Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het gevraagde startquotum voor de opleidingen arts en tandarts
Actuele vraag over de artsenquota
Verslag
De heer Warnez heeft het woord.
Goeiemiddag, collega’s, minister.
Ik ben heel tevreden omdat u, minister Crevits en de Vlaamse Regering vorige week heel duidelijk hebben gemaakt dat er volgend jaar meer student-artsen aan de opleiding Geneeskunde zullen mogen beginnen. Het startquotum wordt verhoogd: vandaag, dit academiejaar, zijn er 1276 studenten, volgend jaar worden dat er 1600. U weet, minister, dat dit een heel belangrijk issue is voor onze partij, voor onze fractie. Ik denk dat het ondertussen de derde keer is dit jaar dat ik hier vooraan sta om dit te vragen en we zijn er nu dan ook. Daar zijn we heel blij en dankbaar om.
De beslissing is genomen en na de beslissing volgt uiteraard de organisatie. Concreet moeten die universiteiten nu ruim driehonderd extra studenten opnemen. Dat kost natuurlijk een beetje geld. Koken kost geld, kwalitatief onderwijs kost nog meer. U hebt daarom aangekondigd dat er 15 miljoen euro extra wordt geïnvesteerd in onze universiteiten. Ik ben dus heel benieuwd naar de invulling van dat bedrag en op welke basis dat zal worden verdeeld en berekend is. Maar daarnaast moeten er natuurlijk ook wat praktische zaken gebeuren. Misschien zijn er aula’s die groter gemaakt moeten worden. Kan iedereen daar wel binnen? Ik denk dat de universiteiten nu wel wat werk hebben om dat te bekijken, ook of er genoeg docenten, praktijkassistenten et cetera zijn.
Vandaar heb ik de volgende vraag: minister, hoe zult u de universiteiten ondersteunen, zodat alle student-artsen straks de kans krijgen om hun opleiding ook af te maken? (Applaus bij cd&v)
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Minister, collega’s, wie een huisarts of een tandarts zoekt in Vlaanderen, die weet het: er zijn er te kort. Dus moeten we alle zeilen bijzetten om ervoor te zorgen dat er in de toekomst meer huis- en tandartsen zijn. Nadat onder andere collega Warnez en ikzelf hier al week na week aan u hebben staan vragen om duidelijkheid en een duidelijk cijfer te geven over hoeveel artsen er nu moeten bij komen, nadat minister Frank Vandenbroucke u meermaals heeft gevraagd om te zeggen hoeveel u er wilt, nadat hij vorige week uiteindelijk zelf een voorzet heeft gedaan, hebt u hem vrijdag uiteindelijk, met licht slepende voeten heb ik de indruk, binnengekopt. (Gelach)
Dus hebt u aangegeven dat we als Vlaanderen 1600 startende studenten vragen.
Minister, het is een goede zaak dat u die voorzet uiteindelijk toch hebt binnengetrapt, maar ik maak mij toch wel wat zorgen over uw slepende voeten, want het echte werk begint nu natuurlijk nog maar. Zoals collega Warnez al aangaf, moet er nu geïnvesteerd worden in die opleidingen. Het twijfelgedrag van de Vlaamse Regering mag niet wegen op het beleid van onze universiteiten. Zij moeten vandaag meteen duidelijkheid hebben over de middelen waarover zij gaan beschikken, want er is de voorbije jaren gespaard door de opleiding Geneeskunde. Zij hebben nood aan extra middelen. Zij moeten dus weten hoeveel plaatsen ze moeten voorzien en hoeveel middelen ze gaan krijgen, voor docenten, voor tandartsenstoelen. U moet dus zo snel mogelijk duidelijkheid geven aan de hogeronderwijsinstellingen.
