Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de actualisering van het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030.
Het debat is geopend.
U kent de spelregels. Om te beginnen krijgt elke fractie drie minuten zonder onderbrekingen. Nadien krijgt de regering samen tien minuten. Vervolgens krijgt elke fractie opnieuw drie minuten, maar dan wel met onderbrekingen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Gerommel in de marge, dát, beste Vlaamse Regering, is jullie antwoord op de klimaatuitdaging. Duizenden Vlamingen maken dag in, dag uit bewust keuzes voor een beter klimaat. En deze Vlaamse Regering laat hen in de steek.
Het Vlaamse klimaatbeleid is er keer op keer een van zo weinig mogelijk en liefst nog een beetje minder, terwijl jullie zouden moeten gaan voor meer en voor beter. Wat jullie prioriteit vandaag zou moeten zijn, is het herstellen van de natuur, het hernieuwen van de energie, het herdenken van onze mobiliteit en het heruitvinden van onze economie. Vier dingen die jullie zouden moeten doen, vier dingen die jullie weigeren.
En we kennen de oplossingen. Het enige wat ontbreekt, is vijf minuten politieke moed.
Ik begin met natuur. Natuur is onze goedkoopste en efficiëntste bondgenoot. Groen zorgt voor propere lucht, voor bescherming tegen de hitte, tegen de droogte, tegen overstromingen, en het is nog goedkoop ook. En toch komt er geen betonstop, zijn we niet massaal aan het ontharden en voeren jullie oppositie tegen de Natuurherstelwet, terwijl jullie die zouden moeten omarmen.
En dan is er energie. Maak toch werk van die zonnesprint. Het is mij een raadsel waarom er niet op elk dak in Vlaanderen een zonnepaneel ligt. Maak werk van meer isolatie, want de energie die er nu is, stroomt langs ramen en deuren naar buiten. Heel wat mensen, en vooral de kwetsbaren, wonen in energieverslindende woningen. En wie geen startkapitaal heeft, beste Vlaamse Regering, heeft niets aan de renovatiepremie waar jullie nu mee zwaaien.
Ten derde is er de mobiliteit. Maak van de ecologische keuze de meest logische en de goedkoopste. Maar jullie doen geen forse investeringen in de fiets of het openbaar vervoer. Je zult maar afhankelijk zijn van een bus die er nooit is of je leven wagen op een moordstrook elke dag. Jullie steken liever budgetten voor mobiliteit in verlieslatende luchthavens, dan in vlotte en veilige en goedkope mobiliteit voor iedereen.
En tot slot is er de economie. Van een vervuilende wegwerpeconomie zouden we moeten evolueren naar een propere en gezonde economie met hergebruik als inzet. Dus, stop met subsidiëren van de vervuilende industrie, en maak werk van die propere industrie. Maak een plan voor landbouw, want vandaag is er geen enkele bindende ambitie om de methaanuitstoot van die 2,4 miljoen winderige koeien af te bouwen.
Collega’s, 47 procent minder uitstoot vond deze Vlaamse Regering alvast veel te veel. Dat weten we. Maar ik doe jullie een voorspelling: de 40 procent die jullie nu met jullie plan vooropstellen, zullen jullie ook niet halen. Jullie hebben de kennis en de macht om op grote schaal het verschil te maken, maar lef en ambitie, dat hebben jullie niet. (Applaus bij Groen en van Kim De Witte)
De heer D’Haese heeft het woord voor de PVDA-fractie.
Beste regering, vandaag nog komt het nieuws dat de 1,5 graden, de fameuze doelstelling die gesteld werd op de klimaattop in Parijs, waarschijnlijk al binnen de komende vijf jaar zal worden bereikt. Klimaatverandering gaat steeds sneller en in dit akkoord ontbreekt elke ambitie om daar iets aan te doen. Dit akkoord maakt dat opnieuw duidelijk.
We hebben vier ministers van Klimaat in dit land, maar nul klimaatbeleid, en al helemaal niet in Vlaanderen. Minister Demir, u bent minister van Klimaat, maar zeg dan toch gewoon dat het u niet interesseert. Zeg dat het u niet interesseert dat het overstroomt in Noord-Italië. Zeg dat het u niet interesseert dat de mensen op de vlucht moeten gaan voor bosbranden en overstromingen. Zeg dat het u niet interesseert dat onze planeet onleefbaar dreigt te worden. Maar kom ons niet vertellen dat dit non-beleid iets aan de klimaatverandering zal doen. De ambitie moet echt fors omhoog, anders gaan we er niet geraken.
Mevrouw Demir, u noemt uw plan verstandig, met een bijdrage van alle sectoren, zonder sociaal bloedbad. Maar eigenlijk doet u met dit klimaatplan net hetzelfde als wat u de Europese Unie verwijt: u schuift de factuur gewoon door.
Vijf multinationals vervuilen in dit land evenveel als alle gezinnen samen. En naar wie schuiven jullie de factuur van het klimaatbeleid weer door? Opnieuw naar de burger. De Vlaamse Regering komt zeggen dat de mensen peperdure elektrische wagens moeten kopen en dat ze hun huis moeten renoveren. En die grote vervuilers? Die krijgen van jullie miljoenen en miljoenen euro's subsidies. Zouden we dat geld misschien niet beter investeren in, ik zeg maar iets, hernieuwbare energie, om echt iets te doen aan het klimaat, en intussen die grote vervuilers echt laten vergroenen? Als jullie de werkgelegenheid zouden willen beschermen, beste ministers, dan zetten jullie verder in op die ambitie. Want anders worden onze bedrijven gewoon de markt uit geconcurreerd op wereldniveau. Als jullie onze jobs willen beschermen, dan investeren jullie veel meer in hernieuwbare energie, want anders kunnen die bedrijven binnenkort niet meer draaien. Als jullie de werkgelegenheid willen beschermen, dan moet de ambitie zwaar omhoog.
Jullie moeten ook alternatieven en maatregelen bieden die het voor mensen mogelijk maken om deel uit te maken van de oplossing. Daar ontbreekt het vandaag totaal aan. Dingen opleggen en dingen verbieden, daar is deze regering goed in, dat is geen enkel probleem, maar de mensen oplossingen bieden …
Neem nu mobiliteit. We staan allemaal stil in de file. Diesel en benzine zijn peperduur, we betalen ons blauw aan taxen. Wat wil deze Vlaamse Regering daaraan doen? Ons verplichten om elektrische auto’s te kopen. Wie zich zo’n nieuwe elektrische auto kan veroorloven, krijgt binnenkort een premie en een laadpaal voor de deur. Daar is geld voor. Maar wie de bus pakt, moet altijd maar meer betalen voor altijd maar minder dienstverlening en mag al blij zijn dat er überhaupt nog een bus opdaagt aan de halte. Misschien moeten we daar toch eens meer in investeren.
Dit klimaatplan gaat ver onder de lat, pest gewone burgers en biedt geen alternatieven. Ik stel voor dat jullie gewoon opnieuw beginnen. (Applaus bij PVDA)
De heer Gryffroy heeft het woord.
Geachte regering, beste collega’s, voor de linkse oppositie gaat het vernieuwde Vlaamse Energie-en Klimaatplan alweer lang niet ver genoeg. Nochtans zouden ze beter moeten weten, zelfs verheugd moeten zijn omdat Vlaanderen het beter doet dan de andere entiteiten waar Groen toch mee aan het bestuur zit.
Collega’s, klimaatbeleid is niet alleen toeteren over doelstellingen en percentages, voor ons is klimaatbeleid het nemen van concrete en pragmatische maatregelen en monitoring. De Vlaamse Regering nam al in 2019 en 2021 ontelbare concrete maatregelen en ook nu heeft de Vlaamse Regering opnieuw die ambitie, en dat alles, collega’s, zonder een sociaal bloedbad aan richten. Een klimaatbeleid dat niet sociaal is, is geen klimaatbeleid. Ja, collega’s, Vlaanderen staat inderdaad op de derde plaats van alle regio’s of landen als het gaat over geïnstalleerd windvermogen per duizend inwoners, of als het gaat over geïnstalleerd PV-vermogen per duizend inwoners. De andere entiteiten, waar, zoals gezegd, Groen toch mee aan het stuur zit, zitten ergens in het midden van het peloton. Ja, de Vlaamse renovatiestrategie is de op een na beste van Europa en ja, België haalde zijn energie-efficiëntiedoelstellingen in 2020 maar voornamelijk dankzij Vlaanderen. Vlaanderen deed het beter dan voorzien, wat dus automatisch betekent dat de andere entiteiten, waar Groen toch mee aan het stuur zit, het slechter deden.
En ja, met ons gebouwenbeleid staan we veel verder en gaan we sneller dan de ambities van het Europees Parlement. Terwijl in Vlaanderen vanaf 2025 alle nieuwbouw fossielvrij dient te zijn, schuift de Europese Unie 2028 naar voren. Terwijl in Vlaanderen hernieuwbare-energieproductie bij nieuwbouw en ingrijpende renovaties vandaag al verplicht is, schuift de Europese Unie 2028 naar voren voor nieuwbouw en 2032 voor renovaties. Terwijl in Vlaanderen alle nieuwe eigenaars hun gebouw dienen te renoveren tot minimaal energielabel B, wil de Europese Unie dat voor woningen tegen 2033 en voor andere gebouwen tegen 2030. We gaan dus sneller dan wat Europa voor ogen heeft.
Nog sneller en nog ambitieuzer gaan zou ertoe leiden dat de Vlaming afhaakt. Dat kan en mag niet de bedoeling zijn. We moeten vermijden dat klimaatbeleid de koopkracht van de gezinnen en de concurrentiepositie van de bedrijven ondermijnt. Ja, we hebben ons altijd verzet tegen de 47 procent reductie. België en de andere entiteiten, waar Groen mee in het bestuur zit, duidelijk niet. Dat is hun keuze. Ik wens ze alle succes om ook alle maatregelen te vinden die zouden moeten leiden tot hun 47 procent reductie. Wij, Vlaanderen, vinden 47 procent CO2-reductie en 12 procent meer hernieuwbare energie tegen 2030 wel ambitieus, maar neen, collega’s, wij willen geen rood sociaal bloedbad. Vlaanderen zorgt voor een globaal plan dat technisch haalbaar, financieel betaalbaar en systeemtechnisch betrouwbaar is. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Van Rooy heeft het woord.
Het amateurisme en het opportunisme van deze Vlaamse Regering zijn dermate groot dat wij vandaag debaturen tekortkomen. Het was vandaag inderdaad een hartverscheurende keuze tussen het erbarmelijke onderwijsniveau, de klimaathysterie en natuurlijk de vriendjespolitiek op de kabinetten van enkele Vlaamse ministers. Het kan dus niet verbazen dat uit nieuw onderzoek blijkt dat de ontevredenheid over deze Vlaamse Regering groter is dan ooit tevoren. Dat was dan nog voor bekend werd dat minister van Klimaat en Regelneverij Zuhal Demir aan haar eigen stad Genk een klimaatsubsidie geeft van 60.000 euro, onder andere om een gebrek aan groen en illegale tuinpaadjes op te speuren in mensen hun privétuintje. Wie wordt betrapt, riskeert een gerechtelijke procedure en een boete. Dat is de orwelliaanse big brother-overheid anno 2023. Minister van subsidiestromen Matthias Diependaele kan die 60.000 euro voor dit verwerpelijke ecocommunisme toevoegen aan zijn nog altijd veel te lange susbsidieregister van maar liefst 17,8 miljard euro.
Maar niet getreurd, want maandag zei minister Demir doodleuk in ‘De afspraak’: “We hebben heel veel budgetten, en die budgetten raken nooit op.”
Met een verhoging van min 32,6 procent naar maar liefst min 40 procent CO2-reductie tegen 2030 is dit zoveelste klimaatplan nog onrealistischer en nog duurder dan het vorige, terwijl Vlaanderen nota bene instaat voor amper 0,18 procent – ik herhaal, 0,18 procent – van de wereldwijde CO2-uitstoot. Ook dit nieuwe klimaatplan zal dus geen meetbare en alleszins een verwaarloosbare impact hebben op het klimaat. Het zal echter wel een fundamentele impact hebben op de portemonnee en de keuzevrijheid van de Vlamingen. ‘Keuzevrijheid’, ‘mensenmaat’ en ‘geleidelijk’ staan niet in het woordenboek van deze Vlaamse Regering. Die fameuze zogenaamde energietransitie moet blijkbaar steeds sneller en dus onder dwang gebeuren. De stookolieketel, de gasketel en de brandstofwagen worden simpelweg verboden, en wat niet wordt verboden, wordt dan verplicht, zoals de elektrische warmtepomp, de digitale meter en het renoveren van je privéwoning. Ook de elektrische wagen zal de facto worden verplicht. Dit beleid van drastische CO2-reductie en razendsnelle gedwongen elektrificatie zal autorijden, verwarmen, bouwen, wonen, met het vliegtuig reizen en voeding duurder maken. Omdat het elektriciteitsnet dit alles niet aankan, werd reeds het voor vele gezinnen duurdere capaciteitstarief ingevoerd, en straks – dat is nu bekend geworden – zullen de nettarieven stijgen, met zelfs 80 procent. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Minister Demir, in ‘De afspraak’ zei u dat mensen boos zijn omdat politici van alles beloven, maar het tegenovergestelde doen. Wel, in dit geval, in het geval van dit klimaatbeleid zijn mensen boos omdat ze worden opgezadeld met steeds meer regelneverij en steeds hogere kosten. Dit klimaatplan maakt het leven van de Vlamingen minder vrij en duurder, en daarvoor passen wij. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Bothuyne heeft het woord
Voorzitter, collega’s, ik zou mijn betoog willen starten met een krantenkop van vandaag. In De Standaard stond: “Economie groeit, uitstoot daalt”. Dat is een heel simpele titel, die eigenlijk de essentie van de uitdaging waarvoor we staan, heel goed samenvat. We zijn op dit moment een ontkoppeling aan het realiseren tussen onze economische groei en de strijd tegen klimaatverandering. De economie groeit, de welvaart groeit, het welzijn stijgt en de uitstoot daalt. Dat is de uitdaging waar we voor staan, en ook in België wordt dat op dit moment gerealiseerd door onze gezinnen, onze bedrijven en onze overheden. We blijven dus zeker niet achter. Kijk maar naar de cijfers van de buitenlandse investeringen in Vlaanderen. Minister-president, die pieken op 5,3 miljard euro. De koopkracht van de werknemers steeg hoger dan elders in Europa. Dit zijn feiten, dit zijn cijfers die eigenlijk twee hardnekkige mythes qua klimaatbeleid volledig ontkrachten.
De eerste is de groene mythe van ‘degrowth’: we moeten allemaal ontgroeien. Minder welvaart, minder welzijn: dat is de redding van ons klimaat. Dat is het groene recept. Collega Vaneeckhout bestond het zelfs om een tijdje terug in de krant te beweren dat de planeet binnen zeven jaar zal vergaan. Als het gaat over het aankweken van apathie, het afstoten van mensen om mee te gaan in deze klimaattransitie, dan heeft collega Vaneeckhout alvast een eerste prijs verdiend. Het is pure bangmakerij en het helpt ons absoluut niet vooruit. Het is bovendien helemaal niet wat de wetenschap zegt.
De tweede mythe is die van de klimaatvertragers. Collega Van Rooy is net van dit spreekgestoelte verdwenen. Dat zijn de mensen die beweren dat elke klimaatmaatregel onhaalbaar, onbetaalbaar en gewoon ronduit ondraaglijk is. Ik denk dat dat de heel zwarte mythe is qua klimaatbeleid, en ook die wordt door deze cijfers doorprikt, denk ik.
We nemen met deze Vlaamse Regering krachtige maatregelen, waarbij we tegelijk onze industrie en onze voedselproductie kansen geven en sterker maken, om zowel economisch als ecologisch het verschil te maken. Tegelijk zorgen we er met gerichte maatregelen voor dat de meest kwetsbaren meekunnen in de transitie waar we voor staan. Onze bedrijven hebben dat goed begrepen. Alleen al de jongste week las u in de pers cijfers over een record qua investeringen in batterijen, over recordinvesteringen in zonnepanelen, over recordinvesteringen in snellaadinfrastructuur en zo verder.
