Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, collega’s, We hebben het hier al vaak gehad over het recht om te kunnen leren, net zoals over het Inschrijvingsdecreet, dat gekoppeld is aan dat recht op kunnen leren.
Als je kinderen of leerlingen wilt weigeren, dan moet je – nog niet zo lang – werken met een digitaal aanmeldingssysteem. Ondertussen is die periode van aanmelden achter de rug en merken we toch wat bezorgdheden op het terrein. Zo was er in Brugge een tweeling die zich wilde aanmelden voor dezelfde school. Dat is niet gelukt. In Pelt was er een gezin dat op 300 à 400 meter van de school woont, en zeer ontgoocheld is dat ze niet naar de school in hun straat kunnen gaan. Dat zijn zaken, minister, die zeer veel mensen beroeren.
In de plenaire vergadering van 1 maart 2023 hadden we het hier ook al over het Inschrijvingsdecreet. Toen pleitte ik er fel voor de mogelijkheden van het decreet nog meer bekend te maken en nog meer ondersteuning te geven aan de scholen en de lokale overlegplatforms (LOP's). U zei dat ik gelijk had en dat er inderdaad meer aandacht moest naartoe gaan en dat het misschien beter zou zijn om wat extra begeleiding te voorzien. Vandaar, collega’s, dat ik zeer benieuwd ben wat er dan effectief is gebeurd. Het is onze plicht, minister, om vanuit Brussel de scholen en de LOP's maximaal te ondersteunen om aan de slag te gaan met dat decreet. Het is niet zo eenvoudig, het is best wel complex. Als we echt willen dat het kamperen gedaan is, wat we doen via het Inschrijvingsdecreet, dan moeten we ons afvragen wat we nog kunnen doen.
Wat zult u doen om de scholen extra te begeleiden om eventueel te remediëren, volgens de decretale mogelijkheden, na de recente aanmeldingsperiode?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat we met dat Inschrijvingsdecreet een ongelofelijke stap vooruit hebben gezet door scholen en ouders meer vrijheid en verantwoordelijkheid te geven. Dus we werken niet langer met dwang, waarbij we werken met dubbele contingentering, waarbij we zeggen dat zij verplicht voorrang moeten geven aan bepaalde doelgroepen op basis van sociaal-economische kenmerken, die dan heel de rij – zelfs als men staat te kamperen – voorbijsteken. We hebben daarmee ook mogelijkheden gegeven om lokaal zelf voorrangsgroepen te bepalen, voor 20 procent, en zelf keuzes te maken.
Ik denk dat er al bij al heel veel kritiek op geformuleerd is, maar ik zie op het terrein dat dat redelijk goed wordt aangepakt. Wij hebben dat denk ik ook met onze diensten redelijk goed voorbereid. We hebben webinars en informatiesessies allerhande voor de scholen georganiseerd. Trouwens, de scholen die deel uitmaken van een lokaal overlegplatform (LOP) hebben nog eens extra ondersteuning via de LOP-deskundige als verbindingsfiguur.
Informeren moet natuurlijk wel correct gebeuren. U verwijst bijvoorbeeld naar een casus in Brugge. Ik heb daar ook over gelezen. Er wordt nog al eens gemakkelijk verwezen naar Brussel als oorzaak van problemen. De waarheid is natuurlijk dat het niet zo is dat Brugge zich verplicht moest aanmelden, ook als ze geen capaciteitsproblemen hadden. U weet dat die verplichting enkel van toepassing was voor Antwerpen, Gent en Brussel, en dat men zich natuurlijk wel moet aanmelden als men capaciteitsproblemen verwacht. Dat is ook evident, want anders zet je jezelf in de problemen.
