Verslag plenaire vergadering
Ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2001
Voorstel van resolutie betreffende de uitvoering van Publiek-Private Samenwerking en het oprichten van een Kenniscentrum
Verslag
Aan de orde zijn het ontwerp van decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001, het ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001, het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2001 en het voorstel van resolutie van mevrouw Demeester-De Meyer betreffende de uitvoering van Publiek-Private Samenwerking en het oprichten van een Kenniscentrum, dat in samenhang met het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2001 werd behandeld, met dien verstande dat het ontwerp van decreet als basis voor de bespreking werd genomen.
Het uitgebreid Bureau stelt voor om de algemene bespreking van de drie ontwerpen van decreet samen te voegen tot één enkele algemene bespreking. Is het Parlement het daarmee eens? (Instemming)
De algemene bespreking is geopend.
De heer Frans De Cock, verslaggever, heeft het woord.
Volgens minister-president Dewael is zijn regering uitgegaan van voorzichtige parameters. Zo wordt de inflatie op 1,5 procent geschat en het BNI op 2,5 procent. Zo voldoet deze begroting aan de strengste normen van de Hoge Raad van Financiën, het zogenaamde Scenario B. Vlaanderen is overigens de enige deelstaat die dat scenario volgt. Dankzij het overschot dat Vlaanderen genereert, slaagt België erin de Europese normen te halen. Door de zijn schuld voort af te bouwen, creëert Vlaanderen meteen ook bijkomende beleidsruimte.
Ook al is de procentuele groei van de betaalkredieten, vergelijkbaar met de procentuele groei van de beleidskredieten, twijfelen toch enkele commissieleden aan de beleidsruimte waarover men aan het begin van deze legislatuur meende te beschikken. Minister-president beschikt evenwel al over 200 miljard frank. De hervorming van de Bijzondere Financieringswet zal bovendien meer opleveren dat het aanvankelijk aangekondigde bedrag. Daarenboven worden de middelen uit publiek-private samenwerking en uit privatiseringen, nog niet opgenomen.
De regering wil tegen het einde van deze kabinetsperiode de schuld met de helft verminderen tot 112 miljard frank. Eigenlijk volgt de huidige regering gewoon het voorbeeld van de vorige regering. De voorbije twee jaar is de schuld al met 22 procent afgenomen.
Schuldafbouw is de meest toekomstgerichte manier van werken. Volgens minister-president Dewael rijst de vraag wat het optimale schuldniveau is van de Vlaamse Gemeenschap.
De Bijzondere Financieringswet zorgt er wel voor dat de resultaten van een hogere of lagere economische groei, pas na één jaar effect hebben in Vlaanderen. In de federale begroting wordt een grotere transfer in het vooruitzicht gesteld.
Na de uitvoering van het Sint-Hedwigakkoord, moet gediscussieerd worden over welke hervormingen precies gefinancierd moeten worden. In deze begroting wordt 6,4 miljard frank gereservereerd voor afcentiemen. De afschaffing van het kijk- en luistergeld zal besproken worden bij de opmaak van de begroting voor 2002. Minister-president Dewael vraagt het Vlaams Parlement een debat te organiseren over fiscaliteit.
Vlaanderen is de enige deelstaat die de strengste normen van de Hoge Raad van Financiën volgt. Minister-president achte het dan ook mogelijk dat tijdens de begrotingscontrole blijkt dat de overschotten groter zijn dan voorspeld. De Hoge Raad van Financiën raadt aan de toegenomen middelen niet onmiddellijk uit te geven.
Uit de meerjarenbegroting blijkt ook dat er voor de rest van de kabinetsperiode vrije ruimte beschikbaar blijft.
De CVP heeft vragen gesteld over de opmerkingen van het Rekenhof over de verdieping van de Westerschelde en over het Zorgfonds. Van de minister-president wilde de fractie duidelijkheid over de werkelijke beleidsruimte. Bij het aantreden van deze regering was er sprake van 240 miljard frank. Hoever staat men met de zerobase budgetting en met de Publiek-Private Samenwerking (PPS)? Wat is de beleidsmarge voor onderwijs? Is de toekenning van afcentiemen een eenmalige operatie? Wat met het Kijk-en Luistergeld?
De vier grote uitdagingen voor investeringen zijn volgens de CVP het wegwerken van het bestaande vormingsdeficit, infrastructuur, mobiliteit, onderzoek en ontwikkeling en ondernemerschap, onderwijs en ten slotte informatie- en communicatietechnologieën.
Volgens de VLD is de aanpak van de minister-president orthodox. De krachtlijnen zijn schuldafbouw, lastenvermindering, opbouw van reserves en invulling van nieuwe behoeften.
De VLD is voorstander van een kerntakendebat en van de herstructurering van de VOI's. De lastenvermindering moet 50 miljard frank bedragen tijdens deze legislatuur, iedere Vlaming moet er kunnen van genieten en een flankerend beleid op Vlaams niveau is noodzakelijk.
Onderwijs en vorming zijn topprioriteiten.
Volgens de SP is de fiscaliteit niet aangepast aan deze tijd. Het Kijk- en Luistergeld is daarvan een goed voorbeeld. Het Sint-Hedwigakkoord laat een opening om de fiscaliteit te moderniseren.
Met het kerntakendebat creëert men een fetisj. Volgens de SP moet men nagaan of alle taken nodig zijn, maar men kan de overheidstaken niet voor eeuwig vastleggen.
Agalev is het ermee eens dat de Vlaamse schuld tegen 2004 moet gehalveerd worden. De rest moet gaan naar de invulling van nieuwe maatschappelijke behoeften.
Inzake de lastenvermindering houdt Agalev zich aan de afgesproken 50 miljard frank. De afschaffing van het Kijk- en Luistergeld mag niet leiden tot een overschrijding van dat bedrag. De fractie staat minder positief tegenover afcentiemen, omdat die leiden tot een lineaire vermindering.
Het is de bedoeling van zerobase budgetting om de komende vier jaar telkens 25 procent van de begroting door te lichten. Voor het begrotingsjaar 2001 heeft dat 7 miljard frank opgeleverd. VU&ID vraagt zich af hoe de regering aan dit bedrag gekomen is. De fractie is ook vragende partij voor de kennismaatschappij in Vlaanderen.
Het Vlaams Blok stelt zich vragen over de financiering van het onderwijs. Door het Sint-Hedwigakkoord krijgt deze regering voor ongeveer 40 miljard frank bijkomende budgettaire ruimte. De CAO 6 zal echter geld kosten. Welke beleidsruimte zal er dan nog zijn?
De fractie wil ook een lijst van de heroverwegingen. De minister-president noemt een aantal heroverwegingen in de begroting 2001 : Kind en Gezin, het VFSIPH, landbouw en plattelandsbeleid en leefmilieu. Andere voorbeelden zijn het Vlaams Investeringsfonds en het Provinciefonds. Het bedrag van zeven miljard frank is dit jaar zeker gehaald.
Er waren geen bijzondere debatten over de verslagen van de overige commissies behalve dan die van de commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid.
Het geamendeerde ontwerp van decreet houdende de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het jaar 2001 werd goedgekeurd met 8 stemmen tegen 4 bij 4 onthoudingen.
Het geamendeerde ontwerp van decreet houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse begroting voor 2001 werd goedgekeurd met 8 stemmen tegen 6.
De commissie voor Algemeen Beleid heeft aan de voorzitter van dit parlement gevraagd een brief te richten naar de voorzitter van de Hoge Raad voor Financiën om advies te vragen over de ideale schuldpositie.
Er werd een voorstel van resolutie goedgekeurd dat een definitie geeft van beleids- en betalingskredieten en een voorstel van resolutie over de naleving van de aanbevelingen van de afdeling financieringsbehoeften van de overheid van de Hoge Raad voor Financiën.
Voor alle verdere toelichtingen verwijs ik naar het schriftelijk verslag.