Sommigen zullen zeggen dat we te weinig doen. Ik denk dat de Vlaamse benadering met concrete en becijferde maatregelen in schril contrast staat met de benadering in Wallonië en Brussel, waar vlotjes wordt meegedaan aan het wereldkampioenschap ambitie, maar waar de concrete maatregelen al te vaak achterwege blijven. Vlaanderen gaat voor 40 procent, maar Vlaanderen is, tot spijt van wie het benijdt, in dit land niet alleen bevoegd voor het klimaat. Natuurlijk heeft ook de federale overheid een verantwoordelijkheid en we rekenen erop, minister, dat u samen met uw federale collega's effectief die 47 procent die België wil gaan realiseren, ook zult realiseren. Het federale aandeel dat in haar klimaatplan vervat zit, zal ervoor zorgen dat ook in Vlaanderen reductie wordt bewerkstelligd, waardoor Vlaanderen en België mee koplopers kunnen zijn in de klimaatstrijd die we allemaal samen voeren. (Applaus bij cd&v en Open Vld)
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, welkom bij het actuadebat over het Vlaams Energie- en Klimaatplan. Ik had het vandaag liever over andere dingen gehad, onder andere over het onderwijs, wat een prima debat is. We zijn in de commissie, collega Gryffroy, bijna aan het einde van een lang jaar aan evaluatie van het Vlaams Energie- en Klimaatplan, en het zou natuurlijk leuk zijn geweest als we eerst zelf onze evaluatie hadden kunnen maken en die dan, samengevoegd met dit debat, tot een krachtige parlementaire doorlichting hadden kunnen smeden. Maar niet getreurd, lieve klimaatvrienden, dat zal nog komen.
Zoals collega Bothuyne al terecht aanhaalde, is het voor de ene een zaak van minder en minder, terugkeren naar paard en kar – of het scheelt niet veel –, stoute industrie, ‘dat moet hier allemaal gedaan zijn’ en ‘niemand mag nog iets doen’, ‘geen vrijheid’ en ‘de staat zal wel bepalen wanneer je met je bus naar huis mag rijden’, mijnheer Tobback. Voor de andere is het allemaal quatsch, wichelroedelloperrij en hysterie. Mijnheer van Rooy, ik vind uw grote bezorgdheid over de energiefactuur wel straf. Vlaams Belang pleit ervoor om de Ventiluskabels volledig ondergronds te steken, met een kostprijs van minstens maal vijf, maal zes of maal tien, maar dat is dan geen probleem voor de arme betalende energieverbruiker.
Nee, collega's, de waarheid ligt natuurlijk in het midden. We hebben in Vlaanderen enorm veel expertise. We zijn een dichtvertakt landje. We hebben veel expertise. Als ons onderwijsdebat ervoor zorgt dat we dat kunnen blijven aanboren, dan ziet het er niet slecht uit. Want wij kunnen in Vlaanderen een voorbeeld zijn voor de rest van de wereld voor hoe het ombouwen van een economisch systeem tot een klimaatvriendelijk systeem, ervoor zal zorgen dat we nog welvaart in de toekomst hebben. Want vergis u niet, dat gaat niet alleen over een morele plicht om iets aan de klimaatverandering te doen, want er liggen ook opportuniteiten.
Het is dus niet alleen een verhaal van minder, minder, minder. Voor ons is het vooral een verhaal van meer, meer, meer: meer vrijheid, meer welvaart en meer toekomst voor onze kinderen. Collega van Rooy, wie dacht dat afhankelijkheid van fossiele brandstoffen alleen met CO2-uitstoot te maken heeft, is eraan voor de moeite. De zorg voor het klimaat betekent ook minder afhankelijk zijn van autocraten, van landen die geopolitieke strategieën ontwikkelen en hun eigen land kapot maken op basis van die grondstoffen. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Een circulaire economie staat dus ook in het Vlaams Energie- en Klimaatplan, en dat zijn de modellen die wij moeten omarmen. Dat zijn modellen waar iedereen beter van wordt, van laag tot hoog, van klein tot groot, van kmo tot groot industrieel bedrijf, van zelfstandige tot een andere ondernemer of gewone burger. Dat is het enige klimaatverhaal waar wij voor staan en ik hoop dat we daar vele Vlamingen in zullen meekrijgen.
Er zijn een aantal maatregelen genomen. Minister, voor ons had het iets ambitieuzer gemogen. We denken trouwens dat een aantal van de maatregelen die in het plan staan, automatisch tot betere resultaten zullen leiden, wat we dan zullen zien. ‘The proof of the pudding is in the eating’, en aan de meet geven ze de bloemen. Stop de ambitie zeker niet weg, maar monitor goed wat elk van die maatregelen als resultaat boekt, want we kunnen wel geld uitgeven, subsidies geven en bijsturen, maar we moeten aan het einde van de rit ervoor zorgen dat er resultaten worden geboekt, zodat wij aan onze volgende generatie ‘yes we can’ kunnen zeggen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Tobback heeft het woord.
Ik weet dat u ernaar uitkeek, voorzitter.
Ja ja, absoluut. De heer Tobback heeft het woord.
Collega’s, als klimaatbeleid reality-tv was, dan was de Vlaamse Regering de Georges-Louis Bouchez van het spel. Ze kijkt toe terwijl anderen zich in het zweet werken, ze is allergisch om zelf veel te helpen, ze heeft altijd een geweldige uitleg waarom ze iets niet moet doet en ze remt iedere vooruitgang voor de hele groep. (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)
Nochtans, collega’s, is er heel veel mogelijk. Onze economie in Europa is in de voorbije dertig jaar gegroeid met 60 procent, terwijl de CO2-uitstoot met 30 procent gedaald is. Onder druk van de oorlog in Oekraïne lag de gasconsumptie in 2022 nog eens 20 procent lager dan de voorgaande jaren. Bedrijven en gezinnen hebben hun verbruik kritisch tegen het licht gehouden. Er werd en wordt nog altijd massaal geïnvesteerd in alternatieve energie, tenminste door hen die het kunnen. Het voorspelbaar effect, collega’s, is dat de prijs van aardgas intussen opnieuw gevoelig gedaald is door de sterk gedaalde vraag. Dat is goed voor de mensen, goed voor de planeet, slecht voor de portemonnee van Poetin en andere autocraten. Wat willen we nog meer?
Collega’s, gezinnen en bedrijven tonen wat er mogelijk is, als je de handen uit de mouwen steekt. Maar waar zijn de vergelijkbare inspanningen van de Vlaamse Regering? Ik zal het u zeggen: ze zijn er niet. Uw nieuw plan gaan niet alleen onder de lat door, het laat opnieuw al het eigenlijke werk over aan de burger, aan anderen. Met bijzonder weinig aandacht vooral voor hoe die dat dan moeten doen en vooral zonder een vinger uit te steken om hen daarbij echt te helpen.
Zo zou de uitstoot van personenmobiliteit moeten dalen tegen 2030 en al in 2029 – over zes jaar – zouden alle nieuwe voertuigen elektrisch moeten zijn. Dat terwijl elektrische auto’s vandaag zo goed als onbetaalbaar blijven voor de meeste mensen en in de toonzalen van de grote merken van elektrische wagens alleen nog bedrijven en managementvennootschappen langskomen.
Over rekeningrijden hoor ik heel veel ondertussen. Van een plan voor comfortabele bussen, collega Schiltz, die ook zorgen dat je in het donker nog naar huis kunt, want de overheid bepaalt vandaag dat dat niet meer kan, horen we niks. Auto’s van 100.000 euro voor de enen en tweedehandsdieselbussen die na 7 uur ’s avonds niet meer rijden, voor alle anderen.
De steunmaatregelen om woningen te renoveren laten nog altijd oudere eigenaars en jonge koppels, die geleend hebben en tot over hun oren in de schuld zitten omdat ze net gekocht hebben, in de kou staan, letterlijk en figuurlijk. Het eigen patrimonium aan sociale woningen voldoet nog in de verste verte niet aan de hoge EPC-normen en blijft de bewoners dus ook opzadelen met hoge facturen.
Collega’s, het is een pijnlijke vaststelling dat de industrie de voorbije dertig jaar veel vooruitgang heeft geboekt, zoals blijkt uit de cijfers, maar dat de sectoren waarin de overheid zelf een verantwoordelijkheid heeft, stilstaan en achterophinken. Omdat u de verantwoordelijkheid die de uwe is – en daar sluit ik af – niet wilt opnemen. Omdat u inspanningen die alleen haalbaar zijn wanneer we ze samen aanpakken, doorschuift naar individuele burgers. Het tragische daarvan is dat we op die manier niet alleen de lasten op de rug van de verkeerde mensen leggen, maar dat de lusten die we allemaal samen zouden kunnen oogsten, nog meer dan ook uitblijven. Voor Vooruit moet een Vlaamse Regering zelf de handen uit de mouwen steken, ‘mee-bouwen’ aan welvaart en duurzaamheid voor iedereen en niet achteroverleunen en toekijken hoe mensen achteropraken. Minister-president Jambon, we willen ook u en uw regering zien zweten. (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, en de verschillende tussenkomsten in het parlement. Ik zou willen beginnen met een citaat van een politicus die in 2007 reeds zei dat bijna elke politicus weet hoe je het klimaatprobleem moet aanpakken, alleen weet geen enkele politicus hoe hij achteraf dan nog verkozen ging worden. Daarna ging hij opnieuw over tot de orde van de dag.
Inderdaad, we zijn nu 2023 en hebben in 2019 een Klimaatplan gemaakt met een heleboel maatregelen. We hebben ook gezegd dat we dat gaan monitoren. Men kan ons en mij als klimaatminister veel verwijten, maar men kan mij niet verwijten dat ik geen maatregelen heb genomen. Het gaat misschien inderdaad veel over de doelstellingen, of we nu met 40, 50, 60 of 70 procent moeten zijn. Wij hebben vanuit Vlaanderen gezegd dat we de komende zeven jaar min 30 procent CO2 moeten reduceren, want we hebben tot nu toe min 10 procent gereduceerd, waarvan de helft de afgelopen drie jaar.
Dus ja, we zitten in de juiste richting. Ja, we moeten een tandje bijsteken. Ja, we moeten ons plan versterken. Maar zeggen dat we geen maatregelen hebben genomen, dat klopt gewoon niet. We hebben eigenlijk ook wel verregaande maatregelen genomen, maatregelen die in Europa in geen enkel land al genomen zijn. Het parlement heeft hier bijvoorbeeld de uitfasering van de stookolieketels goedgekeurd. We hebben daar inderdaad gekozen voor de redelijkheid. We weten wat de horizon is. We weten waar we naartoe moeten gaan, en dat is afscheid nemen van fossiele brandstoffen. Maar we willen dat op een redelijke manier doen, en niet door onmiddellijk een verbod in te voeren: gedaan, weg. Neen, we hebben gezegd dat als het kapot en niet meer herstelbaar is, we de mensen gaan begeleiden richting fossielvrij.
We hebben eerst een renovatieverplichting opgenomen voor de gebouwen van de tertiaire sector en de overheidsgebouwen. We hebben in 2022 die renovatieverplichting ingevoerd. Is dat omdat wij houden van verplichtingen, mijnheer Van Rooy? Neen, integendeel, maar we zien wel dat we in Vlaanderen heel wat oude woningen hebben. Ook op de particuliere woningmarkt hebben we heel veel E- en F-labels. En ook daar hebben we gekozen voor de weg van de geleidelijkheid. We weten wat de horizon is. We weten waar we naartoe moeten gaan. Maar we gaan inderdaad de Vlamingen niet vandaag al verplichten om nu al naar een A-label te gaan. En als de linkse oppositie vindt dat het allemaal veel sneller moet en dat dit niet snel genoeg is, dan moet men misschien ook eens aan die Vlaming gaan vertellen hoe men dat moet doen. We hebben voor de woningen 1 miljard euro vrijgemaakt. Mijnheer D’Haese, u kunt niet verwachten dat wij alle woningen in handen gaan nemen en die allemaal gaan renoveren. Dat gaat gewoon niet. We hebben wel 1 miljard euro vrijgemaakt.
We hebben ook een hervorming doorgevoerd. We hebben beslist om één loket te creëren, om te ontzorgen en om de energiehuizen te versterken. En we zien effectief dat er de afgelopen zes maanden honderdduizend aanvragen zijn geweest voor een renovatiepremie. Dat is inderdaad hoe we het doen. We gaan naar een D-label – daarna naar een C-label, maar de verplichting geldt voor het D-label – en we doen dat aan de hand van een financiële ondersteuning. Ik ben dan ook heel tevreden met de hervorming die we daar hebben doorgevoerd, met dat ene loket en de budgetten die we hebben vrijgemaakt, voor iedereen, ook voor mensen die werken, en ook mensen die gepensioneerd zijn, hebben recht op een premie. En we zien dat heel veel mensen daar een aanvraag voor doen.
Ook wat de zonnepanelen betreft, zijn wij de regio in heel Europa die als allereerste heeft beslist om een zonnepanelenverplichting op te leggen voor de grote energiegebruikers. Dus zeggen dat er geen maatregelen worden genomen of dat we niet durven, dat klopt niet. Dat klopt gewoon niet. Ik vind dat we die ballon ook wel eens moeten doorprikken.
Of jullie het nu graag horen of niet aan de linkerkant, Vlaanderen staat op plaats 3 als het gaat over wind en zon. Dat is dus heel goed. Ik denk dat Nederland ons nog voorafgaat. We hebben de ambitie om een stapje vooruit te zetten, want ik denk dat we inderdaad meer kunnen doen. Daarom hebben we die doelstelling ook verhoogd: 12 procent meer hernieuwbare energie uit wind en zon. Bij windenergie hebben we ook de procedures aangepakt, zodat het veel sneller gaat. Bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen komt er ook een ‘fast lane’. We hebben ook beslist om de provincie daar tussenuit te halen. Dan hebben we weer zes of negen maanden gewonnen. Dat kan dus allemaal sneller. Dus zeggen dat we geen beslissingen en geen concrete maatregelen nemen, klopt niet. We hebben maatregelen genomen die we moeten nemen, ook al zijn die moeilijk. Maar we gaan voor de weg van de geleidelijkheid. En wij kiezen ook heel duidelijk voor een goede ondersteuning.
Wat hebben we nu nog bijkomend beslist in deze actualisatie? Dat is ook weer een stap verder. Als men ingrijpend energetisch gaat renoveren, zal dat fossielvrij moeten zijn tegen 1 januari 2025. Als je dus een oude woning hebt en alleen de muren overhoudt, dan zal de regelgeving zijn dat het fossielvrij moet zijn. We hebben ook de premie voor de gascondensatieketel afgeschaft. Ook daar hebben we beslist om die budgetten, namelijk 30 miljoen euro, richting isolatie te duwen. En er is ook de verlenging van de verhoogde premies rond warmtepompen.
Wij leven natuurlijk niet alleen op de wereld. Je bent afhankelijk van heel wat andere landen en continenten. Vlaanderen is verantwoordelijk voor 0,12 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot, maar ik vind wel dat we ons deel moeten doen. Daarom heeft deze regering de keuze gemaakt om heel concrete maatregelen te nemen om die CO2-uitstoot te reduceren.
We kunnen hier heel veel doen. We kunnen overmorgen zelfs klimaatneutraal zijn door allerlei zaken af te schaffen, maar je moet ook een beleid voeren rond klimaatadaptatie. De Blue Deal was het allereerste dat deze regering daarrond heeft gedaan. Dat is een beleid rond klimaatadaptatie. Dat beleid is er gekomen om ons te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Daar zijn ook ongeziene budgetten in gestoken tijdens deze legislatuur. Op meer dan honderd plekken in Vlaanderen zijn er heel wat infrastructuurwerken. Of je dat nu graag hoort of niet, het is zo. Dat is de richting die we de komende jaren moeten uitgaan.