Ten tweede is de casus die u aanhaalt van de tweeling ook niet uniek voor Brugge natuurlijk. Je vindt de oplossing meestal gewoon in de praktijk. Het wordt niet aangeraden om tweelingen in een aanmeldingssysteem aan elkaar te koppelen. Dat wordt niet aangeraden omdat dat in het nadeel is van de ouders, omdat wanneer je die twee aan elkaar koppelt de kans natuurlijk kleiner wordt dat ze alle twee als eersten worden gerangschikt. Dus wat gebeurt er in de praktijk? Op grond van het lokaal overleg, meestal in het kader van het LOP, wordt dan gewoon tot overcapaciteit overgegaan. Dat zijn heel praktische oplossingen die we inderdaad niet altijd kunnen vatten in regeltjes, maar die wel gegrond zijn op een lokale verantwoordelijkheid en lokale samenwerking, en daar willen wij absoluut nog in ondersteunen.
We zullen de ondersteuning herhalen, ook op grond van de lessen die we hebben getrokken uit de casussen die u beschrijft. We zullen die aanpassen en ervoor zorgen dat er heel concrete antwoorden worden geformuleerd met een soort Q&A, ook voor het geval er zich zulke dingen voordoen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel, minister.
Sowieso is het al spannend als je de stap moet maken van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs. Als er dan op bepaalde plaatsen krapte is, is er nog extra spanning natuurlijk. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
U verwijst, minister, naar de autonomie die de scholen en LOP’s hebben om die 20 procent in te vullen. Ook in uw reactie in de krant van West-Vlaanderen gaf u een aantal tips, waarover ik van heel veel scholen – blijkbaar leest men ook in Limburg de krant van West-Vlaanderen – de boodschap kreeg dat ze dat niet wisten. Dan is dat heel jammer, minister.
We hebben het hier gehad over dat er heel weinig scholen die 20 procent invullen. Maar het is ook complex. Het is niet in een zin uit te leggen, en ik vind, minister, dat we de scholen niet zomaar de woestijn moeten insturen. In maart werd er beloofd om extra ondersteuning te geven, om scholen extra in te lichten, om daar nog een tandje bij te steken.
Mijn concrete vraag is hoe we ervoor zullen zorgen dat dat in de toekomst niet meer gebeurt. We maken gebruik van een FAQ, maar hoe kunnen we er ook voor zorgen dat de scholen nu extra ondersteund worden? Dank u.
De heer Coel heeft het woord.
Dank u, collega Vandromme, voor de vraag. Ik denk dat we er samen nog altijd van overtuigd zijn dat we een goed Inschrijvingsdecreet hebben gemaakt dat toch wel een heel aantal problemen oplost, niet in het minst het kamperen, en dat we ook de gelijke inschrijvingskansen van kinderen in scholen hebben bevorderd door dit systeem, zodat ze dezelfde kansen hebben. Ze melden zich aan, het toeval en een aantal voorrangsparameters die lokaal ingevuld kunnen worden, zullen dan bepalen wie welk lotje trekt.
U hebt een aantal casuïstieken aangehaald die niet per se via decreten kunnen worden opgelost. Wij kunnen ze niet dichtschrijven met een decreet in Brussel. Ze moeten inderdaad pragmatisch worden aangepakt. Welk Inschrijvingsdecreet ook, het spanningsveld van een tekort aan capaciteit versus het kunnen kiezen in welke school je naar school kunt gaan zal niet opgelost raken met een Inschrijvingsdecreet, maar vooral met investeren in capaciteit.
Minister, u hebt op basis van de Capaciteitsmonitor 2020 een tweede schijf van 180 miljoen euro verdeeld. Daar is een verdeelsleutel voor afgesproken in de regering. Hoe staat het met de uitrol op het terrein van die extra capaciteit?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, u kent ondertussen ons standpunt. Wij vinden dit Inschrijvingsdecreet een stap achteruit. Het doet niets om de segregatie tegen te gaan en om de sociale mix te bevorderen. Er was inderdaad een 20 procentregel, maar die is op heel weinig plaatsen toegekend. Nochtans is het streven naar een sociale mix de sleutel tot gelijke onderwijskansen en tot het globaal, voor iedereen, verhogen van de onderwijskwaliteit.
