Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de noodkreet van de zwemsector wegens het tekort aan zwembaden
Actuele vraag over het schoolzwemmen dat onder druk staat
Actuele vraag over het dalend aantal publieke zwembaden
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Weyts.
De heer Warnez heeft het woord.
Collega’s, zwembaden sluiten, en niet omdat ze niet belangrijk zijn, want elke Vlaming leert daar zwemmen, niet omdat ze een eenzame plaats zijn, want we kunnen elkaar daar ontmoeten en sportclubs floreren daar, niet omdat ze niet tof zouden zijn, want het is een gezellige recreatieve plek waar iedereen van elke leeftijd zich kan uitleven. We zouden ons dan moeten afvragen waarom dan wel. Het antwoord is heel eenvoudig: gemeenten kunnen het niet langer betalen. Als ik naar mijn eigen regio kijk, zie ik zelf ook zwembad na zwembad na zwembad sluiten. De Vlaamse cijfers tonen dat ook aan. In achttien jaar is het aantal zwembaden gedaald van 378 naar 292, wat een daling van 23 procent is. Door de band genomen heeft een op de drie gemeenten een zwembad moeten sluiten.
Uit de meest recente indicatorenbevraging leren we dat ook scholen zwembaden missen. 8 procent van de basisscholen en 13 procent van de secundaire scholen blijkt niet over een zwembad te kunnen beschikken. Dat is natuurlijk onvoldoende. Het Netwerk Lokaal Sportbeleid trekt daarom aan de alarmbel in een open brief: ‘Red het zwemmen’. Die brief is gesteund door tal van organisaties, van scholen tot sportverenigingen, jeugdverenigingen en seniorenverenigingen, enzovoort.
Gemeenten worden vandaag niet structureel gefinancierd voor hun zwembaden. Er is geen parameter in het Gemeentefonds. Uiteraard is er wel subsidie in het decreet Bovenlokale Sportinfrastructuur, maar dat begint natuurlijk maar bij een grens vanaf 500.000 euro, niet-geïndexeerd en exclusief btw. Dat betekent dus dat er geen tussenkomst is in de exploitatieverliezen, dat er geen subsidies zijn voor kleine onderhoudswerken of voor wat kleinere energetische renovaties. Vandaar dat wij vragen naar een basisfinanciering van onze sportinfrastructuur voor zwemmen.
Minister, wilt u investeren in de basisfinanciering en subsidies voor kleine energetische onderhoudswerken voor gemeentelijke en stedelijke zwembaden? (Applaus bij cd&v en Open Vld)
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, veilig kunnen zwemmen, daar kan geen kind zonder. Toch is dat in het waterrijke Vlaanderen niet langer vanzelfsprekend. De problemen zijn niet nieuw, de oplossingen zijn bekend. De voorbije tien jaar zijn er negentien zwembaden gesloten. De afgelopen twee jaar zijn er zes gesloten. De energierekeningen zijn te hoog, de personeelskosten nemen toe, en steeds minder gemeenten kunnen die kostprijs dragen. U zegt graag dat het zwemwater jaar na jaar toeneemt, en toch sluiten steeds meer zwembaden. Hoe kan dat? Wel, het is heel simpel. Deze Vlaamse overheid investeert in grootschalige projecten, en dat gaat ten koste van zwembaden dichtbij.
In Vlaanderen is water natuurlijk altijd dichtbij. Veilig kunnen zwemmen is daarom geen luxe, maar de kleine gemeenten krijgen de financiering niet meer rond. De vraag die voorligt is dus eigenlijk heel simpel: willen we dat ieder kind in Vlaanderen kan zwemmen, of niet? Accepteren wij dat zwemwater steeds moeilijker te bereiken is?
Voor Vooruit is de keuze heel helder: ieder kind moet kunnen zwemmen. Bij ons is zwemmen geen luxe, het is een noodzaak. Minister, de collega heeft het al gezegd, het Netwerk Lokaal Sportbeleid uit zijn grote zorg in een open brief met de naam Red het zwemmen. Die wordt heel veel gesteund en heeft heel veel handtekeningen. Zij maken zich echt zorgen. Wat gaat u doen om zwemlessen voor ieder kind mogelijk te maken? Dank u. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Ampe heeft het woord.