Voor Vooruit is het helder. Om betaalbare, toegankelijke gezondheidszorg te garanderen, moet er geïnvesteerd worden. En dus is mijn vraag aan u zeer helder, minister. Kunt u vandaag duidelijkheid geven aan alle instellingen? Hoeveel zult u investeren? Wanneer zullen ze over die middelen kunnen beschikken? En zijn dat duurzame, langdurige investeringen in de kwaliteit van ons onderwijs? (Applaus bij Vooruit)
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega Verbeurgt, met wat u hier staat te vertellen, begrijp ik ook hoe het komt dat dat niet in de canon staat. En u zult er ook niet in komen, want u verdraait gewoon de realiteit compleet. Compleet! (Opmerkingen bij Vooruit)
Collega’s, ik dacht dat ik het niet zou moeten doen, maar toch: inderdaad, in Vlaanderen hebben we een tekort aan artsen en tandartsen, maar ook aan geriaters, kinderpsychiaters en zo meer. Al jaren vragen wij met de N-VA hier in dit Vlaams Parlement om ervoor te zorgen dat er een afspiegeling komt van de nood die er is, gebaseerd op het bevolkingsaantal. Weet u wat u op federaal niveau gedaan hebt? In plaats van de bevolkingsaantallen 60-40, bent u gegaan naar 55 voor Vlaanderen. Minder.
De vorige keer hebt u gezegd: “U hebt de kans gekregen, maar u bent er niet op ingegaan.” Ik weet niet of u het beseft, maar het ingangsexamen vond plaats op 5 juli 2022. En weet u wanneer het definitieve besluit federaal is genomen? Op 30 juli. Dat is het einde van de maand. Dat moet je hier eens proberen, om in Vlaanderen over iets te laten weten dat je het besluit later neemt.
Dus kom hier niet af met te zeggen dat er niet werd gereageerd. Natuurlijk, uw brief kwam vorig jaar te laat, ten eerste. Ten tweede, nu wordt er eindelijk rekening gehouden met Vlaanderen. Het is te zeggen, men heeft een planningscommissie, men zegt dat het 55-45 is, Vlaanderen minder, ‘maar laat ons toch weten als je er meer moet hebben’. Dat is hogere wiskunde voor mij. Dat is iets heel speciaals: we maken een planning, we zeggen dat het zoveel is, en laat ons dan weten hoeveel je moet hebben. Op zich is dat een goede zaak, dat we daarop effectief verder kunnen werken. Eindelijk, zou ik zeggen.
Minister, hoe gaat u de ondersteuning voor de universiteiten en de studenten voorzien? Want de opstap is inderdaad wel een manifeste opstap, waarvoor dank.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat een processie, zeg. Maar ik ben een onversneden optimist, en misschien is het eind goed, al goed. Hopelijk is het ook structureel goed. Dat zal mijn vraag zijn. Want al sinds eind de jaren negentig – 1996, denk ik – hanteert de federale overheid quota. Dat betekent dat zij zegt dat er maar zoveel artsen mogen afstuderen. Enkel die mensen krijgen een RIZIV-nummer (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering) en kunnen dus hun beroep uitoefenen. Ten gevolge daarvan heeft Vlaanderen ook altijd het aantal kandidaat-studenten aangepast, dus het aantal mensen dat mocht beginnen aan de opleiding arts en tandarts. Vlaanderen heeft altijd flink de braafste leerling van de klas gespeeld. De Franse Gemeenschap heeft dat nooit gerespecteerd. Dan zou je natuurlijk zeggen dat de Federale Regering altijd een stok achter de deur had, namelijk dat die RIZIV-nummers dan niet werden toegekend, omdat men de wet niet heeft nageleefd. Neen, de realiteit was dat de Federale Regering altijd de spons erover heeft geveegd en altijd heeft gezegd: “Dat is heel spijtig, de Vlaamse Gemeenschap heeft heel veel duizenden studenten hun droom ontnomen en hen de toegang ontzegd tot de opleiding van hun dromen. De Franse Gemeenschap heeft dat nooit gedaan, maar geen erg, wij gaan de RIZIV-nummers toch toekennen, zowel aan Vlaanderen, als de goede leerling, als aan de slechte leerling, de Franstaligen.”
Dit jaar is die wraakroepende regeling mogelijk nog erger geworden, in die zin dat men wettelijk heeft verankerd dat de spons over het verleden gaat. Al die decennialange wetsovertredingen door de Franstaligen zijn allemaal vergeven en vergeten. Meer nog, men wordt ervoor beloond, want de Franse Gemeenschap krijgt hogere quota. De regelgeving wordt dus gewoon aangepast aan de wetsovertredingen van één recidive wetsovertreder.
