Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het extern onderzoek naar het gebruik van overheidsgeld in de socialehuisvestingssector
Actuele vraag over mogelijke misbruiken in de socialehuisvestingssector
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heer Bex en mevrouw Baeke tot de heer Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting, over mogelijke misbruiken in de socialehuisvestingssector en van mevrouw De Martelaer tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, over het extern onderzoek naar het gebruik van overheidsgeld in de socialehuisvestingssector.
Minister Gabriels zal op deze vragen antwoorden.
We hebben in het verleden al de gelegenheid gehad om vragen te stellen over de problemen die bestaan bij de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM). Op die vele vragen hebben we een omstandig maar wollig antwoord gekregen. De informatie die we vroegen hebben we echter niet gekregen.
Nu lezen we opnieuw in de krant dat bepaalde zaken niet koosjer verlopen bij de VHM. De minister wil een aantal sociale woningen realiseren via publiek-private samenwerking (PPS). De directeur-generaal legt dit echter naast zich neer. In het verleden werden bepaalde personeelsleden van de VHM gesanctioneerd en geschorst wegens vermeende insubordinatie. Nu is het een bestuurder van de VHM die insubordinatie pleegt. Welke maatregelen zullen er nu genomen worden?
Ik wil vooraf benadrukken dat ik een vraag gesteld had aan minister-president Dewael. Tijdens de laatste vergadering van de Commissie voor Huisvesting had ik deze vraag immers al rechtstreeks aan minister Gabriels gesteld. Hij antwoordde mij toen dat de resultaten van de audit die gebeurde in opdracht van voormalig minister Sauwens niet voldeden. Nu werd hij op de hoogte gebracht van de audit van minister-president Dewael.
We lezen in de kranten dat er bij de sociale huisvestingsmaatschappijen allerlei dingen niet in orde zijn. Zes maanden geleden werden in het Vlaams Parlement al hoorzittingen over dit onderwerp gehouden. Er werd toen gevraagd een onderzoekscommissie te installeren. Uiteindelijk werd beslist een financiële audit te doen. Vier mensen met een belangrijke financiële expertise werden daarvoor aangeduid.
Nu wil ik graag weten hoe het daarmee staat, nog voor volgende week de begrotingsbesprekingen beginnen. Wat zijn de conclusies van het auditrapport waartoe minister-president Dewael opdracht had gegeven?
De VHM is de voorbije maanden fel in opspraak gekomen. Naar aanleiding daarvan is de heer Lyben aan het woord gekomen tijdens een hoorzitting in de Commissie voor Huisvesting. Hij heeft daar een antwoord gegeven op de aantijgingen tegenover de verschillende Vlaamse huisvestingsmaatschappijen. Nu lezen we in de pers dat de verklaringen van de heer Lyben niet stroken met de werkelijkheid. In een open brief aan de verschillende huisvestingsmaatschappijen stelde hij ook dat ze zich niet hoefden te bekommeren over de plannen van de regering, meer bepaald inzake de PPS.
Het was de bedoeling een doorlichting te maken van de 118 sociale huisvestingsmaatschappijen. Zijn er nog steeds plannen om een doorlichting te doen? Wat is de reactie van de regering op de laatste berichten in de media?
Onder minister Sauwens werd beslist de opdracht te geven voor een audit. In de commissie heb ik aan mevrouw De Martelaer al gezegd dat de resultaten van deze bevraging niet voldeden en daarom heb ik een bijkomende opdracht gegeven die over vijf tot zes weken zal gefinaliseerd worden. Ik hoop dat dat zal leiden tot een zinvol document, dat ons zal helpen om te oordelen over wat er gebeurd is. De audit betrof de benutting van de financiële middelen.
Het onderzoek dat de minister-president heeft bevolen moet voor wat betreft een aantal pijnpunten nog worden verdergezet en zal binnen korte termijn worden afgerond. De conclusies van het eerste voorlopig rapport van de commissie-Gilliams over de besteding van de gelden en over de financiële stromen binnen de VHM luiden dat er een een functionele scheiding moet worden gerealiseerd tussen de beleidsvoorbereiding, de dienstverlening en de opvolging van de kwaliteit en van de klantentevredenheid.
Voorts moet er een subsidieformule worden bepaald die zowel rekening houdt met de autonomie van de instellingen belast met het huisvestingsbeleid als met de evolutie van de factoren waarop ze greep hebben.
Het toezicht op de uitvoerende entiteit moet duidelijk georganiseerd worden zonder overlappingen of hiaten, binnen een onbetwistbaar bevoegdheidskader. Zonder vooruit te willen lopen op de sectorale werkzaamheden in het kader van een beter bestuurlijk beleid kan men zuiver functioneel komen tot een structuur waarin de volgende blokken kunnen worden onderscheiden : beleidsvoorbereiding, ontwikkeling en evaluatie en een centraal kenniscentrum.
Om af te rekenen met de praktijken uit het verleden heb ik nu gevraagd de aanduiding van een nieuwe voorzitter voor de VHM op de agenda van de ministerraad te plaatsen. Deze zal belast worden met het mandaat om in een beperkte periode van één of twee maanden het onderzoek volledig af te ronden en dit met wetenschappelijke en juridische ondersteuning. Het is de bedoeling dat het rapport het parlement duidelijkheid verschaft over wat er gebeurd is.
In het kader van een beter bestuurlijk beleid moeten we komen tot een duidelijk onderscheid tussen beleidsvoorbereidende, uitvoerende en controlerende elementen. Dat staat ook in mijn beleidsbrief vermeld. Het beleidsvoorbereidende element wil ik centraliseren op het departement. Inzake de uitvoering moet de concurrentie kunnen spelen, uiteraard binnen de doelstellingen van huisvesting. De uitvoering mag daarom niet alleen een zaak zijn van de maatschappijen, maar ook van gemeenten, OCMW's en privé-actoren. Bij de controle willen we een nauwere betrokkenheid realiseren van de parlementaire Commissie voor Huisvesting.
Op deze manier kunnen we de zaken op de voet volgen en transparantie garanderen en krijgen we zekerheid dat dit in de toekomst niet meer zal gebeuren.
Ik hoop dat het inderdaad een transparant document zal worden waaruit duidelijke conclusies kunnen worden getrokken.
Ik dank de minister voor zijn duidelijk antwoord. We moeten de conclusies waarnaar u verwezen hebt in de commissie bespreken. Ik vind het spijtig dat we een en ander eerst in de pers moesten vernemen.
U hebt geen antwoord gegeven op mijn vraag of u plannen hebt voor een doorlichting van de 118 huisvestingsmaatschappijen.
Op 13 november zal ik in de commissie een en ander verder toelichten. Het is de bedoeling dat het parlement nauwer betrokken wordt bij de controle. Ook de doorlichting van de 118 huisvestingsmaatschappijen kan volgende week in de commissie aan bod komen. Misschien bestaan er wel te veel huisvestingsmaatschappijen, maar ik ben niet van plan om een institutioneel debat te beginnen. De Antwerpse huisvestingsmaatschappijen hebben spontaan een voorstel gedaan om een federatie op te richten.
Het incident is gesloten.