duidelijk dat de afgeleverde rapporten niet langer als basis kunnen dienen voor verdere besprekingen. De contracten werden opgezegd. Intussen verandert de situatie in Deurne dagelijks: de KLM-vluchten werden geschrapt met een derde minder passagiers op de lijnvluchten als gevolg. Trainingsvluchten van SN Airlines gaan nu naar Charleroi en de Thalys wordt als een evenwaardig alternatief gezien voor verplaatsingen naar Schiphol.
Agalev zal het akkoord over Deurne respecteren, maar stelt zich wel vragen bij de randvoorwaarden die hiervoor vervuld moeten zijn. Zal de luchthaven rendabel kunnen zijn? Er zou sprake zijn van 50 miljoen euro investeringen, wat een enorm bedrag is voor een leeglopende luchthaven. We zijn zeker bereid om mee te zoeken naar oplossingen en hebben inderdaad al een aantal mogelijkheden geformuleerd voor het gebruik van het Deurnse luchthaventerrein. Ik zal de minister onze voorstellingen graag overhandigen.
Wat zijn de financiële en beheersgevolgen van het opzeggen van de contracten? Moeten de managers vergoed worden voor het geleverde werk? Zal schadevergoeding moeten worden betaald wegens het voortijdig verbreken van het contract? Welke timing volgt de minister in het dossier van de regionale luchthavens en welke werkwijze zal hij volgen?
In 2000 werd een Vlaams luchthavenforum opgericht, dat als opdracht kreeg een geïntegreerd Vlaams luchthavenbeleid uit te werken. Zijn hier al resultaten van?
Het debat moet niet gaan over de toekomst van de luchthavens van Deurne en Oostende, maar wel over de manier waarop de minister dit dossier behandeld heeft. Ik begrijp dat een minister niet elk dossier nauwgezet kan opvolgen, maar hij moet wel reageren als hij een bijzondere procedure laat volgen en als blijkt dat men hem bepaalde zaken voorgelogen heeft.
Een eerste punt is dat de minister het dossier niet toevertrouwd heeft aan de administratie Personenvervoer en Luchthavens, maar wel aan PMV. Die laatste beschikt niet over het nodige personeel en huurt een advocaat in. Het blijkt dat die helemaal niet deskundig is en zes grote juridische fouten maakt.
Ten tweede vraagt de Inspectie van Financiën uitdrukkelijk om de vergunning niet toe te kennen aan de luchthaven van Deurne. De minister verleent de vergunning toch.
Een derde probleem is dat de heer Luc Cloetens aangesteld wordt als luchthavenmanager in de offerte van Ernst&Young. In zijn curriculum vitae staat niet dat de heer Cloetens bestuurder is van een maatschappij, die een concessie heeft op de luchthaven van Deurne. Ernst&Young pleegt dus valsheid in geschrifte en zou op grond daarvan uit het dossier gesloten moeten worden.
De administratie brengt dat feit ter sprake op een interkabinettenwerkgroep op 10 juli 2001. Het kabinet van minister Stevaert reageert niet. Als de offerte toegewezen is, protesteert de andere partij in een brief van 6 december 2001. De minister antwoordt dat de heer Cloetens ontslag heeft genomen als bestuurder van de maatschappij. Volgens de afdeling Overheidsopdrachten is de betrokkene nog altijd meerderheidsaandeelhouder.
Ik begrijp niet dat minister Stevaert de contracten niet heeft stopgezet wegens valsheid in geschrifte. Dat is mogelijk door de wet op de overheidsopdrachten zodat er geen schadevergoeding moet betaald worden. De minister biedt Ernst&Young zelfs de mogelijkheid om een oplossing te zoeken. Als de kritiek van het Rekenhof te groot wordt, zegt de minister de contracten toch op. Nu kan hij zich echter niet meer beroepen op valsheid in geschrifte waardoor er wel schadevergoeding zal moeten betaald worden. Hoe evalueert de minister zijn optreden in het dossier? (Applaus bij CD&V)
Het standpunt van de Vlaamse regering is dat de Vlaamse luchthavens niet rendabel zijn en dat de tussenkomst van de overheid altijd nodig is. De vraag is wat de beste beheersvorm is. Voor de concessieovereenkomst was er geen interesse. Ook de managementovereenkomst is geen succes. De minister zal de procedure voor DAB aan de Vlaamse regering voorleggen tegen eind juni.
