Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Dijck tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de taalregeling voor het hoger onderwijs in het ontwerp van structuurdecreet.
Op een studiedag van de Vlaamse Hogeschoolraad (Vlhora) voorspelde de heer Assink van de Nederlandse HBO-raad onder meer dat het belang van het Nederlands in het hoger onderwijs zal dalen. Volgens deze spreker zal Nederlands enkel blijven bestaan wegens de markteconomische relevantie. Het is duidelijk dat Vlaanderen de Nederlandse taal en cultuur alleen zal verdedigen.
Het ontwerp van structuurdecreet past de taalregeling aan en laat toe dat 20 procent van de bacheloropleiding in een andere taal gedoceerd wordt. Hoewel de Vlhora het eens is met die nieuwe regeling, protesteren tal van professoren en docenten. Vreest de minister niet dat de taalregeling het Nederlands als wetenschaps- en cultuurtaal zal verdringen? Zal de kwaliteit niet dalen? Zal dat leiden tot een verdere dualisering van het hoger onderwijs? Leerlingen vrezen nu al dat het secundaire onderwijs hen onvoldoende kennis van Engels bijbrengt om hoger onderwijs te volgen.
Wat de taalregeling betreft, moeten we geen lessen van Nederland krijgen. De bestuurs-, onderwijs- en wetenschapstaal van de instellingen blijft het Nederlands. In het ontwerp staat dat 20 procent per studiejaar in een andere taal mag gegeven worden. Er zijn nochtans een aantal voorwaarden. Elke student mag het examen in het Nederlands afleggen. De instelling moet motiveren waarom een bepaalde cursus in een andere taal gedoceerd wordt. Er komt een gedragscode waarbij studenten inspraak krijgen bij de bepaling van die vakken.
De buitenlandse studenten kunnen onderwezen worden in een vreemde taal, maar er moet altijd een equivalent bestaan in het Nederlands.
We hebben dus gezocht naar een goed evenwicht. Op dit ogenblik gaat het nog om een ontwerp van decreet. De regering en het parlement zullen hierin dus nog inspraak kunnen hebben.
De meeste buitenlandse studenten komen naar ons land in het kader van het Erasmusprogramma en hebben precies de bedoeling ervaring op te doen in andere talen.
Verder kan men zich afvragen hoe men in het Nederlands een examen kan afleggen over leerstof die men in een andere taal heeft behandeld.
De geest van de Bolognaverklaring moet het beleid inspireren. We moeten dus blijven streven naar een onderwijssysteem dat de culturele verscheidenheid respecteert. Mijn groep zal deze kwestie met argusogen volgen.
Het incident is gesloten