Niks doen is geen optie. Wij moeten absoluut ons steentje bijdragen. Men zegt dat ik soms iets te veel als een boekhouder te werk ga, maar ik vind wel dat we de ambitie moeten hebben om die CO2-uitstoot met 40 procent te kunnen reduceren. (Opmerkingen)
Minister Diependaele heeft het woord.
Boekhouder is een eretitel, laat ons dat afspreken.
Collega’s, ik denk dat we ons allemaal heel goed bewust zijn van het belang van een klimaatbeleid. Maar het debat dat nu al geopend is, geeft heel duidelijk aan hoe het gevoerd wordt. Voor de ene is dat niet ambitieus genoeg, voor de andere gaat het te ver en is het te ambitieus. De extremen hebben het in dit parlement zeer duidelijk aangetoond. Het zal altijd een debat zijn waarbij je de klimaatambities moet afwegen tegenover andere belangen. Of het nu over belangen in de landbouwsector gaat, of er voldoende economische groei gaat zijn en die klimaatambities dat niet gaan fnuiken, of er mobiliteitsproblemen zullen zijn, of wat dan ook.
Heel specifiek voor het beleidsdomein Wonen komt het erop neer dat je heel uitdrukkelijk die klimaatambitie moet afwegen tegenover betaalbaar wonen. In die zin verwondert het mij bijzonder dat er sommige mensen hier vooraan zeggen dat de Vlaamse Regering niet voldoende doet. Wij moeten meer zweten, was de uitdrukking. Dan zegt men eigenlijk tegen ons dat wij de burger nog meer lasten moeten opleggen, en nog meer op kosten moeten jagen, om ervoor te zorgen dat daar wel aan wordt voldaan. Als je zegt dat de Vlaamse overheid geld moet vrijmaken om daarvoor te betalen, vanwaar denk je dan dat dat geld komt? Dat komt ook van bij de burgers. Als we dus nog meer gaan vragen aan de burgers, ook al betalen we daarvoor vanuit de Vlaamse overheid, blijft dat een cirkel. Dat geld komt ook van de burgers.
Ik ben ervan overtuigd, zeker met betrekking tot Wonen, dat we het sociale belang van betaalbaar wonen goed afwegen tegenover die ambitie om een degelijk klimaatbeleid te voeren. We kunnen daar straks in het debat verder op ingaan. Maar in mijn ogen zijn de openingsstatements hier duidelijk, met de Vlaamse Regering hebben we dat evenwicht wel degelijk mooi gevonden.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik wil graag tussenkomen over het luik Mobiliteit, want ik heb hier manifeste onwaarheden gehoord. Wij zouden niet investeren in fietsinfrastructuur. Wij zouden niet investeren in openbaar vervoer. Wij zouden iedereen verplichten om een zero-emissievoertuig te kopen. Collega’s, dat is allemaal uiteraard de reinste onzin.
Qua fietsinfrastructuur is er in deze legislatuur ongezien veel geïnvesteerd. Ieder jaar opnieuw werd er meer dan 300 miljoen euro geïnvesteerd. Dat betekent dat wij deze legislatuur alleen al voor fietsinfrastructuur langs gewestwegen 1,4 miljard euro zullen investeren. Daarnaast komt er een Kopenhagenfonds en extra investeringen voor lokale besturen. Dat betekent dat deze legislatuur 2 miljard euro in fietsinfrastructuur geïnvesteerd zal worden.
In openbaar vervoer zouden we niet investeren. Ook daar zijn ongeziene budgetten voorzien: 1,1 miljard euro op jaarbasis aan operating expenditure (opex), 300 miljoen euro inzake capital expenditure (capex). Van die 300 miljoen euro gaat er ruim 100 miljoen euro naar zero-emissiebussen. We willen met De Lijn naar zero emissie. Ik hoor dat hier vanuit de Vooruitfractie telkens opnieuw gezegd wordt dat wij fossiele bussen in West-Europa aankopen. Dat is de reinste onzin, maar u blijft volharden in de boosheid.
Tegelijkertijd willen we ook bijkomende maatregelen nemen. Zoals collega Demir al gezegd heeft, hebben we bij de actualisatie van ons Vlaams Energie- en Klimaatplan in 2021 al een heel aantal maatregelen op tafel gelegd. We willen deze nog uitbreiden.
En hoe willen we die uitbreiden? Door het zero-emissieverhaal nog meer te ondersteunen, zowel inzake vrachtvervoer als inzake personenvervoer. Inzake personenvervoer kijken we naar ondersteuningsmechanismes voor particuliere voertuigen, nieuwe en tweedehands, om daar voor de lagere prijsklasse wel degelijk een ondersteuning te geven. Enerzijds om te voorkomen dat deze wagens naar het buitenland gaan, anderzijds om er ook voor te zorgen dat iedereen die een betaalbare wagen wil aanschaffen, ook mee richting dat zero-emissieverhaal kan gaan.
De uitfasering richting 2029 is niet voor alle voertuigen, mijnheer Tobback. Het is voor de nieuwe voertuigen. U weet dat, maar u blijft dat hier ontkennen en wilt gewoon mensen schrik aanjagen.
Wat willen we tegelijkertijd nog doen? We willen ook zero-emissie bij vrachtvervoer uitbreiden. Hoe willen we dat doen? Door een vrijstelling te geven aan zero-emissie vrachtvervoer.
Minister, kunt u stilaan afronden? Want uw collega wil ook nog iets zeggen.
Inzake de kilometerheffing en het wegennet breiden we de kilometerheffing voor vrachtvervoer ook uit richting de havengebieden, richting sluipwegen waar we vandaag heel veel lokale besturen over horen klagen. Dus kortom, dat zijn heel veel bijkomende maatregelen waarmee we wel degelijk van plan zijn om onze doelstellingen te halen.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik zal daar misschien nog kort bij aansluiten. Ik denk inderdaad dat wat voorligt, haalbaar en realistisch is om het ook uitvoerbaar te maken. Plannen met heel veel lucht in, daar hebben we niets aan.
Dus wat de sectoren betreft waar ik verantwoordelijk voor ben – economie en binnen economie dan ook landbouw –, weten we dat de doelstellingen daar ook zijn aangescherpt sinds het begin van deze legislatuur: nog eens 10 procent extra inspanningen. Voor de industrie gaat dat over 35 procent minder. Dat betekent vooral inzetten op het vergroenen van die warmteprocessors. Heel wat restwarmte die vandaag nog optimaler benut kan worden, kan teruggegeven worden aan onze bedrijven. We hebben ook een specifiek green-programma vooropgezet, met 100 miljoen euro voor de komende twee jaar, waarmee we echt inzetten op de energie efficiëntie van de bedrijven.
Ook de landbouw moet zijn duit in het zakje doen, en heeft het vandaag niet onder de markt, maar doet desalniettemin zeer grote inspanningen in de mestopslag ten behoeve van onze bodem. Als we kijken naar de enterische emmissies vanuit het vee dat daar gereduceerd wordt via voederadditieven, noem maar op, energetische emissies die vooral in de serrebouw aanwezig zijn, dan moeten die ook daar teruggedrongen worden tot 50 procent. Dat is daar de ambitie, door bijvoorbeeld in te zetten op energieschermen. Daar is het belangrijk om heel concrete maatregelen te nemen die effectief leiden tot de noodzakelijke CO2-reductie.
Goed, collega’s, dan beginnen we nu aan de tweede ronde met onderbrekingen. Dan is het terug aan de Groenfractie, collega Aerts.
Collega’s, kunnen we wel alstublieft – en ik heb het binnen het Uitgebreid Bureau ook aan de fractieleiders meegedeeld – een klein beetje, of een klein beetje veel discipline aan de dag proberen te leggen? Dat wil zeggen dat als jullie willen tussenkomen, dat dat uiteraard mag. Dan vraagt u het woord. Maar stel alstublieft een vraag aan diegene die vooraan staat, en begin geen debat onder elkaar op de banken. Of stel dan vragen aan de regering, dat mag uiteraard ook. Maar anders zijn we weer vertrokken voor uren. Mij niet gelaten, ik zit hier tot vannacht als het moet, maar dat is niet aangenaam voor diegene die vooraan staat, en ook niet voor mij trouwens.
De heer Aerts heeft het woord.
Allereerst, collega’s, zou ik me willen richten tot minister Demir, want klimaatstress lijkt uw nieuw woordje te zijn. U moet dat woord toch eens opzoeken, want u gebruikt dat verkeerd. Wat is klimaatstress? Kasper, mijn zoon van bijna tien jaar sprak mij deze week aan met een klein hartje over hoe dat de wereld er gaat uitzien als hij groot is. Waarom vraagt hij dat? Vanwege de klimaatopwarming. Dat is klimaatstress, en terecht, want in 2050 is Kasper zo oud als ik vandaag ben, en collega’s, klimaatbeleid doen we voor hen, voor onze kinderen en hun kinderen. Wat is klimaatstress nog? Misschien moet u het eens vragen aan de duizenden Italianen die vandaag door overstromingen hun huis moeten ontvluchten. Dat is klimaatstress.
Dan ben ik het wel eens dat klimaatbeleid sociaal moet zijn, of het zal niet zijn. Maar klimaatstress is belangrijk. U moet dat woord niet misbruiken. Gebruik het waarvoor het echt dient.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega Aerts, u hebt mij eigenlijk wel nieuwsgierig gemaakt. Wat hebt u geantwoord aan uw tienjarige zoon Kasper als het over de toekomst van onze planeet gaat? Hebt u gezegd wat uw voorzitter heeft gezegd, dat het binnen zeven jaar gedaan is met de planeet, dat we afstevenen op een absoluut fiasco?
Hebt u hem verder angst aangejaagd, of hebt u een hoopvol antwoord gegeven? Hebt u gezegd dat als we het juiste beleid voeren, als we onze gezinnen en onze bedrijven op de juiste manier ondersteunen, we deze uitdaging aankunnen? Ik hoop dat u dat laatste antwoord hebt gegeven. Want dat is het antwoord van deze Vlaamse Regering, en helaas niet het antwoord van uw partijvoorzitter. (Applaus bij de meerderheid en van ministers Zuhal Demir en Matthias Diependaele)
De heer Aerts heeft het woord.
Collega Bothuyne, ik kan daar kort op antwoorden. Ik heb gezegd: “Ja Kasper, dat is hetgeen waarvoor ik elke week aan de mouw trek bij de meerderheidspartijen.” Want er is niet genoeg urgentie bij jullie. (Opmerkingen van Tinne Rombouts)
Ik heb hem geantwoord dat er meer urgentie moet zijn om ervoor te zorgen dat ook hij een haalbare en mooie toekomst heeft. (Applaus bij Groen en van Bruno Tobback)
Collega’s, als er een ding duidelijk is: deze regering heeft geen klimaatstress. U hebt nu het afgelopen kwartier het woord genomen. Er moest bijgestuurd worden, een tandje bijgestoken worden. Minister Demir, u hebt het veertig seconden over nieuwe maatregelen gehad. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Minister Peeters, ik moet u feliciteren, u hebt het anderhalve minuut over nieuwe maatregelen gehad. Minister Brouns, geen nieuwe maatregelen, dat is ook logisch want er staan geen nieuwe maatregelen in. De urgentie om die doelstellingen te halen ontbreekt bij jullie totaal. Die lat ligt vandaag veel te laag. Jullie mikken op 40 procent. Het is geen keuze om voor 47 procent te gaan. Dat is een Europese klimaatwet. Het verschil om die 7 procent wel of niet te halen, is de kostprijs van 1,4 miljard euro. Is dat dan het haalbare en het betaalbare verhaaltje? (Applaus van Chris Steenwegen)
Wie zijn daar de dupe van? Niet de bedrijven die vandaag met hun subsidies emissierechten kunnen afkopen, maar wel de gezinnen die het vandaag financieel heel moeilijk hebben want zij geraken er niet. 40 procent van onze gezinnen geeft aan dat zij hun woning niet kunnen renoveren ondanks de premies. Zij moeten op voorhand de middelen krijgen. Dat laat deze Vlaamse Regering na.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega Aerts, ik vind het zeer verwarrend. Ik kan begrijpen dat u moeite hebt – u bent inderdaad lid van de oppositie – om deze regering te steunen en om een goed klimaatbeleid te steunen dat nu op Vlaams niveau gevoerd wordt. U moet uw rol spelen. Maar dat u het federale klimaatplan tot nul reduceert, dat u dus nul uitstootreductie verwacht van het federale klimaatplan, van minister Khattabi en haar plan, dat is heel straf. Want tot op vandaag – tenzij u me corrigeert – is Vlaanderen niet volledig bevoegd voor alles wat het klimaatbeleid betreft. Als het gaat over spoorwegen, offshorewind of fiscaliteit zijn er nu eenmaal federale bevoegdheden. Inderdaad, wij geloven dat dat federale plan ook een uitstootreductie met zich zal meebrengen. Als je dat combineert met het Vlaamse plan, dan zullen we de doelstelling die Europa van lidstaat België verwacht ook effectief halen, tenzij u inderdaad zegt dat het federale klimaatplan maar om te lachen is en niks van uitstootreductie met zich meebrengt, maar ik hoop dat u dat niet bedoelt. (Applaus bij cd&v)
De heer Aerts heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, in uw klimaatplan rekent u al op de federale inspanningen, onder andere rond de zero-emissiewagens en de fiscale bevoordeling daarvan. U rekent daar al op. (Applaus bij Groen)
Dan nog haalt u uw 40 procent niet. U geraakt er niet. Uw plan bevat lucht. (Opmerkingen)
Collega Aerts heeft het woord.
Minister Diependaele, u hebt gezegd om klimaatneutrale woningen tegenover betaalbare woningen te zetten. Vandaag staan er 180.000 mensen op een wachtlijst voor sociale woningen. Dat is meer dan dat we woningen beschikbaar hebben. Zet dan daarop in, zodat we ten minste aan hen een klimaatneutrale woning kunnen aanbieden. Vorige week is in de Klimaatcommissie nog maar eens aangehaald dat de grootste winst een goed geïsoleerde woning is en daar moet Vlaanderen een dikke stap in bijzetten.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Aerts, u raakt daar een moeilijk punt aan. Dat is inderdaad een keuze die we moeten maken. De laatste jaren zijn we met de renovatie van onze sociale woningen sinds zeven tot tien jaar echt aan een inhaalbeweging bezig. U hebt daar nog enkele jaren geleden reportages over gezien. We zitten daar inderdaad met een geërfd, een historisch probleem. We proberen dat aan te pakken. In wat u nu zegt, begrijp ik de afweging. Wij proberen nu bij de nieuwbouw van sociale woningen inderdaad voorop te lopen. Dat is ook nog altijd zo. Met de eisen die wij vanuit Wonen in Vlaanderen stellen aan sociale huisvestingsmaatschappijen voor de nieuwbouw van sociale woningen zijn we wel degelijk strenger. We lopen daarmee voorop, maar dat heeft zijn prijs. Nu kun je twee dingen tegen elkaar afwegen. We gaan die bestaande woningen voor een deel moeten renoveren. U zegt om daar volop in te zetten, maar daarmee krijgen we geen netto woningen bij en blijft die wachtlijst natuurlijk staan. Waar zet u dan het meest in met het budget dat we nu hebben? Het is nu ongeveer 45 procent renovaties en 55 procent nieuwbouw. Dat lijkt me een goed evenwicht om effectief aan verder te werken. Je kunt op twee dingen tegelijk schieten, maar je kunt niet van twee dingen tegelijk hebben. Wat ga je eerst doen? Zorgen dat uw bestaande patrimonium helemaal gerenoveerd wordt en klimaatneutraal zal zijn, zoals u zegt? Of ga je eerst die wachtlijst wegwerken? Wij werken op dit moment aan allebei.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, ik heb een dubbele opmerking. Ik zal eindigen met een vraag aan minister Diependaele, maar ik wil wel eerst reageren op de fixatie van collega Bothuyne op de uitspraken die niet alleen ik heb gedaan maar die ook de klimaatwetenschappers doen.