De minister is ervan overtuigd dat de luchthaven in Antwerpen nodig is. De startbaan kan niet verlengd worden. De ondertunneling van de Krijgsbaan is noodzakelijk. Die zal deels door de Vlaamse overheid en deels door privaat-publieke samenwerking worden gefinancierd.
De vorige regering heeft aan PMV de opdracht gegeven om het dossier te beheren naar aanleiding van de concessieovereenkomst. Dat kan nagegaan worden. De minister heeft altijd gezegd dat hij bereid is om de contracten te verbreken als er fouten in het dossier gemaakt zijn. Het Rekenhof heeft opmerkingen gemaakt over onder meer de aanstelling van een advocaat door PMV, de schadevergoeding van 30 procent en de te ver gaande beheersovereenkomst.
Er zijn twee dossiers, namelijk van Deurne en Oostende. BIAC stelt dat het een aantal voorwaarden niet wil vervullen zodat er geen sprake kan zijn van schadevergoeding. Voorts is het niet zeker dat er schadevergoeding aan Ernst&Young betaald moet worden. De minister heeft alleen de verslagen van PMV opgevolgd en op basis daarvan een beslissing genomen. Volgens juridische experts was er geen sprake van onverenigbaarheid. Voorts zeggen adviseurs dat het verhaal dat de derde kandidaat schadevergoeding moet krijgen, niet klopt omdat het niet zeker was dat die aangesteld zou worden.
Het verhaal van de heer Decaluwe over de schadevergoeding vind ik niet terug in de adviezen die ik heb gekregen.
Ernst & Young en BIAC hebben goed werk geleverd. We zullen hen daarvoor vergoeden, maar we zullen geen schadevergoeding betalen. Op basis van hun werk zullen we trouwens binnen de regering een beslissing nemen. Het is dus manifest onwaar dat dit sowieso tot een schadevergoeding zal leiden.
Op de opmerking dat de opdracht alleen betrekking mocht hebben op consulting en niet op een overdracht van bevoegdheden kan ik antwoorden dat het de bedoeling was dat onder te brengen in een DAB.
Voorbehouden en voorwaarden van de inschrijvers in de offerte zijn verboden. De wet op de overheidsopdrachten stipuleert dat de overheid de offerte als nietig mag beschouwen wanneer er toch voorbehouden worden geformuleerd. Dat hoeft echter niet. PMV stelt trouwens dat deze voorbehouden niet fundamenteel waren.
Een strikte toepassing van de regelgeving zou tot gevolg hebben gehad dat de opdracht niet zou kunnen worden toegekend, want geen enkele kandidaat voldeed aan de voorwaarden.
Ernst & Young stipuleert dat alleen het woon-werkverkeer in de offerte wordt opgenomen en niet de dienstreizen. De Vlaamse administratie past voor de dienstreizen echter dezelfde regels toe als voor de dienstverplaatsingen van haar eigen personeel. De opdracht had tot doel commerciële contacten te leggen met buitenlandse luchtvaartmaatschappijen. De kosten van de noodzakelijke dienstreizen in binnen- en buitenland konden dus onmogelijk in de offerte worden ingeschat.
BIAC stelde in zijn voorbehoud dat het een deel wilde van de winst indien de luchthaven van Oostende winst zou maken. Het Rekenhof stelt dat deze offerte daarom nietig moet worden verklaard. Ook hier kan ik antwoorden dat de overheid deze offerte kan nietig verklaren, maar dat ze daartoe niet is verplicht.
Het Rekenhof stelt dat men in de begroting voor 2002 had moeten voorzien in vastleggingen voor de volledige duur van het contract. Dat is een vaak weerkerende opmerking van het Rekenhof. Gezien de jaarlijkse opzegbaarheid van de contracten was dit echter niet nodig.
Tot nog toe hebben de managementskantoren geen vorderingen tot schadevergoeding ingediend. Indien ze dat wel doen, zullen we onderzoeken of ze daar al dan niet recht op hebben. In het bestek van de managementsovereenkomst staat dat het Vlaams gewest vanaf de tweede evaluatie aan de dienstverleners een schadevergoeding moet betalen bij een voortijdige opzegging van het contract. Deze forfaitaire vergoeding bedraagt dertig procent van de vergoeding van de dienstverlening tot het einde van de eerste vervaldag van vijfjarige periode.
