Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2001
Voorstel van resolutie betreffende de uitvoering van Publiek-Private Samenwerking en het oprichten van een Kenniscentrum
Verslag
Aan de orde is de voortzetting van de algemene bespreking van het ontwerp van decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001, het ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001, het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2001 en het voorstel van resolutie van mevrouw Demeester-De Meyer c.s. betreffende de uitvoering van Publiek-Private Samenwerking en het oprichten van een Kenniscentrum.
Het grondbeleidsplan moet tegen 1 mei 2002 op punt staan. Doel van dit plan is de ruimtelijke ordening te organiseren en te coördineren. Grondbeleid mag niet beperkt blijven tot het voorkomen van de speculatie in de rode zones maar ook in de groene zones, natuur, bos en landbouw. De grondmarkt is gesegmenteerd en er zijn grote verschillen in prijs tussen bijvoorbeeld woning-, landbouw-, industriegronden. De wijziging van de bestemming van een gebied kan grote financiële gevolgen hebben. Misschien is het zinvol, zoals in sommige gevallen, om een strakkere scheiding te brengen tussen de verschillende grondmarkten.
In het RSV zijn inhoudelijke en ruimtelijke doelen vastgelegd. Om dit te realiseren binnen de afgesproken termijnen is een versnelling noodzakelijk. De bestaande instrumenten zijn onvoldoende. Op verschillende bestuurlijke niveaus ontbreekt de doortastendheid en politieke moed om prioritair ruimte toe te kennen aan de groene zones. Dit is een conflict tussen de algemene waarden en het collectief belang op lange termijn en het individuele en plaatselijk korte termijnbelang.
De afbakening van onder meer landbouwgebied, agrarisch en bosgebied is dringend. De gemeenten en provincies werken immers aan hun ruimtelijke structuurplannen. De verandering van de grondmarkt vraagt om een modernisering van het grondbeleid met een meer rechtvaardige verdeling tussen kosten en opbrengsten van gebruikers, exploitanten en eigenaars. Tevens moet de kwaliteit van het ruimtegebruik verbeteren en duurzame ruimtelijke ordening mogelijk worden.
Er is het actief grondbeleid waarbij de overheid participeert aan de markt. Bij ondersteunend grondbeleid beperkt de overheid zich tot regulering van activiteiten van de particuliere sector. De overheid moet voldoende geëquipeerd zijn voor beide. Dit vereist een aanzienlijke versterking van het instrumentarium voor ondersteunend grondbeleid waarbij gemeenten meer beloond worden voor het creëren van ruimte voor groene gebieden. Dit is een gevoelig thema waaraan de commissie voldoende tijd moet besteden.
Vlaanderen moet zijn ruimte meervoudig gebruiken. Intensiever grondgebruik door verdichting, verweving, verdieping en verhoging moet uitzetting in de breedte vermijden.
Het MIRA-S-rapport leert ons dat het milieu niet zal verbeteren door een lichte bijsturing. We moeten zoeken naar duurzame ontwikkeling en preventief werken. Alle sectoren moeten voortaan de milieukosten in rekening brengen. Dat zal niet eenvoudig zijn, maar het is wel nodig. (Applaus)
Deze regering is de eerste in de geschiedenis van de deelstaat Vlaanderen die uitpakt met een heus mobiliteitsplan waarin alle relevante aspecten vervat zijn, zodat komaf kan worden gemaakt met de voorbije gefragmenteerde initiatieven. Het mobiliteitsplan wordt in het regeerakkoord aangekondigd voor volgend voorjaar.
In de begroting voor 2000 merkten we al de eerste aanzet tot een nieuw beleid. Voor de VLD waren die kredieten een eerste en noodzakelijke stap. Ik heb de regering vorig jaar ook mijn grote bekommernis duidelijk gemaakt. Ik vond toen dat er alleen maar in meer middelen voorzien was voor het gemeenschappelijk vervoer. Nu merk ik gelukkig een gezonde verschuiving naar meer extra middelen voor infrastructuurinvesteringen. Maar zowel voor het gemeenschappelijk vervoer als voor infrastructuurinvesteringen wordt meer geld uitgetrokken als voorheen.