Ik vind het toch van een vreemd politiek allooi om te proberen politiek te kapen wat klimaatwetenschappers zeggen: de komende jaren zijn cruciaal om de leefbaarheid van onze planeet te garanderen. Collega’s, als we het niet eens zijn dat dat de basisanalyse is, hebben we hier echt een gigantisch probleem. Dan hebben we niet alleen een politiek probleem maar ook een wetenschappelijk probleem. Duizenden klimaatwetenschappers geven wereldwijd aan dat we nog zeven jaar hebben om de cruciale omslag te doen. We zullen dus niet focussen op een politiek strijdje met een fractie die daar de urgentie van benadrukt, maar misschien wel samen de strijd leveren om de klimaatomslag echt te doen.
Collega Bothuyne, het stelt me heel erg teleur dat u blijkbaar de eerste afweging maakt en daar een politieke strijd van wilt maken, terwijl onze boodschap is dat dit een opdracht is voor het hele parlement, voor een hele politieke generatie. Vandaag zien we dat met wat de Vlaamse Regering voorstelt op geen enkele manier de doelstellingen worden gehaald die we tegen 2030 moeten halen.
Oké. En nu de vraag aan de minister.
Minister Diependaele, wie waren de grootste slachtoffers van de energiecrisis vorig jaar? Niet u en ik, maar wel de mensen die in een kleine bescheiden woning wonen, of in een sociale woning die niet goed gerenoveerd is en die niet goed geïsoleerd is en waar geen zonnepanelen op liggen. Dat, collega’s, zijn vandaag de slachtoffers van de klimaatopwarming en van de energiecrisis. Minister, dan hoor ik u zeggen dat u kiest voor het spoor van nieuwe sociale woningen om daar de hoogste normen op te leggen. De realiteit is dat u honderden miljoenen tot miljarden bijna, een half miljard euro per jaar, bijna niet uitgegeven krijgt om de sociale huisvesting te versnellen en de energierenovaties, de energie-inspanningen en de energieprestaties van die nieuwe sociale woningen maar vooral ook van de bestaande sociale woningen aan te pakken.
Minister, wat staat er vandaag in het plan dat ervoor zal zorgen dat de omslag wat betreft sociale huisvesting er komt zodat de kwetsbaarste gezinnen in Vlaanderen de komende jaren niet opnieuw het slachtoffer zullen zijn van toekomstige energiecrisissen? Hoe zult u dat aanpakken? Want dat is uw verantwoordelijkheid, en niet doen alsof u met een aantal dingen bezig bent! Waarom krijgt u uw geld vandaag nog altijd niet uitgegeven? (Applaus bij Groen)
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Vaneeckhout, ik ben ongelooflijk blij met uw tussenkomst want u wijst hier uitdrukkelijk op het punt dat ik al maanden en jaren maak. Het feit is dat het de twee laagste inkomensdecielen zijn die nu net wel het best de energiecrisis zijn doorgekomen. De Nationale Bank heeft dat zeer duidelijk aangetoond. We moeten inzetten op de huishoudens daar net boven. Het zijn niet de mensen in sociale woningen die het zwaarst getroffen zijn, maar wel de mensen die op de private huurmarkt aan de slag moeten. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
Het zijn de mensen waarvoor we nu het geconventioneerde verhuren zijn gestart. Dat zijn de groepen waarop we moesten inzetten. De Nationale Bank heeft uitdrukkelijk bevestigd dat er onder andere vanuit de federale overheid veel te hard is ingezet om die laagste groepen te ondersteunen, die het niet het zwaarst te verduren hadden. Die daar net boven zijn het zwaarst getroffen.
Wij moeten inderdaad inspanningen leveren voor sociale woningen. Ik steek dat niet onder stoelen of banken. Elke keer ik hier een vraag krijg, heb ik dat gezegd. Wij werken op twee punten en een daarvan is absoluut die wachtlijsten aanpakken. Maar daarnaast mogen we zeker aandacht houden voor die andere mensen op de woningmarkt. Ook die kennen problemen. Met Mijn VerbouwPremie, Mijn VerbouwLening en ook met de aanpassing die we maken met de verstrenging van het EPC-pad voor volle huurders richten we ons specifiek op die mensen die net boven die twee laagste inkomensdecielen vallen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, tot vier op de tien gezinnen in Vlaanderen geven aan dat zij niet de ruimte hebben om de inspanningen te doen die nodig zijn om hun woning energievriendelijk te maken. Dat wil zeggen: isoleren en investeren in hernieuwbare energie, zoals warmtepompen en zonne-energie. Vier op de tien gezinnen geeft dat aan. En u zegt dat we het zullen oplossen met het voortzetten van het huidige systeem van subsidies en premies voor mensen die het eventueel wel kunnen prefinancieren. Vier op de tien gezinnen in Vlaanderen, minister, hebben die ruimte niet. U zegt vandaag tegen die mensen: “U bent schuldig aan de klimaatverandering want u moet die investering doen en u doet ze niet.” Terwijl wij zeggen dat u ervoor moet zorgen dat die mensen het geld op voorhand kunnen krijgen en dat u hen het moet laten terugbetalen wanneer het kan, wanneer hun energiefactuur gedaald is. Het aanpakken van de energiefactuur voor mensen die het moeilijk hebben zal samengaan met de aanpak van de klimaatverandering. U ontkent beide zaken. (Applaus bij Groen)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega Vaneeckhout, collega Aerts, ik vind dit bijzonder teleurstellend. Goedkope kritiek en bangmakerij zijn het enige wat ik van de Groenfractie heb gehoord. Jullie zouden toch mee de kar moeten trekken rond klimaatbeleid. Ik had hier inderdaad graag een debat gehad over de concrete maatregelen die we zouden moeten nemen. Deze Vlaamse Regering neemt moedige maatregelen. Het is niet evident om een renovatieverplichting door te voeren. Het is niet evident om de reducties te halen die deze minister van Landbouw vooropstelt als het gaat om de uitstoot in die sector. Het is niet evident om de elektrificatie van ons personenvervoer versneld door te voeren. Dat zijn allemaal geen evidente maatregelen, die deze regering neemt.
Collega Aerts, u bent uw tussenkomst begonnen door de tijd te meten die de ministers hadden gebruikt om hun beleid toe te lichten. U hebt nog 2 seconden voor uw tussenkomst, en hebt nul concrete voorstellen gedaan om ons klimaatbeleid te verbeteren. Nul. (Applaus bij de meerderheid en van minister Matthias Diependaele)
Ik vind dat teleurstellend, niet alleen voor uw eigen zoon, maar voor alle kinderen in dit land.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega Vaneeckhout, we spreken over de komende zeven jaar. Wat dan ook moet gebeuren, is de kerncentrales minstens tot dan openhouden. Wat ook moeten gebeuren, is loskomen van het groen dogmatisch doemdenken. Daarmee moet u ook rekening houden. U spreekt enkel over een aantal zaken, waarvan ik de boodschap zelfs niet snap. Als je warmtepompen wilt installeren, als je elektrische wagens wilt, dan heb je elektriciteit nodig. Men gaat de kerncentrales sluiten. Jullie kunnen zelfs de woorden ‘kerncentrales langer openhouden’ niet in de mond nemen. (Applaus bij de N-VA en van Bart Dochy)
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Vaneeckhout, ik denk dat uw analyse juist is, dat zeer veel mensen het moeilijk hebben om die renovaties te doen. Net daarom hebben we maatregelen genomen om hen te ondersteunen. We hebben nu 450 à 500 miljoen euro die we geven aan Mijn VerbouwPremie. Om u het succes van die instrumenten aan te geven: we hadden in de begrotingsopmaak van 2023, dus voor dit jaar, 172 miljoen leningsmachtiging ingeschreven voor de Mijn VerbouwLening. Het ligt nu voor in de commissie Algemeen Beleid. Om u het succes van dat instrument te laten zien: in de begrotingsaanpassing 2023 gaan we van 172 miljoen euro naar 572 miljoen euro. Er komt 400 miljoen euro bij, vanwege het succes, omdat onze maatregelen effectief werken en mensen aanzetten om te gaan verbouwen. En wij geven ze daar de nodige ondersteuning voor. (Applaus bij de N-VA en van Bart Dochy)
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, het is natuurlijk eigen aan statistieken en boekhouding dat je ze kunt interpreteren. Er is namelijk niemand die kan weten of alle miljoenen euro’s die u hebt uitgegeven mensen ook aanzetten tot renoveren, of ze voornamelijk een leuke bijkomstigheid zijn, een extra voor mensen die sowieso zouden renoveren. Ik zeg ook niet dat dat allemaal zo is, maar u maakt er wel een zeer gemakkelijk amalgaam van, vooral wanneer uit onderzoek tot nu toe blijkt dat het echt niet die onderste inkomensdecielen zijn die in de eerste plaats beroep doen op de middelen die u toekent, en de aanvragers zijn van al die premies en leningen. Integendeel, het zijn juist de hogere inkomensdecielen die er in onevenredige mate gebruik van maken. Dat is ook logisch, want het zijn degenen die de financiële ruimte hebben om zich een extra lening op de hals te halen en ze terug te betalen. Want zelfs renteloos – dat is ze trouwens vandaag al lang niet meer, want er wordt ook rente op betaald, ze is weliswaar gesubsidieerd – moet je nog altijd een maandelijkse afbetaling opzij kunnen leggen. Jonge gezinnen die net een huis gekocht hebben, hebben geen ruimte voor een extra lening.
Uw andere argument van daarnet was dat de onderste inkomensdecielen relatief weinig last hebben gehad. Dat heeft natuurlijk ook in grote mate te maken met het feit dat er bijzonder veel geld is besteed aan voordelen zoals premies en het sociaal tarief, om die energierekeningen laag te houden. U bent altijd degene die graag kijkt naar de boekhouding. Wat denkt u dat de meest verstandige investering is voor een toekomstig energiebeleid van een efficiënte overheid? Is dat iedere keer als de prijzen omhooggaan veel geld geven aan sociale tarieven omdat mensen op geen enkele andere manier hun rekeningen kunnen betalen? Of is dat nu grondig investeren zodat in de eerste plaats de mensen die het moeilijk hebben, kunnen renoveren, en onkwetsbaar worden voor dat soort prijsstijgingen? U zegt eigenlijk dat men dat federaal moet regelen met sociale tarieven, omdat de Vlaamse Regering geen tandje zal bijsteken. U zegt eigenlijk dat voor mensen die aantoonbaar niet renoveren, en ook aantoonbaar niet zullen renoveren – omdat ze het niet kunnen, ook dat is al meermaals aangetoond – de federale overheid eeuwig zal moeten blijven klaarstaan, trouwens ook met belastinggeld, om hun premies en sociale tarieven te geven.
Eerlijk gezegd denk ik dat we beter, in plaats van hier naar elkaar te pingpongen, met z’n allen samen zouden discussiëren over wat de meest duurzame investering is. Want al die bedrijven die hun CO2-uitstoot hebben gereduceerd en toch gegroeid zijn, hebben investeringen gedaan. En dat is het verschil tussen hen en de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering doet die investeringen niet, de Vlaamse Regering hinkt achterop bij investeringen die sowieso al worden gedaan.
Ook uw zonnepanelencijfers zijn eigenlijk gewoon een achterophinken bij wat burgers vandaag aan het doen zijn. Een tandje bijsteken zit daar niet in. Nu, dat is daarin ook niet nodig, maar voor renovatie is er een gigantisch grote groep die u eigenlijk in de kou laat staan. Eigenlijk zegt u hen dat zij, de volgende keer dat de prijzen uit de hand lopen – en zolang we fossiele brandstoffen invoeren uit ik weet niet welke regimes allemaal kunnen we daarin niets garanderen –, zullen moeten hopen dat iemand premies en sociale tarieven voor hen heeft, want dat jullie niet in hun plaats of met hen hun woning zullen renoveren. (Applaus bij Vooruit)
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Tobback, het moet nadien maar eens worden nagelezen, maar met alle respect: ik denk dat u in de war bent. Wij maken net de tegenovergestelde keuze. Deze Vlaamse Regering heeft net uitdrukkelijk zo min mogelijk voor die sociale tarieven enzovoort gekozen. Tijdens de energiecrisis hebben we wel via de kinderbijslag voor een paar zaken met die sociale tarieven gewerkt. Maar wat wij uitdrukkelijk wilden, was net investeren. De Mijn VerbouwPremie en Mijn VerbouwLening zijn er net om structureel de energiefactuur van mensen naar beneden te halen.
Mijnheer Tobback, aan de overkant van de straat, waar u deel uitmaakt van de regering, heeft men ervoor gekozen om, zoals u zegt, eeuwig te blijven ondersteunen. Wij hebben beslist om dat niet te doen. Als we nu geld uitgeven, moet dat geld worden gebruikt om ervoor te zorgen dat we op lange termijn minder energie verbruiken. Dat zijn onze Mijn VerbouwLening en Mijn VerbouwPremie. Ik denk dat er een zekere verwarring is.
Verder kan ik mij nog de discussie voorstellen over de vraag of dit nu aanzet tot renoveren of niet. Ik ben het daarmee eens. Dat is een afweging die we altijd moeten maken. Als we een premie geven, helpen we daar dan mensen mee die het sowieso al van plan waren? Of zetten we mensen daarmee aan tot renoveren? Dat is een interessante discussie, waarnaar we eens wetenschappelijk onderzoek moeten doen.
Maar wat we niet kunnen ontkennen, is dat we mensen die het waarschijnlijk net niet konden nu de mogelijkheid geven om het wel te doen. We geven mensen de mogelijkheid om iets meer te doen, om iets verder te gaan. En dat bewijzen de cijfers ook. De cijfers tonen heel duidelijk aan dat onze maatregelen succes hebben. Ik heb daar een beetje een dubbel gevoel bij, eerlijk gezegd, omdat het de overheid dan ook een pak meer kost.
Ten slotte zegt u dat ze de middelen niet hebben. De investeringen die je doet, zowel met de Mijn VerbouwLening als de met andere ondersteunende maatregelen, moet je net nu doen. Waarom? We zien dat die energieprijzen zijn afgevlakt op een structureel net iets hoger niveau dan vóór corona. En dat verschil zorgt ervoor dat het nog altijd een goede zaak is om te gaan investeren in energiezuinigheid, dat je je investering terugbetaald krijgt met wat je uitspaart op je energiefactuur. Dat is het systeem dat hierin zit. Door ervan gebruik te maken, bewijzen de mensen ook dat het effectief werkt.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, u schermt met cijfers en zegt dat het werkt, dat er mensen zijn die iets extra’s kunnen doen die dat anders niet kunnen doen. Ja, dat zal wel zo zijn. Het zou nogal jammer zijn mocht dat niet het geval zijn. Ik zou anders niet weten wat we aan het doen zijn.
Maar u ziet in de cijfers toch ook dat er vandaag een heel grote groep is, tot 40 procent van de gezinnen in Vlaanderen, die aangeeft dat zij die stap niet kunnen zetten? En u ziet toch ook – dat is pure economie – dat die mensen, op het moment dat de energieprijzen het hoogst zijn, in de problemen komen, dat zij de hoogste facturen hebben? En u ziet dan toch ook dat op dat moment vorig jaar, een regering aan de andere kant van de straat de verantwoordelijkheid heeft genomen om het sociale energietarief op te schalen, om de mensen niet achter te laten in die crisis? Maar eigenlijk is de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat die mensen niet in de problemen komen, een Vlaamse bevoegdheid.
