Verslag plenaire vergadering
Met redenen omklede motie tot besluit van de op 16 mei 2000 1° door de heer Joris Van Hauthem in commissie gehouden interpellatie tot de heer Patrick Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over de houding van de Vlaamse regering ten aanzien van de besprekingen in de Conferentie voor de Staatshervorming en het akkoord inzake landbouw en buitenlandse handel; 2° door de heer Freddy Sarens in commissie gehouden interpellatie tot de heer Johan Sauwens, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, over de precieze inhoud van het federaal akkoord betreffende de regionalisering van de buitenlandse handel; 3° door de heer Ludwig Caluwé in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de juiste draagwijdte van het federaal akkoord betreffende de regionalisering van de landbouw en de gevolgen ervan voor de Vlaamse overheid
Met redenen omklede motie tot besluit van de op 16 mei 2000 1° door de heer Joris Van Hauthem in commissie gehouden interpellatie tot de heer Patrick Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over de houding van de Vlaamse regering ten aanzien van de besprekingen in de Conferentie voor de Staatshervorming en het akkoord inzake landbouw en buitenlandse handel ; 2° door de heer Freddy Sarens in commissie gehouden interpellatie tot de heer Johan Sauwens, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, over de precieze inhoud van het federaal akkoord betreffende de regionalisering van de buitenlandse handel ; 3° door de heer Ludwig Caluwé in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de juiste draagwijdte van het federaal akkoord betreffende de regionalisering van de landbouw en de gevolgen ervan voor de Vlaamse overheid
Verslag
Hoofdelijke stemming
Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie van de heer Sarens c.s. tot besluit van de op 16 mei 2000 1° door de heer Van Hauthem in commissie gehouden interpellatie tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over de houding van de Vlaamse regering ten aanzien van de besprekingen in de Conferentie voor de Staatshervorming en het akkoord inzake landbouw en buitenlandse handel ; 2° door de heer Sarens in commissie gehouden interpellatie tot de heer Sauwens, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, over de precieze inhoud van het federaal akkoord betreffende de regionalisering van de buitenlandse handel ; 3° door de heer Caluwé in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de juiste draagwijdte van het federaal akkoord betreffende de regionalisering van de landbouw en de gevolgen ervan voor de Vlaamse overheid.
Er zijn ook met redenen omklede moties over hetzelfde onderwerp van de heer Caluwé c.s., en van de heren Denys en Vandenbossche, mevrouw Vertriest en de heer Loones.
De voorliggende moties bieden de gelegenheid om een balans op te maken van de werkzaamheden van de Costa. Vorige week heeft er na een half jaar nog een vergadering plaatsgevonden. De Costa werd in oktober vorig jaar opgericht om de communautaire aangelegenheden buiten de regering om aan te pakken. De eerste weken werd er constructief gewerkt totdat het Sint-Elooisakkoord goedgekeurd werd buiten de Costa. De VU&ID was verplicht om een aantal zaken af te dwingen. Op 5 april 2000 werd het akkoord over de regionalisering van de landbouw en de buitenlandse handel buiten de Costa gesloten. Het was wachten op de omzetting in concrete wetteksten. De VU&ID stelde als ultimatum dat er voor 31 mei een uitgewerkte tekst diende voor te liggen. Omdat er daarover nog veel vragen bestonden, wordt die verder uitgewerkt. Na een volledig jaar is er dus nog geen enkel concreet resultaat geboekt. Als de wettekst klaar is, wordt die naar de Raad van State gestuurd. Men zal er dus niet in slagen om dit werkjaar iets te realiseren. Na de vakantie kunnen de onderhandelingen opnieuw beginnen. De VU&ID heeft dus nog geen enkel resultaat bereikt.
In het akkoord over de landbouw en de buitenlandse handel staat dat de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel wordt afgeschaft en dat de drie gewesten een samenwerkingsakkoord sluiten.
Landbouw wordt principieel weliswaar geregionaliseerd, maar alle bevoegdheden die te maken hebben met volksgezondheid worden overgeheveld naar het federale voedselagentschap. Dat betekent dat tweederde van de ambtenaren van het ministerie van landbouw voor het federale niveau zullen werken. Minister Aelvoet wordt dus eigenlijk de nieuwe minister van Landbouw.
Ook in verband met het prijs- en marktbeleid bestaat de grootste dubbelzinnigheid. Dat beleid zou worden overgeheveld, maar eigenlijk blijft het federaal. De Raad van State zal dat bevestigen.
In onze motie roepen we de Vlaamse regering op om de onderhandelingen bij te sturen, in overeenstemming met de motie die we vorig jaar in dit parlement hebben goedgekeurd. (Applaus bij de CVP en het VB)
We zullen alleen de eerste twee moties steunen; de derde niet. Er bestaat immers een groot verschil tussen de de tekst van 5 april en de motie van die het Vlaams Parlement in dit verband heeft goedgekeurd. Bovendien zijn er nog veel onduidelijkheden. Iedereen is het daarover eens.
Telkens wanneer de oppositie een motie indient, komt de meerderheid op de proppen met een heel algemene motie waar in feite niets instaat. Op deze manier verglijden we naar het federale systeem van eenvoudige moties, dat we in het Vlaams Parlement niet hebben willen invoeren.
- De met redenen omklede motie van de heer Sarens wordt met 46 stemmen tegen 66 bij 1 onthouding niet aangenomen.
- De met redenen omklede motie van de heer Ludwig Caluwé c.s. wordt met 46 stemmen tegen 66 bij 1 onthouding niet aangenomen.
- De met redenen omklede motie van de heren Denys, Vandenbossche, mevrouw Vertriest en de heer Loones, wordt met 64 stemmen tegen 46 bij 1 onthouding aangenomen.
Ik heb me onthouden in afspraak met de heer Van Vaerenbergh.