Van de heer Denys heb ik geleerd dat een begrotingsdebat is in essentie een spanningsveld tussen middelen en uitgaven en het maken van keuzen.
Bij haar aantreden heeft deze regering de indruk gewekt dat met een beleidsruimte van 200 miljard frank zowat alles mogelijk is. Na de zogenaamde besparingsjaren van de vorige regering zou er geïnvesteerd worden in de kwaliteit van het leven. Na anderhalf jaar paarsgroene regering is de ontnuchtering echter groot. De beleidsmarges zijn voor de rest van de legislatuur vastgelegd. Intussen hebben de onderwijsuitgaven een bovengrens bereikt, is er nu de sociale woede van de maatschappelijke assistenten van de OCMW's en de vakbonden van De Lijn hebben een stakingsaanzegging ingediend. Deze regering oogst wat ze gezaaid heeft. De marges zijn echter opgebruikt : wie nu niet aan de bak gekomen is, zal niet meer bediend worden. Voor het Masterplan voor Antwerpen is er sprake van 60 miljard frank. Niemand weet echter welk bedrag uit de begroting zal komen, of er een tolheffing komt en welke private financiers er geïnteresseerd zijn in PPS.
De minister-president weet niet meer waar hij staat op financieel vlak. Als de begroting 2001 is uitgevoerd, staan we halverwege de legislatuur en de beloofde trendbreuk is er nog niet gekomen.
Voor leefmilieu is er een stijging van 3,7 miljard frank, maar hierbij zijn er de bijkomende bedragen voor reeds aangegane verbintenissen, onder meer bij Aquafin en OVAM. Eigenlijk is er maar een marge van 478 miljoen frank voor nieuwe projecten. Uit een SERV-studie blijkt dat de minister voor uitvoering van haar beleid in deze legislatuur 36 miljard frank extra nodig heeft. Hoe zal dit gefinancierd worden? Geen van onze vragen over de heffingen, de begroting, de ecotaks enzovoort, zijn afdoende beantwoord. De sluiting van de Isvag-oven kost 3 miljard frank. Vanwaar zullen deze middelen vandaan komen? In de verbrandingscapaciteit van de oven van Drogenbos, is voorzien in het afvalstoffen plan. Waar zal men deze capaciteit nu realiseren? One-issue partijen scheppen hoge verwachtingen, en daarmee wordt ook hun electoraal succes verklaard. Minister Dua wordt nu alom geloofd omwille van haar realisme en continue beleid, maar lost geen van de verwachtingen van haar kiezers in. Daarenboven zijn er de nederlagen in de symbolische dossiers zoals Deurne en Doel. Het niet realiseren van de groene programmapunten is de achillespees van deze regering.
Het Vlaams mobiliteitsplan zal pas in maart of april 2001 aan het Vlaams Parlement voorgelegd worden. De discussie over de publiek-private samenwerking (PPS) wordt van de commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting, doorgeschoven naar de commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie, en omgekeerd. PPS wordt gezien als een wondermiddel maar voorbeelden uit het buitenland bewijzen dat een aandeel van de privésector beperkt blijft tot 20 procent. Dit betekent dat de regering voor de financiering van het Masterplan ongeveer 48 miljard frank moet vinden ofwel via de begroting ofwel uit tolheffingen. Hoe zullen de budgettaire implementaties van de projecten van minister Stevaert gefinancierd worden. Hijzelf zegt dat hij op twee jaar tijd reeds 15 miljard frank meer heeft uitgegeven. Aan het huidig tempo zou het toch nog 9 jaar duren voor het afwerken van de doortochten tot oplossingen geleid heeft, voor de fietspaden nog 10 jaar, voor het onderhoud van de wegen 15 jaar en voor het wegwerken van zwarte punten 22 jaar. Zonder becijferde plannen is de discussie over het beleid onmogelijk.
Het blijft een flater dat de euromeesternorm is opgegeven. Men werkt nu op basis van betalingskredieten, waarbij enkel de onmiddellijke betalingen in rekening worden gebracht. De impliciete schuld is nu al opgelopen is opgelopen tot 30 miljard frank. De vooropgestelde heroriënteringen zijn blijkbaar te herleiden tot het fnuiken van het provinciefonds. Dit zal dan nog betaald worden via een verhoging van de provinciale belastingen.
Uitgerekend die Vlaamse regering, die de kennissamenleving beschouwd als de hoogste prioriteit, wordt geconfronteerd met stakingen van de leerkrachten. Agalev en VU&ID vroegen, bij monde van de heren Sannen en Vandenbroecke, duidelijke engagementen in de commissie om lineaire loonsverhogingen bespreekbaar te maken. De regering poogt echter nu de leerkrachten te paaien met maaltijdcheques. Na het kijk- en luistergeld van de heer De Gucht en de computer van minister-president Dewael is dit de zoveelste kaakslag voor het onderwijzend personeel. Ondanks het feit dat de heer Vandenbroecke verklaarde dat de onderwijstoekomst niet op het spel mocht worden gezet voor een belastingverlaging van een half procent, werden de afcentiemen in de commissie goedgekeurd. Intussen dienen zich tal van nieuwe noden aan in het onderwijs : onder meer op gebied van ICT en infrastructuur. De liberalen hebben een verborgen politieke agenda en trachten de onderwijswereld te verdelen. Ook minister Vanderpoorten is hiervan het slachtoffer. De minister-president was in de kleurennota duidelijk : de herfinanciering van het onderwijs is ondergeschikt aan besparingen.
Vlaanderen kampt opnieuw met een achterstand inzake wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling. Door de stopzetting van het Vlaams inhaalprogramma is het onderzoeksbudget gezakt tot driekwart van de Europese norm. Hoewel een jaarlijkse stijging van 4,5 tot 5 miljard frank noodzakelijk is, is er voor 2001 enkel in een stijging van 1,2 miljard frank voorzien. Ook voor opleiding en vorming op de arbeidsmarkt en in de ondernemingen zijn er geen nieuwe middelen vrijgemaakt. De Vlaamse sociale partners hebben een overeenkomst en willen concrete engagementen aangaan met de sectoren op dit gebied maar de Vlaamse regering wil geen geld ter beschikking stellen vóór 2002. De heroriëntering van de meertewerkstellingssteun in de expansiewetgeving via een wedstrijdformule biedt de ondernemingen geen enkele rechtszekerheid omdat ze niet zeker zijn dat hun vormingsinspanningen ook gerangschikt zullen worden.
De regering moet dringend klaarheid brengen over de budgettaire marges. Een definitief standpunt over het al dan niet afschaffen van het kijk- en luistergeld is essentieel, ook de heer Geysels heeft hierop aangedrongen.
Maatschappelijke problemen komen weinig of niet aan bod. Onze fractie had een amendement ingediend om de middelen van de Vereniging voor Alcohol en Drugpreventie te verhogen met 30 miljoen frank. In de beleidsbrief Welzijn staat het woord drugs niet eens in. Nochtans is dit een belangrijk probleem. Ik heb de indruk dat de Vlaamse regering voorstander is van een beperkte legalisering van drugs. Druggebruik kost de samenleving echter miljarden. De CVP wil het preventiebeleid versterken en activeren. De CVP is immers een beschermer van de immateriële waarden.
Voor het grootstedenbeleid is het wachten op een witboek van een taskforce tegen januari 2003.Hoe komt het dat er amper 235 miljoen frank bestemd is voor inburgeringsprojecten, een aantal maanden geleden was er nog sprake van 1,5 miljard frank. Na de verkiezingen waren er tal van triomfantelijke verklaringen, nu men dit in praktijk moet realiseren,wordt het echter moeilijker. Hierin onderscheidt de christendemocratie zich : wij spitsen ons niet toe op individuele acties maar ambiëren de versterking van het sociaal weefsel.