Beste collega’s, dertien minuten, dat is de gemiddelde tijd die een kind per week doorbrengt in de zwemles. Dat zijn cijfers van de Universiteit Gent, en ze komen overeen met een rondvraag die ik vorig jaar deed bij de scholen. Dertien minuten. Ik weet niet wat we allemaal kunnen leren in dertien minuten, maar zwemmen alvast niet. Dat zwemlessentekort is levensgevaarlijk. Op een mooie dag zoals deze gaan mensen naar open water of naar een zwembad, en dankzij het initiatief van collega De Vroe komen er nog een heleboel bij. Maar als een kind even aan het oog van volwassenen ontsnapt, enkele minuten, dan kan het te laat zijn. Zwemlessen zijn levensreddend. Daarom trekt de zwemsector aan de alarmbel met Red het zwemmen. Ik steun hen.
Minister, zij vragen een masterplan. Hebt u een masterplan? Hoe zult u het tekort aan zwemlessen oplossen? Dank u wel. (Applaus bij Open Vld)
De heer Vandewalle heeft het woord.
Minister, ik heb vroeger nog leren zwemmen op school. Ik woonde in een relatief grote stad in Vlaanderen. Net zoals de meeste mensen had ik geen grote tuin, en al zeker geen zwembad in de tuin, om daar te leren zwemmen. Gelukkig voor mij, maar ook voor veel klasgenoten, waren er dus de zwemlessen op school.
Maar vandaag zitten we volgens experten wel met een probleem. Er zijn meer en meer kinderen die niet leren zwemmen. Wat is het probleem? Er zijn te weinig redders en te weinig zwembaden. Van een vriendin uit Antwerpen hoor ik dat haar dochter van 8 jaar nog nooit zwemles gehad heeft op school. Zij gaan deze zomer met vakantie op een camping met een zwembad, en die vrouw is bang. Ze vraagt zich af of haar dochter daar veilig kan zwemmen, want ze heeft nooit echt leren zwemmen. Dat is dus een onveilige situatie waar ze niet graag wil in zitten.
Het probleem is niet overal even groot. In villawijken waar er zwembaden zijn, zal het probleem minder groot zijn dan in buurten met appartementen waar er geen toegang is tot zwemwater. Daar zullen de mensen al zeker geen dure privélessen kunnen betalen om hun kinderen te leren zwemmen. Deze mensen zijn het slachtoffer van het feit dat we te weinig zwembaden hebben en dat de scholen, door het gebrek aan redders en zwembaden, er niet meer in slagen om kinderen te leren zwemmen.
Ik vind dat eigenlijk een beetje beschamend want we leven in een van de rijkste regio’s van Europa maar we slagen er niet in om een basisrecht, leren zwemmen en veilig leren omgaan met zwemwater, te garanderen voor al onze jongeren. Op die manier dreigen we een situatie te creëren waar leren zwemmen een voorrecht wordt van mensen die het kunnen betalen omdat we het als samenleving niet meer kunnen garanderen voor iedereen. Dan verwacht ik van de regering een beetje meer daadkracht, een beetje meer actie. Hoe gaat u zorgen dat zwemmen voor iedereen toegankelijk en bereikbaar blijft? (Applaus bij de PVDA)
Minister Weyts heeft het woord.
Goeiemiddag. Er kwam maar één probleem in de vraagstelling aan bod. Dat is enerzijds het probleem aan infrastructuur en anderzijds het aantal redders. Dat zijn twee problemen waar we momenteel mee kampen.
Wat betreft de infrastructuur is het inderdaad zo dat er de afgelopen vijftien tot twintig jaar een gestage daling is geweest van het aantal zwembaden, van de zwembadinfrastructuur. In 2019 stabiliseerde zich dat wat en nu proberen we de tegenovergestelde beweging in gang te zeten. Dat heeft ook te maken met het feit dat men in de vorige regeerperiode specifiek gefocust heeft op extra infrastructuurinvesteringen en het stimuleren van de zwembadinfrastructuur. Je weet dat er heel veel tijd zit tussen de indiening van een dossier en de uiteindelijke oplevering, daar zit een uitgesteld effect.
