Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de onderhandelingen met de Franse Gemeenschap betreffende het frequentieplan voor landelijke commerciële radio
Verslag
ACTUELE VRAGEN (Regl. art. 82)
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heer Decaluwe en de heer Denys tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, over de onderhandelingen met de Franse Gemeenschap betreffende het frequentieplan voor landelijke commerciële radio.
Bij monde van minister de Permentier vroeg de verbolgen Franse Gemeenschap om de intrekking van de coördinatieaanvraag die de Vlaamse Gemeenschap bij het BIPT indiende. Zonder die intrekking zou er geen sprake kunnen zijn van serene onderhandelingen. Nochtans hebben leden van de huidige meerderheid, zoals premier Verhofstadt, in volle verkiezingsperiode straffe uitspraken gedaan over de spoedige regeling van deze kwestie. Uit enkele interpellaties bleek inmiddels dat we die zelfs niet voor het einde van dit jaar mogen verwachten. Dezelfden die destijds de vorige minister van Media verweten dat hij geen vooruitgang boekte in de onderhandelingen met de Franstaligen, staan vandaag even ver.
Er blijven twee mogelijke scenario's over. De minister kan de 100 dagen van het BIPT gewoon laten lopen en eenzijdig de 67 frequenties vastleggen. Het gevolg zal zijn dat ze fel gestoord zullen worden in de onvermijdelijke etheroorlog die daarop volgt. Welk zendbereik en welk luistercomfort zullen er dan nog overblijven voor de Vlaamse gemeenschap? Het alternatief is ingaan op de vraag van de Franse Gemeenschap en de aanvraag voorlopig intrekken. Vervolgens kan men gaan onderhandelen met het oog op een goed werkend frequentieplan. Is de minister bereid dat laatste te doen?
De discussie over de frequenties is niet louter technisch, maar ook politiek : er moeten keuzes gemaakt worden in de verhouding tussen openbare, lokale en landelijk commerciële radio's. Bovendien komt ook de communautaire politiek erin naar voren. Tijdens de vorige regeerperiode deed een gelijkaardig probleem zich voor met de lokale radio's in de band tussen 102 en 107 mHz. Die werden in de grensgebieden fel gestoord door Franstalige zenders met een groot vermogen. Ondanks onze protesten - de toenmalige minister deed alles wat de procedure toeliet - deed de Franse Gemeenschap gewoon verder en trok haar coördinatieaanvraag nooit in. Ik dring er bij de huidige minister op aan daarmee rekening te houden. We mogen ons niet in een machteloze positie laten manoeuvreren.
Is de minister bereid de aanvraag niet in te trekken en door te gaan, ook al schreeuwt men moord en brand? Wie zien wel hoe het afloopt.
Bij mijn aantreden zocht ik contact met de Franstalige minister de Permentier om standpunten uit te wisselen. We probeerden een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen en het vertrouwen groeide, zoals ik in de commissie meldde.
Om de Vlaamse Gemeenschap dezelfde mogelijkheden te geven als de Franstalige in het onderste deel van de FM-band (grosso mode 87-102.4). In de middenband wordt de Franse Gemeenschap geconfronteerd met het gebruik van niet-gecoördineerde frequenties. De Raad van State schorste er al 20, maar die worden nog steeds onrechtmatig gebruikt. Op 10 januari schreef ik mijn collega de Permentier aan, met het voorstel samen bij een studiebureau een zero-base onderzoek te bestellen over de hele middenband. Het probleem is imers dat de Franstaligen ons beconcurreren met krachtige zendvermogens. Daar moet door de studie een einde aan gesteld worden. De zenders van Doornik en Ath hebben een vermogen van 1 kilowatt, terwijl dat van de zenders van Oudenaarde en Brakel slechts 100 watt bedraagt. Het zou goed zijn dat er een omvattend frequentieplan komt voor de hele middenband. Als de Franstaligen hun onrechtmatige 106 mHz-frequentie voor de RTBF in het onderhandelingspakket willen opnemen door het onderzoek uit te breiden tot de hele midden- en bovenband, is dat voor mij geen probleem.
Vandaag de rechtmatig ingediende coördinatieaanvraag intrekken, daarvan kan echter geen sprake zijn. Dat kan geen voorafgaandelijke onderhandelingseis zijn.
De Vlaamse lokale radio's en het zendcomfort van de landelijke commerciële radio zullen de eerste slachtoffers zijn. Het ware beter nog een maand te onderhandelen.
Een korte repliek : mijnheer de minister, doe zo voort en luister niet naar de heer Decaluwe.
Het incident is gesloten.