De minister van Cultuur pronkt met de vele miljarden die hij zal uitgeven, maar de besprekingen in de commissie hebben duidelijk gemaakt dat in de praktijk de uitvoering van decreten en uitvoeringsbesluiten zal worden omzeild en dat er subsidiepotjes worden aangelegd. Wij vrezen dan ook een politisering van het cultuurbeleid.
Dezelfde opmerkingen kunnen we maken over de hervorming van het openbaar ambt. Zal de hervorming de dienstverlening aan de burger verbeteren? Hoe zal het Vlaams Parlement controle kunnen uitoefenen? Deze vragen van ons, maar ook van SP en Agalev, bleven in de commissie onbeantwoord. Ook hier dreigt een politiseringsoperatie. Minister Sauwens liet zich immers ontvallen dat het belangrijk voor hem is dat de administratie wordt gezuiverd van bepaalde aanhorigheden. Dit debat over de bestuurlijke vernieuwing zal nog heel wat stof doen opwaaien.
De CVP weet ondertussen niet waar deze paars-groene coalitie naartoe wil. Onze prioriteiten zijn duidelijk: onderwijs, wetenschappelijk onderzoek, mobiliteit, drugs. Dit alles is voor ons veel belangrijker dan een lastenverlaging. Zo'n verlaging kan er enkel komen als daarvoor budgettaire ruimte bestaat en als aan deze maatschappelijke noden is voldaan.
Tot slot zal ik nog iets zeggen over het Lambermont-akkoord. Op het communautaire vlak heeft deze regering nog niet veel bereikt. De Vlaamse begroting zal ook de volgende jaren nog voor 75 à 80 percent worden gefinancierd met nationaal geld. De fiscale autonomie wordt slechts verruimd tot 20 à 25 percent. De personenbelasting en de vennootschapsbelasting blijven federale bevoegdheden. De financiering van het onderwijs op basis van de verdeelsleutels van de personenbelasting is er niet gekomen.
Ondertussen wekken de Waalse politici de indruk dat de Waalse economie aan een inhaalbeweging bezig is. De groeicijfers van Vlaanderen en Wallonië spreken dit echter tegen. Het bruto regionaal product per Waalse inwoner bedraagt 90 percent van het Europese gemiddelde, per Vlaamse inwoner is dat 117 percent. En ondertussen blijven de transfers van Vlaanderen naar Wallonië plaatsvinden. In 1999 ging er 174 miljard frank of 70.000 frank per belastingbetaler van Vlaanderen naar Wallonië. Welke prikkel zou het Waals Gewest dan nog hebben om sneller te groeien? De Waalse minister-president verklaarde vrijdag na het Overlegcomité immers fier dat de BTW-dotaties van de gemeenschappen vanaf 2007 aan het Belgische BNP worden aangepast.
We zijn verder dan ooit verwijderd van een fiscale autonomie. Het is belachelijk om de huidige 'belastingvermindering' van 2.500 frank als een doorbraak voor te stellen. Het zal niet eens genoeg zijn om de vleestaks te betalen. Het gaat trouwens om een toelage, die bovendien onrechtvaardig is omdat deze voor iedereen geldt, arm of rijk.
Het consumptiefederalisme blijft onverkort bestaan. Wij zijn voorstander van solidariteit, maar uitgaven en inkomsten moeten in relatie staan tot elkaar. Het principe 'no representation without taxation' is niet meer voor deze generatie Vlaamse volksvertegenwoordigers. Deze meerderheid wil de regering-Verhofstadt kost wat kost in het zadel houden. De VU kan daar niets aan veranderen.
De CVP zal deze begroting dan ook niet goedkeuren. Als wij het beleid mee hadden kunnen bepalen, zouden we duidelijke keuzes hebben gemaakt inzake onderwijs en mobiliteit. Wij zouden ons niet hebben beperkt tot loze beloftes, die zelfs tot in 2020 gelden. Wij zijn niet voor een individualisering van onze maatschappij. Wij voelen ons 'midden de mensen'. De klok wordt teruggedraaid. Agalev zal door de kiezer enkel nog gekend worden als de partij die voorstander is van de legalisering van heroïne. (Applaus bij de CVP en het VB)
Bij de begrotingsbesprekingen vorig jaar zei ik dat de begroting 2000 voor het eerst niet de kleinste gemene deler van de wensen van de coalitiepartners vormde, maar wel het grootste gemeen veelvoud. Dat geldt ook voor de begroting 2001.
De VLD heeft vorig jaar wel de aandacht gevestigd op enkele concrete punten uit het Vlaams regeerakkoord die geen of een onvoldoende budgettaire grondslag kregen in de begroting 2000. Daar konden echter wel een aantal redenen voor worden aangevoerd. Ondanks een onwaarschijnlijk pakket van nieuwe beleidsinitiatieven ging het om een overgangsbegroting. Ook hadden veel projecten van de vorige Vlaamse regering nog een budgettaire neerslag.
De VLD uitte toen ook haar bekommernis om het ontbreken van de verschillende beleidsnota's.
Ik ben nu dan ook blij vast te stellen dat de overgangsfase is beëindigd, en dat de Vlaamse regering is tegemoet gekomen aan de bekommernissen van het Vlaams Parlement. Deze regering kan een arsenaal van maatregelen voorleggen die tot doel hebben een vernieuwend sociaal, politiek, cultureel, budgetair, communautair en economisch Vlaams project tot stand te brengen. En het gaat daarbij om een project met een visie op lange termijn.
De Vlaamse regering geeft met haar beleid een antwoord op de grote problemen. Besturen is vooruitzien en een regering wordt terecht beoordeeld op de mate waarin ze daarin slaagt. De Vlaamse uitgavenbegroting 2001 kijkt vooruit. Er wordt gestreefd naar een gezond evenwicht tussen budgettaire orthodoxie en een ambitieus regeerprogramma. De VLD is tevreden dat een verdere schuldafbouw als een belangrijke doelstelling naar voren geschoven wordt. De halvering van de Vlaamse overheidsschuld tegen het einde van deze regeerperiode tot 112 miljard frank lanceert Vlaanderen als een van de budgettair gezondste regio's in Europa. Men mag niet vergeten dat Vlaanderen de enige regio in België is die een begroting met een overschot indient. Daarbij wordt de hoogste norm van de Hoge Raad voor Financiën gehanteerd en in het totaal is voor meer dan 90 miljard frank beter gedaan. Vorige week nog heeft het Vlaams Parlement een resolutie aangenomen die ruimte creëert voor bijkomende maatregelen naast de klassieke aanwending van vrijkomende kredieten voor de schuldafbouw. We zullen straks de behandeling bij hoogdringendheid van een voorstel van decreet hierover vragen.
Het meest vernieuwend is de combinatie van verschillende deelaspecten, namelijk het hanteren van de strengste normen, het voeren van een budgettaire orthodoxie en het introduceren van nieuwe en vernieuwende lange-termijnmaatregelen op de verschillende beleidsterreinen. Het gaat daarbij niet alleen om nieuwe maatregelen, maar ook om het vrijmaken van nieuwe middelen door een herschikking van de budgetten. Die aanpak moet 35 miljard frank nieuwe beleidsruimte opleveren.
Voorts realiseert de Vlaamse regering in afspraak met de federale regering een belastingverlaging van 10 miljard frank. Het gaat om maatregelen die alle Vlamingen aanbelangen. De VLD is tevreden over het decreet houdende toekenning van een korting op de personenbelasting. De oppositie beschimpt de afcentiemen, maar die kritiek is onjuist en ongenuanceerd. De totale belastingverlaging bedraagt minstens 40 miljard frank over de hele legislatuur en kan niet losgekoppeld worden van de belastingverlaging van de federale regering, met onder meer de geleidelijke afschaffing van de crisisbelasting en de globale belastinghervorming. De VLD-fractie vraagt wel dat er zo snel mogelijk een nieuw debat over de Vlaamse fiscaliteit komt. De VLD is van mening dat de beschikbare fiscale instrumenten een zo groot mogelijk socio-economisch effect moeten ressorteren. De betrachting is een verhoging van de welvaart en het welzijn zodat Vlaanderen er beter van wordt.