We hebben nu een investeringsbudget voor de zogenaamde bovenlokale sportinfrastructuur, en dat is nog nooit zo hoog geweest. We zitten nu met 185 miljoen euro in het kader van Sportspurt, wat wil zeggen dat er in de realiteit een veelvoud aan sportinfrastructuur wordt opgeleverd omdat wij – en dat is inderdaad enigszins een beperking – tussenkomen voor ongeveer 30 procent. Daar staat tegenover dat een federatie, een organisatie, een club of een lokaal bestuur nog 70 procent moet ophoesten. Net daarom sporen wij de lokale besturen steeds meer aan tot samenwerking. Het is niet meer van deze tijd dat elke gemeente een zwembadje heeft. Je moet vooral gaan samenwerken. Recent opende ik een gloednieuwe zwembadinfrastructuur, een samenwerking tussen Niel, Aartselaar en Hemiksem. ‘Top-notch’ met een beperkte infrastuur maar waar er wordt gewerkt met een tijdslot zodoende dat alle gemeenten en alle scholen aan bod kunnen komen en kunnen rekenen op die nieuwe zwembadinfrastructuur.
Die aanpak begint nu zijn vruchten af te werpen. Als je spreekt over de laatste tien jaar zien we dat er negentien zwembaden zijn gesloten, maar er zijn in die laatste tien jaar 22 nieuwe en 44 gerenoveerde zwembaden bij gekomen. Zeven projecten moeten nog worden opgeleverd, die zitten nog in de pijplijn. Je ziet dat de kentering is ingezet. Nog belangrijker: meestal levert dit ook een groter zwemoppervlakte op. Meestal gaan we, door die samenwerking naar een schaalvergroting waardoor je meer zwemwater hebt.
Wat de infrastructuur betreft, hebben we daarvoor dus de nodige middelen vrijgemaakt. Niet alleen de bouw van zwembaden is een probleem, ook de exploitatie is dat. Daarin hebt u gelijk en daarom stimuleren we ook daar tot samenwerking. Een kleine gemeente kan misschien eenmalig de kost dragen van een infrastructuur, maar de exploitatiekosten – zeker met de stijgende energiekosten – is een zware dobber. Daarom maak ik 12 miljoen euro vrij voor energiebesparende investeringen. Dat kan allerhande zijn maar het is specifiek voor zwembadinfrastructuur. Daar denk ik ligt het kalf nu vooral gebonden. Zowel voor nieuwe als bestaande infrastructuur zorgen we ervoor dat men investeringen kan doen die maximaal worden ondersteund: 12 miljoen euro met een langetermijneffect en een langtermijnwinst voor lokale besturen, federaties en clubs die zwembaden uitbaten. Die oproep wordt nu gelanceerd.
Derde element zijn de redders. Daar zitten we met een probleem. Er zijn redders genoeg. Op jaarbasis zijn er ongeveer 1100 mensen die afstuderen als gediplomeerd redder. We hebben er in Vlaanderen vandaag in totaal vijfduizend. Toch zie je in de praktijk dat er een tekort is aan redders. Dat heeft vooral te maken met het feit dat velen wel bereid zijn om nog enkele uren te presteren, maar niet in een voltijdse functie, of in een halftijdse functie, maar eerder in een beperkte vorm.
Net daarom zou het ook helpen – en die vraag hebben we ook gesteld aan de Federale Regering – om ook in die sector te zorgen voor de mogelijkheid van flexi-jobs, dus mensen die enkele uren willen presteren. We hebben zo'n vijfduizend gediplomeerden, een ongelooflijke reserve dus, maar een reserve die al te weinig wordt aangeboord, eenvoudigweg omdat men het niet ziet zitten om nog enkele uren additioneel, boven op de job, te gaan presteren om daar dan zwaar voor afgestraft te worden door de fiscus. Vandaar ook de vraag – en ik hoop dat men die kan ondersteunen – om voor deze sector ook flexi-jobs mogelijk te maken.