Dat is de realiteit. Daarenboven zegt men dat men een federaal contingent van het aantal artsen zal blijven vastleggen en dat men dat gaat verdelen over de gemeenschappen, maar niet langer op grond van het bevolkingsaantal. Men gaat allerhande andere criteria hanteren en op grond daarvan gaat men de facto zeggen hoeveel RIZIV-nummers worden toegewezen aan de twee gemeenschappen. Met als gevolg dat de federale overheid twee weken geleden met een regeling en een verdeling kwam en zei dat ze het federaal contingent van RIZIV-nummers van toekomstige artsen had vastgelegd. De verdeling is 55 procent voor Vlaanderen en 45 procent voor de Franse Gemeenschap.
Op dat moment hebben wij in de Vlaamse Regering gezegd dat dit niet gekker moest worden en dat nu de limieten helemaal bereikt waren. Diegenen die al jaren, al decennialang, alle regels overtraden, worden nu beloond met een aantal groter dan het bevolkingsaandeel. Dan hebben wij gewoon geredeneerd dat we zouden eisen wat ons toekomt. Wij vragen aan de Federale Regering en aan minister Vandenbroucke 60 procent van dat federale contingent van RIZIV-nummers. Als we dat kunnen krijgen, komen we, vertaald in het aantal studenten dat mag starten, aan 1600 studenten.
Voilà. Wij hebben nu van die mogelijkheid gebruikt gemaakt om ons rechtmatig aandeel te vragen. Wij vragen ook dat de Federale Regering voor 1 juni een Koninklijk Besluit goedkeurt zodat we de startende studenten een zekerheid kunnen geven en er juridische zekerheid is. Dat levert natuurlijk ook een factuur aan Vlaamse kant op, extra kosten die misschien niet onmiddellijk maar in de volgende jaren zullen ontstaan. Wij hadden aanvankelijk een extra injectie voorzien van 13,2 miljoen euro. Ik heb dat opgetrokken naar 15 miljoen euro door te kijken waar er extra middelen konden worden gevonden. Er is ook nog 1 miljoen euro die we recurrent toekennen.
We zullen bij de start van een volgende regering afspraken moeten maken over een structurele verankering van het beantwoorden aan de nood aan extra artsen. Dat kan best op grond van een structurele verankering. Als de Federale Regering nu zegt dat ze akkoord gaat en gaat luisteren naar Vlaanderen, in plaats van andersom, kunnen we ook afspreken dat deze processie tot een goed einde komt, dat ook op federaal niveau de regels worden omgedraaid en de Vlaamse Gemeenschap voortaan beslist over het aantal RIZIV-nummers dat wordt toegekend.
Wij hebben in het verleden altijd bewezen dat wij verantwoordelijkheid nemen; wij hebben altijd de regels, de quota, nageleefd. Ik denk dat wij sterk in onze schoenen staan om te kunnen zeggen dat wij nu, eens en vooral, willen dat de discussie beslecht wordt en dat men op federaal niveau structureel verankert dat Vlaanderen voortaan beslist over het aantal RIZIV-nummers dat wordt toegekend. Ik kaats de vraag naar u allen terug. Is er een bereidheid om daar samen werk van te maken? (Applaus bij de N-VA)
De heer Warnez heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Collega Verbeurgt, ik durf uw betoog ook wel wat flauw te noemen en denk dat u de waarheid onrecht aandoet. Ik denk dat vanuit Vlaanderen – collega Daniëls heeft daarover ook al heel wat vragen gesteld in de commissie – de vraag om die RIZIV-nummers te verhogen al heel lang duidelijk was. Het is nu niet zo dat Frank Vandenbroucke plots te weten gekomen is dat dit een vraag vanuit Vlaanderen is.
