Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de aflevering van een nieuwe bouwvergunning voor het klooster op het koninklijk domein in Opgrimbie
Actuele vraag over de aflevering van een nieuwe bouwvergunning voor het klooster op het koninklijk domein in Opgrimbie
Actuele vraag over de aflevering van een nieuwe bouwvergunning voor het klooster op het koninklijk domein in Opgrimbie
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van mevrouw Vertriest, mevrouw Janssens-Vanoppen en de heren Kindermans en Dewinter tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, over de aflevering van een nieuwe bouwvergunning voor het klooster op het koninklijk domein in Opgrimbie.
Wij zijn ongelukkig over de beslissing van minister Kelchtermans, en velen met ons. De uitspraak viel als een donderslag bij heldere hemel. In de regeringsverklaring werd immers gepleit voor duurzame ruimtelijke ordening, in het bijzonder ten aanzien van kwetsbare gebieden. Wij kunnen er dan ook niet bij dat de minister beslist in een natuurgebied een bouwwerk toe te staan. Zelfs een natuureducatief centrum kan daar volgens ons niet. Hoe kan de minister een dergelijke beslissing verdedigen en zijn geloofwaardigheid behouden?
Wij waren niet verrast door de beslissing. Zij ligt in de lijn van de eerdere uitspraken van het schepencollege, de bestendige deputatie en de Vlaamse regering. De stedenbouwkundige voorschriften voor het koninklijk domein bleken toe te staan dat de koning kon doen wat hij nuttig en nodig achtte. De enige interessante vraag is dus of de beslissing rechtsgeldig was. Het bouwwerk is in elk geval niet illegaal. Men had een bouwvergunning, maar die werd - na vijf jaar - geschorst. De Raad van State voerde daarvoor procedurele argumenten aan. De initiatiefnemers kwamen aan de formele bezwaren tegemoet en dienden een nieuwe aanvraag in. Als de SP en Agalev consequent zijn met hun kritische houding in de media, moeten zij maar uit de regering stappen. (Applaus bij de CVP en het VB)
Waarom heeft de minister zijn administratie tevoren beroep laten aantekenen? Zal hij het gewestplan wijzigen als de Raad van State andermaal formele bezwaren aanvoert?
MOTIE VAN ORDE
Persoonlijk feit
Dames en heren, met toepassing van artikel 46 van het reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Sannen bij motie van orde het woord gevraagd.
Wij zijn consequent. Ons standpunt is sinds 1991 - onveranderd - dat in het betrokken gebied geen bouwwerk hoort te komen. Daarom trokken wij na de beslissing van minister Kelchtermans ook naar de Raad van State. Wij hebben steeds ons vertrouwen in de Limburgse en de Vlaamse administratie gehandhaafd. Helaas heeft de minister van ruimtelijke ordening zijn eigen administratie niet gevolgd. (Rumoer)Daarom vragen wij duidelijkheid van hem. Verbindt hij zich ertoe om het ruimtelijke-ordeningsbeleid consequent voort te zetten?
Het incident is gesloten.
De VU&ID-fractie vernam de beslissing van minister Van Mechelen met gemengde gevoelens. Drie maanden geleden pas antwoordde hij nog op een vraag om uitleg van mijnentwege dat hij het dossier-Opgrimbie even sereen en precies zou behandelen als alle andere bouwdossiers. Helaas sloop in de loop der jaren meer politiek dan ruimtelijke ordening in de zaak. Met vele anderen werden wij verrast door de onverwachte uitspraak van de minister. Volgens hem ligt de beslissing van de Vlaamse regering van 1991 uiteindelijk eraan ten gronde. Daarin wordt het koninklijk domein vergeleken met een militair domein. Ma ar beide hebben toch niet hetzelfde statuut? Ze zijn toch verschillend ingekleurd op de gewestplannen? Trouwens, voor bouwwerken op militaire domeinen is helemaal geen bouwvergunning nodig. Bovendien was het terrein voorwerp van een schenking, waardoor het uit het koninklijk domein werd gelicht.
De VU&ID-fractie meent dat in dit dossier de enige juiste beslissing een weigering is. Wij vragen daarom de minister zijn tegenovergestelde beslissing toe te lichten.
Het is pijnlijk dat uitgerekend een Vlaams minister beslist om het gelijkheidsprincipe te schenden ten voordele van de koninklijke familie. Met deze beslissing plaatst de minister ook de federale regering uit de wind. Hoe verklaart de minister aan de mensen in Vlaanderen die zich wel aan de voorschriften en wetgeving inzake ruimtelijke ordening moeten houden, dat dit soort uitzonderingen toegestaan worden? De minister gaat in tegen de gemachtigde ambtenaar, het gemeentebestuur en het advies van de Raad van State. Wij zijn verontwaardigd over de alliantie tussen CVP en VLD. Ook de SP gedraagt zich onbehoorlijk door de beslissing in het provinciebestuur wel goed te keuren, maar in dit parlement een andere houding aan te nemen.
