Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, we hebben een hervorming van het secundair onderwijs doorgevoerd, met een stapsgewijze studiekeuze. Voor alle duidelijkheid: er is geen brede eerste graad meer en ook geen brede tweede graad. Dat heeft minister Crevits nog mee op de sporen gezet in de vorige legislatuur. Dat wordt nu uitgerold. Wat houdt dat in? Na het eerste jaar secundair onderwijs kiezen leerlingen voor een basisoptie of een pakket.
Dat is een keuze, een keuze die weliswaar door een klassenraad beperkt kan worden, door te zeggen dat je die basisoptie of dat pakket niet kunt volgen, op basis van de voorkennis die je hebt. En dat is ook logisch, collega’s, want er zijn onderdelen die op elkaar verder bouwen.
Als we hier dan het debat voeren over het lerarentekort, dan moeten we ook luisteren naar die leerkrachten. Als je dan zegt dat iedereen kan overgaan, zeg je eigenlijk tegen de leerkracht van het volgende jaar: “Los het maar op. Differentieer. Zorg maar dat die leerling bij is, ook al heeft die onvoldoende voorkennis.” En dat is de reden waarom in de vorige legislatuur die trapsgewijze studiekeuze inderdaad is ingeschreven.
De minister heeft begin deze week gecommuniceerd dat na het eerste jaar van de eerste graad, dus het eerste jaar secundair, er een volledige evaluatie in de A-stroom is. De klassenraad moet daar een oordeel vellen. Je kunt niet wachten tot na het tweede jaar.
Daar kwam vanuit bepaalde hoek heel veel reactie op. Men was het niet eens met dat idee van de minister. Collega’s, ik kan u geruststellen: het is geen idee. Het is al goedgekeurd in een besluit van de Vlaamse Regering, meer bepaald op 22 juli 2022. Maar ik was inderdaad ook verbaasd dat scholen en ook koepels reageerden dat ze het er niet mee eens waren. Want het is eigenlijk al gepasseerd. Het is beleid.
Minister, op welke manier zult u ervoor zorgen dat leerkrachten, klassenraden en scholen effectief weten dat dit de vigerende regelgeving is voor de komende evaluatieperiode die eraan komt eind juni?
Minister Weyts heeft het woord.
We hebben in dit regeerakkoord de ambitie opgevat om echt iets te doen aan de tanende onderwijskwaliteit. We doen dat met verschillende instrumenten en via verschillende wegen. We doen dat bijvoorbeeld, als het even goed zit, straks met de goedkeuring van de introductie van Vlaamse toetsen, voor het eerst Vlaanderenbrede toetsen in ons onderwijs, maar evengoed door niet langer te werken met eindtermen om te bepalen wat jongeren moeten kennen en kunnen, maar te spreken over minimumdoelen, een excellentiefonds, focus op Nederlands en wiskunde, en dergelijke meer.
Daarmee willen we heel duidelijk het signaal geven dat we leerlingen willen prikkelen, willen uitdagen, willen laten excelleren. Maar natuurlijk willen we ook diegenen waarderen en belonen die effectief hun best doen. Dus ja, dat is ook met evaluaties. En we zorgen ervoor dat die evaluaties ook tellen en dat er rekening mee wordt gehouden. Want dat is het probleem met die graadevaluatie van weleer, dat er na dat eerste jaar misschien wel evaluaties worden georganiseerd, maar dat ook het signaal wordt gegeven dat het eigenlijk niet uitmaakt en dat je sowieso naar het tweede jaar gaat. Wat je resultaat ook is, of je je best hebt gedaan of niet, je gaat sowieso naar het tweede jaar. En dat druist nogal in tegen onze idee van ambitie en van excelleren.
Daarom hebben we besloten om die graadevaluatie af te schaffen. Dat wil zeggen dat er na één jaar altijd een evaluatie volgt en dat vervolgens de klassenraad de keuze heeft om een A-attest toe te kennen, of een A-attest met clausulering – wat men vroeger het B-attest noemde, is nu dus een A-attest met clausulering, waarbij men zegt dat je mag overgaan, maar met die beperkingen – of een C-attest. We geven dus eigenlijk ook nog eens meer autonomie en meer vrijheid aan de klassenraad. Ze kunnen zelf ook keuzes maken. En anderzijds gaan we veel meer inspanningen belonen en een duidelijk signaal geven dat je best doen, loont. En als je dat niet doet, kunnen er ook gevolgen aan verbonden zijn.