Het infrastructuurdebat is een moeilijk debat omdat de gevolgen van infrastructuurwerken zich over vele domeinen laten gevoelen en precies daarom moeilijk in te schatten zijn. Deze overweging mag ons evenwel niet beletten om het mobiliteitsplan grondig te bespreken. De VLD verwacht veel van dat plan dat Vlaanderens mobiliteitstoekomst zal bepalen.
De VLD looft de manier waarop de Vlaamse regering het verkeersprobleem in Antwerpen aanpakt. Op basis van een masterplan wordt een langetermijnvisie ontwikkeld met een duidelijke timing. Ook de kosten zijn vooraf berekend en zullen wellicht het grootste probleem vormen. De overheid beschikt immers niet zomaar over 60 miljard frank. De PPS-studie zal uitmaken in welke mate door publiek-private samenwerking voor een oplossing gezorgd kan worden. De CVP speelt het oneerlijk door terzake voortdurend naar buitenlandse mislukkingen te verwijzen. Vlaanderens unieke ligging en typisch karakter maakt het voor private partners wellicht wel interessant om te investeren. Vlaanderen zal daartoe wel een eigen methodiek moeten ontwikkelen.
We hebben nog nooit gezegd dat we tegen het systeem zijn, maar we willen na twee jaar weten hoe u dat concreet gaat aanpakken. Nadien zullen we een evaluatie maken.
De kostenberekening voor het masterplan van Antwerpen bedraagt ongeveer 60 miljard frank. U moet iemand de tijd te geven om een plan uit te werken. De vorige regering heeft geen oplossing geboden. Deze regering maakt daar wel werk van.
Wat het openbaar vervoer betreft zijn we voorstander van een duidelijke rolverdeling. De belangrijkste taak van de overheid is organisatie en controle. Ze moet bepalen welke rol het openbaar vervoer moet spelen en wat de voorwaarden zijn, onder meer inzake de tarieven en het aanbod. Het aanbieden van de verbindingen is een uitvoerende taak van vervoersoperatoren waarbij de privé-sector een belangrijke rol kan spelen. We leveren grote budgettaire inspanningen voor het openbaar vervoer. Er moet onderzocht worden hoe men de middelen het meest efficiënt kan aanwenden. Het ontwikkelen van een volwaardig alternatief voor het autogebruik kan via het systeem van taakafbakening. In het regeerakkoord is daarvoor een optie genomen. PPS kan een oplossing bieden voor de budgettaire inspanningen. Door de krijtlijnen vast te leggen kan men de rol die de overheid in het openbaar vervoer speelt, duidelijk bepalen.
Wat de havenproblematiek betreft is het belangrijk dat het havendecreet uitgevoerd wordt. De havens mogen niet het slachtoffer worden van het uitblijven van uitvoeringsbesluiten. Ik hoop dat daar in de komende maanden aandacht extra werk van gemaakt wordt.
We staan achter de begroting, en stellen met genoegen vast dat de minister van Openbare Werken en de hele Vlaamse regering tegemoetkomen aan de bekommernissen van de VLD. Het mobiliteitsbeleid zal Vlaanderen op sociaal, economisch en cultureel vlak mobiel houden. (Applaus bij de VLD, de SP, VU&ID en AGALEV)
Een van de onzen, minster vice-president Stevaert, is uitgeroepen tot Man van het jaar. Ik wil hem daarvoor feliciteren. (Applaus bij de CVP, de VLD, de SP, VU&ID en AGALEV)
De begroting is de concretisering van datgene wat de regering in de septemberverklaring heeft vastgelegd. De kwaliteit van het leven is een belangrijke krachtlijn. We proberen dat te vertalen in het overleg met de sociale partners. Een tweede principe is meer democratie en een beter bestuur, met onder meer de modernisering van het openbaar ambt. Ten derde is de instap in het informatiemaatschappij belangrijk. We moeten investeren in levenslang leren en de uitbouw van ITC. Het vierde principe is duurzame ontwikkeling, meer bepaald het verzoenen van ecologie, economie en sociale rechtvaardigheid. De vijfde krachtlijn betreft de verdere staatshervorming. We zijn ervan overtuigd dat we in het begrotingsontwerp voldoende engagementen genomen hebben om al die krachtlijnen in de realiteit om te zetten.