De ambitieuze visie van de Vlaamse regering geeft een antwoord op de actuele noden en op de toekomstige uitdagingen. Zo speelt de Vlaamse regering in op de toenemende vergrijzing. De jaarlijkse verhoging van het Zorgfonds met vier miljard frank levert tegen 2010 60 tot 70 miljard frank op. De uitbouw van een persoonlijk assistentiebudget speelt eveneens in op de noden van mensen met een handicap. Die laatsten kunnen zelf bepalen wat hun noden zijn waardoor een zorg op maat mogelijk wordt.
Voorts wordt er werk gemaakt van de deregulering en de administratieve vereenvoudiging. Dat staat in schril contrast met de vorige regering. De brief van de minister-president aan de voorzitter van het Vlaams Parlement van 11 december bevat een inventaris van de realisaties van de vorige regering en de visie van deze regering. De VLD dringt erop aan om de eerste tekenen van de deregulering zo snel mogelijk zichtbaar te maken voor de burger.
Een belangrijk element van de administratieve vereenvoudiging is de realisatie van het e-government om de afstand tussen de overheid en de burger te verkleinen. Alle bestuursniveaus dienen daarvoor inspanningen te doen en er is nood aan coördinatie. De VLD-fractie steunt de optie om meer middelen voor lokale besturen ter beschikking te stellen. Steden en gemeenten moeten de nodige compensaties krijgen voor de toenemende opdrachten die opgelegd worden. Een voorbeeld zijn de budgettaire inspanningen van minister Van Mechelen die extra subsidies ter beschikking stelt voor de extra taken die de gemeenten krijgen om het decreet op de ruimtelijke ordening uit te voeren. Dergelijke initiatieven verdienen de nodige ondersteuning. Voorts moeten we snel starten met een debat over de kerntaken van de lagere overheden. Op die manier kunnen de krachtlijnen van de taken en de verantwoordelijkheden duidelijk afgebakend worden en kunnen er budgettaire afspraken gemaakt worden. De huidige discussie over de taken van de provincie toont de noodzaak van een dergelijk debat aan.
Het meest in het oog springend is de visie van de Vlaamse regering op het verband tussen onderwijs, vorming, economie en maatschappelijke welvaart.Vlaanderen bevindt zich in een economische hoogconjunctuur. We mogen niet op onze lauweren rusten. Een van de belangrijkste succesfactoren is het onderwijs. De VLD steunt de visie van Vlaamse regering die de nadruk legt op onderwijs en levenslang leren. Meer en beter onderwijs en vorming leiden tot meer kansen voor iedereen. We kunnen duidelijk stellen dat er veel kwaliteit in het Vlaamse onderwijs aanwezig is. De samenwerking tussen de verschillende onderwijsnetten verhoogt die kwaliteit. De Vlaamse regering heeft voor het eerst in jaren de totale budgettaire ruimte voor het onderwijs verhoogd. De verhoging van de budgettaire middelen en de hoge kwaliteit van het onderwijs op Europees en internationaal niveau zullen Vlaanderen geen windeieren leggen.
Een ander element van het vernieuwend beleid is de mobiliteit. Het tweesporenbeleid met aandacht voor gemeenschappelijk vervoer en infrastructuur krijgt meer vorm. Het openbaar vervoer krijgt de middelen die het verdient als alternatief voor het autogebruik. Er is een gezonde verschuiving geweest van extra kredieten voor investeringen in gemeenschappelijk vervoer naar meer extra middelen voor investeringen in infrastructuur.
Voor beide pijlers van het tweesporenbeleid worden meer middelen uitgetrokken maar voor het eerst sinds jaren is de groei van middelen voor infrastructuur groter : er zal ongeveer 2,4 miljard frank extra worden besteed aan wegeninfrastrcutuur en 1,4 miljard frank aan gemeenschappelijk vervoer. Vooral de middelen voor onderhoud van de wegen en voor fiets- en doortochtenbeleid en verkeersveilige schoolomgevingen zijn gestegen. De Vlamingen hebben immers een fundamenteel recht op verkeersveiligheid.
De VLD pleit voor meer eigendomsverwerving. Ondanks de zware inspanningen van de Vlaamse regering, blijft de wachtlijst voor betaalbare woningen te lang. Gezien de gunstige conjunctuur en de lage rentelast is het moment aangebroken om een deel van het patrimonium als goedkope koopwoning aan te bieden. Zo komen middelen vrij voor huursubsidies voor de zwaksten in onze maatschappij. Een eigen woning zorgt voor meer onafhankelijkheid. De beleidsinstrumenten inzake het Vlaamse woonbeleid moeten dringend worden geëvalueerd, zoals beloofd in het regeerakkoord. Het gaat met name om het recht van voorkoop, het sociaal beheersrecht, de heffingen op leegstand en verkrotting enzovoort.
In het regeerakkoord werd ook beloofd dat de bestaande heffingsystemen zouden worden aangepast met het oog op een grotere rechtszekerheid. Daarbij moet zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van regulerende heffingen volgens het principe de vervuiler betaalt. Deze bepaling uit het regeerakkoord is nog steeds niet uitgevoerd. We willen de regering oproepen om daar alsnog werk van te maken.
De politieke en maatschappelijke vernieuwing in Vlaanderen is ingezet. Continu beleid, budgettaire orthodoxie en een ambitieus toekomstproject voor Vlaanderen staan daarbij centraal. De ministers afzonderlijk en de Vlaamse regering in haar geheel zijn tegemoet gekomen aan de bekommernissen van vorig jaar. Mijn fractie zal deze begroting dan ook enthousiast goedkeuren.
Ik wil alle leden van de Vlaamse regering oproepen om dit ambitieus project te helpen realiseren. Het Vlaams regeerakkoord moet daarbij als leidraad dienen. De ambities van het regeerakkoord kunnen voor Vlaanderen de beloofde vernieuwing brengen. Laten we elkaar dus niet overtroeven door de lat nog hoger te leggen en nieuwe ambities op andere vlakken te zoeken. Zowel de meerderheid als de oppositie dragen daarbij een belangrijke verantwoordelijkheid. De leden van de Vlaamse regering vervullen een voorbeeldfunctie. (Applaus bij de VLD, de SP en AGALEV)
Het gaat goed met Vlaanderen. De werkloosheid daalt, de export neemt toe, de particuliere consumptie stijgt, de economie groeit, er wordt meer geïnvesteerd en het aantal faillissementen neemt af. De statistieken zijn duidelijk.
De economische groei zorgt voor meer inkomsten, zodat er meer kan worden uitgegeven. De gemiddelde Vlaming merkt daar echter nauwelijks iets van. De Vlaamse regering beschikt voor deze regeerperiode over ongeveer 200 miljard frank extra beleidsruimte. Daarvan gaat ongeveer 165 miljard frank naar afcentiemen, een eventuele afschaffing van het kijk- en luistergeld, naar het onderwijs, schuldafbouw en projecten voor openbare werken.
Via afcentiemen zal elke Vlaamse belastingplichtige jaarlijks 2500 frank minder belastingen moeten betalen. Dat is 208 frank per maand : een habbekrats in ruil voor jaren van besparingen en belastingverhoging. Op kruissnelheid zal deze belastingverlaging de Vlaamse regering ongeveer 10 miljard frank per jaar kosten. De asielopvang in België alleen kost al 23 miljard frank. In vergelijking daarmee is de belastingverlaging peanuts.
De Vlaamse regering heeft de boodschap van de heer Slangen, de communicatiespecialist en goeroe van de eerste minister, goed begrepen : niet de feiten zijn belangrijk, maar wel de perceptie ervan. Dat de afcentiemen eigenlijk verwaarloosbaar zijn is niet belangrijk; het komt erop aan dat de Vlaamse regering kan zwaaien met het magische woord belastingverlaging. Uw beleid is gebaseerd op het creëren van illusies. U belooft veel, maar geeft weinig.