We hebben die beslissing inderdaad genomen op het einde van het afgelopen politieke jaar, maar ik heb dat ook in een omzendbrief gegoten voor september 2022, dus bij de start van het schooljaar. We hebben ook webinars georganiseerd. We hebben ook een website, waar altijd de nieuwigheden per schooljaar toegelicht zijn. Ik heb zelfs tevoren al diets gemaakt, in het kader van de Ronde van Vlaanderen, waarbij ik een toer doe in heel Vlaanderen richting de directies, dat dat eraan zat te komen. Dus diegenen die verrast waren, hebben niet alles volledig gevolgd. Maar ik denk dat het aantal verrassingen uitermate beperkt was.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel, minister. Er zijn scholen die vandaag zeggen dat ze toch het signaal krijgen van de begeleiding dat het niet zo is en dat ze wel degelijk graadevaluatie kunnen blijven doen in de eerste graad in de A-stroom. Bij deze is het dan wel heel duidelijk dat dat niet meer kan en dat men wel degelijk na elk jaar die studiebekrachtiging moet doen.
Ik kom ook nog eens terug op het lerarentekort, collega's. Beeld u in, u geeft les in de eerste graad, eerste leerjaar. Dat zijn jongens en meisjes die ook enigszins met een aantal hormonen behept zijn. En dan zegt u tegen hen: “Wat je ook doet, of niet doet, het maakt niet uit. Je gaat over.”
U moet zich inbeelden dat die leerkrachten dag in dag uit het beste van zichzelf geven en dat de betrokken 12- à 13-jarige zegt: “Mevrouw, ik ga toch over, wat u ook doet of zegt.”
Collega's, we moeten eerlijk zijn. Als we die debatten rond het lerarentekort voeren, moeten we daar rekening mee houden en dit omarmen als een goede maatregel.
Minister, ik heb nog een bijkomende vraag. We stellen vast en ik krijg het signaal dat in het bso 15-jarigen die niet geslaagd zijn in de eerste graad toch kunnen starten in het derde jaar bso. Dat is nog zo’n overgang waar dit probleem zich stelt. Ik wil u ertoe oproepen om daar bij te sturen. Bent u geneigd om dat te doen?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, het gebeurt wel eens dat ik vragen krijg bij een persbericht of een artikel dat in de krant verschijnt. Dat was ook het geval over het persbericht dat er na 1A opnieuw A-, B- en C-attesten konden worden uitgedeeld in scholen.
Ik ging op zoek, want ik vond niet meteen waar het probleem ligt. Onderwijswetgeving is inderdaad complex. Men stelde vooral vragen over die B-attesten. Ik denk dat er daar een communicatiefout was. Heel wat scholen gaven aan dat ze niet wisten dat het mogelijk was om in 1A B-attesten uit te delen.
Collega Daniëls, ik vind het dan ook goed dat u de minister hier de kans geeft om het persbericht even te corrigeren en duidelijk aan te geven dat het niet gaat over B-attesten, maar over A-attesten met clausulering.
Het is inderdaad belangrijk dat scholen die kansen kunnen geven aan leerlingen. Maar minister, naast de opmerking van collega Daniëls, lijkt het mij goed om de toegang tot de B-stroom onder de loep te nemen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, het wordt stilaan een traditie. Plots communiceert u over een idee dat blijkbaar al lang beslist is, blijken de scholen daar niet allemaal even goed over geïnformeerd te zijn en de schoolreglementen niet altijd aangepast. Het gevolg daarvan is dat het onduidelijkheid troef is.
Minister, wat wilt u daarmee bereiken, behalve tonen dat u streng bent? Want u wilt ervoor zorgen dat leerlingen op hun plaats zitten. Akkoord, maar als u dat wilt bereiken, dan zou u toch veel meer hebben geïnvesteerd in studiekeuzebegeleiding? Dat is niet gebeurd. Dus nu komt deze maatregel: geen graadevaluatie meer. Wat betekent dat in de praktijk?