Het gaat om een evenwichtige begroting. We zijn uitgegaan van voorzichtige parameters. Bij een inflatie van 1,5 procent en een economische groei van 2,5 procent kan de kritiek zijn dat we te bescheiden geweest zijn. Ik benadruk dat Vlaanderen de enige deelstaat is die beantwoordt aan de strengste normering van de Hoge Raad van Financiën en een begroting met een overschot van 13,9 miljard frank indient. De verdere schuldafbouw blijft de prioriteit van deze regering. Bij een schuldafbouw van 1 miljard frank kan men immers een recurrente beleidsruimte van 60 miljoen frank vrijmaken. Het is de bedoeling van deze regering om de schuld tegen het einde van de regeerperiode te halveren tot het niveau van 112 miljard frank. Het principe blijft dat we leningen op de vervaldatum aflossen. Daarvoor gebruiken we de bedragen die in de begroting ingeschreven zijn en/of de overschotten die we boeken op het positieve begrotingsresultaat en/of de opbrengst van privatiseringen.
Mevrouw Demeester-De Meyer twijfelt aan de positieve wil van deze regering om de schuld verder af te bouwen. Toch is dat onze bedoeling. Terwijl in 1995 nog 21 miljard frank moest worden aangewend voor de rentelasten op de directe en indirecte schuld, was dat bedrag in 1999 teruggelopen tot 10 miljard frank.
Met betrekking tot de meerjarenbegroting heeft de heer Van Rompuy vragen over de budgettaire ruimte van de Vlaamse regering. Vanaf het begin van de regeerperiode werden al vragen gesteld bij de aanwezigheid van 200 miljard frank. We zijn altijd voorzichtig geweest : we gebruiken slechts 165 miljard frank en hebben bij de start een aantal enveloppes bepaald.
De beleidsruimte bedraagt intussen waarschijnlijk meer dan 200 miljard frank. Het is echter onmogelijk te zeggen hoe groot de ruimte nu precies is, want dat gegeven evolueert permanent. Door de gunstige economische conjunctuur is er een snelle toename van de middelen die de federale regering ons moet overmaken door de afrekening op basis van de Bijzondere Financieringswet. Vier maanden geleden sprak men nog over tien miljard frank extra, enkele weken geleden was dat al opgelopen tot 15 miljard frank en het laatste cijfer is bijna twintig miljard frank.
In een vrije tribune in de Financieel Economische Tijd wees mevrouw Demeester-De Meyer op de belangrijke economische meevallers die deze regering heeft gehad. Deze meevallers zijn echter nog niet verrekend in deze begroting. Dat zal ten vroegste in de volgende begroting het geval zijn.
Wie had bovendien ten tijde van de septemberverklaring kunnen voorspellen dat er een communautair akkoord mogelijk zou zijn dat tot meerinkomsten voor de gemeenschappen zou leiden? Het aspect personenbelasting weegt in dit akkoord misschien te weinig door maar toch levert dit voor Vlaanderen 5,2 miljard frank meer op in 2002, 8,7 miljard frank in 2003 en 12,3 miljard frank in 2004.
Het gaat hier om ons eigen geld.
Er werd altijd gezegd dat de Franstaligen vragende partij moesten zijn.
Elke stap in de staatshervorming toont aan dat het een geleidelijk proces is. Men moet zich alleen afvragen of het om een betekenisvolle stap gaat. Het Lambermontakkoord is een belangrijke stap, ondanks een aantal negatieve aspecten.
Het is moeilijk te zeggen wat het meerjarenperspectief is. Dat heeft te maken met de herfinanciering van de gemeenschappen, met de uitzonderlijke economische conjunctuur en met de privatiseringsopbrengsten die niet te voorspellen zijn.
De regering wil de beschikbare beleidsruimte voor de hele legislatuur onderverdelen in enveloppes. Ik begrijp niet waarom de CVP zo aandringt op een meerjarenbegroting. De vorige regering kwam immers niet verder dan een computersimulatie. Nu werden alle genomen beslissingen zorgvuldig vertaald naar de opeenvolgende begrotingsjaren. Het moet de bedoeling zijn de meerjarenbegroting steeds preciezer op te stellen.
Het project van deze regering wil ik plaatsen tegenover de verklaringen van de fractieleiders van de oppositie. We beginnen met schuldafbouw. Zolang er schuld bestaat, moet dat een prioriteit zijn. Dan wordt er een bedrag gereserveerd voor latere uitgaven. Zo werd er al andermaal vier miljard frank gereserveerd voor het Zorgfonds. We willen ook iets teruggeven aan de burger. Het gaat hier om een bedrag van tien miljard frank per jaar. Zelf zou ik liever verder gaan, maar toch is het een belangrijke stap na jaren van belastingsverhoging. Ten slotte wordt er ook geld uitgetrokken voor nieuwe behoeften.