Dus ja, collega Gryffroy, u kunt proberen om allerlei schermen te verzetten naar de Federale Regering. (Opmerkingen van Andries Gryffroy)
Maar ja, ik ben fier om deel uit te maken van een regering die ervoor zorgt dat er tegen 2030 drie keer meer windenergie is op zee. Een regering die, in tegenstelling tot de regering waarvan u deel uitmaakte, ervoor zorgt dat er voor het eerst in tien jaar wel een plan is voor het spoor, een uitbreiding van onze investeringen in het spoor. Een regering die, in tegenstelling tot de regering waarvan u deel uitmaakte, wel voor een plan zorgt met de verlenging van twee nucleaire reactoren en die daarvan geen factuur zal doorschuiven naar de belastingbetaler. Want het is úw partij die een paar maanden geleden voorstelde om de kerncentrales te nationaliseren, niet de mijne. Wij zijn die onderhandelingen ernstig aan het voeren om ervoor te zorgen dat die factuur niet naar de belastingbetaler gaat, maar dat we wel energiezekerheid hebben.
Collega Bothuyne, wat ik teleurstellend vind, is dat ik hier vandaag een regering zie die nog altijd lijkt te ontkennen dat 40 procent van de gezinnen niet de nodige investeringen kan doen, een regering die de mensen nog altijd aan een bushalte laat wachten op een bus die nooit komt, die al twintig jaar moordstrookjes laat bestaan in Vlaanderen zonder die aan te pakken. En die regering zegt dat de mensen het openbaar vervoer moeten nemen, de fiets moeten nemen en in hun woning moeten investeren. U laat de Vlamingen gewoon achter. En dat is het verschil tussen een regering zoals de Vlaamse Regering of een regering op het federale niveau waarvan de groenen deel uitmaken. Ik ben zeer fier dat wij daar deel van uitmaken. (Applaus bij Groen en van Gwendolyn Rutten)
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het is uw regering die ervoor zorgt dat het sociaal tarief ongunstig is voor mensen met warmtepompen, want u doet daar geen aanpassing voor. Het is uw regering die ervoor zorgt dat de transportnettarieven plus 50 procent gaan, terwijl wij er tot 2030 voor 2 miljard euro groenestroomcertificaten uit halen, door de verlaging van de quota. Dat is het verschil tussen uw Federale Regering en onze Vlaamse Regering.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, dat is nu net wat ik daar vooraan aan het spreekgestoelte heb gezegd. Zo gaan we er niet geraken, door elkaar kapot te bestrijden over wie gelijk heeft en wier maatregel beter is. Op federaal niveau staat er een accijnshervorming op het getouw, die het begin van een taxshift wordt. De minister heeft al aangegeven dat ze tegen de volgende legislatuur het voorbereidend werk wil doen om een taxshift te onderzoeken. Wat betekent zo’n taxshift voor de mensen thuis? Het betekent dat wat vuil is duurder wordt, en wat proper is goedkoper. Op die manier worden al die investeringen, waarover u nu allemaal moord en brand schreeuwt omdat het asociaal is, goedkoper. In afwachting gebruikt deze regering de instrumenten die ze heeft. En ja, dat zijn premies. Ik ben er geen fan van. Wij, liberalen, willen fiscaliteit gebruiken en minder premies, maar voorlopig kan het niet anders, en we hebben uitzicht op een fiscale aanpassing. We zitten samen, collega’s van de oppositie, in de Federale Regering. Ook in deze regering is daar appetijt voor.
Wat zegt u nu over de renovaties? Ik val van mijn stoel. Het zal nooit genoeg zijn. Mobiliteit is weer een drama. We hebben 150 elektrische bussen aangekocht. Er wordt massaal ingezet op meer fietspaden. Maar de bomen groeien niet tot in de lucht. Er worden prioriteiten gelegd, ja. Daar kunt u voor of tegen zijn, maar laat ons er alstublieft geen spelletje van maken over wat federaal geweldig is en Vlaams slecht, en omgekeerd. Het federale niveau heeft gedaan wat het moest doen om een sociaal bloedbad te vermijden, en wij hebben dat aangevuld met een andere economische aanpak. Vandaag wordt die stevige ondersteuning van de lagere en bescheiden inkomens en de sociale tarieven gecorrigeerd, en we werken verder. Ik zie daar geen discordantie in.
Alstublieft, de uitdagingen zijn zo groot, we hebben geen ‘ambras’ tussen het federale en het Vlaamse niveau nodig. We moeten elkaar alleen uitdagen om nog beter te doen. En met al die spelletjes zwartepieten hier zijn noch het klimaat, noch de portemonnee van de burger gebaat. (Applaus van Marino Keulen)
De heer Tobback heeft het woord.
Vermits collega Schiltz mij prikkelt om hem te prikkelen om beter te doen, zou ik er toch wel willen voor pleiten dat we beginnen met onze eigen cijfers niet overdreven in de verf te zetten. Collega Schiltz, er worden 160 bussen aangekocht. Bij mijn weten heeft de Vlaamse overheid zestien elektrische bussen rijden op dit ogenblik. (Opmerkingen van Willem-Frederik Schiltz en Marino Keulen)
In Brussel – en dat is een zakdoek groot, al zullen ze dat in Brussel niet graag horen –, rijden letterlijk meer elektrische bussen rond dan in heel Vlaanderen. Zo trots zijn we dus niet. Als iemand zegt dat er best wel een tandje bijgestoken kan worden, me dunkt dat dat geen onterechte kritiek is of geen goedkope oppositiepraat. Ik heb dat zelfs niet luid en brutaal gezegd. Maar het is wel gewoon een realiteit die u niet moet proberen onder de mat te vegen om te doen alsof u straf bezig bent. Deze regering is al vier jaar en deze coalitie al negen jaar bezig. We zijn inzake openbaar vervoer nog altijd nergens.
U zei daarstraks dat u wilt dat de staat gaat bepalen wanneer iemand de bus mag nemen. De waarheid is, collega Schiltz, vandaag bepaalt de staat, De Lijn, minister Peeters, dat je in de meeste plaatsen in Vlaanderen na 18 uur, laat staan in het weekend, geen bus meer kunt nemen. Dat is wat de staat vandaag bepaalt. Nochtans betalen we allemaal, ook met belastinggeld, voor die bussen. U zou een klein beetje meer moeite mogen doen om ervoor te zorgen dat ze er dan ook zijn voor iedereen. Want nog eens, in veel van de ons omliggende landen, in veel van de grote steden in die omliggende landen, is dat openbaar vervoer geen ondergeschoven kind maar een reële vorm van comfort, van vervoersmogelijkheden, van transport, van leefbaarheid. In Vlaanderen is het iets waar men blijkbaar, met name deze Vlaamse Regering, zo snel mogelijk vanaf moet. Want natuurlijk ja, het is een investering in comfort, in mobiliteit, een investering die de Vlaamse overheid doet. (Opmerkingen van Willem-Frederik Schiltz)
Als u ze doet, collega Schiltz, leg me dan eens uit waarom er nog altijd, op de dag van vandaag – en niet met iets uit het verleden, want ik denk dat u al langer in de regering zit dan mijn partij –,tramlijnen worden afgeschaft omdat men niet in staat is om de sporen te repareren, dat er vandaag nog altijd op veel plaatsen geen bus meer komt zodra het donker is en mensen echt naar huis willen, dat er eigenlijk op de meeste plaatsen minder aanbod is, ondanks het feit dat u gigantisch investeert. Waarin investeert u dan? In een hoop consultants misschien, ik weet het niet. Maar in meer bussen, op meer uren, op plaatsen waar mensen ernaar vragen is het vandaag in elk geval niet, want het resultaat is er niet. (Applaus bij Vooruit en Chris Steenwegen en Onno Vandewalle)
De heer Annouri heeft het woord.
De tussenkomst van collega Schiltz heeft me ook al geprikkeld voor een vraag aan de minister. (Opmerkingen)
Daarvoor zijn we hier, om het debat te voeren. Ik hoor van veel van de collega’s van de meerderheid de opmerking dat we vanuit de oppositie een beetje aan doemdenken doen en het allemaal een beetje te zwart inzien. Wat mij betreft, vertrekken we gewoon vanuit de praktijk, wat me al een heel goed startpunt lijkt. Wat zien we daar? Dat u, minister Peeters, en bij uitbreiding de hele regering, de lat heel hoog leggen qua woorden maar dat jullie er qua daden 3 meter onder kruipen. Als het over mobiliteit gaat, hebt u altijd de mond vol over hoe belangrijk openbaar vervoer is, over hoe belangrijk het is om je duurzaam te verplaatsen, vooral in stedelijke regio’s.
We zijn onlangs met de commissie Werk op bezoek geweest op de Oosterweelwerf. Daar worden technologische hoogstanden gebouwd, mensen zijn er fier op, er worden bruggen gelegd waar men internationaal jaloers op is, miljarden worden er vrijgemaakt vanuit deze Vlaamse Regering. Wat zien we dat er gebeurt met dat openbaar vervoer waarvan u de mond vol hebt dat dat ongelooflijk belangrijk is en de ruggengraat van duurzame mobiliteit is? In Hoboken, waar ik ben opgegroeid, zijn de tramsporen inderdaad al zo lang versleten dat men eindelijk is begonnen met ze te herstellen. De tram mocht dan niet sneller dan 10 kilometer per uur, wat een reclame voor het openbaar vervoer anno 2023. Wat blijkt? De herstellingswerken gaan zo traag dat u de tram nu gewoon zelfs afschaft en dat men met de bus moet gaan, de bus, nota bene, die nog minder gaat rijden dan die trams.
Wat doet u? U pest de mensen al jarenlang weg van het openbaar vervoer. Wat een contrast tussen de technologische hoogstandjes en miljarden euro’s die jullie vrijmaken voor auto-infrastructuur en het openbaar vervoer van een regering waarmee jullie al jarenlang samen aan het besturen zijn. Jullie kunnen nog niet eens tramsporen van 10 kilometer lang herstellen en ervoor zorgen dat er moderne tramstellen zijn die de mensen kunnen gebruiken. Op dit moment duwen jullie mensen weg van het openbaar vervoer en hebben jullie de mond vol van klimaatomslag, duurzame mobiliteit enzovoort, maar we zien vandaag de dag dat er nog altijd 10 tot 20 procent mensen minder het openbaar vervoer neemt uit onvrede omdat ze moeten overstappen, omdat er minder frequentie is, omdat ze er niet op kunnen rekenen. Wat voor een beleid is dat? Wat zegt het dat jullie die keuze maken voor auto-infrastructuur, waarop ze internationaal jaloers zijn, maar als het over openbaar vervoer en de mensen die het moeten nemen gaat, we ondertussen de lachende laatsten zijn? (Applaus bij Groen en Vooruit)
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, men blijft hier maar zeggen dat wij niets investeren in openbaar vervoer. Herhaling is de beste leerschool, dus zal ik het bij dezen nog maar eens herhalen. Mijnheer Tobback, het is eigenlijk heel spijtig dat u vorige week niet aanwezig was in onze commissie. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Uw collega naast u heeft het allemaal gehoord en zal het u misschien nog wel eens willen bevestigen. Daarin heeft mevrouw Ann Schoubs nog eens geduid wat er allemaal inzake openbaar vervoer is gekocht en wat er staat aan te komen. Enerzijds hebben we in november 2021 zestig elektrische bussen besteld die nu gestaag geleverd worden. Er is inderdaad een lange periode over het effectief leveren heen gegaan, maar ze worden nu geleverd. In het jaar 2022 zijn er een negentigtal bussen besteld die ook zullen worden geleverd. Ook dit jaar worden er een honderdtal elektrische bussen besteld. Tegelijkertijd ondersteunen wij ook de pachters en zorgen wij ervoor dat zij ook volop inzetten op de vergroening van de hele vloot van De Lijn.
Ik nodig jullie uit, collega’s, om toch nog maar eens het openbaar dienstencontract dat afgesloten is met De Lijn voor de periode 2023-2027, te lezen. In 2027 zullen er 1300 elektrische bussen rondrijden. Daarnaast zijn er driehonderd hybride bussen voorzien, zodat we er dan sowieso voor kunnen zorgen dat er in alle stedelijke kernen een zero-emissieverhaal is. U wilt dat ontkennen. Tegelijkertijd doen we ook strategische investeringen, collega’s. En ja, er is een onderhoudsachterstand, maar we zijn ook bezig met de uitbreiding van het tramnet in Antwerpen, in Gent en we zijn het tramnet in Brabant aan het uitrollen. Dat zijn allemaal investeringen die later effectief ook zichtbaar zullen zijn.
Jullie zeggen dan dat de bussen niet rijden, maar dat is heel vaak een probleem van de vakbonden. (Opmerkingen bij Groen, Vooruit en de PVDA)
Collega’s, ik ben vandaag heel blij, want we hebben vandaag een uitspraak in een arrest rond de gegarandeerde dienstverlening waarbij we die reiziger eindelijk niet langer in de kou moeten laten staan, waarbij er eindelijk duidelijkheid is dat die gegarandeerde dienstverlening een feit is. Daar waren jullie allemaal tegen en jullie vonden dat dat een slecht idee was. Gelukkig hebben we daar als Vlaamse overheid gelijk gekregen en is die gegarandeerde dienstverlening een feit en zal het niet langer kunnen dat vakbonden telkens de reiziger gijzelen en dat ze er telkens voor zorgen dat die reiziger in de kou staat. Ik denk dat dat vooruitgang is, dat, en tegelijkertijd continu blijven inzetten op die efficiëntie, continu blijven inzetten op die investeringen. Dan zullen we effectief het verschil mee maken.
Tot slot wil ik ook nog zeggen dat alle vervoerregioraden, waarin alle lokale besturen vertegenwoordigd zijn, de openbaarvervoersplannen hebben goedgekeurd. Die plannen worden vanaf 1 juli dit jaar uitgerold. Het gros zal klaar zijn op 1 januari 2024. U zult het verschil wel degelijk zien. Het is een feit dat daar tijd overheen moet gaan, dat er efficiëntiewinsten moeten worden geboekt, maar daar zullen we alleszins aan blijven werken, en dat zal ook gebeuren. (Applaus bij Open Vld en van Kathleen Krekels en Karin Brouwers)
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, ik zou u toch willen vragen om niet te antwoorden op vragen die niet zijn gesteld. Niemand, noch ik, noch collega Tobback, heeft gezegd dat u hebt bespaard op het openbaar vervoer in deze legislatuur, maar hoelang maakt uw partij deel uit van deze regering met cd&v en N-VA? Gaat u nu zeggen dat er in het verleden niet is bespaard? Gaat u ons zeggen dat de malaise die we vandaag de dag kennen, er niet is door de politieke keuzes die in het verleden zijn gemaakt door dezelfde partijen die vandaag in de regering zitten? Jawel. U zult dat niet kunnen ontkennen. U zegt blij te zijn met de gegarandeerde dienstverlening. Minister, zelfs als er geen staking is, is er geen gegarandeerde dienstverlening als je de bus of de tram wilt nemen in een stad als Antwerpen. (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
Dat kan collega Schiltz alleen maar beamen, als mede-Antwerpenaar. Het punt dat ik net wilde maken is dit: hoe is het in godsnaam mogelijk dat we aan de top staan als het gaat over auto-infrastructuur, dat we internationaal een voorbeeld zijn en mensen jaloers maken, maar er bij het openbaar vervoer zelfs niet in slagen om elektrische dienstbordjes deftige informatie te laten geven aan de mensen, aan de Antwerpenaren, dat men niet kan rekenen op een bus die op tijd is? Dat contrast is gigantisch en toont de hypocriete houding en de foute keuzes die de Vlaamse Regering maakt als het gaat over een duurzame omslag naar de mobiliteit van de toekomst. (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, ik vraag me ook af in welke alternatieve realiteit u zich bevindt. In werkelijkheid zitten we met de grootste werf van de eeuw, met gigantische wegenwerken rond Antwerpen. Dat zijn noodzakelijke werken, maar daarbij moeten we een omslag maken naar meer openbaar vervoer, een modal shift. De realiteit is momenteel dat na jarenlange structurele onderinvesteringen de tramsporen versleten zijn en niet meer kunnen worden gebruikt. Dat is informatie van De Lijn. Het is De Lijn zelf die dat zegt. Er komt geen extra openbaar vervoer. Er is minder openbaar vervoer op het moment dat je de grootste werken van de eeuw hebt. In welke realiteit leeft u dan?