Zodoende kunnen we, door die combinatie van factoren, komen tot meer zwembadinfrastructuur, door de investeringen die we doen met onze Sportspurt, die 185 miljoen euro; en zorgen dat er geïnvesteerd wordt in energiebesparing, 12 miljoen euro; en dat potentieel van vijfduizend redders maximaal aanboren. We willen het gebruik van het diploma aanlokkelijk en verleidelijk maken, ook al is het maar voor enkele uren per week. Zo mobiliseren we, in samenwerking met andere overheden, zowel de lokale als federale overheden. (Applaus bij de N-VA)
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, gemeenten laten samenwerken is logisch. Anderzijds mogen we niet gewoon zeggen tegen de gemeenten dat ze met hun klak de tour moeten doen van de gemeenten rondom hen om hun zwembad te betalen. Ik denk dat we als Vlaanderen zelf initiatief moeten nemen. Het is goed dat u veel investeringsbudget vrijmaakt, 185 miljoen euro.
Anderzijds las ik dit weekend in de krant – bij collega Tiebout, maar hij is er nu niet – dat er 60 procent minder investeringen in sport zijn op lokaal niveau, en dat er dus minder subsidies worden aangevraagd in het kader van bovenlokale sportinfrastructuur. Dus de gemeenten komen niet tot bij u. Ik heb die cijfers gezien, die stonden in de krant. U kent collega Tiebout ook goed. Als hij iets zegt, zal dat wel waar zijn.
Vandaar de vraag: hoe rijmt dat dan? Ik denk dat ik het weet, minister. 500.000 euro als minimumdrempel is veel te hoog. Als u een investering wilt doen in uw zwembad, een warmte-krachtkoppeling (wkk) installeren, kan dat ervoor zorgen dat uw elektriciteitsfactuur naar beneden gaat. Voor een zwembad met gewone dimensies kost dat 200.000 tot 250.000 euro, maar in het huidig subsidiebeleid krijg je daar vandaag 0 euro subsidie voor, want je moet een minimuminvestering doen van 500.000 euro. Ik denk, minister, dat u die drempel het best wat verlaagt.
Ik heb een specifieke vraag, voorzitter, als het gaat om die 12 miljoen euro voor die energetische investeringen: wat is daar de minimumdrempel? Zullen we daar ook kleine investeringen mee kunnen doen? (Applaus bij cd&v en van Willem-Frederik Schiltz)
Mevrouw Lambrechts heeft het woord.
Voorzitter, de minister is tevreden met het beleid van de minister: grootschalige projecten, geen nabijheid, tijdssloten en schaalvergroting. Minister, wees gewoon eerlijk: zwemwater wordt voor heel wat kinderen gewoon een luxe. Voor gemeenten wordt het uitbaten van een zwembad vaak onbetaalbaar, ook al betaalt u een beetje bij. Kleine gemeenten, maar ook plattelandsgemeenten, zijn hier letterlijk het kind van de rekening. Misschien kunt u dat eens gaan uitleggen aan de kinderen die dolgraag willen leren zwemmen, aan de ouders die ongerust zijn voor de veiligheid, aan de zwemclubs die met wachtlijsten zitten, soms met meer dan honderden kinderen. U kunt er dan de zin herhalen dat het niet meer van de tijd is dat zwembaden dichtbij zijn. Wel, voor ons is het wel van de tijd. Zwemmen is te belangrijk. Zwemmen is geen luxe. Leren zwemmen is nodig voor de veiligheid.
Ik heb nog volgende vraag: accepteert u dat deze regering eigenlijk de toegankelijkheid van dat zwemwater verder laat afnemen, en dat het veilig zwemmen voor hen geen prioriteit is? (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)
Mevrouw Ampe heeft het woord.
Minister, u hebt terecht gewezen op het tekort aan redders. Er zijn 177.000 werkzoekenden in Vlaanderen. Misschien kunt u even samenzitten met uw collega, minister van Werk Jo Brouns. Ik ben er zeker van dat er onder die 177.000 mensen toch een aantal potentiële redders te vinden zijn.
De heer Vandewalle heeft het woord.