De sprekers van de CVP hebben het niet gehad over het maken van keuzes. De heer Martens stelde dat 47 miljard extra voor onderwijs volstrekt ontoereikend was en samen met de fractieleider bevestigde hij dat dit het standpunt was van de hele fractie. Volgens de heer Martens is er voor onderwijs, gespreid over de legislatuur, 84 miljard frank extra nodig. Ik weet niet of er zoveel op tafel zou worden gelegd als men zou uitgaan van de visie van mevrouw Demeester-De Meyer over de beschikbare beleidsruimte. Als de CVP kiest voor onderwijs, wat doet ze dan met de andere uitgaven? De CVP pleit dus voor meer uitgaven, maar aan de andere kant stelt ze dat de normen nog strenger moeten worden. Van het Vlaams Blok verwacht ik geen keuzes, want deze partij verzamelt alleen de maatschappelijke ontevredenheid, maar van een partij die 42 jaar meegeregeerd heeft en vele goede zaken gerealiseerd heeft, verwacht ik dat wel.
De PPS zal belangrijk zijn voor de uitvoering van de regeringsprojecten. Ik ben gelukkig met de beslissing van vrijdag over de Antwerpse mobiliteitsproblematiek. De methodologie van de PPS moet wel zorgvuldig bewaakt worden. Het is zeker geen wonderformule. Men moet de private sector betrekken en risico's laten nemen. De private sector moet ook winst kunnen maken en daarom mogen we de discussie over tol niet uit de weg gaan. Met deze methode kunnen we de problemen provincie per provincie aanpakken.
Bij de CAO-onderhandelingen over het onderwijs moet ook rekening gehouden worden met kwalitatieve aspecten. Een louter lineaire aanpak wijzen we af. Ook bij de CAO-onderhandelingen in het kader van de Witte Woede hebben we, in tegenstelling tot de federale regering, gekozen voor een kwalitatieve benadering. Zo kan ernaar worden gestreefd om arbeid beter af te stemmen op gezinsleven, kan de mogelijkheid van een sabbatsjaar worden overwogen enzovoort. Het comfort van de leerkrachten kan worden verhoogd dankzij kleinere klassen, minder uren enzovoort. Pas zodra de loonstudie klaar is, kan gepraat worden over het loon. De heer Van Rompuy heeft de regering verweten niet bekend te maken welke enveloppe ze veil heeft voor de eisen van het onderwijs. Het zou echter niet logisch zijn om een studie te bestellen als basis voor verdere onderhandelingen en tegelijk te bepalen welke som geld op tafel zal worden gelegd. Voor de verhoging van het comfort wordt op kruissnelheid 4,7 miljard frank per jaar uitgetrokken. Voor het loondebat wachten we de studie af. Niemand heeft er belang bij om een politiek opbod te organiseren. Ik kan niet begrijpen dat wie gisteren nog beleidsverantwoordelijkheid droeg nu roept dat alles tegelijk mogelijk moet zijn. Het is niet gepast om de syndicale beweging politiek te proberen te recupereren. De stakingen werden ingegeven door heel uiteenlopende overwegingen. Voor sommige speelde het loon een grote rol, maar velen staakten vooral vanwege het gebrek aan comfort, de stress enzovoort. Als iedereen rekening houdt met de inspanningen die deze regering al heeft gedaan voor het onderwijs, dan zal de sociale vrede in het onderwijs spoedig kunnen worden hersteld.
De vorige regering is een inhaalbeweging begonnen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Jaarlijks werd er 2 miljard frank extra voor uitgetrokken. Het wetenschapsbeleid is echter versnipperd, daarom hebben we ervoor gekozen om een rustpauze in te lassen. Dit jaar wordt er bijkomend geen 2 miljard frank, maar 1,1 miljard frank voor uitgetrokken. Agoria heeft in dit verband een vergelijking gemaakt met het buitenland. Onder andere in de Skandinavische landen worden grote inspanningen gedaan op het gebied van onderzoeke en ontwikkeling. In Finland heb ik zelf kunnen vaststellen dat het bedrijfsleven op dit vlak relatief grotere inspanningen doet dan bij ons. Hiermee moet rekening gehouden worden bij het sociaal overleg.