We hebben inderdaad met de commissie Mobiliteit de Oosterweelwerf bezocht. De boodschap die we daar kregen, was dat de modal shift alleen maar kan worden gerealiseerd als men in álle Scheldetunnels tol gaat heffen. Dan zullen het opnieuw de gewone mensen zijn die daarvoor zullen moeten betalen. Waarom? Omdat er niet voldoende wordt geïnvesteerd in openbaar vervoer, in extra openbaar vervoer op het moment dat het echt nodig is. (Opmerkingen van Willem-Frederik Schiltz. Applaus bij Vooruit)
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, ik wil het debat niet nodeloos rekken, maar wat u hier vertelt, is manifest onjuist, collega Anaf. In het businessmodel van Lantis zit die modal shift, en er is ons uitgelegd dat dat nog altijd perfect haalbaar is binnen het terugverdienmodel dat nodig is om die tunnel betaalbaar te krijgen volgens de budgetten die beschikbaar zijn gesteld. De waarheid heeft haar rechten. U mag er boos over zijn dat in het verleden te weinig is geïnvesteerd in tramsporen en kwalitatieve trams. Dat mag. Deze regering heeft dat vastgesteld. We kunnen blijven discussiëren ... (Opmerkingen van Imade Annouri)
Men kan zeggen dat het de regering daarvoor of daarvoor was, of dat de cultuur bij De Lijn zodanig verziekt was door vakbondsrot dat men eerst daar al het geld tegenaan heeft gegooid. Dat kan. (Opmerkingen bij Groen en de PVDA)
Wacht, ‘hold your horses’! We zouden elkaar kunnen platslaan met hyperbolen, maar ik doe dat niet. Ik wil dat niet doen. Ik zie alleen dat deze regering geld op tafel legt om een historische achterstand in te halen en meteen doorschakelt naar proper transport, zero-emissietransport. Nadien, als dat klaar is, kunnen we er nog over praten of er nog een tram hier of daar moet bij komen. U kunt echter niet zeggen dat deze regering het niet doet. U mag wel zeggen dat de vorige misschien te weinig heeft gedaan. Daar kunnen we lang over discussiëren, maar dat helpt vandaag niet één reiziger concreet verder. (Applaus van Marino Keulen)
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik was vorige week uiteraard wel in de commissie, zoals u weet. U komt altijd aanzetten met het gigantische aantal investeringen en bestekken die zijn uitgeschreven, maar de realiteit is dat er in de praktijk welgeteld zestien elektrische bussen rijden. De problematiek is veel erger dan dat. De realiteit is dat eind dit jaar 306 bussen uit dienst moeten worden genomen omdat ze niet meer voldoen aan de hedendaagse normen. Daardoor komt de dienstverlening nog meer in het gedrang en overweegt De Lijn zelfs om diensten te schrappen. Dat is het probleem, en hoe komt dat? Door een jarenlange onderinvestering door u en voorgaande regeringen.
Ik heb recent in een schriftelijke vraag aan u opgevraagd hoeveel ritten er recent geschrapt zijn door De Lijn. En weet u wat de realiteit is? Een op de vier bussen of trams reed afgelopen jaar niet op tijd. En weet u waarom? Niet door stakingen, maar wel door technische problemen en problemen met personeel. Dat is de realiteit, en dat zijn problemen door gebrek aan investeringen en foute keuzes door u en voorgaande regeringen. (Applaus bij Vooruit. Opmerkingen van Marino Keulen)
De heer D’Haese heeft het woord.
Dat is hier het probleem van ons openbaar vervoer. Hoelang zit u al in de regering, mijnheer Keulen? (Opmerkingen van Marino Keulen)
Voilà, we kunnen er nog om lachen ook.
U zit hier al jarenlang in de regering. Minister Demir was daarnet bezig over een minister die in 2007 iets gezegd heeft. Wie zat er dan al in de regering, mevrouw Demir? Uw partij, onafgebroken tot nu. (Opmerkingen van minister Demir)
Ik zou het toch nog eens nakijken als ik van u was.
Beste collega’s, wat is het probleem bij De Lijn? Echt waar, de wereldvreemdheid waarmee mensen die nog nooit een bus of tram van binnen hebben gezien, over die bussen en trams spreken, daar krijg ik het van. (Opmerkingen)
Het probleem bij De Lijn is niet dat er mensen zijn die opkomen voor een goede dienstverlening. Het probleem bij De Lijn is niet dat er goede mensen zijn die opkomen voor goede loon- en arbeidsvoorwaarden voor de mensen die heel de dag met die bussen en trams rondrijden. Het probleem bij De Lijn, beste collega's, is dat de afgelopen vijftien jaar een vijfde van de werkingsmiddelen bij De Lijn is weg bespaard. (Applaus bij de PVDA)
Komt u het maar eens ontkennen. Het is de N-VA zelf, bij monde van mijnheer Descheemaecker, die het in de commissie is komen vertellen.
De impact daarvan zie je elke dag op het terrein, minister. Niet wanneer het staking is, maar wanneer je ’s avonds, in de regen, staat te wachten, onder een buskotje dat lekt, op een bus die niet komt. Wanneer je in een bus zit waar ducktape aan de spiegels hangt, wanneer je ’s ochtends in de spits zit op de Turnhoutsebaan, wanneer de bussen niet komen en als ze dan komen, je er niet opraakt en de mensen met de paarse jasjes je erin moeten duwen. Minister, dat is de realiteit van het openbaar vervoer. En verdorie, u hebt als minister van Mobiliteit geen flauw idee, maar werkelijk niet het minste, van de realiteit van ons openbaar vervoer, van de reizigers en van de chauffeurs die vandaag in Vlaanderen met het openbaar vervoer moeten rondrijden. (Applaus bij de PVDA)
Mijnheer Schiltz, dit gaat niet over wijzen naar het verleden, maar wel over een van de grootste ziektes … (Opmerkingen van Willem-Frederik Schiltz)
Laat u mij nu ook eens uitspreken.
Dit gaat over een van de grootste ziektes van onze politiek, en dat is het gebrek aan verantwoordelijkheidszin en het opnemen van verantwoordelijkheid. (Applaus bij de PVDA)
Deze regering is niet gestart in 2019. Deze regering is gestart in 2014, in exact dezelfde samenstelling, en sinds 2014 gaat ons openbaar vervoer er alleen maar op achteruit. Als we nu eens zouden starten met daar een minimum aan verantwoordelijkheid voor te nemen, om dan te zorgen dat we eindelijk eens kunnen investeren, niet alleen in een paar elektrische bussen, maar ook in de werking van De Lijn, zodat we meer en latere bussen kunnen laten rijden en kunnen zorgen voor hogere frequenties, dan zouden we een begin hebben van een oplossing.
Maar op dit moment laat u de mensen die met het openbaar vervoer rijden, stikken. Jullie investeren wat in wegen, jullie investeren wat in elektrische wagens en de mensen die de bus nemen, kunnen creperen. Dat is niet de schuld van de vakbonden, want het zijn verdorie de enige die nog opkomen voor een betere dienstverlening. Dat is de schuld van deze regering, en ik hoop dat u er eindelijk een keer voor gaat zorgen dat dat gaat keren. (Applaus bij de PVDA, Groen en Vooruit)
De heer Annouri heeft het woord.
Ik voel mij ook wel even geroepen om twee dingen te zeggen. Collega Schiltz, het is helemaal geen lang debat om te discussiëren over wie dit in het verleden heeft veroorzaakt. Het is heel simpel: de vorige regeringen, waar u deel van uitmaakt, hebben daarop bespaard, en daar dragen de bestuursploegen vandaag de gevolgen van. Kijk, ik heb dat kunnen doen in minder dan een minuut. U zult dat niet feitelijk kunnen ontkennen.
Ik ga het hier wel niet pikken dat de vakbonden met de vinger worden gewezen voor de vertragingen als een van de grootste boosdoeners. Wie moet naar de passagiers toe de gevolgen dragen, dag in dag uit, van de besparingen die in het verleden zijn gebeurd? Dat zijn de buschauffeurs, de mensen die bij De Lijn werken en die elke keer opnieuw moeten uitleggen dat ze te laat waren omdat ze vastzaten of het materiaal niet werkte, en die agressie moeten ondergaan. Zij zijn uiteraard de eersten, de ‘first line of defence’, en zij worden in de steek gelaten door de beslissingen die zijn genomen in het politiek beleid.
Dus om te eindigen en om het kort te houden, met de woorden van een onverdachte bron: Marc Descheemaecker, van N-VA-signatuur, zei een aantal maanden geleden dat we er op deze manier niet zullen geraken met die broodnodige modal shift voor het openbaar vervoer. Doe jullie huiswerk opnieuw en kom met een echt investeringsplan, want anders gaan we er niet geraken. (Applaus bij Groen en van Bruno Tobback en Jos D'Haese)
Minister Peeters heeft het woord.
Ten eerste, mijnheer D’Haese, waar u het openbaar vervoer neemt, zal mij een raadsel wezen. Het zal alleszins niet in Vlaanderen zijn, want wij verplaatsen ons in Vlaanderen met het openbaar vervoer op een heel andere manier dan u hier beschrijft.
Ten tweede, klaarblijkelijk vindt u 1,1 miljard euro op jaarbasis inzake opex en vindt u 300 miljoen euro inzake capex, inzake investeringen, klein geld. Klaarblijkelijk is dat voor u niks. Wij investeren dit jaar 1,4 miljard euro in De Lijn. Dat zijn opnieuw investeringsmiddelen en operationele werkingskosten die worden geïnvesteerd in De Lijn. Het klopt niet dat er vandaag maar dertien bussen rijden. Er rijden er vandaag een tachtigtal, en tegen 2027 zullen er 1300 zero-emissiebussen of elektrische bussen rijden. Dat er problemen zijn bij de levering van de bussen, daar kan De Lijn of de Vlaamse overheid niet aan doen. Dat is puur te wijten aan de supplychainproblemen die onder andere de twee huidige leveranciers hebben. Dat weten jullie. Dus stop alstublieft met daarop te hameren. Die bussen zullen geleverd worden, die stelplaatsen zullen in orde gemaakt worden en dat zero-emissieverhaal van bussen zal alleszins een feit worden.
Ten slotte, collega’s, ik heb in deze legislatuur – en jullie hebben het in de commissie zelf een paar keer toegegeven – geen enkele euro bespaard op De Lijn, integendeel. In het verleden was het reguliere budget qua investeringen voor De Lijn een bedrag van 140 miljoen euro. Dat is vandaag 300 miljoen euro. Dus stop alstublieft met te zeggen dat wij besparen op De Lijn. Integendeel, wij besparen niet op De Lijn. Maar ik ben wel tevreden, opnieuw, dat die efficiëntiewinsten er nu geboekt worden, dat die sense of urgency nu duidelijk is in de organisatie. Want herinner u, collega’s, waarom hebben wij die gegarandeerde dienstverlening effectief uitgerold? Omdat we 35 stakingsdagen op jaarbasis hadden, waarbij de reiziger telkens opnieuw in de kou bleef staan. Dat is de realiteit en daarom hebben we die gegarandeerde dienstverlening uitgerold, is er ingezet op efficiëntiewinsten en kunnen we er nu straks voor zorgen dat die reiziger – die aangewezen is op dat openbaar vervoer – niet langer in de kou blijft staan. (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Dat is de realiteit: geen besparingen bij De Lijn deze legislatuur, volop inzetten op strategische investering, op opnieuw de tramuitbreiding in Antwerpen, op de tramuitbreiding in Gent, op het Brabantnet voor de Vlaamse Rand. Kortom: we blijven investeren en we zullen dat ook blijven doen. Tegelijkertijd trekken we volop de kaart van duurzaamheid. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Aerts heeft het woord.
Ik wil eerst nog even terugkomen op minister Diependaele, die zei dat de meeste slachtoffers bij de private huurmarkt zitten. Dat klopt, er zijn ook 180.000 mensen op de private huurmarkt die wachten op een sociale woning. Evident zitten daar de grootste slachtoffers. (Applaus bij Groen)
Collega Bothuyne vroeg nog naar een aantal van onze voorstellen. Dáár zit duidelijk een van onze voorstellen. Voor het overige, mijnheer Bothuyne, verwijs ik u ook heel graag door naar het verslag, want onze fractieleider Mieke Schauvliege heeft zeer goed toegelicht waarop wij willen inzetten. Er rest mij ook niet voldoende tijd om dat nog allemaal te gaan voorstellen.
Ik wil afsluiten met een aantal vaststellingen. Een: deze Vlaamse Regering vindt de Europese doelstelling te hoog. Twee: uw eigen lagere doelstelling haalt u niet. Drie: minister Demir zegt dat we tandjes moeten bijsteken en collega Schiltz vindt dat er meer ambitie nodig is. Met de maatregelen die hier voorliggen, daar gaan we het verschil echt niet mee maken, dat is veel te beperkt. Het is overduidelijk, en dat kan ik alleen maar opnieuw vaststellen na het hele debat: deze regering ontbreekt echt elke ambitie op het vlak van klimaatbeleid. U bent gebuisd. Na vier jaar is het duidelijk: u bent gebuisd en dat schaadt onze Vlaamse economie en dat schaadt onze gezondheid. Ons klimaatbeleid heeft dringend nood aan meer ambitie. (Applaus bij Groen)
Minister Diependaele heeft het woord.
Heel kort, mijnheer Aerts, twee zaken. Eerst en vooral moeten ook die mensen die inderdaad op de wachtlijst staan of op de private huurmarkt terechtkomen, een beroep kunnen doen op een huursubsidie of huurpremie. Het bedrag daarvoor is vorig jaar boven de 100 miljoen gegaan. Ten tweede had ik dan eigenlijk ook wel op uw steun gerekend voor ons decreet Geconventioneerde Verhuur, dat we een paar weken geleden goedgekeurd hebben, want dat is ook om die mensen een betaalbare woning aan te bieden op de private huurmarkt. U hebt dat niet gedaan. U vond dat het blijkbaar niet nodig was om daar ook voor te gaan zorgen. U hebt ons daar niet gesteund, en dat is jammer.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik zou nog lang kunnen doorgaan over de zogenaamde uitbreiding van de trams. Tram 3 in Gent, die is doorgetrokken, maar niet in gebruik wordt genomen wegens geen middelen. Tram 2 en 4 in Antwerpen, die voor onbepaalde duur buiten dienst zijn. Tram 4 in Gent, waar men zeven jaar aan bezig geweest is om te maken dat die weer kon rijden. Maar ik zal daar niet verder op ingaan.
Ik ga even terug naar het debat over het klimaatplan van deze Vlaamse Regering, omdat het mij opviel dat de tussenkomsten vanuit de meerderheid in de eerste ronde samen te vatten vielen als: “Vlaanderen is eigenlijk toch wel geweldig goed bezig. Fantastisch. En vooral beter dan de Walen.” Hebben we eindelijk Vlaamse autonomie, dan moeten we het altijd over de Walen hebben.
Het is natuurlijk heel mooi dat u daarin gelooft. Ik vind dat fantastisch, mensen die geloven. Jammer genoeg is er ook zoiets als de realiteit. En de realiteit, dat is iets waar deze Vlaamse Regering telkens opnieuw tegen botst, de realiteit van de uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen. Om de doelstelling van 40 procent te halen, wat nu de doelstelling van deze Vlaamse Regering is, is er een daling nodig van 1,6 procent per jaar. Zullen we hoger-lager doen, beste collega’s? Doet de Vlaamse Regering het beter of minder? Het antwoord is: minder. En niet een klein beetje minder, maar veel minder. De Vlaamse Regering komt nog niet aan de helft: 0,6 procent. Vlaanderen is fantastisch goed bezig, collega’s, fantastisch goed bezig.