De eerste evaluatie dient volgens de overeenkomst pas te gebeuren een jaar na de aanvang van de managementsovereenkomst, en dat is op 22 november 2002. De managementsovereenkomst werd echter reeds voor die datum opgezegd. Daarom moet de contractuele bepaling over de schadevergoeding niet worden toegepast.
BIAC is aangesteld en heeft geen recht op een bijkomende schadevergoeding omdat het zelf bijkomende eisen heeft gesteld die niet conform zijn. Ernst & Young werden aangesteld op basis van de verslagen van PMV en van de juridische adviseurs. Nu blijkt dat ze bepaalde gegevens kenbaar hadden moeten maken en dat ze dat niet hebben gedaan. Dat is een verbrekingsgrond en bijgevolg kunnen ze geen schadevergoeding vragen. De derde gerangschikte zou een schadevergoeding kunnen vragen, maar daarover is er geen zekerheid. Het was niet duidelijk of de Vlaamse overheid iets zou toewijzen, omdat deze kandidaat niet voldeed aan bepaalde vormvereisten.
Ik ben ervan overtuigd dat Deurne en Oostende een luchthaven nodig hebben, maar ik ben niet bereid dat met zeer veel overheidsmiddelen te ondersteunen. Dat is de grond van de zaak. (Applaus bij sp·a)
Eerst enkele vaststellingen. De minister bewijst dat hij het dossier niet beheerst. De meerderheidsfracties zeggen niets, op Agalev na en dat was in de commissievergadering wel anders. Ten slotte probeert de minister nu de schuld in de schoenen van CD&V te schuiven. PMV was aangesteld in 1999 met een bijakte. Er werd een nieuwe ronde gelanceerd op 3 maart. De minister kon dus zeggen dat hij niet akkoord ging met PMV. CD&V is dus niet mee verantwoordelijk voor dit dossier.
De minister zegt dat hij zijn administratie wil beschermen. Het Rekenhof toont echter aan dat hij zijn eigen administratie buiten spel heeft gezet.
Hij spreekt over bepaalde details zoals de borgstelling en de kilometervergoeding, maar niet over de fundamentele kritiek van het Rekenhof dat er sprake is van inbreuken op de wet op de overheidsopdrachten, gebrekkige besluitvorming, te hoge schadevergoedingen en verschillende onwettigheden.
PMV beschikt niet over personeel en heeft de opdracht buiten elke mededinging om onderhands uitbesteed aan een advocaat. Nochtans zijn juridische opdrachten die niet kaderen in een geschil, net als alle andere overheidsopdrachten onderworpen aan de wet op de overheidsopdrachten. Het principe van de mededinging moet worden gerespecteerd, ook als er een beroep wordt gedaan op een onderhandse procedure zonder bekendmaking. Dat is echter niet geschied. Ik geloof het Rekenhof en niet de minister.
Ook minister Van Grembergen staat niet boven elke verdenking. Toen ik hem interpelleerde over het probleem van het personeel, zei hij dat er niets aan de hand was.
In het rapport van het Rekenhof is er sprake van schadevergoedingen en minnelijke schikkingen. Dat betekent dat de overheid niet zo sterk in haar schoenen staat als ze beweert en dat ze zal moeten betalen.
De regering wil Ernst & Young en BIAC een vergoeding geven voor het geleverde werk. Ik lees echter dat het Rekenhof daarvoor het visum weigert.
Dit rapport bevat zeer zware kritiek. In normale omstandigheden moet men uit een dergelijk rapport duidelijke politieke conclusies trekken. (Applaus bij CD&V)
De heer Decaluwe verwijt ons dat we het debat van zijn essentie afleiden. Onze interpellatie zou echter niet alleen gaan over de verbreking van het managementscontract, maar ook over de toekomst van de regionale luchthavens in Deurne en Oostende. De heer Decaluwe heeft het moeilijk met dit debat omdat zijn fractie daarover verdeeld is.
Inzake de managemenstcontracten wil ik de minister tegenspreken. Hij stelt dat de afgewezen luchthavenbeheerders geen recht op een schadevergoeding kunnen doen gelden. Een regel van het algemeen contractrecht bepaalt echter dat degene die getroffen wordt door een fout die aanleiding geeft tot de verbreking van het contract, het recht heeft een schadevergoeding te eisen, ook als de fout werd gemaakt door een overheidsinstelling.