Minister, het is een beetje een constante, welke vraag ik hier ook kom stellen over een wachtlijst, over een tekort: het is altijd “een erfenis van het verleden, maar nu zijn we fantastisch bezig”. (Opmerkingen bij de N-VA)
Het was de vorige regering die niet genoeg geïnvesteerd heeft of die voordien, of misschien de regering toen de N-VA nog niet in de regering zat. Dat is de regering die het probleem veroorzaakt heeft, maar het is nooit deze regering. Die is fantastisch bezig en we gaan wel zien in de toekomst dat het beleid zal werken.
U zegt hier een beetje lacherig dat een zwembad in elke gemeente niet meer van deze tijd is. U zegt dat als een soort dogma, alsof het een natuurwet is dat er geen zwembad in elke gemeente kan zijn. Ik zou niet weten waarom. In plattelandsgemeenten waar er geen openbaar vervoer is, is dat zwembad nodig. In grote steden zijn er meer zwembaden nodig. Daar zijn al zwembaden, maar er zijn er meer nodig. Het probleem is niet dat we dat op een andere manier moeten structureren. Het probleem is dat er te weinig publieke zwembaden in Vlaanderen zijn. Ik heb nog geen duidelijk plan gehoord voor hoe we dat aantal gaan verhogen. (Applaus bij de PVDA)
De heer Muyters heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik wil een onderdeel specifiek ondersteunen, namelijk het pleidooi voor intergemeentelijke samenwerking. Ik heb in het zuiden van Antwerpen, waar ik woon, twee goede voorbeelden. U hebt er al één aangehaald, dat van Aartselaar, Hemiksem en Niel. Maar er is nog een tweede: Mortsel, Edegem, Hove en Borsbeek. Eigenlijk heb je daar alleen winnaars bij. Er zijn dan misschien minder zwembaden – wij hebben in Edegem het instructiebad van 12 meter gesloten –, maar we hebben nu voor onze kinderen en onze sportievelingen een prachtig zwembad in Mortsel. Het nodigt uit om te gaan zwemmen, het is beter voor de zwemmers. Het is goedkoper in de bouw – dat is het tweede punt – en goedkoper in de uitbating. Ik denk dat er alleen maar troeven zijn om op die manier aan het werk te gaan. Daarbovenop krijg je dan nog de ondersteuning vanuit Vlaanderen. Minister, ik wil vooral vragen: kunt u met Sport Vlaanderen die goede voorbeelden nog meer in de markt zetten, zodat die eens kunnen inspireren naar andere steden en gemeenten om eenzelfde voorbeeld te vormen en op die manier winners te creëren? (Applaus bij de N-VA)
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister, het dalend aantal publieke zwembaden als gevolg van de stijgende kosten voor het onderhoud is natuurlijk vooral nefast voor het schoolzwemmen. We zien dat in gemeenten waar het zwembad wel nog opengehouden wordt, de kostprijs die aan de scholen doorgerekend wordt, flink stijgt. We zien ook dat de gemeentelijke subsidies voor vervoer tussen school en zwembad drastisch ingeperkt worden, wat voor veel scholen in landelijke gemeenten ook een zware dobber blijkt te zijn.
Natuurlijk is het voor bepaalde lokale besturen ook een kwestie van budgettaire prioriteiten en van kerntaken. We kunnen dan discussiëren of zwemmen een basisrecht is. Maar eigenlijk is het in dezen logisch dat als Vlaanderen via eindtermen de scholen oplegt dat ze leerlingen moeten leren zwemmen, het ook voldoende middelen moet voorzien om voldoende publieke zwembaden open te houden en vooral betaalbaar te houden. Minister, ik hoor u hier wel verschillende zaken naar voren brengen, onder andere over investeringen in energiebesparende maatregelen, maar ik blijf me toch wel afvragen op welke manier u deze problematiek ten gronde wilt aanpakken zonder de lokale besturen te gaan overbelasten.
De heer Annouri heeft het woord.