Ik denk dat u het watervaleffect nog zult versterken, dat sommige jongeren na een jaar de boodschap krijgen dat ze niet goed genoeg zijn en dat ze moeten blijven zitten, terwijl we weten dat de overstap van het lager naar het secundair onderwijs niet evident is, terwijl we weten dat scholen dan eigenlijk ook nog niet echt veel tijd hebben gehad om bij te spijkeren. Meer faalervaringen, meer verspilling van talent, ik snap niet waarom die maatregel nu nodig was. Waarom konden scholen er niet zelf over beslissen of ze het nu al of niet deden? (Applaus bij Vooruit)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, aan de ene kant hebt u de mond vol van de opwaardering van het beroep van leerkracht, meer respect voor de autonomie van de leerkracht et cetera. Maar aan de andere kant gaat u nu de leerkrachten dicteren hoe ze te werk moeten gaan en gaat u hen verplichten om een bindend attest uit te schrijven na het eerste jaar secundair. U beweert dat dat zal zorgen voor meer excellentie, een hogere lat. Maar de onderzoeken van het Programme for International Student Assessment (PISA) wijzen mijns inziens wel het tegendeel uit. Ze zeggen dat een vroegere selectie helemaal niet leidt tot een hogere onderwijskwaliteit, dat er geen verband is tussen de twee en dat wij al een zeer vroege selectie hebben.
Minister, waarom laat u die scholen niet zelf beslissen? En ten tweede, hebt u eigenlijk wel een wetenschappelijke basis om dit weer in te voeren? Of is het een zoveelste voorbeeld van factfree politics? (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag aan de minister ging ook die laatste zijn: kunt u mij het wetenschappelijk onderzoek tonen dat zegt dat scholen die maar na twee jaar B- of C-attesten uitreiken het minder goed zouden doen, dat die leerlingen en scholen het slechter zouden doen? Kunt u mij enkele links of verwijzingen naar dat onderzoek geven?
Ik heb wel weet van heel veel onderzoek dat zegt dat zittenblijven of B-attesten niet altijd de beste remedie zijn, dat faalervaringen niet altijd het beste resultaat geven, daar bestaat veel onderzoek over. Maar over wat u nu zegt, dat dat de kwaliteit naar beneden zou halen, daar heb ik persoonlijk nog niets over gelezen. Ik hoor graag uw verwijzingen daarnaar want wat u doet, is scholen minder autonomie geven. Dat straalt opnieuw een zeker wantrouwen uit naar onze scholen. We hebben nochtans in PISA gezien – we zijn onder andere op bezoek geweest in Estland – dat meer autonomie geven aan scholen er net voor zorgt dat de kwaliteit naar omhoog gaat. Minister, waarom dit wantrouwen? Is dat nodig? Is dat ergens op gestoeld? (Applaus van Ann De Martelaer)
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Er was blijkbaar onduidelijkheid. Dat is het minste dat je kunt zeggen. Als er een maatregel genomen wordt, maar als niemand op het terrein weet dat die genomen wordt en wat dat dan betekent, dan scheelt er iets. Goed, nu weet men het wel. Ik denk dat scholen die die graadevaluatie willen doen dat in de feiten ook gewoon nog kunnen doen. Als zij die benadering hebben, dan beslissen zij gewoon om in het eerste jaar, zoals collega Vandromme het zei, mee te geven dat je kunt overgaan, maar moet opletten. Ik vind het een beetje ‘much ado about nothing’. Mijn opmerking is dat je wel moet opletten dat je van een mogelijkheid om te blijven zitten geen oproep maakt om dat instrument zoveel mogelijk te gebruiken. Het is een dunne lijn, maar het moet in elk geval een laatste redmiddel zijn, daar waar het niet anders kan en niet iets wat we moeten promoten. (Applaus bij Open Vld)
De heer Laeremans heeft het woord.
Collega Daniëls, dank u wel voor de vraag dat er toch wat verduidelijking nodig is. Als het Vlaams Belang staan we zeker achter de intentie van deze maatregel. Het is nodig dat we jongeren in het eerste secundair tijdig wakker schudden en responsabiliseren. Dat is ook nodig om de leerkrachten van het tweede jaar niet onnodig op te zadelen met leerlingen die echt niet meekunnen. Maar bepaalde onderwijskundigen waarschuwen ervoor dat deze nieuwe verplichting misschien wel eens ongrondwettelijk zou kunnen zijn want die eindtermen zijn per graad opgesteld. Alle scholen verplichten om na een jaar een attest te geven, zou volgens hen een te grote inmenging kunnen zijn in het concrete pedagogische project, dus een inbreuk tegen de onderwijsvrijheid. Het is dus weer niet ondenkbaar dat een bepaalde speler naar het Grondwettelijk Hof zou trekken. Minister, hoe schat u dat in? Hoe gaat u vermijden dat u net zoals bij de eindtermen hier ongelijk zou krijgen en dat de Vlaamse Regering met de broek op de enkels zou staan door verzet vanuit het veld?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat dat laatste betreft, zie ik niet zoveel verzet van het veld. Trouwens, zoals gezegd, wordt hier verwezen naar onduidelijkheid. Ik denk dat sommige parlementsleden dan de onderwijsregelgeving heel slecht opvolgen want anders zouden ze perfect weten dat bijvoorbeeld op 22 juli de Vlaamse Regering de beslissing genomen heeft die ook bekendgemaakt, gecommuniceerd werd en vervolgens nog eens in een omzendbrief gegoten werd. Die kunt u ook consulteren, net zoals u ook alle websites kunt consulturen, zoals https://onderwijs.vlaanderen.be/nl, waar zelfs apart per schooljaar bij de start van het nieuwe schooljaar – en dat blijft er ook opstaan – alle informatie over nieuwe regelgeving te vinden is. Allen daarheen, zeker in heden en in toekomst.
