Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Dewinter tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, over de overheidssteun aan de Nachten van de ramadan en het taalgebruik van een promotiecampagne terzake.
Van begin tot eind december vindt in het CC Berchem de manifestatie de Nachten van de Ramadan plaats. Ik stel vast dat de voertaal van de publiciteitscampagne het Arabisch is. Ik heb daar bedenkingen bij. Zo was het toch de bedoeling om de integratie te bevorderen door middel van het Nederlands. Voorts rijst de vraag of het aanvaardbaar is dat een initiatief, dat overheidssteun geniet, tegen de geest van de taalwetgeving ingaat.
Ter inleiding wil ik erop wijzen dat het in dit geval de lokale migrantenorganisaties zijn die een aanvraag doen voor een projectsubsidie. De taalwetgeving is van toepassing op de overheid, die de promotiecampagne hier dus niet opzet. Het gaat om Vlaamse migrantenorganisaties die via een Vlaams decreet een beroep doen op subsidies van de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Gemeenschap is een open gemeenschap die respect opbrengt voor de culturele eigenheid van andere culturele gemeenschappen.
Dat alles neemt niet weg dat de Vlaamse decreten moeten worden nageleefd. Het decreet bepaalt dat activiteiten enkel kunnen worden gesubsidieerd als de Nederlandse taal wordt gehanteerd. Bij al zeker één onderdeel van de activiteiten in kwestie zou enkel de Arabische taal worden gehanteerd. Dit onderdeel komt dan ook niet in aanmerking voor subsidies. Activiteiten die in het Nederlands plaatsvinden, worden wel gesubsidieerd, ook als daarnaast nog andere talen worden gehanteerd.
Ik vind het echter niet aangewezen om een promotiecampagne die in het Nederlands en het Arabisch wordt gevoerd, te subsidiëren. Antwerpen is een Nederlandstalig gebied, en ik zie niet in waarom de communicatie met eventuele nieuwkomers in het Arabisch moet gebeuren. Ik verwijs naar de Brusselse campagne voor de allochtone gemeenschap, die zelf heeft gevraagd om het Nederlands en het Frans te hanteren als taal omdat zij deel uitmaakt van de Brusselse bevolking. De Brusselse actie in de bibliotheken die wel in het Turks werd gevoerd, had als doel het promoten van de Nederlandse taal en de Nederlandstalige gemeenschap.
Enige logica is hier trouwens geboden. Waarom zouden we anders geen Franstalige campagnes in Antwerpen toelaten?
Het antwoord van de minister is duidelijk, consequent en rechtlijnig. Activiteiten worden gesubsidieerd als er Nederlands wordt gesproken. De reclamecampagne en Arabische activiteiten komen niet voor subsidie in aanmerking. Ik zal dit antwoord van de minister overbrengen aan de gemeente- en de provincieraad.
Het incident is gesloten.