Het kijk- en luistergeld is daarvan een goed voorbeeld. Vlak voor de verkiezingen belooft u de afschaffing ervan. Nu blijkt dat Vlaanderen pas in 2002 zou kunnen beslissen of het kijk- en luistergeld al dan niet moet worden afgeschaft. Binnen de meerderheid bestaat daarover geen eensgezindheid. De minister-president doet in de beleidsbrief geen enkele belofte. Ik daag hem uit om alsnog de verbintenis aan te gaan om het kijk- en luistergeld af te schaffen.
Nog straffer is het verhaal over de zogenaamde Vlaamse fiscaliteit. In ruil voor bijkomende middelen voor het Franstalige onderwijs werden een aantal gewestbelastingen overgeheveld en werden de marges voor op- en afcentiemen verhoogd van 3,25 in 2002 tot maximum 6,75 percent vanaf 2004.
In plaats van 10 procent zal Vlaanderen in de toekomst 20 procent van zijn uitgaven et eigen inkomsten kunnen financieren. Bovendien heeft men het begrip fiscale loyauteit ingevoerd, waarmee bedoeld wordt dat er geen al te grote fiscale verschillen mogen optreden tussen Vlaanderen en Wallonië. Onze fiscale autonomie wordt dus een heel beperkte en strikte autonomie. Minister-president Dewael pakt er graag mee uit dat Vlaanderen 20 procent van zijn inkomen uit eigen fiscaliteit genereert, ook al kan een deelstaat de vruchten van zijn eigen beleid pas plukken als hij 50 procent van zijn inkomen genereert. Nu zorgt het goede Vlaamse beleid vooral voor extra federale en dus Waalse middelen.
De miljardenstroom naar Wallonië blijft gewoon bestaan. Een recente KBC-studie toont aan dat vorig jaar 199,1 miljard frank vanuit Vlaanderen is overgeheveld naar de twee andere regio's. Vlaanderen hevelt zo 3,6 procent van zijn welvaart over naar Brussel en Wallonië. Vlaanderen genereert 64,2 procent van de federale inkomsten en krijgt daar 58,4 procent voor terug, terwijl Wallonië maar 26,6 procent van de federale inkomsten genereert maar wel 32,6 procent terugkrijgt. Iedere Vlaming betaalt 9,1 procent meer belastingen dan het federale gemiddelde. Dankzij het Lambermont- en het Sint-Elooisakkoord zorgen we bovendien voor een derde transfer : via de financieringswet wordt voortaan ook het Waals onderwijs door Vlaanderen betaald.
In ruil voor deze beperkte fiscale autonomie, werden alle Vlaamse eisen in de communautaire koelkast geplaatst. Onze resoluties voor een verdere staatshervorming waren uniek omdat ze alle Vlaamse partijen verplichtten een standpunt in te nemen. De resoluties waren een contract met de burger, maar helaas : de huidige meerderheid heeft het contract verbroken. En de verantwoordelijken daarvoor zijn de VLD en VU&ID. In februari 1998 pleitte premier Verhofstadt onder meer nog voor de regionalisering van de vennootschapsbelasting en stelde hij de ondoorzichtige transfers tussen het noorden en het zuiden van België aan de kaak. De heer De Gucht bepleitte enkele maanden later een fundamentele hervorming van het machtsevenwicht tussen het federale en de regionale niveau. Hij vroeg toen de overdracht van bevoegdheden ter waarde van 900 miljard frank. Ten slotte wou hij ook 350 miljard frank interestlaten op de staatsschuld overnemen. De zoveelste verkiezingsbelofte die de VLD niet is nagekomen.
Gisteren nog stelde de heer Bourgeois dat eerst het Hermesakkoord moest uitgevoerd worden en dan pas het Lambermontakkoord. Minister-president Dewael van zijn kant wil het Hermes- en het Lambermontakkoord gelijktijdig uitvoeren. De VU&ID-fractie kan dat alleen maar vermijden door deze begroting niet goed te keuren. Zo niet, waren de woorden van de heer Bourgeois de zoveelste woorden in de wind.
Maar ondanks haar terechte kritiek, treft ook de CVP schuld. De CVP kan veel aan geloofwaardigheid winnen, door de heer Chabert uit de Brusselse regering terug te trekken. Of door te vermijden dat de heer Dehaene collaboreert met het FDF om burgemeester van Vilvoorde te worden.
Deze regering is een condoomregering : ze wil de pret zo lang mogelijk laten duren zonder zwanger te worden. Veel beloven en weinig geven, is het leidmotief. Zowel op Vlaams als op federaal niveau voert de VLD het Agalev-programma uit. Dit is de meest linkse en progressieve regering ooit en dat terwijl steeds meer Vlamingen hun culturele eigenheid en identiteit willen behouden. Precies daarom verzetten ze zich tegen de asielcentra en willen ze meer autonomie. De Vlamingen zien Vlaanderen vooruitgaan en willen dat vertaald zien in hun eigen bestuur. Om al deze redenen gaan wij deze begroting niet goedkeuren. (Applaus bij het VB)
Bij het opstellen van deze begroting is men vertrokken van voorzichtige parameters : een inflatie van 1,5 procent, een groei van het Bruto Nationaal Inkomen van 2,5 procent en het hanteren van de strengste norm van de Hoge Raad voor Financiën. Het is de bedoeling om tegen het einde van de legislatuur de schuld terug te brengen tot 112 miljard frank, wat neerkomt op een halvering. Een debat over de ideale schuldratio blijft echter wenselijk.
Vorige week vrijdag werd afgesproken dat Vlaanderen meer mogelijkheden krijgt voor de aanwending van zijn begrotingsoverschotten. Bij het afbouwen van de schuld mogen we echter niet kortzichtig zijn : we moeten ook de ecologische schuld in rekening brengen. Deze begroting gaat dus over het afbouwen van de schuld, het verlagen van de lasten, het aanleggen van reserves en het invullen van nieuwe behoeften.
Voor het eerst werd er een meerjarenbegroting gepresenteerd. De voorliggende meerjarenbegroting is echter niet erg relevant. Een meerjarenbegroting zou sluitend moeten zijn. Nochtans moet de beleidsruimte opnieuw ingeschat worden. Dat heeft te maken met het Lambermontakkoord, de betere conjuncturele vooruitzichten en de opbrengst van de GIMV. Ik hoop dat de meerjarenbegroting volgend jaar een echt beleidsinstrument zal zijn.
Door het Lambermontakkoord krijgt Vlaanderen de volledige bevoegdheid voor de gewestbelastingen vanaf 2002. Daarom moet men een debat voeren over de fiscale mogelijkheden voor men ingrijpende fiscale maatregelen neemt die het toekomstige beleid hypothekeren. Het regeerakkoord, dat in afcentiemen voorzag voor de laagste belastingsschijven, is voor mijn fractie nog altijd de basis. Daarvoor werd in een bedrag van 40 miljard frank voorzien. In december 1998 heeft de Vlaamse regering een symposium georganiseerd over de Vlaamse fiscaliteit binnen een economische en monetaire Unie. Na het Lambermontakkoord zijn er redenen om aan dat symposium een opvolging te geven. We moeten nadenken over bepaalde belastingen en belastinggroepen. De registratierechten zijn bij ons hoger dan in de ons omringende landen. Daardoor wonen de verkeerde mensen op de verkeerde plaats. Het kijk- en luistergeld is achterhaald en onrechtvaardig. De afschaffing ervan komt neer op een lastenverlaging van 19 miljard frank en dat moet elders gecompenseerd worden. Op een totaal bedrag van 140 miljard frank aan eigen belastingen is dat immers een vermindering met 14 procent.