Tussen 2014 en 2019 bleef die uitstoot vlak. Er was gewoon geen verandering. Mevrouw Demir zei dat er in de afgelopen drie jaar fantastische reducties zijn gebeurd. Maar er is nog iets gebeurd de afgelopen drie jaar. Ik kan er niet op komen. Ja, de coronacrisis. Dat was het, juist. Alle openbaar vervoer dat stillag, fabrieken die dicht waren, niemand die naar het werk kon. Dat was er ook nog, de afgelopen drie jaar. Dat is inderdaad wanneer de belangrijkste reducties zijn gebeurd. Fantastisch beleid van deze regering. Ondertussen zien we alles uiteraard weer opveren. We weten nog niet waar dat gaat uitkomen, want we hebben nog maar de laatste cijfers van 2021, en daaruit blijkt dat we niet op schema zitten.
De N-VA is twintig jaar aan de macht en komt hier nu zeggen dat het niet meer mogelijk is om de doelstellingen te halen die de wetenschap naar voren schuift, dat het niet meer mogelijk is om te doen wat eigenlijk nodig is om deze planeet leefbaar te houden. Jullie gooien de handdoek in de ring en gaan gewoon onder jullie eigen lat.
Er werd daarnet gezegd dat de maatregelen van de Vlaamse Regering ongezien zijn in Europa. En het is waar dat hier maatregelen worden genomen die ergens anders niet genomen worden: stookolieketels verbieden, renovatieverplichting en zo verder. Maar wat niet ongezien is, is dat dat gewoon net hetzelfde is als het neoliberale beleid in de rest van Europa. Het is opnieuw gewoon de mensen dingen verplichten en ondertussen de grote vervuilers buiten schot laten. Niemand heeft in die antwoorden gesproken over de tientallen miljoenen aan subsidies die ieder jaar in België en Vlaanderen naar grote vervuilers gaan. Niemand spreekt daarover. Klimaatgeld dat niet gebruikt wordt voor openbaar vervoer, dat niet gebruikt wordt voor hernieuwbare energie, maar om grote vervuilers te subsidiëren, dat is het symptoom van het klimaatbeleid van deze Vlaamse Regering. (Applaus bij de PVDA)
De heer Gryffroy heeft het woord.
Terug naar het Vlaams Energie- en Klimaatplan. Meer concreet zal ik het hier hebben over gebouwen en hernieuwbare energie. In 2021 lagen de emissies voor gebouwen 21 procent lager dan in 2005, ondanks het feit dat er 14 procent meer gezinnen waren. Dat was te danken aan allerlei beleidsmaatregelen, zoals isolatie, omschakelen van stookolie naar aardgas, meer warmtepompen, zonneboilers enzovoort, collega D’Haese.
En sinds dit jaar, collega D’Haese, is er de renovatieverplichting voor woningen. De meest energieverslindende woningen moeten inderdaad binnen de vijf jaar na verkoop een degelijke renovatie ondergaan. Ook moeten woningen die nu bewoond worden door eigenaars of die verhuurd worden, voldoen aan een aantal minimale EPC-normen. Er werd in vergelijking met het vorige VEKP dan ook beslist, en dat in overleg met huurders- en verhuurdersplatforms, om het traject wat later te starten, want zo geven we verhuurders ook de kans om op tijd te anticiperen. En daarna gaan we dan versnellen en verstrengen. Met andere woorden, we hebben beslist om stap per stap te werken, zodat het financieel haalbaar blijft.
Maar om iedereen de kans te geven, hebben we Mijn VerbouwPremie ingevoerd. Tot nu toe zijn daar meer dan honderdduizend aanvragen voor gedaan. We hebben dat uitgebreid en verhoogd voor de middenklasse en lagere inkomens. Voor die groepen hebben we ook Mijn VerbouwLening ingevoerd, waarmee tot 60.000 euro ontleend kan worden, terug te betalen tot maximaal 25 jaar, en aan een verminderde rentevoet. Het geheel wordt gecoördineerd door de energiehuizen en het uniek loket.
Dit is de eerste regering die daadwerkelijk inzet op energie-efficiëntie, met een budget van meer dan 1 miljard euro. Ik ben daar eigenlijk best wel fier op. Dat is ook normaal, want elk beetje energie dat je niet verbruikt, is de goedkoopste en properste. Bijkomend werd beslist dat vanaf 2025 nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties fossielvrij moeten gebeuren. De premie voor gascondensatieketels hebben we inderdaad geschrapt, om die shift weg van fossiele brandstoffen te kunnen maken. De verhoogde premies voor warmtepompen behouden we tot het einde van 2025.
Als we het hebben over hernieuwbare energie, bedroeg het vermogen aan zonne-energie eind vorig jaar 5000 megawatt. Toch verhogen we nog altijd de subdoelstelling voor zonne-energie met 500 megawatt per jaar, zodanig dat we in 2030 uitkomen op een capaciteit van net geen 9000 megawatt. Deze groei wordt inderdaad mogelijk gemaakt door het huidige interessante investeringsklimaat, maar ook door het feit dat grotere elektriciteitsafnemers verplicht worden om zonnepanelen te plaatsen, en waar vooral de overheid nog strengere normen opgelegd heeft gekregen.
Eind 2022 stonden er 684 windturbines in Vlaanderen die samen goed zijn voor een vermogen van 1555 megawatt. Er werd inderdaad beslist om de subdoelstelling aan te passen naar 108 megawatt per jaar, zodat we uitkomen op 2,7 gigawatt. Dat zijn gigantische vermogens met gigantische uitdagingen naar de netwerken toe, en naar de back-up toe wanneer er geen zon of wind is. Maar we zijn ervan overtuigd dat de doelstelling van 12 procent haalbaar is. Want de energieproductie die we zelf kunnen produceren – op voorwaarde dat het technisch en financieel haalbaar is –, zal er ook voor zorgen dat we minder afhankelijk zijn van onstabiele regio’s buiten Europa.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dit klimaatdebat verloopt zoals steeds leugenachtig en orwelliaans. Ik heb hier gehoord dat de regering de mensen vrijheid geeft. Minister Demir geeft steden subsidies om illegale tuinpaadjes op te sporen in mensen hun privétuintje, om die mensen te kunnen beboeten. Is dat vrijheid? Mensen worden verplicht om hun eigen woning te renoveren. Noemt u dat vrijheid? De stookolieketel, de gasketel en de brandstofwagen worden verboden. Is dat vrijheid? Is dat keuzevrijheid? Laat mensen toch helemaal vrij om zelf te kiezen hoe ze zich verwarmen, of ze hun woning renoveren en met wat voor auto ze rijden. Als elektrisch rijden echt beter en financieel voordeliger is, dan zullen de Vlamingen daar wel helemaal zelf voor kiezen. Dat vinden wij, als enige partij voor de vrijheid.
Ik heb hier ook gehoord dat de weg van de geleidelijkheid wordt gekozen. Het wordt verboden om een brandstofwagen te kopen in 2029. Dat is binnen zes jaar. Noemt u dat geleidelijk? Ik heb hier zelfs gehoord dat het goedkoper zal worden. Wat een grap! Hoelang horen mensen dit riedeltje al? Hoeveel tientallen miljarden euro’s werden al in zogenaamde hernieuwbare energie geïnvesteerd, terwijl de energiefactuur alleen maar vetter is geworden? Kijk naar het voor vele Vlamingen duurdere capaciteitstarief dat zopas werd ingevoerd. Kijk naar de nettarieven die straks zelfs met 80 procent zullen stijgen. Laat ons toch eerlijk zijn, dit beleid van drastische CO2-reductie en razendsnelle gedwongen elektrificatie heeft niks met het klimaat te maken, maar alles met ‘big business’ op kap van de gewone man en vrouw.
Ik heb hier gehoord dat we onafhankelijk worden van dictatoriale oliestaten. Heel goed, maar de Vlaamse Regering maakt ons in plaats daarvan afhankelijk van China. Is dat zoveel beter?
Minister Demir, ik wil u voor één ding toch bedanken. U zei dat Vlaanderen verantwoordelijk is voor slechts 0,12 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Dat is dus nog minder dan de door mij daarnet genoemde 0,18 procent. Ik concludeer dus met nog meer overtuiging dat dit nieuwe klimaatplan geen enkele impact zal hebben op het klimaat, maar het maakt de impact van de Vlamingen wel onvrijer en duurder. Geen wonder dus dat de ontevredenheid bij de mensen over deze Vlaamse Regering groter is dan ooit tevoren.
In plaats van de CO2-uitstoot terug te dringen met 40 procent, breng de regelneverij de energiefactuur terug met 40 procent, dan zult u terug het vertrouwen van de kiezers krijgen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega’s, het moet soms lastig zijn om in de parallelle wereld van collega Van Rooy te leven, terwijl gisteren nog in de kranten stond dat de Belgische energiefacturen bij de laagste van Europa zijn, dat het Vlaamse en het federale beleid het verschil heeft gemaakt om de energiefactuur onder controle te houden. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Collega Van Rooy, ofwel vraagt u het woord, ofwel houdt u het rustig.
Helaas voor collega Van Rooy, en gelukkig voor onze Vlaamse gezinnen en bedrijven, is de realiteit anders.
Collega’s we hebben nood aan een sterk klimaatbeleid, en in die zin is de update door de Vlaamse Regering van dit klimaatplan bijzonder belangrijk. Maar ook belangrijk, minister, is dat u gaat samenwerken met iedereen op het terrein, met gezinnen, bedrijven, lokale besturen, maar ook met de federale overheid. Want een van de kritieken op het ontwerp van het klimaatplan, niet onterecht, was dat het Belgische klimaatplan bestond uit het aan elkaar nieten van de verschillende plannen van de verschillende gewesten en de federale overheid. We hebben nood aan een sterk klimaatbeleid. Dat wil zeggen een klimaatbeleid dat is gebaseerd op samenwerking en dus een geïntegreerd klimaatplan.
Daarnaast hebben we ook als parlement een belangrijke verantwoordelijkheid. Collega Gryffroy brengt ons al elke week samen om rond energie en klimaat te werken aan andere en betere voorstellen samen met experten. De komende weken en maanden moeten wij daar als parlement, denk ik, stappen vooruit zetten om aan deze regering nog bijkomende voorstellen te doen. Uiteindelijk is het pas volgend jaar dat het definitieve Energie- en Klimaatplan bij Europa wordt ingediend.
Dat betekent ook dat er binnen twee jaar extra budgetten komen. Die extra budgetten moeten we gebruiken, meer dan 5 miljard euro voor de periode van 2025 tot en met 2030, om ervoor te zorgen dat elk klimaatvriendelijk alternatief goedkoper is dan het oude fossiele alternatief. We moeten ervoor zorgen dat we onze gezinnen, bij de keuzes die ze maken, gezonde en goede keuze kunnen laten maken voor het klimaat, en dat dat tegelijkertijd een gezonde en goede keuze is voor de portemonnee. De Europese middelen die we daartoe ter beschikking krijgen, moeten we daar prioritair op inzetten.
Uiteraard moeten we ervoor zorgen dat die middelen gaan naar wie ze het meest nodig heeft. Ik denk dat in dit plan al heel belangrijke stappen worden gezet. We werken inkomensgerelateerd bij Mijn VerbouwPremie en bij Mijn VerbouwLening. Ook als het gaat over het bevorderen van elektrische mobiliteit moeten we er natuurlijk voor zorgen dat er geen premies of fiscale voordelen blijven gaan naar grote, luxueuze elektrische auto’s, dat een elektrische auto haalbaar en betaalbaar wordt voor elke Vlaming. Dit hoort bij de uitvoering van het klimaatbeleid.
Klimaattransitie moet eerlijk en sociaal rechtvaardig verlopen, en op dat vlak kregen we in de commissie Energie deze ochtend nog het goede nieuws dat meer dan de helft van de renovatiedossiers die Vlaanderen ondersteunt, naar mensen met een lager inkomen gaat. Dus het beleid werkt, en aan dat beleid moeten we verder bouwen.
Onze gezinnen moeten dus kunnen profiteren van een klimaatbeleid, maar ook onze bedrijven moeten erin mee. Ik was op de Klimaatconferentie van Parijs in 2015, en daar was John Kerry, de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten aan het woord. Hij had het over de grootste opportuniteit ooit voor de Amerikaanse economie. Hij heeft gelijk, we moeten onze bedrijven, onze industrie, onze voedselproductie wapenen, om ook hier de vruchten van de klimaattransitie te kunnen plukken.
Uw tijd is om. Collega Schauvliege heeft ook nog een vraag, maar als u eerst afrondt dan kan mevrouw Schauvliege haar vraag stellen.
We moeten onze gezinnen ondersteunen om ervoor te zorgen dat iedereen mee kan in deze klimaattransitie. We moeten onze bedrijven en onze landbouwsector ondersteunen, om ervoor te zorgen dat we rond industrie en voedselproductie koplopers kunnen zijn in de wereld. Op die manier kan een goed klimaatbeleid sterk samengaan met economische groei en sociale voorspoed.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Collega Bothuyne, een van de sectoren die ook heel veel broeikasgassen uitstoot, met name methaan, is de landbouwsector. Ik heb u heel veel horen vertellen over gezinnen, maar eigenlijk niets over de landbouwsector, misschien daarnet even vanuit de banken.
Ik hoorde minister Brouns daarnet zeggen dat u tegen plannen bent met heel veel lucht, want daar hebben we niets aan. Maar ik zou jullie eigenlijk iets willen vragen. We hebben gezien dat uitstoot van broeikasgassen door de landbouwsector alleen maar gestegen is, met vier procent, als het gaat over methaan alvast, terwijl er een vermindering van 30 procent was beloofd.
Ik lees in dit nieuwe klimaatplan eigenlijk geen bijkomende maatregelen die stappen zetten in de richting van een serieuze vermindering van de methaanuitstoot. Voor de mensen thuis, voor alle duidelijkheid, is methaan 28 keer straffer dan CO2. Het verminderen van de methaanuitstoot heeft een heel grote impact op onze broeikasuitstoot. Welke concrete voorstellen staan hier op stapel? Ik lees alleen maar evaluaties en dan eventueel bijstellingen. Ik hoop dat u niet afkomt met een trits maatregelen van innovatieve technieken waarvan het Nederlands rapport vorige week heel duidelijk aangetoond heeft dat ze niet werken.
Minister Brouns heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege, in tegenstelling tot u geloof ik wel degelijk in innovatie. Dat is soms vallen en opstaan, absoluut. Maar ik geloof wel in technologie en technologische vooruitgang en innovatie. En ja, wij doen wel degelijk inspanningen voor methaan. Voederadditieven en veestapelmanagement zijn allemaal heel concrete maatregelen. Er is 15 miljoen euro extra vanuit het eigen beleid via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) om te investeren in meer energie-efficiëntie. We zijn er ons van bewust dat je met voederadditieven, dat is vandaag wel aangetoond, tot min 30 procent kunt reduceren op methaan. En ja, dat is belangrijk en wij nemen concrete maatregelen in de landbouw.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister Brouns, voederadditieven, dat is allemaal interessant, maar u hebt een belofte gemaakt om tot min 30 procent te gaan. De toestand vandaag is plus 4 procent. U komt er dus helemaal niet. Ik zie geen andere maatregelen, ik zie eigenlijk geen maatregelen in dit plan die extra zijn om ervoor te zorgen dat de methaanuitstoot gereduceerd wordt. Het enige wat echt helpt – dat blijkt uit Nederlandse studies – is de afbouw van de rundveestapel. Ik zie daar eigenlijk niets van staan in dit plan. Staat er een afbouw van de rundveestapel in uw plan? Staat er een begeleidingstraject in om de landbouwers te helpen om de methaanuitstoot te verminderen?
Minister Brouns heeft het woord.
Ik heb verwezen naar veestapelmanagement. Dat wil zeggen met minder meer doen. Ook in die sector mogen we inzetten op efficiëntie. Er is het aangescherpte gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), het aangescherpte mestactieplan (MAP), het hele PAS-verhaal (Programmatische Aanpak Stikstof) en er is de demografie. Dat is een realiteit. U weet dat ook. Er is ook het verhaal van de varkensstapel. Daar is de opkoopregeling. Dat is natuurlijk een proces dat wel degelijk zijn effecten zal hebben. U weet dat heel goed.