Minister, wat zult u doen om ervoor te zorgen dat men toch probeert de sociale mix na te streven en hoe zult u ervoor zorgen dat die minieme 20 procentregel toch wordt toegepast?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat betreft de informatie verdedig ik mijn diensten. We hebben webinars georganiseerd, een wekelijks vragenuurtje, opleidingen en extra informatie richting de lokale overlegplatforms (LOP’s). Ja, we gaan dat herhalen en versterken op grond van de lering die we hebben getrokken. Maar anderzijds is er natuurlijk ook de verantwoordelijkheid om effectief daarmee aan de slag te gaan, ook op lokaal niveau: men moet niet altijd richting Brussel wijzen en zeggen dat het allemaal de schuld van Brussel is. Gelukkig heeft dat zich niet kunnen voordoen. Niettegenstaande dat we hier het debat hebben gevoerd en dat de grote Apocalyps werd voorspeld – het zou allemaal nergens op trekken en het digitaal werken zou leiden tot grote drama’s en tot de ondergang van het Avondland – heb ik op het terrein gezien dat dat betrekkelijk goed wordt toegepast.
Men heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid, van de vrijheid die wij decretaal bieden, om zelf voorrangsgroepen aan te duiden. Men heeft daar geen tot amper gebruik van gemaakt. Dan zegt men vanuit Groen of ter linkerzijde dat men daar geen gebruik van heeft gemaakt omdat men zelf de keuze mocht maken. Men zegt dat dat moet worden verplicht. Blijkbaar zal men enkel onder dwang een keuze maken voor een voorrang. Dat lijkt mij nogal een contradictie. Wij gaan uit van vrijheid en vertrouwen, ook van vertrouwen in scholen, die zelf keuzes kunnen maken. En dan zie je op het terrein dat men inderdaad, hoewel men daartoe de kans heeft, niet kiest voor de voorrang voor sociaal-economische groepen.
Ik denk dus dat dit absoluut een stap vooruit is. Ja, er zal wel nog hier en daar wat moeten worden bijgeschaafd. Het is inderdaad een complex en groot systeem, zeker als het gaat over digitale aanmelding. Dat is voor sommige scholen of regio’s echt een novum. Maar ik denk dat we hier wel een instrument hebben aangeboden waardoor we inderdaad de kampeerrijen voor de scholen amper nog zien. Men vergeet dat wel eens, die beelden van nog maar enkele jaren geleden, waarbij men aan heel veel scholen stond te kamperen. Daar zijn we van verlost. Dat is men ietwat vergeten. We kunnen zeker zeggen dat het Inschrijvingsdecreet een stap vooruit is.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel, minister. We zijn de wachtrijen helemaal niet vergeten, want die zijn er nog in het buitengewoon onderwijs, jammer genoeg.
Minister, het recht op leren garanderen we met een beschikbare stoel. In sommige regio’s zijn er nu eenmaal stoelen tekort, en moeten we op een billijke manier gaan weigeren. U zegt zelf dat er aan het decreet gesleuteld zal moeten worden. Ik hoor het graag. We zijn vanuit onze fractie zeker bereid om te zoeken hoe het nog beter kan, en zeker hoe we scholen nog meer op weg kunnen helpen om die 20 procent in te vullen, om zelf eigen criteria naar voren te schuiven. We moeten ervoor zorgen dat die ouders niet meer kunnen kamperen.
Maar, minister, u gaat wel voorbij aan de realiteit waarin scholen momenteel aan het overleven zijn. Er is een ongelooflijke druk: het lerarentekort, de capaciteitsproblemen. Sommige mensen – directeurs – geven het op, zien door de bomen het bos niet meer. Als je dan een complex decreet voorschotelt en zegt dat ze er niet mee aan de slag gaan, denk ik dat we alle verplichting hebben, alles moeten doen, om scholen maximaal te ondersteunen, om hen in de toekomst blijvend werk te laten maken van goed, kwaliteitsvol Vlaams onderwijs. Dat is onze verplichting denk ik. (Applaus bij cd&v)
De actuele vraag is afgehandeld.