Volgens mijn fractie moet deze begroting ook gelezen worden als een oefening in duurzame ontwikkeling. De initiatieven rond duurzame energiebronnen zijn belangrijk, maar hebben geen zin als er massaal energie verspild wordt. Deze begroting geeft onvoldoende waarborgen voor een doorgedreven beleid van rationeel energieverbruik, ondanks de oliecrisis en de bevestiging op de klimaattop dat we onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen moeten terugdringen. De totale begroting voor energie stijgt tot 206 miljoen frank. Dat heeft echter vooral te maken met de oprichting van een reguleringsinstelling voor de vrijgemaakte elektriciteits- en aardgasmarkt en niet met een trendbreuk op het vlak van rationeel energieverbruik.
Bij het afbouwen van de ecologische schuld denken we vooral aan versnelde bodemsanering, waardoor het aansnijden van nieuwe industriegebieden kan verminderen, en aan extra investeringen voor waterbeleid, zodat we sneller beantwoorden aan de Europese richtlijnen. Vermits het vooral om eenmalige investeringen gaat, menen we dat de opbrengst van de GIMV-operatie daarvoor kan aangesproken worden. Er is ook ruimte voor PPS-projecten. Een goed milieubeleid moet de nadruk leggen op preventie en dat is niet altijd budgettair te vertalen, al is het wel economisch en ecologisch efficiënt.
De bijkomende investeringen voor openbaar vervoer moeten vooral gebruikt worden voor de optimalisering van de bestaande infrastructuur en voor de uitbreiding van het aanbod. Nu worden er veel extra middelen gebruikt voor tariefmaatregelen en weinig voor aanbodverhoging en -garantie : voorstedelijke tramnetten, vrije tram- en busbanen en doorstroming.
Wij zijn vragende partij voor initiatieven inzake duurzaam ondernemen. De hervorming van de expansiesteun kan daartoe een middel zijn. Het creëren van arbeidsplaatsen voor met uitsluiting bedreigde groepen verdient extra steun.
We steunen het idee van gesloten enveloppes. Het huidige systeem is immers conjunctuurbevestigend en niet corrigerend. Een gesloten enveloppe laat toe de budgettaire orthodoxie te koppelen aan een snelle behandeling van de dossiers.
Wat Agalev wil is niet mogelijk met de competitieformule in het systeem-Van Mechelen. Zo kan in een beperkte periode alleen beoordeeld worden welke bedrijven in aanmerking komen en welke niet. Er zal bovendien in de provinciehuizen een afzonderlijk agentschap opgericht worden om daarover op regionale basis te oordelen.
In 1999 was er in de expansiesteun een tekort van 10,5 miljard frank omdat men niet gewerkt heeft met een gesloten budget via een enveloppesysteem
Enkele jaren geleden voorspelde de VLD dat we zouden terechtkomen in de zwaarste recessie sedert de tweede wereldoorlog. Nochtans waren er dit jaar voor 110 miljard frank aan buitenlandse investeringen. De investeringssteun stijgt omdat het economisch zo goed gaat.
Dat dwingt ons inderdaad tot een ander systeem.
De heer Van Rompuy heeft indertijd vele engagementen aangegaan waarvoor er geen budgettaire middelen voorzien waren. Minister Van Mechelen moet dat probleem nu oplossen.
De heer Heller vroeg investeringssteun als voorwaarde om zijn project op te starten. Mede daardoor is Ford nu niet het slachtoffer van de saneringsoperatie in West-Europa.
Deze regering maakt de verkeerde keuzes. Ze geeft 2500 frank aan elke Vlaming in plaats van te investeren in werkgelegenheid.
Dit bedrag stond niet op de begroting en daarom moet deze regering voor het saldo zorgen.
Bovendien is de regeling niet tijdig aangemeld bij Europa, zodat ik deze maatregel tijdelijk heb moeten opschorten. De Vlaamse regering onderhandelt nu al een jaar om daarvoor een oplossing te vinden.
Een ander instrument in het kader van duurzaam ondernemen is de oprichting van een Vlaamse Investeringsmaatschappij voor duurzaam ondernemen. We gaan ervan uit dat er daarover in 2001 duidelijkheid zal komen.
In de commissie is gezegd dat de gelden van de privatisering van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij onder meer zullen gebruikt worden voor de oprichting van een fonds voor duurzaam ondernemen. Natuurlijk moeten de middelen eerst beschikbaar zijn, ik engageer mij om dan een dochtervennootschap van de PMV op te richten.
De sociale-economie en de verwevenheid ervan met het normale arbeidscircuit moeten gestimuleerd worden. In het normale economische circuit moet het mogelijk zijn om in periodes van hoogconjunctuur banen te creëren voor mensen die anders in de kou blijven staan. Het is onaanvaardbaar dat, terwijl men voor bepaalde beroepen geen kandidaten meer vindt, de werkloosheidsgraad bij de allochtone mannelijke bevolking nog 20 tot 30 procent bedraagt. Wij vragen dat de minister van Werkgelegenheid zich ertoe verbindt om de werkloosheidsgraad in deze groep terug te dringen tot de gemiddelde werkloosheidsgraad. Heel wat maatschappelijke problemen zouden opgelost worden indien deze groep meer kon participeren aan het arbeidscircuit.
De kwaliteit van het leven en de onthaasting zijn prioriteiten van deze regering. Arbeid, gezin en vrije tijd moeten beter op elkaar afgestemd zijn, zodat iedereen een betere greep krijgt op het eigen leven. Dit moet niet alleen in het welzijnsbeleid gebeuren maar een onderdeel vormen van het totale beleid. De uitbreiding van de kinderopvang is hierbij essentieel. Dit wordt nog maar eens duidelijk gemaakt in het rapport over kinderopvang van Kind&Gezin. Wij vragen ons af of de begrote middelen zullen volstaan.
De regering plaatst het onderwijs centraal in haar beleid. De reeds aangekondigde 20 miljard frank wordt verhoogd tot 50 miljard frank. Dat is een uitzonderlijke inhaalbeweging. Twee jaar geleden waren er bezuinigingen, nu wordt er terug volop geïnvesteerd. We zitten nog niet op het niveau van 15 jaar geleden maar kunnen de vergelijking met onze buurlanden doorstaan. Een investering van 50 miljard frank per jaar in een totaal budget van 200 miljard frank, bestempelen als geen prioriteit is intellectueel oneerlijk.
Met deze middelen moet het mogelijk zijn een goede nieuwe CAO te komen. Bij het eerste deel van CAO-6 wil men vooral de werkdruk verlagen en het pedagogisch comfort verhogen, hiervoor is 4,7 miljard frank bestemd. Wat betreft het inkomen is er een lineaire maatregel van 12.000 frank maaltijdcheques als voorafname. Ondertussen zouden loononderhandelingen gestart worden, gestoffeerd door een loonstudie. Op basis van deze afspraken hadden de vakbonden zich ertoe verbonden om op 9 februari een evaluatie te houden en pas dan te beslissen over eventuele bijkomende acties. Ik begrijp dus de houding van de onderwijsvakbonden niet meer. Vrijdag beslisten zij, op basis van een onschuldige brief, om de onderhandelingen te verlaten en acties te gaan voeren. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
Twee weken geleden vroeg de heer Sannen in een perscommuniqué naar de extra budgettaire ruimte van de Vlaamse regering voor het inkomensprobleem. Er is immers geen budgettair kader voor : er zijn enkel 4,7 miljard frank voor de verlaging van de werkdruk en de maaltijdcheques. Dat verklaart de woede van de vakbonden. De maaltijdcheques kunnen namelijk geen voorafname zijn want er is geen extra geld. De heer Sannen heeft gepleit voor een lineaire loonsverhoging, maar de minister-president stelt in de kleurennota dat er eerst moet bespaard worden. Minister Vanderpoorten beweerde dat zij beter dan de vakbonden wist wat de leerkrachten dachten. In de privé-sector is er een loonsstijging van 7 procent, het onderwijs blijft achter.
Ik ben ervan overtuigd dat u niet gelooft wat u zelf zegt.