Collega’s, dank voor jullie heel belangrijke vraag. Ik weet niet of ze het fijn vindt dat ik het hier zeg, maar mijn schoonzus kan niet zwemmen. Ze heeft schrik als ze met mijn neefje voorbij een gracht wandelt of in de buurt van een zwembad komt. Mijn neefje krijgt geen zwemles. Wat doet ze? Ze brengt hem naar de privézwemles. Dat kost best wat geld, dat is elke zondag want ze wil dat hij kan zwemmen, zodat hij niet zoals zij schrik zal hebben als hij in de buurt van water komt. Dat kost haar 1000 tot 1500 euro op jaarbasis. Minister, dat kan niet de bedoeling zijn, omdat natuurlijk in de eindtermen staat, en ik haal het letterlijk uit de eindtermen: “De leerlingen voelen zich veilig in het water en kunnen zwemmen.” Daar moet het onderwijs mee voor zorgen.
We hebben het hier al gehad over het tekort aan plaatsen, dat er meer infrastructuur moet komen, maar u zegt dat niet elke gemeente een zwembad moet hebben. Maar diezelfde scholen hebben ook al vaker aangeklaagd dat een van de redenen dat dat moeilijk is, net die steeds duurder wordende verplaatsing naar andere zwembaden is, dat dat te veel geld kost, waardoor scholen daarin schrappen. Minister, als u enerzijds het spoor van meer infrastructuur hebt, gaat u ook iets doen aan dat ander spoor, meer ondersteuning voor de transportkosten die stijgen, zodat meer scholen daar gebruik van kunnen maken? (Applaus bij Groen)
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u wel, misschien punctueel: wat betreft de minimumdrempel, wordt er alleszins in het kader van de oproep voor 12 miljoen euro die we gaan lanceren geen minimumdrempel voorzien. Wat betreft de andere gelden, is de drempel 500.000 euro. Tot mijn spijt zit je daar wel heel snel aan, zelfs gewoon in het kader van een simpele renovatie. We hebben nu 44 dossiers die allemaal boven dat bedrag gaan. Spijtig genoeg moet je in het kader van zwembadinfrastructuur niet veel inspanningen doen om boven dat bedrag te gaan uitstijgen. Meestal gaat het effectief om een fikse investering. Als je aan die drempel iets zou doen, denk ik dat het in de praktijk weinig zal wijzigen.
We communiceren met Sport Vlaanderen richting de lokale besturen om die goede praktijken en die goede samenwerkingsvormen veel meer voor het voetlicht te plaatsen. Dat is zinvol. Hoe kan men via standaardmodellen, via standaardtemplates als het ware, een samenwerkingsovereenkomst sluiten tussen gemeenten onderling? Dat communiceren we met Sport Vlaanderen richting de gemeenten. Daarbij geven we ook nog iets anders mee: nieuwe zwembadinfrastructuur, daar hoeven geen zeven glijbanen en speeltuigen allerhande mee gepaard te gaan, want dat is natuurlijk vaak een oplopende factuur vandaag de dag. Ook daar is de boodschap, zoals in het voorbeeld van – let nu goed op – Brakel: zorg voor een nieuwe zwembadinfrastructuur zonder al te veel franjes, zonder glijbanen. Dat levert minder kosten op, minder redders en ook de exploitatiekost daalt zienderogen.
Wat het alternatief betreft, de 177.000 redders. Ik heb net gezegd dat we er geen 177.000 nodig hebben. We hebben er vandaag vijfduizend en dat is eigenlijk meer dan genoeg. Alleen, als je hen wilt stimuleren om het diploma dat ze behaald hebben ook te gaan gebruiken, volstaat het gewoonweg om ook flexi-jobs mogelijk te maken voor deze categorie. Dat vergt gewoon de invoeging van één woordje in een federale regelgeving en klaar is Kees. Die vijfduizend kunnen worden gemobiliseerd en gaan een centje bijverdienen. Dat komt zelfs de federale kas ten goede. Men heeft de flexi-jobs ingevoerd voor de zorgsector, maar men wilde dat tot mijn spijt niet doen voor het onderwijs. Dat gaan we nog bespreken op het Overlegcomité. Voor de zorg heeft men dat ingeschreven als een budgettaire meerinkomst. Het levert geld op voor de federale begroting, dus zou ik dat vooral doen voor onderwijs en zeker ook voor sport.
