Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer De Reuse tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, over de schorsing van een gemeentelijke politieverordening betreffende de verkoop van alcoholhoudende limonades in drankautomaten.
De gemeentebesturen van Oostrozebeke en Veurne hebben onlangs een politiereglement gestemd dat de verkoop van alcoholhoudende limonades in drankautomaten verbiedt. Deze beslissing werd echter geschorst door de provinciegouverneur van West-Vlaanderen na een advies van de minister.
Verschillende overwegingen zijn op deze zaak van toepassing : enerzijds de wetgeving op verbruik en verkoop van dranken, wat een federale materie is, en de wetgeving op de vrijheid van handel en nijverheid, anderzijds artikel 135 paragraaf 2 van de gemeentewet. Deze passage van de gemeentewet bepaalt dat de gemeenten bevoegd zijn om overlast en verstoring van de orde tegen te gaan. Als men dat doet bij algemeen politiereglement, dan oordeelt de Raad van State op basis van het evenredigheisbeginsel.
Mijn vraag is waarop de minister zijn advies aan de provinciegouverneur heeft gebaseerd.
De vraagstelling was zeer genuanceerd en dat is goed in een dergelijke materie.
De gemeentebesturen zijn verantwoordelijk voor de openbare orde op hun grondgebied en daarvoor kunnen ze politieverordeningen treffen. Hier gaat het echter niet om een verstoring van de openbare orde. Alleen werd er in deze gemeenten een beperkt aantal minderjarigen in een toestand van openbare dronkenschap aangetroffen na de aankoop van alcoholhoudende dranken in drankautomaten.
Een politieverordening kan niet ingrijpen op de specifieke wetgeving over dronkenschap en verkoop van alcohol aan minderjarigen. Daarom hebben we geoordeeld dat we aan de provinciegouverneur het advies moesten geven de politieverordening te schorsen.
De burgemeester kan wel in een proces-verbaal laten vaststellen dat minderjarigen zich alcohol kunnen aanschaffen in drankautomaten of dat ze in een toestand van openbare dronkenschap verkeren. De federale wetgeving is niet aangepast aan het bestaan van automaten die alcohol kunnen verdelen. Als de rechter tot een vonnis komt, zullen die hiaten in de federale wetgeving blijken. We hebben dus geredeneerd in functie van de regelgeving en van de bevoegdheid van de gemeentebesturen.
De burgemeester kan de bevoegde diensten de opdracht geven een proces-verbaal op te stellen als jongeren van minder dan 16 jaar alcoholische dranken opnemen. Is dat dan strafbaar? De strafwetgeving moet nochtans restrictief geïnterpreteerd worden. Wanneer een gemeentebestuur optreedt om te voorkomen dat de openbare orde verstoord wordt, dan gaat het meestal om zaken die strafrechtelijk gevat zijn.
Dat is hier niet het geval.
Als ik het goed begrepen heb is de minister het er niet mee eens dat minderjarigen zich onbeperkt met alcoholhoudende dranken kunnen bevoorraden. Enige creativiteit in de aanwending van de bevoegdheid van de gemeenten had tot een totaal ander advies kunnen leiden dat minstens even veel kans maakte om de toetsing aan de wetgeving te doorstaan.
Het incident is gesloten.