Verslag plenaire vergadering
Voorstel van resolutie tot wijziging van het statuut van de Vlaamse volksvertegenwoordigers, wat de pensioenregeling betreft
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn het voorstel tot wijziging van het Reglement van de vzw Pensioenen van de Vlaamse volksvertegenwoordigers en het voorstel van resolutie van Jos D'Haese, Kim De Witte, Lise Vandecasteele en Onno Vandewalle tot wijziging van het statuut van de Vlaamse volksvertegenwoordigers, wat de pensioenregeling betreft.
Over het voorstel tot wijziging van het Reglement van de vzw Pensioenen van de Vlaamse volksvertegenwoordigers moeten we onmiddellijk stemmen, maar dat gaat dan alleen daarover.
De bespreking van beide voorstellen samen is geopend.
De heer D'Haese heeft het woord.
Voorzitter, zoals gezegd, ben ik heel blij om te zien dat het Uitgebreid Bureau vandaag heeft beslist om de regeling om in dit parlement het plafond-Wijninckx te omzeilen, af te schaffen.
Laten we eerlijk zijn: het is toch wel redelijk ongelooflijk. Elke keer wanneer je denkt dat we het nu wel hebben gehad met de graaipolitiek in dit land; ontdekken we met de PDVA toch weer iets nieuws.
Vandaag is gebleken dat parlementsleden een pensioen van 7813 euro, het wettelijke maximum, blijkbaar niet genoeg vonden. Nee, dit parlement had blijkbaar voor zichzelf even geregeld om ergens in een achterkamer daarbovenop nog eens een pensioenbonus van 1500 euro mogelijk te maken.
Ik vraag me dan af: beseffen jullie dat de meeste mensen in dit land in het totaal nog geen 1500 euro pensioen krijgen? Gelukkig is de PVDA er nog om die beerput van politieke privileges uit te graven. Jawel, gelukkig is de PVDA er nog, en met succes, want vanmorgen hebben we dit uitgebracht en nu vanavond schaffen we het al af. En je mag gerust zijn, beste collega’s, met de PVDA graven we verder. (Applaus bij de PVDA)
Want voorzitter, ik denk dat het voorstel van het Uitgebreid Bureau dat hier voorligt, een goed voorstel is, maar dat we nog twee stappen verder moeten gaan. De eerste stap is het terugvorderen van alle extra’s die onder artikel 12 al zijn uitbetaald. (Opmerkingen)
Dat kan uiteraard. Het gaat blijkbaar over vijftien mensen. Ik ga ervan uit dat als we die vijftien mensen aanspreken, ze dat gaan teruggeven. Ik heb blijkbaar meer vertrouwen in de politiek dan de meesten hier in de zaal, maar ik ga ervan uit dat wanneer dit parlement aan de ex-parlementsleden zegt om die extra’s terug te geven omdat blijkt dat ze er geen recht op hebben, ze dat gaan doen. We vragen dus in ons voorstel van resolutie aan de vzw die de pensioenkas van het Vlaams Parlement beheert, om die extra’s terug te vorderen, om te zorgen dat die tot de laatste cent terugbetaald worden.
Voorzitter, beste collega’s, een tweede stap is werk maken van een gewoon werknemersstatuut voor parlementsleden, want als deze affaire, net als alle vorige, één ding heel duidelijk gemaakt heeft, dan is het wel dat het geen heel goed idee is dat parlementsleden over hun eigen lonen en pensioenen beslissen. Dat is niet zo’n geweldig concept.
Wij hebben in ons voorstel van resolutie dus voorgesteld om werk te maken van een gewoon werknemersstatuut voor parlementsleden, waarbij parlementsleden zoals iedereen sociale bijdragen betalen, zoals iedereen op basis daarvan een pensioen ontvangen en zoals iedereen aan het einde van hun mandaat een werkloosheidsuitkering ontvangen in plaats van een riante uittredingsvergoeding.
We hebben het voorstel van resolutie ingediend zodat iedereen zich daarover kan uitspreken. Ik hoop dat we daar de steun van de volledige plenaire vergadering voor zullen krijgen. (Applaus bij de PVDA)
De heer Vandaele heeft het woord.
Het gaat hier natuurlijk weer, collega Jos, om een technisch iets ingewikkelder verhaal dan zoals u het nu vertelt. Maar goed, ook voor mijn partij, de N-VA en eigenlijk voor alle partijen vanmiddag in de vergadering van het Bureau lijkt het logisch dat inderdaad de pensioenplafonds voor parlementsleden niet hoger zijn dan die voor andere mensen. We kunnen dat – denken wij – het beste duidelijk maken door inderdaad, voorzitter, zoals u voorstelt, het bewuste artikel uit het pensioenreglement te schrappen.
Ik wil daar zelf wel twee kanttekeningen bij maken. Die zijn ook vanmiddag in het Bureau gemaakt. Eén, het gaat hier om een federale regeling die het Vlaams Parlement destijds heeft overgenomen. Het is dus wel belangrijk dat ook de federale collega’s hier een initiatief nemen. Twee, onder onze vorige voorzitter, de onvolprezen Jan Peumans, hebben we beslist dat je pas een vol parlementair pensioen krijgt na 45 jaar in dit parlement gezeteld te hebben – vroeger was dat twintig jaar. Trouwens, collega’s, de gemiddelde loopbaan is nu acht tot negen jaar. Conclusie: in de toekomst zal het waarschijnlijk nog een heel uitzonderlijke situatie zijn dat iemand dat plafond bereikt.