Ik sla een bruggetje naar onderwijs. De eindtermen en de minimumdoelen zijn in dezen correct voorgelezen. Ik heb de onderwijsinspectie een tijdje terug de opdracht gegeven om een doorlichting te doen. Wat is de stand van zaken? De onderwijsinspectie heeft vastgesteld dat geen enkele school die zij ter zake heeft onderzocht, niet aan de realisatie van die minimumdoelen toekwam. Er werd wel op gewezen dat men als onderwijs inderdaad de plicht heeft om in het basisonderwijs minimum één leerjaar gratis zwemlessen te organiseren, inclusief het transport voor alle duidelijkheid – dus niet alleen de kosten voor het zwemmen, maar ook voor het transport. Wat de andere leerjaren betreft, wordt dat aangerekend aan de ouders op grond van een bijdrage, maar die zit vervat in de maximumfactuur. Die maximumfactuur wordt ter linkerzijde bij dezen herhaaldelijk bejubeld, maar in dezen vormt het echt een rem. Het vormt een rem op onderwijskwaliteit, een rem op zwemmen, want er zit een plafond op. (Opmerkingen bij Groen)
Ze moeten de bijdragen … Gelet op de oplopende kosten die worden gevraagd door de zwembaden, wat evident is, door de energiekosten die oplopen. Zo’n maximumfactuur leidt soms toch ook wel tot enige beperkingen en enige remmende factor. Maar er is zeker potentieel. We gaan extra investeren. Het aantal leden van de Zwemfederatie is de afgelopen tien jaar fors toegenomen. We zitten nu aan 52.000 leden, dat is een toename op tien jaar tijd van ongeveer 30 procent of zelfs meer, denk ik. Er is dus absoluut potentieel. Dat potentieel willen we absoluut aanboren. Het is niet zo dat ik verwijs naar een vorige regering. Een vorige regering is net gestart met het inzetten van de tegenbeweging. Daar zit natuurlijk een uitgesteld effect op, want zulke investeringen vergen tijd. Alleen al de indiening van een dossier en de tijd die vervolgens verloopt tot de oplevering, daar zitten wel wat jaren tussen. Momenteel open ik zwembaden die nog goedgekeurd en gesubsidieerd zijn door mijn voorganger, minister Muyters. Dat is nu eenmaal de realiteit, maar je ziet dat er nog heel wat in de pijplijn zit. De afgelopen tien jaar waren er 66 dossiers, in het kader van zwembaden 22 nieuwe infrastructuurdossiers en 44 renovaties, maar ook daar serieus hoge bedragen. Het zijn grote investeringen die dikwijls leiden tot een verruiming van de zwembadinfrastructuur, een vergroting van de oppervlakte.
Dus we gaan dat nog stimuleren met extra budgetten die we ter beschikking hebben, namelijk 185 miljoen euro via Sportspurt en 12 miljoen euro die we investeren in energiebesparende maatregelen, en dan ook nog eens door ervoor te zorgen dat wat betreft de redders we hopelijk kunnen rekenen op een samenwerking met de Federale Regering. Dan kunnen we hier een sterk verhaal neerzetten
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, u hebt gelijk dat niet elk zwembad acht glijbanen moet hebben. Dat is volledig terecht uiteraard. Maar het zijn natuurlijk niet die zwembaden die per definitie sluiten. Het zijn ook kleinere zwembaden. Ik geef het voorbeeld uit mijn regio: in Gistel zagen we twee jaar geleden een redelijk eenvoudig zwembad sluiten wegens een exploitatieverlies van 360.000 euro en de gemeente wil dat niet meer dragen. Er waren grote infrastructuurkosten nodig. Het gevolg is dat de kinderen van Gistel nu naar Middelkerke moeten. Men kan zeggen: goed nieuws, intergemeentelijke samenwerking. Maar daar is niet genoeg plaats en het is een stuk duurder want men moet ernaartoe rijden et cetera, et cetera. Het gevolg is dat men nog maar half zo vaak gaat zwemmen. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Ik weet het. Daar gaat men nu zwemmen tegen een hoger tarief en het duurt allemaal wat langer. Ik vind het dus goed dat die minimumdrempel naar beneden gaat. Ik geloof er echt in, minister, dat we voor die kleinere zwembaden die in landelijk Vlaanderen nodig zijn, de drempels naar beneden moeten halen. Dan kan men als gemeente verstandig, stap voor stap, investeren, het ene jaar in een warmte-krachtkoppelingsinstallatie (wkk), het volgende jaar in iets anders en het jaar daarop misschien in een studie over betonrot. Ik denk dat u daar werk van kunt maken en dat de sector daar vragende partij voor is.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, dank u wel. Kunnen zwemmen is geen luxe en dat is zeker niet de schuld van de maximumfactuur. Niemand hier heeft glijbanen gevraagd. Wij vragen gewoon: leren zwemmen. Scholen die hun kleine zwembaden in de buurt zien verdwijnen, moeten nu betalen voor ofwel een privébus, zeer duur, of men moet het openbaar vervoer nemen maar we weten goed dat op heel veel plaatsen heel weinig bussen rijden. De wachtlijsten om te zwemmen, nemen enkel toe. Ondertussen sluiten steeds meer zwembaden in kleinere steden en op het platteland. De enige conclusie die men kan trekken, is dat het met deze Vlaamse Regering voor die mensen niet verandert. Het is echt een probleem. Er zijn steeds warmere zomers. Ieder kind moet zich veilig kunnen voelen en iedereen wil het water opzoeken. Er is dus maar één conclusie: deze Vlaamse Regering ziet veilig zwemmen helemaal niet als prioriteit. (Applaus bij Vooruit en de PVDA)
Mevrouw Ampe heeft het woord.
Minister, ik zou u heel graag willen danken om een liberale uitvinding, de flexi-job, te ondersteunen. En ja, ook wij zouden dat graag zien voor de redders. Dat is een goed idee. Al wie het zwemmen vooruit wil helpen, zou dat moeten steunen. (Opmerkingen)
Als het iedereen menens is, ook aan de linkerzijde, steun dat voorstel dan. Dat is een goed idee. Dank u wel.
Ik kom tot de glijbanen. Minister, de soberste oplossingen zijn niet altijd de slimste. Als u een zwembad rendabel wilt houden en de goedkoopste prijs wilt voor het schoolzwemmen, dan hebt u er alle belang bij dat er in het weekend heel veel volk komt zwemmen dat langs die glijbaan in het zwembad springt en een duurdere prijs betaalt zodat het schoolzwemmen goedkoper is. Ik zou daar goed over nadenken, want goedkoop is heel vaak duurkoop. (Applaus bij Open Vld)
De heer Vandewalle heeft het woord.
Minister, een nieuw excuus in een al zeer lange lijst vol absurde maar, toegegeven, steeds meer creatieve excuses van deze Vlaamse Regering: het is de schuld van de maximumfactuur. Steeds minder kinderen leren zwemmen. De sector waarschuwt dat zwemmen een elitaire sport wordt. Het wordt een voorrecht om te leren zwemmen en uw oplossing is om de ouders meer te laten betalen om te gaan zwemmen. Dat is uw oplossing voor het probleem. Minister, dat is geen oplossing, dat is het probleem erger maken.
Ik heb niets tegen glijbanen, minister, echt waar. Ik ben een grote fan van glijbanen. Maar het probleem is dat de publieke zwembaden afgeschaft worden en vervangen worden door private zwembaden die inzetten op glijbanen en die alleen maar duurder worden. Dat is het probleem. U doet niets aan dat probleem. Als we de cijfers bekijken, is dat de realiteit. Collega's, al jaren en jaren daalt het aantal publieke zwembaden en stijgt het aantal private zwembaden. Dus dreigen wij een volledige generatie kinderen te hebben die niet of gebrekkig leert zwemmen omdat deze regering nalaat om haar verantwoordelijkheid te nemen. (Applaus bij de PVDA en Groen)
De actuele vragen zijn afgehandeld.