Twee, aan de linkerzijde zegt men dat je ingrijpt op de autonomie van leerkrachten. Het is net het tegenovergestelde. Ten eerste geloof ik niet in wat u zegt, mevrouw Goeman. U zegt dat er meer faalervaringen zullen zijn. Ja, dat is waar, maar als je een faalervaring wilt vermijden, dan moet je geen examens organiseren. Maar wij willen net in functie van een betere onderwijskwaliteit het signaal geven dat leerlingen die hun best doen, die een inspanning doen, daarvoor gewaardeerd en beloond worden met evaluaties die effectief tellen. In het geval van een graadevaluatie maakt het niet uit of je je best doet of niet, je gaat sowieso over naar het tweede jaar. Daar moeten we dus komaf mee maken, wat niet belet dat de klassenraad altijd kan beslissen om zelfs kinderen en jongeren met tekorten in het eerste jaar te laten overgaan naar het tweede jaar op voorwaarde dat ze dan remediëren en tegen het einde van het tweede jaar ook effectief geremedieerd hebben aan die tekorten.
Dus wij geven juist meer autonomie, meer vertrouwen aan de klassenraad, in tegenstelling tot hetgeen u zegt. Want in het geval van een graadevaluatie is dat natuurlijk een automatisme, en dan kan de klassenraad daar niet over beslissen. Het is een automatisme. Dus we geven meer vertrouwen, meer autonomie aan de klassenraad. Dat is dus het tegenovergestelde van wat u hier komt beweren.
Vervolgens, wat technische vragen betreft: het is reëel dat vijftienjarigen kunnen instappen in het derde jaar van het bso. Dat is nog steeds op grond van beslissingen van de klassenraad, ook daar respecteren we de autonomie, geven we vertrouwen. Dat lijkt mij het beste voor de leerling en voor de school in kwestie.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel.
Collega’s, ik denk toch dat we hier duidelijkheid moeten houden. Als ik hier collega’s hoor zeggen dat je nog altijd een graadevaluatie kunt doen, dan zeg ik dat artikel 59 van het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) heel duidelijk zegt dat een automatische leerjaarevaluatie wordt gevolgd door aansluitende studiebekrachtiging. Dus neen, je kunt niet zeggen dat er graadevaluatie is.
Maar ik begrijp wel waar uw vraag vandaan komt, want ik hoor een bepaalde koepel tegen scholen zeggen dat ze het daar niet mee eens zijn, ook al staat er in het BVR dat je een evaluatie moet doen op het einde van het eerste jaar. Dat zegt de koepel tegen de school. Dat is natuurlijk voor de rekening van de koepel die die verwarring zaait.
Ik denk dat het duidelijk is wat er hiermee gebeurt: na het eerste leerjaar A moet de klassenraad een beslissing nemen. En dat is logisch, collega’s, omdat je ook zegt dat je kunt clausuleren voor bepaalde basisopties. Het ene zou het andere tegenspreken. En dan verwijs ik naar Estland, collega’s. In Estland mogen scholen met toelatingsproeven kiezen welke leerling bij hen binnenkomt en welke niet. Ofwel neem je alles over van een land ofwel niet, maar je kunt niet aan ‘cherrypicking’ doen, dat wel en dat niet. Voor alle duidelijkheid, dat is niet de vraag die wij als N-VA stellen, maar wel om ervoor te zorgen dat leerkrachten in het tweede jaar weten met welke leerlingen ze werken met een kans op slagen. Dank u wel. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.