Ik denk zelfs dat het erg is dat er een brief, echt een brief ,van minister Crevits en van minister Weyts, is moeten gaan naar Frank Vandenbroucke om te zeggen dat het echt niet meer kon en dat we kwaad waren. Dan pas heeft minister Vandenbroucke geantwoord en gezegd dat het federale niveau wilde meedoen met en wilde luisteren naar Vlaanderen. Ik denk, mijnheer Verbeurgt, dat u dan niet moet zeggen dat minister Weyts met zijn voeten sleept. Ik denk dat het een beetje andersom is. Ik wil meegaan in het verhaal. Eind goed al goed. Ik ben blij dat die middelen ter beschikking zijn. Is dat nu eenmalig en is er dan een zoektocht naar recurrente middelen? Ik ga ervan uit, minister, dat u daarover in overleg treedt met de hoger onderwijsinstellingen. (Applaus bij cd&v)
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Minister, u vervalt opnieuw in hetzelfde riedeltje. Ik gun u dat u zich wat op de borst kunt kloppen en kunt zeggen hoe stoer jullie zijn. Maar de waarheid heeft haar rechten. Al maanden vraagt de Federale Regering overleg over dit thema. En al maanden staat u hier op de bühne te zeggen dat jullie groot gelijk hebben en niet in overleg gaan.
In dit land gaan we enkel vooruit als we samenwerken. U mag dat vreselijk vinden, u mag dit land vreselijk vinden. Maar de realiteit is dat, als we betaalbare en toegankelijke zorg willen realiseren in dit land, we moeten samenwerken. Dat is de enige optie.
Ja, ik ben tevreden dat u die uitgestrekte hand van minister Vandenbroucke hebt aangenomen en dat u samen, sámen, de cijfers wilt verhogen.
Maar minister, er is toch iets in uw antwoord dat mij ongerust maakt. U zegt dat u 15 miljoen euro voorziet en 1 miljoen euro recurrent. Ja, daar zijn onze instellingen natuurlijk niet veel mee. Zij weten dat er recurrente kosten zullen komen. Ik had toch gehoopt dat die 15 miljoen euro recurrent zou zijn, dat die middelen gegarandeerd zouden blijven voor elke student die er volgend jaar bij komt.
En minister, ten slotte, die 15 miljoen euro is het bedrag dat u de voorbije jaren hebt bespaard op de opleiding Geneeskunde. Dat delft de put een beetje, maar dat geeft geen extra middelen.
Minister, zult u extra recurrente middelen voorzien voor de opleiding Geneeskunde? (Applaus bij Vooruit)
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega Verbeurgt, het is een beetje aandoenlijk dat u hier vanuit de Vooruitfractie zegt dat we moeten samenwerken. Sinds 1997 respecteert Vlaanderen een wet en respecteert een andere gemeenschap die wet niet. (Opmerkingen van Thijs Verbeurgt)
Hoe kun je dan spreken over samenwerken? Hoe kun je daar dan over spreken? Keer op keer wordt de Vlaamse uitgestoken hand om samen de contingenten vast te leggen voor die numerus fixus weggeslagen.
De inspanningen die Vlaanderen doet worden gewoon weggelachen, met de spons weggeveegd. En als klap op de vuurpijl van alle vragen om uitleg die ik zelf tijdens de vorige legislatuur heb gesteld, maar die ook Louis Ide, Valerie Van Peel en Frieda Gijbels hebben gesteld aan de overkant, wordt er gezegd dat ze op basis van de 60/40-verhouding van de bevolkingsaantallen naar 55/45 gaan. (Opmerkingen van Karl Vanlouwe)
Dat is gewoon uitlachen. Dat is geen samenwerking, dat is uitlachen wat u doet.
Minister, u stelde de vraag of partijen bereid zijn om definitief vast te leggen dat de gemeenschappen het zelf bepalen en betalen. Het antwoord van de N-VA-fractie is heel eenvoudig: ja, dat zijn we. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Dit toont aan dat we met de splitsing van ons land geen stap vooruit geraken naar een echte oplossing. Ik hoor dat dit debat over de artsenquota een communautair spelletje wordt: Vlaanderen respecteert de regels wel en Wallonië niet.
Het fundamentele probleem is het quotum zelf. We hebben een gigantisch tekort aan artsen, aan huisartsen. Ik merk dat zelf in mijn regio. Steeds meer artsen stoppen en andere artsen kunnen niet alle patiënten overnemen. Het wordt een groot probleem, niet enkel in Vlaanderen, in Wallonië is het probleem exact hetzelfde.