Tot nog toe werden geen schade-eisen ingediend en dat is positief. Als er een eis wordt ingediend, dan zal de rechter daar zeker positief op reageren.
De minister heeft gezegd dat de startbaan van de luchthaven van Deurne niet zal worden verlengd, maar hij heeft er geen bezwaar tegen dat de nuttige lengte ervan wordt geoptimaliseerd. Daartoe kan de Krijgslaan worden ondertunneld. Dit is positief. Alleen over de wijze van financiering is er nog geen akkoord bereikt.
De luchthaven van Oostende hoeft van de minister dus niet te verdwijnen. De GOM West-Vlaanderen gelooft er sterk in. Ze vraagt wel om de dossiers van Oostende en Deurne te ontkoppelen. Die vraag is terecht : in het verleden is de koppeling steeds nadelig uitgevallen voor Oostende.
Hoe zit het met het personeelsdossier?
De managers werden opgezegd naar aanleiding van het rapport van het Rekenhof. Deze keer moet een en ander wel op een correcte wijze worden afgehandeld. Het is belangrijk dat de minister heeft aangegeven dat hij niet van plan is om de luchthavens plat te subsidiëren en dat een eventuele ondertunneling buiten het budget van de bevoegde ministers moet vallen. Gezien de belangenvermenging vinden wij dat de rapporten van Ernst & Young niet als basis mogen dienen voor verdere toekomstplannen.
De minister verwijst naar 1999 : toen ging het over het in concessie geven van de hele luchthaven. De managementsovereenkomsten zijn echter een andere aangelegenheid : waarom werd dit niet overgelaten aan de administratie? PMV had er immers niet genoeg personeel voor.
De minister mag van het Rekenhof het huidige contract niet uitvoeren. De minister streeft nu naar een minnelijke schikking. Blijkbaar is hij bang voor schuldvorderingen.
De minister heeft nog steeds geen antwoord gegeven op mijn enige vraag : hoe evalueert hij zijn optreden in deze zaak? (Applaus bij CD&V)
Ik heb tijdens de vorige regeerperiode samen met de CVP beslist dat de concessie voor de hele luchthaven aan PMV diende te worden toegekend. De managementsovereenkomsten mochten daarentegen niet door PMV worden uitgevoerd. Wie moest het dan doen? PVL? Het Rekenhof zou dan opgemerkt hebben dat PVL rechter en partij was in dezelfde zaak. Daaarom werd toch gekozen voor PMV. Omdat PMV niet over voeloende personeel beschikte werden er externe experts ingeschakeld door PMV. Daarbij zou bepaalde informatie niet zijn verstrekt. Dat kan men niet verwijten aan de Vlaamse overheid.
Dat hebben uw kabinetsmedewerkers gezegd op 10 juli 2001.
Er bestond discussie over of er al dan niet sprake was van belangenvermenging. Ik heb de heer Decaluwe nooit weggelachen, maar zijn opmerkingen steeds ernstig genomen. Volgens de selectievoorwaarden mochten de kandidaten geen concessionarissen zijn. Aan deze voorwaarde werd echter niet voldaan. Als we Ernst & Young te vroeg verwijderd hadden, dan zou er ook discussie zijn ontstaan. Nu kan een en ander tenminste zonder schadevergoedingen worden afgehandeld.
Voor het personeel verandert er niets : het huidige systeem wordt gehandhaafd.
We zijn bereid om de luchthavens van Deurne en Oostende royaal te subsidiëren. We zijn echter niet bereid om de luchtvaartmaatschappijen te subsidiëren om klant te worden van deze luchthavens. Bovendien moeten de middelen voor de ondertunneling buiten het budget van de minister van Mobiliteit worden gezocht. Eventueel kan een beroep gedaaan worden op PPS. Hierover moet nog gedebatteerd worden in de ministerraad.
Het is duidelijk dat er grove fouten zijn gemaakt. Daarom zulllen we een motie indienen.
Ook wij zullen een motie indienen. De heer Van den Eynde zal de minister van Ambtenarenzaken in commissie ondervragen over het personeelsdossier van de luchthaven van Deurne.
Door de heren Decaluwe en Van Rompuy en door de heer Penris werd tot besluit van deze motie een met redenen omklede motie ingediend.
Het Parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering moeten uitspreken.
Het incident is gesloten.