Geen nieuwe maatregelen dus?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega Schauvliege, ik vind uw tussenkomst kenschetsend voor waar Groen voor staat: fatalisme, negativiteit, geen enkel concreet alternatief en een ongeloof in onze wetenschap, een ongeloof in onze kennis en innovatie. Inderdaad, de biovergisters die we vandaag installeren en die we vlotter moeten kunnen installeren, waarvoor de vergunningsprocedures vlotter moeten worden zodat er meer en op een grotere schaal geïnstalleerd kunnen worden, beperken de uitstoot. Die zorgen ervoor dat we mest kunnen omzetten in nuttige energie. Er zijn heel wat technieken die ontwikkeld zijn en in ontwikkeling zijn die het verschil kunnen maken en die ervoor kunnen zorgen dat we wat we vandaag al realiseren – namelijk de meest klimaatefficiënte voedselproductie ter wereld, dat is Vlaanderen, daar staat Vlaanderen voor – ook in de toekomst kunnen garanderen en nog beter kunnen garanderen.
Inderdaad, wij geloven in technologie, wij geloven in onderzoek en ontwikkeling. Vlaanderen is de regio in Europa waar het meest geïnvesteerd wordt in onderzoek en ontwikkeling onder andere in deze sector. We maken daar met deze Vlaamse Regering een recordbedrag voor vrij. Wij geloven in de sector. Wij geloven in de landbouw. Wij geloven in onderzoek en ontwikkeling. Wij geloven in de wetenschap. U duidelijk niet en ik vind dat bijzonder jammer. (Applaus bij cd&v)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Wij luisteren naar de wetenschap. Er is een recent wetenschappelijk rapport dat alle technieken om de methaanuitstoot te verminderen heeft onderzocht en daaruit blijkt dat de meest effectieve maatregel het afbouwen van de rundveestapel is. U gelooft blind in innovatie. Wij geloven in innovatie die werkt. U gelooft blind in innovatie en het resultaat is een methaanuitstoot die 4 procent hoger ligt in plaats van 30 procent minder. Dat is het beleid waar deze cd&v al jaren op inzet. Dat is niet waar wij voor staan. Wij geloven in iets wat werkt. En wat echt werkt en zijn resultaten al bewezen heeft, is een afbouw van de rundveestapel en dat met een deftig begeleidingstraject voor de landbouwer. Ik denk dat de landbouwer daar ook tevreden mee zal zijn. Jullie geloven in fabeltjes onder het mom van innovatieve technieken die niet werken.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, u zit hier tegen Groen een beetje te fulmineren dat u gelooft in onderzoek en ontwikkeling. U kunt daar niet over zwijgen. Mijn vraag aan u is dan: in welk parallel universum bevond u zich, en uw partij, toen twintig jaar geleden de kernuitstap beslist werd?
We zaten in de oppositie.
En u hebt dat dan niet goedgekeurd?
Collega Schauvliege, ik denk dat uw antwoord typisch Groen is. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
En u hebt gelijk: de beste manier om de reductie te bewerkstelligen, om de CO2-uitstoot volledig weg te krijgen, om methaanuitstoot volledig weg te krijgen, is de afschaffing van de landbouw. Sluit alle landbouwbedrijven! Sluit de industrie, en de uitstoot zal inderdaad dalen! (Opmerkingen van Chris Steenwegen)
Dat is fantastisch, maar dat is niet het beleid waar wij voor staan. Wij geloven in een duurzame voedselproductie in Vlaanderen. Wij geloven in onze land- en tuinbouw. En wij geloven in de wetenschap. U citeert trouwens een wetenschappelijk rapport dat niet eens bestaat in Nederland.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Vanaf het moment dat het over landbouw gaat, wordt het een kwalijke gewoonte van de collega’s van cd&v om hier moraliserend, ten eerste, mijn fractie, maar misschien zelfs het hele parlement, toe te spreken. “Wij zijn diegenen die weten wat in de sector leeft en hoe we die sector moeten rechthouden!”
Maar, collega Bothuyne, u moet eens rondgaan bij heel veel landbouwers, en vragen hoe gelukkig zij zijn geworden van het landbouwbeleid van de voorbije veertig jaar, dat, met uitzondering van vijf jaar tussen 1999 en 2004, door uw partij is vormgegeven. De harde realiteit is: als er één partij is, als er één fractie is in het parlement, die de landbouwsector heeft kapotgemaakt en aan het kapotmaken is, door de toekomst te ontkennen, dan is dat uw fractie. U zou zich ervoor moeten schamen dat u tot op vandaag lesjes probeert te leren aan de rest van dit parlement.
Hetzelfde geldt voor allerlei andere discours dat hier gehanteerd worden. Blijkbaar heeft het parlement, en hebben heel veel ministers hier vooraan, niet eens de ernst in hun job begrepen, om aanspreekbaar te durven zijn voor de verantwoordelijkheid die zij historisch hebben. Vandaag hoor ik u opnieuw zeggen dat we maar traag genoeg moeten gaan, en dat we wel zullen zien wat het wordt in de toekomst, en dat fatalisme niet nodig is.
Uiteraard is fatalisme niet nodig! Al die klimaatwetenschappers zeggen vandaag – als het gaat over landbouw, als het gaat over energie, als het gaat over wonen, als het gaat over mobiliteit – dat alle oplossingen op tafel liggen. Maar we moeten ze wel nemen. De constante bij heel deze Vlaamse Regering is: we nemen die maatregelen gewoon niet, en binnen tien jaar zullen we vergeten zijn dat we op dat moment in de Vlaamse Regering zaten, en dat we onze verantwoordelijkheid hadden kunnen nemen.
U spuugt in het gezicht van mensen die binnen tien jaar, wereldwijd en in Vlaanderen, het slachtoffer zullen zijn van de klimaatopwarming. En u spuugt vandaag opnieuw in het gezicht van landbouwers die het slachtoffer zijn van een ontkennend landbouwbeleid in de voorbije veertig jaar. (Applaus bij Groen)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega Vaneeckhout, ik ben een boerenzoon. Ik heb mijn vader keihard zien werken, en hij is daar niet ongelukkig van geworden. Het is niet omdat u één keer een overal hebt aangetrokken, en op bezoek bent geweest bij een landbouwbedrijf, en dat u daar een heel mooie Facebookadvertentie van hebt gemaakt, dat u weet wat er leeft bij de land- en tuinbouwers. Dat is heel plezant voor u en voor de metaverse, maar dat is niet de realiteit van onze land- en tuinbouw.
Ten gronde: ik ga graag in dialoog over hoe het beter en anders kan, want de sector wordt geconfronteerd met grote uitdagingen. Het is een uitdaging om natuur en landbouw met elkaar te verzoenen, maar wij geloven dat het kan. Wij geloven dat het kan zonder de landbouw en de voedselproductie te gaan decimeren, en dat is het verschil met uw partij. Wij geloven in een duurzame voedselproductie, in een duurzame toekomst voor onze land- en tuinbouw in Vlaanderen, en u wilt die vooral zo snel mogelijk afbouwen, als ik uw fractieleider mag geloven. (Applaus bij cd&v)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega Bothuyne, ten eerste: de platheid waarmee u hier uitspraken doet, stoot me tegen de borst en beledigt mij, maar dat is niet erg. Maar wat me wel raakt is dat u hier ook mijn grootvader beledigt. Ik ben een landbouwerskleinzoon, die aan den lijve heeft ondervonden wat het doet met een mens om zijn landbouwbedrijf te moeten stopzetten omdat het financieel-economisch niet meer haalbaar was, omdat de sector hem een strop om de nek hing op economisch gebied. En u gaat mij hier nu lesjes leren dat ik geen enkele voeling zou hebben met de landbouw … (Opmerkingen)
Neen, het verhaal van mijn grootvader is het verhaal van tienduizenden landbouwers in de afgelopen jaren. Wat zegt u tegen al die mensen? U had maar moeten doen zoals mijn vader, en hard werken? Is dat wat u hier vandaag zegt? Dat al die landbouwers die de voorbije decennia gestopt zijn, omdat het model onleefbaar is, maar harder hadden moeten werken? Dat is wat u hier vandaag niet alleen tegenover uw vader zegt, maar ook tegenover al die andere landbouwers die de voorbije decennia geprobeerd hebben om op een andere manier te overleven in een sector die het moeilijk heeft, om te zorgen voor lokaal en kwalitatief voedsel, en die daar iedere dag voor geleefd hebben. En aan al diegenen die beslist hebben dat het niet meer lukt, zegt u dat het hun eigen verantwoordelijkheid is. Het is hun eigen lot, en we laten hen daaraan over.
Ik zeg vandaag: u bent niet de partij, u bent geen lid van een partij, die oprecht zoekt naar een toekomst voor onze landbouwers, voor lokaal en kwalitatief voedsel, want u ontkent de toekomst. (Applaus bij Groen)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega's, ik stel voor dat we straks een koffie drinken, om uw frustratie door te spoelen, collega Vaneeckhout. Het zal waarschijnlijk helpen.
Ik denk dat respect voor uw grootvader, voor mijn vader, voor alle mensen in de land- en tuinbouwsector, misschien wel datgene is wat ons verbindt, en misschien datgene is op basis waarvan we een duurzamer verhaal voor land- en tuinbouw kunnen schrijven. Maar we doen dat niet door het af te bouwen, door hier vanuit Brussel te zeggen dat de boeren moeten stoppen. Ik denk dat dat niet de manier is om respect … (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
U ging een koffie drinken, weet u nog?
De heer Dochy heeft het woord.
Ik dacht dat het debat vandaag over klimaat ging. We kunnen het bij gelegenheid ook wel eens hebben over de evolutie van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. We kunnen het hebben over het verhaal van Sicco Mansholt, een notoire socialist uit Nederland, die grootschaligheid geïmplementeerd heeft als voorzitter van de Europese Commissie. Hij heeft jarenlang als Landbouwcommissaris, dat Europees landbouwmodel gedeeltelijk neergepoot in onze contreien.
Maar goed, daar gaat het niet over. Het gaat over die emissies. Ik wil terugkomen op wat collega Schauvliege suggereert. Collega, als je de cijfers bekijkt zie je dat er bijvoorbeeld voor de vleesveehouderij de afgelopen jaren een daling is van 5 procent van het aantal dieren, maar dat de emissies met 12 procent gedaald zijn. De enterische emissies, die uit de pens van de koe komen, zijn dus met 12 procent gedaald. U geeft terecht aan dat methaan een zeer agressief gas is, inderdaad een veelvoud van CO2. Minder methaanuitstoot heeft dus een zeer groot effect. Men is er in de vleesveehouderij door voedertechnieken dus in geslaagd, om een grote uitstootdaling te realiseren dan het aantal dieren dat procentueel verminderd is.
Ook belangrijk is dat we allemaal tot het besef komen dat emissies niet stoppen aan de Vlaamse grens. Wat wij produceren, stopt niet aan de grens, we worden daar bij wijze van spreken niet door versmacht. Wat belangrijk is, is het CO2-equivalent dat nodig is voor de productie van een bepaalde eenheid. Wat hier, met onze technologische vooruitgang, geproduceerd wordt, betekent voor 1 liter melk bijvoorbeeld een derde van de CO2-uitstoot van 1 liter melk die pakweg in Nieuw-Zeeland geproduceerd wordt. De landbouw hier ondersteunen is dus efficiënt en is op het vlak van het klimaat zeer goed. Nogmaals: die emissies, die gassen, stoppen niet aan de grens. We zitten hier met een klimaatprobleem dat toch wel wereldomvattend is.
De heer Tobback heeft het woord.
Collega's, ik ga beginnen met een bekentenis: ik ben geen zoon van een landbouwer. (Gelach)
Oei. Van wie dan wel?
Ik zou het waarderen indien u dat niet gebruikt als een opening om andere ongepaste opmerkingen te maken, dat zou te gemakkelijk zijn. (Gelach en applaus)
Desalniettemin – ik ben hier de laatste spreker – ben ik ook een klein beetje teleurgesteld in het debat, maar dat is waarschijnlijk eigen aan de formule.
Collega's, er zijn massa’s redenen om een beleid te willen voeren waarmee we onafhankelijk worden van fossiele brandstoffen. Je kunt de redenen geloven, die collega Vaneeckhout niet zelf heeft uitgevonden maar inderdaad door internationaal erkende briljante geesten en topwetenschappers, trouwens allemaal op onze vraag, zijn geformuleerd: namelijk dat het bijzonder hard uit de hand gaat lopen, en vandaag uit de hand aan het lopen is, indien we dat niet serieuzer nemen, en eigenlijk serieuzer hadden moeten nemen. Je kunt hen geloven. Je kunt hen niet geloven, dichterbij huis blijven, naar de afgelopen twee jaar kijken en vaststellen dat het niet bepaald een voordeel is om afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen op een internationale markt die inderdaad gedomineerd wordt door twijfelachtige spelers, waar we bovendien geen enkele controle op hebben. Er zijn in dit land een zeer klein aantal mensen en bedrijven die daar zeer goed mee boeren. De grote meerderheid in dit land heeft daar geen voordeel bij.
Het is dus belangrijk dat we daar zo hard en snel mogelijk in gaan. In tegenstelling tot collega Van Rooy, geloof ik dat meer dan genoeg mensen, zowat alle mensen, en zeker na de voorbije jaren, graag genoeg de vrijheid zouden hebben om minder fossiele brandstoffen te gebruiken, om minder te moeten betalen voor hun gas, niet elke week te moeten hopen dat het deze winter niet opnieuw uit de hand loopt, en daarvoor een alternatief te hebben.
Ik heb het net gecheckt: er staat op dit moment al 160 kilometer file naar de kust. Ik denk dat heel wat mensen liever zouden hebben dat ze dat op een andere manier, comfortabeler zouden kunnen doen, dat ze niet in dat soort van cinema zouden moeten terechtkomen elke keer wanneer het leuk weer is tijdens een lang weekend, maar dat er alternatieven zouden zijn.
Het is voor dat soort alternatieven dat je een regering hebt, het is voor dat soort alternatieven dat je een parlement hebt. Het is voor dat soort alternatieven, voor dat soort uitwegen, voor dat soort nieuwe manieren om de dingen aan te pakken, om de problemen die we allemaal zien, aan te pakken, en daarvoor alternatieven te bieden, dat je regeringen en parlementen hebt. Maar dan heb je regeringen en parlementen nodig die een project voor de toekomst willen uittekenen, die misschien een paar van hun eigen vooringenomenheden willen overstijgen, die misschien een paar mensen die graag aan de deur staan met hun lobbying, proberen tegen te spreken. Die heb je nodig in het belang van al die anderen die zitten te wachten op oplossingen en die vooral plannen maken vanuit wat kan en niet vanuit wat we moeten doen om nog zo lang mogelijk voort te sukkelen zoals we bezig zijn en zoals het een paar mensen goed uitkomt. Dát is de uitdaging van een klimaatbeleid, maar dat is ook de opportuniteit van een klimaatbeleid, collega’s en dames en heren ministers.
Het is bijzonder jammer – en dat zie je ook aan dit debat – dat deze regering, deze meerderheid er nog altijd niet in is geslaagd om dat echt als een opportuniteit te zien om de dingen anders aan te pakken, om bijvoorbeeld te vermijden dat landbouwers jaar na jaar en dag na dag verder uittreden en stoppen, zodat het er alsmaar minder zijn, ondanks het feit dat de voedselindustrie nog altijd goed boert.
Collega Bothuyne, het conflict is op zich niet tussen natuur en landbouw, maar tussen de landbouwers en de voedselindustrie. Alleen stel ik vast dat de voedselindustrie in dezen veel zwaarder weegt in dit parlement dan zowel de landbouwers als de natuur. En voor geen van beide slaagt de Vlaamse Regering, de Vlaamse meerderheid erin om er een hoopvol en toekomstgericht project van te maken, omdat ze blijft hangen in een ideologie en in het verleden. Ik vind dat bijzonder jammer, want veel grotere gemiste kansen zijn er niet. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
– Groen en het Vlaams Belang kondigen aan een motie te zullen indienen.
De moties moeten uiterlijk om 16.40 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het debat is gesloten.