Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van mevrouw Dillen tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over het voorstel om het kijk- en luistergeld af te schaffen.
Minister Stevaert heeft een pleidooi gehouden voor de afschaffing van het kijk- en luistergeld. Dat is een verdedigbaar voorstel, maar het heeft vergaande financiële gevolgen. Onze fractie heeft al jaren gepleit voor een afschaffing van het kijk- en luistergeld of althans voor een verlaging van de heffing. Die laatste is te hoog want slechts 45 percent van de opbrengst is bestemd voor de financiering van de openbare omroep.
Toch heb ik een aantal bedenkingen bij de wijze waarop de minister het idee gelanceerd heeft. Dat was een onduidelijke boodschap voor de bevolking. Men geeft plots de indruk dat Vlaanderen geld teveel heeft waarmee men niet weet wat doen, terwijl een aantal belangrijke projecten niet gerealiseerd worden omdat er te weinig geld is. Voorts is het kijk- en luistergeld een bevoegdheid van de federale overheid. Zolang Vlaanderen geen fiscale autonomie heeft, is zijn voorstel veeleer een goedkope verkiezingsstunt. Tijdens de besprekingen over de begrotingscontrole is bovendien gebleken dat er bij de meerderheid geen eensgezindheid bestaat over het dossier. Wordt het voorstel van minister Stevaert gesteund door de hele regering of is het een persoonlijk idee dat hij heeft uitgebazuind om zijn populariteit te vergroten?
Ik kan mevrouw Dillen verwijzen naar de parlementaire handelingen : tijdens het debat van gisteren over de aanpassing van de begroting heb ik al antwoord gegeven op dergelijke vragen. Voorts stelt mevrouw Dillen dat er geen eensgezindheid is bij de meerderheid. Ik stel vast dat dat ook niet het geval is op de oppositiebanken.
Het voorstel van minister Stevaert is een standpunt van zijn partij en niet van de regering. Er zijn zeker een aantal budgettaire en institutionele gevaren aan verbonden. Het Vlaams Parlement is niet bevoegd om het kijk- en luistergeld af te schaffen. Dat is een bevoegdheid van de federale overheid, zodat er eerst d de instemming van de drie gemeenschappen nodig is. Voorts bedraagt de opbrengst van het kijk- en luistergeld voor Vlaanderen 18 miljard frank. Het kijk- en luistergeld in zijn huidige vorm is een belasting die achterhaald is door de technologische vooruitgang. Ook verloopt de inning ervan niet probleemloos. Ik zal binnenkort aan het Vlaams Parlement een nota voorleggen met een evaluatie van de belastingen waarvoor Vlaanderen bevoegd is. Er bestaat alleszins de mogelijkheid om de belasting te moderniseren.
Voor de Vlaamse regering is de strategie om fiscale en financiële autonomie te bekomen, vastgelegd in het regeerakkoord. Daarbij gaat de aandacht eerst naar de gewest- en personenbelasting. Dat is een kwestie waarover op de Costa wordt onderhandeld. Het regeerakkoord en het realiseren van de financiële en fiscale autonomie sluiten echter niet uit dat onderzocht worden of bestaande belastingen nog verantwoord zijn. Ik ben dat laatste idee alleszins zeer genegen.
Ik heb deze actuele vraag voor de bespreking van de aanpassing van de begroting ingediend en de inhoud ervan heeft geen relatie met de aanpassing van de begroting. Ik stel vast dat er bij de meerderheid geen eensgezindheid bestaat. Het is de plicht van de minister om alleen voorstellen die door de volledige regering gesteund worden, te verdedigen. Het is niet toegelaten om populaire voorstellen te formuleren en op die manier te proberen zichzelf in een gunstig daglicht te stellen naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen.
Het incident is gesloten.
- De vergadering wordt geschorst om 15.14 uur.