Ik neem het niet dat u zegt dat ik komedie speel. In het debat over de Septemberverklaring van 1999 heb ik al gezegd dat de voorgestelde lastenverlaging ten koste kon gaan van de investeringen in het onderwijs.
Er hebben inderdaad veel leerkrachten gestaakt, maar wel om verschillende redenen. De meest gehoorde klacht is de werkdruk. Daarvoor hebben wij geld vrijgemaakt. De loonnorm in de privésector is 6,4 procent, indien alle maatregelen voor onderwijs uitgevoerd worden zal de loonnorm hier 7,2 procent zijn. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
Leg dat maar uit aan de vakbonden. Ook minister Dua heeft jarenlang achter de vakbonden aangelopen en nu beweert ze ineens dat de vakbonden niet weten waarover ze spreken.
Van de 200 miljard frank aan beleidsruimte gaat 50 miljard frank naar onderwijs, dat is al vastgelegd.
Er gaat dus 50 miljard frank naar onderwijs. Minister Stevaert heeft aangekondigd 35 tot 40 miljard frank nodig te hebben in deze regeerperiode. Er zijn ook tal van beloften op gebied van leefmilieu. Minister Vogels wil 30 miljard frank en minister Anciaux al zeker 5 miljard frank. Indien wij geen meerjarenplan krijgen met de preciese budgettaire mogelijkheden, worden er verkeerde verwachtingen gecreëerd.
De onderwijsvakbonden vragen meer middelen omdat zij de indruk hebben dat alles nu mogelijk is. Zij zien ook in dat er binnenkort geen geld meer zal zijn en zij dus nu tot acties moeten overgaan.
Wij willen ook een volledig financieel overzicht, maar voor de 47 miljard frank voor onderwijs is er een preciese berekening. Hier zitten de 12.000 frank voor maaltijdcheques nog niet in. Dit is echter een voorafname en er moeten nog onderhandelingen over het inkomen volgen. Ik begrijp de vakbonden dus niet. Zij moeten via onderhandelingen met de minister voor een goede CAO zorgen. De minister moet ervoor zorgen dat er voldoende middelen zijn.
De minister-president heeft gezegd dat de uitgaven voor onderwijs hun hoogste niveau bereikt hebben.
Ik heb niet gezegd dat de uitgaven voor onderwijs een bovengrens hebben bereikt. In de commissie voor Financiën en Begroting heb ik wel de optelsom gemaakt van de bedragen die deze regering veil heeft voor het onderwijs, en deze inspanningen staan in schril contrast met de inspanningen van alle voorgaande regeringen.
Ik ben het beu te moeten aanhoren van de CVP dat nu ineens alles moet kunnen. De vorige minister van Begroting pleit voor de grootste terughoudendheid in het uitgavenbeleid, terwijl de vorige minister van Onderwijs pleit voor zoveel mogelijk uitgaven voor het onderwijs. Beiden zijn nochtans lid van uw partij. Waar moet volgens de heer Martens dan minder aan worden uitgegeven?
Onze aanpak is volgens mij de juiste. We besteden aandacht aan een beter comfort voor de leerkrachten. De discussie over de hogere lonen wensen wij in geen geval uit de weg te gaan, maar we willen wachten op de resultaten van een studie daarover. (Applaus bij de VLD)
Al oogt de begroting positief, toch is zelfgenoegzaamheid niet op zijn plaats. Zo is er in Vlaanderen geen enkele plaats meer waar het echt gezond leven is. Hier moeten meer begrotingsmiddelen voor worden uitgetrokken. Het Vlaams Parlement zal hier een themadebat over organiseren, waaruit ongetwijfeld zal blijken dat er nog een grote nood is aan wetenschappelijk onderzoek hierover. De extra middelen voor wetenschappelijk onderzoek moeten ook daaraan worden besteed. Agalev hoopt dat de resultaten van deze onderzoeken een doorslaggevende rol zullen spelen in het vergunningenbeleid.
Niet minder dan 6,9 percent van de Vlaamse gezinnen blijkt nog in armoede te leven, 15 percent in bestaansonzekerheid. Er zijn 300.000 slechte woningen. Deze problemen los je niet alleen op met tewerkstelling. We moeten goede woningen, onderwijs, geneeskundige verzorging en een fatsoenlijk inkomen bieden, en hiervoor moeten middelen worden vrij gemaakt. Rijke gemeenten moeten hierbij solidair zijn met arme. Wij verwachten van de Vlaamse regering snel een actieplan ter bestrijding van de armoede.
De laatste weken zagen we heel wat protest tegen de inrichting van nieuwe asielcentra. Dit protest blijkt voort te komen uit heel wat vooroordelen. Agalev maakt zich zorgen om de oprukkende onverdraagzaamheid, het cultureel racisme, de verschrompelende gastvrijheid en de verzuring van onze samenleving. De regering moet het tij proberen te keren.
De federale regering neemt beslissingen over nieuwe asielcentra zonder de bevolking en de lokale verantwoordelijkheden daar vooraf over te horen. De communicatie is gewoonweg onbestaande. Het is verkeerd om het protest van de bevolking gelijk te stellen met racisme. De regering zou er beter aan doen naar de mensen te luisteren en hen correct te behandelen.
Het is juist dat het geven van informatie aan de bevolking heel wat wrevel kan voorkomen of wegnemen. Dat neemt niet weg dat oproepen tot verdraagzaamheid vaak met geweld worden beantwoord.
Ik wijs gewoon op de steeds groeiende onverdraagzaamheid in onze maatschappij. Onderwijs, welzijn en cultuur kunnen daar een antwoord op proberen te geven. Sociaal-cultureel werk is onmisbaar voor een democratisch Vlaanderen, en daar moeten voldoende middelen voor worden uitgetrokken.
Deze begroting biedt perspectieven voor een kwaliteitsvol beleid, en is voor onze fractie voldoende beloftevol. Wij zullen deze daarom goedkeuren. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
Dat ik als eerste spreker van mijn fractie aan het woord mag komen, getuigt van een groot vertrouwen. Ik wil me eerst en vooral richten tot de CVP, die steeds dissonante klanken meent waar te nemen binnen onze fractie. Voor alle duidelijkheid: VU&ID is één en ondeelbaar. Wij creëren misschien een ander beeld door onze manier van optreden. Wij zijn immers al vlug nerveus, we zijn allesbehalve koele minnaars. Wij weten ondertussen wel wat we willen, en willen wat we weten: een maximale autonomie en kwaliteitsontwikkeling voor Vlaanderen.
Ik heb hier een uitspraak van uw voorzitter, de heer Bourgeois. Hij verklaart dat eerst Hermes en dan pas Lambermont mag worden uitgevoerd. Zult u deze begroting dan ook niet goedkeuren? Zo kunt u bepaalde garanties eisen. Of gaat het hier alweer om loze woorden om de Vlaamsgezinde kiezer te paaien?
Ik merk dat ook u al vlug te nerveus bent. Het Vlaams Blok - en steeds meer ook de CVP - wil schieten op alles waarop kan worden geschoten. De leuze van de heer Bourgeois is : festina lente. Traag maar zeker gaan we vooruit.
Het is onze opdracht om tot evaluatie van de voorbije regeerperiode over te gaan. Wat leert ons een evaluatie op korte termijn? Deze meerderheid is nu 500 dagen bezig. Is er sprake van een trendbreuk? Zeker wel. Het motto van de vorige Vlaamse regering was : bezuinigen. Dat van deze regering is zuinig beheer.