Wij moeten vandaag werken aan het afschaffen van het artsenquotum. Dat is ook een oproep aan de collega's van Vooruit. Ik vind de oproep van de voorzitter van Solidaris zeer terecht: we moeten af van het toelatingsexamen, af van de artsenquota. Meer dan vierduizend studenten willen starten met de opleiding en toch laten we er hier maar duizend, maximaal tweeduizend toe. Dat is geen oplossing. We moeten samen gaan voor een afschaffing. Geef iedereen die arts wil worden de kans om de opleiding te volgen, zodat we over een paar jaar voldoende artsen hebben. (Applaus van Onno Vandewalle)
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, Vlaanderen heeft meer artsen nodig, daarover bestaat geen twijfel meer. Ik vind het goed dat deze Vlaamse Regering, ondanks uw veel te lange geaarzel, het aantal studenten dat de opleiding Geneeskunde zou kunnen starten nu toch zal optrekken naar 1600. Vlaanderen moet nu vooral kijken naar wat de echte noden zijn op het terrein en het beleid daarop afstemmen. We moeten ons dus niet laten tegenwerken door het federale niveau en de Franstaligen.
Ik hoop alleen dat onze universiteiten de verhoging van het aantal studenten zullen aankunnen en dat de opleiding ook niet aan kwaliteit zal inboeten, want meer studenten betekent logischerwijze dat er ook meer volk zal zijn in de collegezalen en de praktijkruimtes. De vinger moet daar zeker aan de pols worden gehouden. Ik ben dan ook benieuwd of u daarover al overleg hebt gepleegd.
Er zal ook de kwestie van de beschikbare stageplaatsen komen. Minister, kunt u garanderen dat als het aantal studenten geneeskunde dan toch wordt opgetrokken, er daarvoor voldoende stageplaatsen zullen zijn? Bent u van plan om ook daarover op korte termijn in overleg te gaan?
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik vat even uw antwoord van daarnet samen. U geeft een sneer aan de federale overheid, u mept even naar de Franse Gemeenschap en vervolgens klopt u zichzelf op de borst. De hamvraag was echter: hoe gaat u de universiteiten ondersteunen om die driehonderd extra plaatsen op een goede manier in te vullen? Daar hebt u zich vanaf gemaakt met één zinnetje: volgend jaar voorziet u in 13 miljoen euro en daarna zullen we nog wel zien, waarschijnlijk 1 miljoen euro recurrent. Dat is echter 1 miljoen euro recurrent voor driehonderd studenten die recurrent in die opleiding instromen en natuurlijk elk jaar opnieuw worden meegenomen. Dat zijn er driehonderd volgend jaar, zeshonderd in het jaar erop, negenhonderd in het jaar daarop, als er sprake is van de aantallen van vandaag. Dan is dat natuurlijk peanuts. Mijn vraag is dus: hoe wilt u de universiteiten recurrent ondersteunen om op een succesvolle manier werk te kunnen maken van dat hogere aantal starters?
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Verbeurgt, het beeld dat u ophangt van flamingante Frank vloekt een beetje met de werkelijkheid. (Opmerkingen van Thijs Verbeurgt. Gelach. Opmerkingen)
Ik zou echter geen onverbeterlijk optimist zijn, mocht ik niet de kans creëren om dat toch te bevestigen in woord en daad en die titulatuur echt te verdienen, door er gewoon voor te zorgen dat we heel dit probleem structureel kunnen oplossen. Men zou er gewoon voor zorgen dat voortaan structureel, wettelijk wordt verankerd dat de Vlaamse Gemeenschap zelf het aantal RIZIV-nummers bepaalt dat wordt toegekend aan het contingent van artsen en tandartsen.
Opnieuw, wij hebben bewezen dat wij heel verantwoordelijk zijn. Men kan dus niet zeggen dat dat zal leiden tot onverantwoordelijkheid, tot een overconsumptie. Neen, wij hebben net altijd in woord en daad bewezen dat wij heel verantwoordelijk kunnen handelen.
