Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Penris tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, over de houding van de Nederlandse regering met betrekking tot de realisatie van de IJzeren Rijn.
Omdat de Nederlandse regering steeds ging dwarsliggen, is er niets in huis gekomen van de belofte om de IJzeren Rijn nog voor het einde van vorig jaar opnieuw in gebruik te nemen. Onlangs nog trok de Nederlandse collega alle toezeggingen in, waarop zij door minister-president Dewael werd bestempeld als een bange wezel. Volgens mij zijn de Nederlanders eerder sluwe vossen en hebben wij ons laten rollen.
Wij hebben er steeds voor gepleit dit dossier te koppelen aan enkele dossiers waar de Nederlanders om een oplossing vragen. De heer Delwaide, daarentegen, wil een internationale rechtprocedure opstarten.
Volgens ons dringt de tijd. Welke stappen overweegt de regering?
Tijdens een debat in de Nederlandse Tweede Kamer werd de overeenkomst tussen federaal minister Durant en de Nederlandse regering om opnieuw gebruik te maken van het historische tracé, als een krankzinninge gedachte afgedaan. In de Nederlandse politiek worden dossiers zakelijk benaderd, maar zo vlak voor de parlementsverkiezingen durft men daar dus al eens van af te stappen.
Ik blijf - samen met Duitsland - ijveren om een beperkt aantal treinen over het historische tracé te laten rijden. Daar bestond een akkoord over en overeenkomsten moeten worden nageleefd. De Europese Commissie vindt de bijkomende Nederlandse milieu-eisen overigens niet nodig. Dit dossier koppelen aan andere dossiers waar Nederlandse belangen op het spel staan, is uit den boze.
Ik heb alle begrip voor uw antwoord, maar voor de Nederlandse parlementsverkiezingen zal er niets veranderen. Ik zal dit debat in mei heropenen.
Het incident is gesloten.