Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer De Cock tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over het Vlaams feestlied voor de viering van 700 jaar Guldensporenslag.
In de kranten van gisteren stonden er negatieve commentaren over het feestlied dat door de Vlaamse regering werd uitgekozen voor de viering van 700 jaar Guldensporenslag. Men vraagt zich bijvoorbeeld af of het feestlied in overeenstemming is met het decreet van 5 november 1990.
In een maatschappij moet dynamiek mogelijk zijn. Met dit feestlied stapt Vlaanderen af van het vijandbeeld waaraan sommigen zo gehecht blijven, en zoekt het naar kansen op interactie.
In onze maatschappij staat perceptie meer en meer gelijk met de realiteit. Daarom vraag ik de regering dat ze de perceptie zou ombuigen. Wie heeft dit lied gekozen en waarom?
In de kranten van gisteren werd voor het feestlied verkeerdelijk ook het woord volkslied gebruikt. Een volkslied is een symbool, een hymne die bij plechtige gelegenheden wordt gezongen. Deze symbolen moet men eer betonen, want anders kwetst men de ziel van anderen. Men mag deze symbolen echter niet misbruiken.
De Vlaamse regering wil de Vlaamse symbolen niet verdoezelen. Bij plechtige gelegenheden zullen onze hymne en onze Vlaamse Leeuw nog steeds aanwezig zijn. De regering wil echter het Franse voorbeeld volgen en van de nationale feestdag op 11 juli een volksfeest maken en niet alleen het feest van een aantal notabelen.
Feestliederen zijn liederen van een bepaald moment. Zo is dit lied gecreëerd ter gelegenheid van zevenhonderd jaar Guldensporenslag. De Vlaamse regering heeft dit lied niet zelf gekozen. Een eerbaar gezelschap heeft een voorstel geformuleerd en de regering heeft daarmee ingestemd.
We willen ook proberen om van 11 juli een vakantiedag te maken voor het hele Vlaamse volk. (Applaus bij AGALEV en bij VU&ID)
Het incident is gesloten.