Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Stassen tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, over de deontologie in de media, naar aanleiding van de affaire-Dedecker.
De Vlaamse mediawetgeving mengt zich niet in de inhoud van de radio- en TV-programma's. Men gaat namelijk uit van de zelfregulering van de pers. Dat veronderstelt een pluriforme pers, een redactioneel statuut en het functioneren van een raad voor de deontologie.
Op dit ogenblik is de discussie over de deontologie in de media het gevolg van de affaire-Dedecker, maar eerder was er ook al discussie naar aanleiding van een reportage van Koppen en van een bepaalde uitzending van Big Brother.
De media zijn blijkbaar niet in staat een representatieve en goed werkende raad voor de deontologie te organiseren. Het Vlaams Parlement heeft nochtans zijn verantwoordelijkheid opgenomen. In een hoorzitting met experten heeft ze het thema bestudeerd en binnenkort wordt er een resolutie ingediend. De minister heeft een initiatief genomen en is bereid middelen vrij te maken. De voorwaarde is wel dat de mediasector zijn verantwoordelijkheid opneemt.
Wat kan de minister doen opdat een representatieve raad voor de deontologie zou opgestart worden?
De commissie voor Media is inderdaad vragende partij voor de oprichting door de journalisten van een Raad voor de Journalistiek.
De heer Pol Deltour, secretaris-generaal van de Vlaamse Vereniging van Beroepsjournalisten, heeft laten weten dat de voorbereidingen voor het installeren van die raad zijn afgerond. Hij vroeg ook wat de mogelijkheden voor financiële ondersteuning waren. In de begroting 2001 werd twee miljoen frank uitgetrokken waarvan er al één miljoen frank uitbetaald is. In de begroting 2002 werd in 3,3 miljoen frank voorzien; dat bedrag kan uitgekeerd worden na voorlegging van onkostennota's.
Het Vlaams Parlement heeft de Vlaamse Vereniging van Beroepsjournalisten herhaaldelijk opgeroepen tot het oprichten van een Raad voor de Journalistiek. Na de oprichting van deze raad moeten we debatteren over de vraag hoe de bevoegdheden moeten verdeeld worden tussen de Vlaamse Geschillenraad en de Raad voor Journalistiek. Daarna zal een decretaal initiatief volgen.
Ik sluit me aan bij de opmerkingen van de minister. Bij deze raad moeten niet alleen de journalisten, maar ook de hoofdredacteurs en misschien zelfs de uitgevers betrokken worden.
De politici hebben hun werk gedaan. Nu moeten de beroepsjournalisten in actie komen.
Het incident is gesloten.