Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de onderhandelingen voor een nieuwe onderwijs-CAO
Verslag
Aan de orde zijn de actuele vragen van de heren Van Nieuwkerke en Martens tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de onderhandelingen voor een nieuwe onderwijs-CAO.
De minister heeft recent een aantal concrete voorstellen gedaan aan de onderwijsbonden. De maatregelen om de werkdruk te verminderen zouden 3,4 miljard frank kosten, de invoering van maaltijdcheques 1,8 miljard frank. Het is positief dat de onderhandelingen hierdoor weer op gang zijn gekomen. De bonden zullen zich hier morgen over uitspreken.
Ik wil even ingaan op de invoering van de maaltijdcheques. Dit systeem is onderworpen aan een aantal cumulatieve federale voorwaarden, wat in het verleden al heel wat moeilijkheden heeft opgeleverd met sociale lasten en belastingen voor zowel de Vlaamse regering als de regering van de Franse Gemeenschap. Ik vrees dan ook dat de middelen voor het onderwijs zullen worden afgeroomd door de federale overheid. Is deze vrees terecht?
De minister heeft een aantal ultieme voorstellen gedaan bij de onderhandelingen over een nieuwe onderwijs-CAO. Het is positief dat de werkdruk op de leerkrachten zal worden verminderd. Maar de eerlijkheid gebiedt ons ook te zeggen dat de onderhandelingen door bepaalde uitspraken van de heer De Gucht, minister-president Dewael en minister Vanderpoorten zeker niet onder een gunstig gesternte zijn gestart.
In CAO 5 vinden we het engagement terug om inspanningen te leveren voor het onderwijs afhankelijk van de inspanningen die worden geleverd door de gewesten. Nu begint de minister plotseling over de nood aan een objectieve studie over de lonen. De bonden ervaren dit als een verandering van de spelregels.
Het is bovendien zeer onduidelijk over welke budgettaire mogelijkheden de minister van Onderwijs beschikt. De Vlaamse regering had beloofd 20 miljard frank te zullen uittrekken voor het onderwijs : 10 miljard frank was bestemd voor de infrastructuur en 10 miljard frank voor het personeel. Dit bedrag werd later opgetrokken tot 47 miljard frank. Moeten de maaltijdcheques van dit geld worden betaald? Klopt het dat daar slechts 400 miljoen frank extra voor wordt uitgetrokken? Het onderwijs vormt duidelijk geen prioriteit voor deze regering.
Zal de minister kunnen waarmaken wat in de beleidsbrief staat, namelijk dat de lonen van de leerkrachten gelijke tred zullen houden met die in de privé-sector? Heeft de minister daar voldoende middelen voor? Zal de Vlaamse regering hier extra geld voor uittrekken?
Morgen laten de vakbonden weten of ze al dan niet akkoord gaan met mijn voorstel inzake de maaltijdcheques. Zo ja, zal het departement Onderwijs onmiddellijk een voorstel uitwerken dat in overeenstemming is met de bestaande regelgeving.
Ik wil er nogmaals op wijzen dat de lonen in het onderwijs niet achterlopen op die in de privé-sector. Ik kan dit aantonen aan de hand van twee voorbeelden. Ten eerste is er momenteel een inhaalbeweging bezig voor 60.000 leerkrachten in het kleuter- en lager onderwijs, dit voor 3 miljard frank. Iemand die 27 jaar dienst heeft, zal daardoor 13.000 frank per maand bruto meer ontvangen. Ten tweede was de loonnorm in 1999-2000 5,9 percent. In de privé-sector was er een reële loonstijging van 5,2 percent, in het onderwijs een van 5,68 percent. De loonnorm voor 2001-2002 bedraagt 6,4 percent. Door alle voorstellen die aan de onderwijswereld werden gedaan, zal de reële loonstijging in het onderwijs 7,29 percent bedragen.
Het is voor mij meer dan duidelijk dat er nood is aan een objectieve studie over de lonen. Zonder deze studie zullen we deze discussie blijven voeren.
Ik ben blij dat de minister zo correct is om te verwijzen naar de inspanningen die de vorige regering heeft geleverd voor die 60.000 leerkrachten in het kleuter- en lager onderwijs. De minister beweert dat de lonen in het onderwijs niet achterlopen op die in de privé-sector. De vakbonden zijn echter goed thuis in deze materie, en de minister slaagt er blijkbaar toch niet in om hen daarvan te overtuigen. Er is misschien nood aan een objectieve studie, maar dan zal het zeer belangrijk zijn welke definities hierin zullen worden gehanteerd. Een Nederlandse studie heeft in elk geval al uitgewezen dat de financiële beloning een zeer belangrijke motivering is om aan de opleiding tot leerkracht te beginnen. Als de minister haar beloftes inzake de instroom van leerkrachten wil waarmaken, moet ze hier dan ook werk van maken.
Ik wil er nog even op wijzen dat hier in het verleden zeer kritisch werd gedaan over het systeem van maaltijdcheques, maar dat dat nu blijkbaar geen enkel probleem meer vormt.
Ik wil enkel herhalen dat ik hoop dat de federale overheid de middelen niet zal afromen.
Het incident is gesloten.