De economische expansiewetgeving moet worden geheroriënteerd in functie van de kennisontwikkeling. De vorige regering heeft inspanningen gedaan op het vlak van onderzoek en ontwikkeling, maar heeft tegelijk voor miljarden aan engagementen laten liggen op het vlak van de economische expansiewetgeving. Deze regering moet dit aanzuiveren.
De Bijzondere Financieringswet is nog steeds niet gewijzigd. Daardoor kunnen we geen selectieve lastenverlaging doorvoeren. Op basis van de middelen uit de begrotingen van 2000 en 2001 is er in totaal 10 miljard frank beschikbaar voor een lastenverlaging. Zodra de Financieringswet is gewijzigd zal de Vlaamse regering kunnen kiezen voor een andere benadering. De Vlaamse regering zal kleur bekennen in het debat over selectieve afcentiemen en de afschaffing van het kijk- en luistergeld. Eerst moeten we echter bevoegd zijn voor deze aangelegenheden. Ik heb vastgesteld dat de lastenverlaging van 40 tot 50 miljard frank gespreid over de hele regeerperiode voor de CVP geen prioriteit is.
De heer Vandenbroeke was heel openhartig in het debat over de staatshervorming : hij merkte op dat de staatshervorming voor zijn partij niet goed genoeg is, maar ook nooit goed genoeg kan zijn. De Vlaamse regering moet het regeerakkoord uitvoeren op het vlak van institutionele hervormingen. We hebben intussen al heel wat bereikt. (Rumoer) Landbouw, Buitenlandse Handel, Ontwikkelingssamenwerking en de gemeente- en provinciewet worden geregionaliseerd. De Financieringswet zal worden gewijzigd. Op het vlak van de fiscale autonomie hebben we een belangrijke eerste stap vooruit gezet. We hebben nog niet alles gekregen wat we willen. Ook de Franstaligen hebben erbij gewonnen. Het is een kwestie van geven en nemen.
Reeds op 5 april 2000 werd een princiepsakkoord bereikt over de overheveling van de bevoegdheden voor Landbouw en Buitenlandse Handel. Vorige week moest de minister-president echter in het Overlegcomité de teksten hierover vragen. Er ligt nog steeds geen tekst op tafel.
Ook aan de andere kant van de taalgrens wil men vooruitgang op institutioneel vlak. We zijn een partnership met het Waalse Gewest aangegaan na rechstreekse onderhandelingen. Voor sommige punten is het Waalse Gewest even geïnteresseerd als wij. In het Overlegcomité zijn er afspraken gemaakt inzake timing. Uiterlijk op 23 januari 2001 zullen in de schoot van het Overlegcomité alle teksten op tafel worden gelegd in verband met het Hermes- en het Lambermontakkoord. Tegen het zomerreces kunnen alle teksten goedgekeurd zijn.
De Franstalige pers benadert de institutionele hervormingen vanuit een ander gezichtspunt dan de Vlamingen. Wij jammeren soms dat de middelen beperkt zijn en dat we niet alles kunnen doen wat we willen. La Libre Belgique wijst echter op het begrotingsoverschot van 13,9 miljard frank en op de schuldafbouw en vraagt zich af "quoi demander de plus"? Uitgerekend de PSC, de enige Franstalige federale oppositiepartij, heeft een belangenconflict ingeroepen over het akkoord over de afcentiemen. De partij vreest dat België erdoor uiteen zal vallen.
Vlaanderen kent een hoog welvaartsniveau, en toch neemt de zogenaamde verzuring in de maatschappij steeds maar toe. Ook ik heb de beelden van de protesten tegen het federale asielbeleid gezien, en ze hebben mij geschokt. Dat het Vlaams Blok het dossier van het asielbeleid politiek wil uitspelen, verbaast me niet. Dat de CVP daaraan meedoet, vind ik al heel wat bedenkelijker. In onze Kleurennota hebben we duidelijk gemaakt dat waarden als tolerantie en verdraagzaamheid zeer belangrijk zijn voor ons. De Vlaamse regering wil zich, zeker in deze kerstperiode, nogmaals uitdrukkelijk achter de verdediging van deze waarden scharen. (Applaus bij Agalev, de SP, de VLD en VU&ID)
De algemene bespreking is gesloten.