Wij zijn immers ook bekommerd over de kwaliteit van de opleiding. Daarom zullen wij ook nooit zeggen dat iedereen zomaar kan starten met de opleidingen Geneeskunde en Tandheelkunde. Die onverantwoordelijkheid zullen wij ook nooit aan de dag leggen, net omdat wij bekommerd zijn om de kwaliteit van de opleiding. Net daarom ben ik aan tafel gegaan met de rectoren om te bepalen hoe we dit behapbaar kunnen maken met oog voor de kwaliteit van de opleiding. Daarom zijn we ook gekomen tot een afspraak rond de financiering. Dat is geen 13 miljoen euro. Ik heb het opgetrokken naar 15 miljoen euro. Ook is er 1 miljoen euro recurrent, maar vanzelfsprekend zullen er ook in de volgende jaren structurele afspraken worden gemaakt. We hebben echter een basis gelegd in dezen, tot eenieders tevredenheid. Ik heb ook niet gewacht op een of andere decretale regeling of wat dan ook. Ik heb tevoren al een decretale kapstok ingeschreven in het decreet Hoger Onderwijs, waardoor we nu kunnen werken met een besluit. Ik heb ook dat niet afgewacht. Het besluit ligt momenteel al bij de Inspectie van Financiën, wat ons toelaat die extra middelen nog voor de start van het academiejaar uit te keren. Opnieuw, graag het antwoord op de vraag die wordt gesteld: willen we dit eindelijk met zijn allen ook structureel gaan oplossen? (Applaus van Koen Daniëls)
De heer Warnez heeft het woord.
Collega’s, er is dus inderdaad nog wat werk als het gaat over die financiering. Dat betekent dat we ook moeten weten hoeveel RIZIV-nummers er straks volgen, in 2030, 2031 enzovoort. Collega Verbeurgt, ik denk dat u uw minister daarover moet aanspreken. Anders kun je de financiering in Vlaanderen daar ook niet aan aanpassen. Minister, au fond kent u mijn pleidooi. Wij zijn voor de regionalisering van de gezondheidszorg. In dit geval denk ik echter dat we vooral nog even aan de mouw van collega Vandenbroucke zullen moeten trekken. Terwijl ik daarnet nog ‘eind goed, al goed’ zei, zeg ik nu gewoon ‘wordt vervolgd’. (Applaus bij cd&v)
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Minister, u kent uw federale collega een nieuwe titulatuur toe: flamingante Frank. En eigenlijk ben ik het daarmee eens. Want weet u wat ‘het opnemen voor de Vlamingen’ echt betekent? Dat betekent alles op alles zetten voor betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg. Dat betekent een minister van Volksgezondheid die de stilstand van de jaren tachtig tot heden doorbreekt. Dat betekent een minister die akkoorden sluit om ervoor te zorgen dat Vlaanderen vooruit kan gaan. Dat betekent een minister die investeert in betaalbare gezondheidszorg. Dàt is een minister die het opneemt voor de Vlaamse belangen. Dat is een échte minister die het goed meent met Vlaanderen. Dat is Frank Vandenbroucke.
Minister, ik stel voor dat u daar een voorbeeld aan neemt. Dan zult u misschien ooit die titulatuur van Frank Vandenbroucke zelf verdienen. (Applaus bij Vooruit)
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik vrees dat er toch een beetje een domper op de feestvreugde komt. Als ik alleen nog maar kijk naar alle vragen om uitleg en actuele vragen over hbo5, titulatuur verpleegkunde, invulling van de 55 en 45, dan vrees ik een beetje voor flamingante Frank. Maar verbaas ons, zou ik zeggen, collega Verbeurgt, en overtuig uw minister om eindelijk aan Vlaanderen toe te wijzen dat wij het aantal artsen en tandartsen zelf bepalen, maar ook zelf betalen en dus die gezondheidszorg regionaliseren. Overtuig ons. Ik kijk er graag naar uit.
Laat ons ervoor zorgen dat die onmogelijke constructie op federaal niveau, waarbij er een planningscommissie met ruwe data werkt, tot een getal komt, daar een verdeling op toepast en dan vervolgens zegt dat er met dat getal geen rekening moet worden gehouden, stopt. Laat ons daarmee stoppen. Laat ons die ruwe data aan Vlaanderen geven, op basis daarvan de aantallen vastleggen en, als laatste, inderdaad, collega Warnez, regionaliseren. Wie betaalt, bepaalt en wie bepaalt, betaalt. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.