Dat impliceert dat we blijven opteren voor schulddelving en passende voorzieningen, zoals het Zorgfonds, en dat we gelijktijdig de juiste accenten leggen overeenkomstig de maatschappelijke noden, inclusief de verlaging van de fiscale lasten. We besteden ook aandacht aan de manier waarop dat gebeurt. Door een doelmatigheidsanalyse kan de efficiëntie van de middelen gecontroleerd worden. Dat is een wezenlijke kentering. Op langere termijn is er evenwel een evaluatie nodig. De vorige regeringen waren van mening dat wat ze zelf doen, beter is. De huidige regering stelt dat ze het anders doet. Voor VU&ID telt maar één vraag : is datgene wat we zelf doen, goed genoeg gedaan? De omschrijving 'wat we zelf doen, doen we beter' van de heer Gaston Geens, de toenmalige voorzitter van de executieve, was indertijd zeer waardevol. Het doet me denken aan de stelling van de heer Louis Paul Boon dat we de Vlamingen een geweten moeten schoppen. Vlaanderen heeft pas in 1965 een hoger bruto regionaal product dan Wallonië bereikt en de heer Geens wist dat. Vlaanderen diende opnieuw een zelfbewustzijn te krijgen. Voormalig minister-president Vandenbrande heeft dat ter harte genomen. Sinds 1993 heeft hij er alles aan gedaan om Vlaanderen te positioneren in het binnen- en buitenland. Dat werd niet door iedereen geapprecieerd. De huidige regering doet het anders en onderhoudt goede relaties met de federale en Waalse regering. Op die manier worden bepaalde resultaten bereikt, zoals de Hermes- en Lambermont-akkoorden. De VU&ID-fractie is niet euforisch. Er zijn veel schoonheidsfoutjes maar het is een duidelijke stap in de progressie. Voor de VU&ID is het nooit goed genoeg totdat de autonomie volledig gerealiseerd is. We stellen permanent de vraag of het goed genoeg is. De oppositie schiet op alles. We stellen dat elke vooruitgang goed is, maar we willen meer. Dat vraag rijst wat we doen met de bevoegdheden? Ook volgen we aandachtig de uitvoering van de akkoorden : hoe gebeurt die en verloopt alles correct? Belangrijk is ook dat we ook attent moeten zijn voor de niet-bereidheid tot uitvoering. Zo is minister Reynders niet bereid om de administratie van het kadastraal inkomen over te hevelen en is minister Gabriels allesbehalve bereid om de landbouwadministratie over te hevelen.
De CVP dient voorzichtig te zijn met haar aanvallen. Mevrouw de Bethune heeft een motie over het nut van de overheveling van ontwikkelingssamenwerking neergelegd. Dat is in het Vlaams Parlement al uitgebreid besproken. De CVP heeft een dubbele tong.
U geeft de indruk dat de CVP op de rem gaat staan, maar het zijn de meerderheidspartijen, met name SP en Agalev, die vragen hebben over ontwikkelingssamenwerking. Heeft mevrouw Sabine de Bethune gezegd dat ze tegen de overheveling van ontwikkelingssamenwerking is? Ik denk dat het haar bedoeling is te achterhalen wat de overheveling precies betekent : wat zijn de implicaties ervan en hoe verlopen de interacties met het ministerie van Buitenlandse Zaken? U stelt het voor alsof het de schuld is van de CVP dat de overheveling nog niet gebeurd is. Nochtans hebt u de oppositie daarvoor niet nodig.
VU&ID is een en ondeelbaar. We weten wat we willen en we willen wat we weten. In het Vlaams Parlement betokkelt de CVP de Vlaamse sokkel, terwijl haar collega's in de senaat een ander geluid laten horen. (Protest bij de CVP en samenspraken)
De minister-president heeft ongeveer 160 personen gemobiliseerd om te werken aan een kleurennota. Daarover zou een breed maatschappelijk debat moeten worden gevoerd. Dat is echter nog steeds niet gebeurd. We hebben in dit kader heel Vlaanderen doorkruist. Het debat werd telkens ingeleid door experts met een open geest, zoals Boudewijn Bouckaert en Kris Peeters. Als deze kleurennota dezelfde bedoeling heeft als het project van de vorige minister-president : Vlaanderen positioneren in binnen- en buitenland, dan zijn we bereid om er ten volle aan mee te werken.
Wat hebben we al gerealiseerd na 500 dagen? Wie niet ziende blind is zal toegeven dat we op drie vlakken een belangrijke stap vooruit hebben gezet. Ten eerste : in de welzijnssector. Mevrouw Van Cleuvenbergen komt hierover terecht geregeld tussen. Ook in de toekomst zal welzijn een pijnpunt blijven. We hebben heel wat inspanningen gedaan om in te spelen op de Witte Woede. De maatregelen komen nu op kruissnelheid, onder andere de regularisering van de nepstatuten.
Ook op het vlak van onderwijs werden er heel wat inspanningen gedaan. Aanvankelijk werd hiervoor 20 miljard frank vooropgesteld. Van bij het begin heeft mijn fractie gezegd dat dit bedrag Vlaanderen onwaardig was : Vlaanderen heeft 40 tot 50 miljard frank nodig voor onderwijs. De kwaliteit van het onderwijs moet worden verbeterd; het gebouwenfonds moet meer middelen krijgen; er moet meer comfort komen voor de leerkrachten. Deze regering laat het afweten op het vlak van wetenschapsbeleid, dat nochtans essentieel is voor de uitbouw van een kennismaatschappij. De lonen van leerkrachten moeten omhoog. Niet met drie, maar met zes of zeven percent. We wachten de studie af die de minister heeft beloofd, maar mijn fractie heeft al jaren geleden een analyse gemaakt. Een eenvoudige vergelijking van het loon van een onderwijzer en dat van een bouwvakker maakt veel duidelijk. Vijftig jaar geleden verdiende een onderwijzer 50 percent meer dan een bouwvakker; 20 jaar geleden verdienden ze ongeveer even veel. Vandaag verdient een bouwvakker ongeveer 20 percent meer dan een onderwijzer. We zijn verheugd dat de positie van bouwvakkers in onze samenleving er is op vooruitgegaan, maar betreuren dat er voor leerkrachten geen soortgelijke evolutie mogelijk is geweest. Deze regering is nochtans bereid om te investeren in onderwijs. Ook moderne instrumenten zoals prestatiemetingen en doelmatigheidsanalyses moeten mogelijk zijn in het onderwijs.
Een derde belangrijke verwezenlijking is de fiscale verlichting. Ik heb inderdaad ooit gezegd dat het niet opgaat om 2500 frank, 1 percent van de gemiddelde belastingsbrief, in de weegschaal te leggen met investeringen in het Franstalige onderwijs. De Vlaamse regering heeft echter grotere ambities. Het is de bedoeling dat de enveloppe opgetrokken wordt van 20 tot 50 miljard frank. In een periode waarin de economische groei opnieuw begint af te nemen is elke verlaging van de fiscale druk meegenomen om de koopkracht te stimuleren.
De vooropgestelde 200 miljard frank is bijna verdeeld. Wat kunnen we nog meer doen tijdens deze regeerperiode? De resterende middelen moeten efficiënt en zuinig besteed worden. Mijn fractie wil twee accenten leggen. Ten eerste moet Vlaanderen ten volle gebruik kunnen maken van zijn gunstige geografische ligging. Vlaanderen slibt langzamerhand dicht. Het transport van goederen en personen moet worden gevrijwaard; ook aan de technologische snelwegen moet de nodige aandacht worden besteed.
Een ander accent is de opruimfunctie van de smurrie. In de jaren zestig en zeventig kende Vlaanderen een fenomenale economische groei, maar werd het milieu verwaarloosd. Nu moeten we ervoor zorgen dat onze economie blijft groeien en dat de vervuilde sites gesaneerd worden.
Over onze twee accenten zal gediscussieerd worden, maar onze accenten zijn daarom alleen nog geen dissonante klanken. De oppositie zou er beter aan doen onze doelstelling te steunen : maximale autonomie in een kwaliteitsvol Vlaanderen. (Applaus bij AGALEV en VU&ID)
Ik dank de heer Vandenbroeke voor zijn vermelding, maar het eerste scorepunt zou eigenlijk ook een doelstelling moeten zijn. Nepstatuten regulariseren is één, bijkomende mensen aanwerven is iets anders. Ik hoop dat de meerderheid ons daarin ook zal steunen.