Onze fractie is bereid een motie van wantrouwen van SP, Agalev of VU&ID te steunen of een andere motie goed te keuren. Desnoods zullen we zelf een motie indienen. Hoe verklaart de minister de uitzondering die hier toegestaan wordt , Binnen de groenzone in een koninklijk domein zijn nuttige en nodige werken toegestaan. Wat houdt dit precies in? Ik heb niet de indruk dat een lid van de koninklijke familie op dit domein zal wonen. (Applaus bij het VB)
Op 10 juli 1991 past de Vlaamse regering het gewestplan aan van Limburg-Maasland en beslist een bijzonder bestemmingsvoorschrift koninklijk domein uit te schrijven. Hierdoor worden werken die nuttig en nodig zijn voor de uitbouw van het koninklijk domein mogelijk. Op 8 december 1992 stelt wijlen koning Boudewijn een legaat op waarbij een deel van het koninklijk domein ter beschikking komt van het bisdom Luik voor de bouw van een klooster. Na het overlijden van koning Boudewijn, dient het bisdom Limburg een bouwaanvraag in voor de bouw van een klooster. Na een positieve beslissing van de hoogste ambtenaar van de administratie Ruimtelijke Ordening, wordt op 14 december 1994 een bouwvergunning afgeleverd. Hiertegen wordt een schorsings- en vernietigingsberoep ingediend. In 1995 oordeelt de Raad van State dat een schorsing om ernstig en onherstelbaar nadeel aan de site te vermijden, niet noodzakelijk is. In 1995 laat de administratie Ruimtelijke Ordening het bisdom weten dat de bouwvergunning slechts rechtsgeldig is als de werken aanvangen vóór 15 december 1995. Van de aanvang van de bouwwerken wordt een proces-verbaal opgemaakt. Bouwheer is de bisschop van Limburg monseigneur Schreurs.
Op 1 februari 1999 vernietigt de Raad van State de bouwvergunning op basis van een procedurefout. De bouwvergunning is immers behandeld op basis van artikel 48 van de wet op stedebouw, waarbij de bisschop van Limburg als publiekrechtelijke persoon beschouwd wordt en de directeur-generaal van de administratie Ruimtelijke Ordening erover beslist. Volgens de Raad van State moest de bouwaanvraag behandeld worden volgens artikel 43, waardoor de bisschop als privaatrechtelijk persoon beschouwd wordt. Op basis van dat arrest is het dossier opnieuw behandeld door het college van burgemeester en schepenen, die, na van een negatief advies van de gemachtigd ambtenaar van de provincie Limburg, een bouwvergunning weigerden. Ik wil erop wijzen dat het college vooraf een gunstig advies gegeven hadden. Een beroep van het bisdom bij de bestendige deputatie werd aanvaard en er werd opnieuw een rechtsgeldige bouwvergunning afgeleverd.
De gemachtigd ambtenaar heeft nu beroep aangetekend bij de minister van Ruimtelijke Ordening. Ik heb vooraf geen contact genomen met deze persoon en geweigerd mij uit te spreken over de opportuniteit van het beroep. Gelet op het bijzonder bestemmingsvoorschrift van 1991; gelet op het feit dat de hoogste ambtenaar van Ruimtelijke Ordening een rechtgeldige bouwvergunning heeft afgeleverd; en gelet op het hernemen van de procedure op basis van artikel 44, heb ik beslist dat de bouw van een onthaalklooster verenigbaar is met de hoofdbestemming groengebied en de bepalingen van het bijzonder voorschrift koninklijk domein van 1991. Ik heb dus het beroep geweigerd op basis van de gewestplanwijziging van 1991.
Indien een beroep ingesteld wordt bij de Raad van State kan deze beslissen om mijn beslissing te vernietigen, te schorsen, of te volgen. Bij vernietiging of schorsing van de beslissing zal de raadsman van het Vlaams Gewest vragen dat de Raad van State zich ten gronde uitspreekt over de verenigbaarheid. Wij zullen ons dan neerleggen bij hun beslissing. Indien zij oordelen dat er een procedurefout gemaakt is, zullen wij dat opnieuw herstellen. Ik heb hierover in eer en geweten beslist en de Vlaamse regering hierover niet geconsulteerd.
Wij kunnen ons niet akkoord verklaren met het antwoord van de minister en daarom zullen we hem in de commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening interpelleren over het handhavingsbeleid. Vergeet ook niet dat de Europese wetgeving de toekomst van Opgrimbie mede onzeker maakt.
Het serene antwoord van minister Van Mechelen staat in schril contrast met de reactie van bepaalde coalitiepartners. Minister Van Mechelen zal zich dus neerleggen bij inhoudelijke opmerkingen van de Raad van State, maar niet bij een vernietiging als gevolg van eventuele procedurefouten.
De Volksunie benadrukt dat de bouwheer weldegelijk correct heeft gehandeld. Toch had men voorzichtiger moeten optreden gezien de vele verschillende adviezen. Deze situatie had op die manier vermeden kunnen worden. Nu lijkt het einde nog lang niet in zicht.
Dit debat verzandt in een technische discussie terwijl het hier om veel meer gaat : het wankele vertrouwen in de rechtsstaat. Minister Van Mechelen had kunnen duidelijk maken dat iedereen gelijk is voor de wet, maar heeft dat niet gedaan. Als de koning de ruimte moet krijgen om alle nodige en nuttige werken uit te voeren, dan moeten de overige Belgen dat ook krijgen. (Opmerking van de heer Van Rompuy)
Mijn conclusie luidt dat Koning, Kerk en Kapitaal dit land regeren. (Applaus bij het VB)
Het incident is gesloten.