Maar goed, los van die twee kanttekeningen denken wij, voorzitter, inderdaad dat het schrappen van het bewuste artikel een logische stap is.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat we met het Uitgebreid Bureau deze middag een slimme en een terechte beslissing genomen hebben om de ontwijking – ik kan er geen ander woord voor vinden – van een plafond dat ook wettelijk vastgelegd is, vandaag stop te zetten. Ik ben heel blij dat we inderdaad met alle partijen in het Uitgebreid Bureau die stap gezet hebben. Maar zoals u weet, is mijn partij er ook altijd een voorstander van geweest – want die discussie is niet nieuw – om te kijken naar een aanpassing van het statuut van parlementsleden, omdat er inderdaad een aantal dingen de laatste tijd naar boven gekomen zijn: dingen waarvan ikzelf soms niet op de hoogte was, andere dingen waar ik wel van op de hoogte was en waar ik ook wel vind dat het parlement stappen zou moeten kunnen zetten.
Maar dat betekent niet, collega D’Haese, dat ik daarom uw voorstel van resolutie zal goedkeuren. We zullen dat niet doen, om de heel eenvoudige reden dat het gemakkelijk gezegd is maar niet zo gemakkelijk om uit te voeren. Wij zijn geen werknemers die ergens een werkgever hebben. Wij zullen grondwettelijk zeer goed moeten bekijken hoe we dat invoeren.
De tweede reden is dat deze namiddag, na het Vlaams Parlement, ook de Kamer een stap heeft gezet, eindelijk een stap heeft gezet. Collega’s, dat was voor mij ook wel wat nieuws. De Kamer heeft, niet zo snel als wij maar toch wel behoorlijk snel, die stap gezet. Tegelijkertijd heb ik in de communicatie van de Kamer gezien dat dit wat hen betreft een eerste stap is om het hele statuut te bekijken.
Voorzitter, we hebben hier al een aantal dingen aangepast. We zijn ook altijd vragende partij geweest om dat over de grenzen van alle parlementen heen door te voeren. Ik denk dat het Vlaams Parlement en u als voorzitter het momentum moeten gebruiken om de discussie te voeren waar ze volgens ons voor een stuk moet worden gevoerd: in dialoog met alle parlementen, om te bekijken welke dingen binnen het statuut moeten worden aangepast.
Ik herhaal mijn oproep van deze middag in het Uitgebreid Bureau: laat ons de hand aan de ploeg slaan, laat ons samen met de andere parlementen bekijken wat er beter kan, wat er transparanter kan, laat ons op een of andere manier werken aan een sociaal statuut voor parlementsleden, want er zijn ook wel een aantal sociale rechten die parlementsleden vandaag niet hebben. Ik denk aan moederschapsrust enzovoort. Dat is allemaal niet geregeld in ons statuut. Er zijn in het statuut een aantal elementen die de toetssteen van een moderne samenleving niet meer doorstaan. Ik hoop dat dit een eerste stap is en dat we samen met de andere parlementen echt kunnen werken aan dat sociaal statuut. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Voor Vooruit is het heel simpel: iedereen gelijk voor de wet. Het is dus uiteraard onaanvaardbaar dat er constructies worden opgezet waardoor parlementsleden het vastgelegde pensioenplafond kunnen omzeilen. Ook wij zijn bijzonder blij dat het Uitgebreid Bureau heel snel heeft gereageerd en dat we het artikel 12 uit ons reglement zullen schrappen.
Het tweede lid van artikel 12. Dat is belangrijk!
Het tweede lid van artikel 12.
Daardoor zal dat omzeilingsmechanisme – want dat was het, collega’s – voortaan en onmiddellijk niet meer mogelijk zijn.
Echt waar, ik moet zeggen dat ik het ook niet wist. Bon, misschien moet ik daarvoor ook in eigen boezem kijken. Maar ik kan mij vandaag toch alleen maar afvragen wat de parlementsleden die daarmee destijds hebben ingestemd, dachten. Dachten zij dat dat normaal was? Dat de regels die zijn ingesteld voor parlementsleden niet helemaal golden? Of dat daar toch uitzonderingen op mogelijk waren? Geen privileges voor parlementsleden!
We hebben dat in het Uitgebreid Bureau ook afgesproken – ik heb zelf al gebeld met onze fractieleider in het federaal parlement –: ik denk inderdaad dat we dit samen moeten aanpakken. Ook daar moeten inderdaad stappen worden gezet om ervoor te zorgen dat de uitzonderingsgrond van dat pensioenplafond gewoon wordt weggehaald. Daarover zijn we het eens.
En dat dan misschien ineens ook de ziekteverzekering wordt aangepast.
Ik hoor graag straks alle partijen hun steun daarvoor herhalen, zoals in het Uitgebreid Bureau.
En dan het statuut: wij zijn al lang aan het zeggen dat dat statuut moet worden herbekeken. Dat debat is voor ons open. We moeten dat samen met het federaal parlement doen. Maar het voorstel van resolutie van de PVDA spreekt enerzijds over ambtenaren en anderzijds over contractuelen. Het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. We moeten dat debat met open vizier voeren. Ik heb niet het gevoel dat dit voorstel van resolutie daar al heel snel duidelijkheid over schept.
Ten slotte, dat terugvorderen. Als dat kan, absoluut! Dat mag onderzocht worden, dat moet onderzocht worden, dat zal onderzocht worden. Dat is ook iets wat onder andere ik heb gevraagd op het Uitgebreid Bureau. Wat dat betreft is het voorstel van resolutie volgens ons zonder voorwerp. Als het kan, moet het gebeuren. Dat is de reden waarom wij ons zullen onthouden.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, daarnet in het Uitgebreid Bureau heb ik onmiddellijk gesteld dat het voor ons de logica zelve is dat het plafond voor iedereen geldt, ook voor de parlementsleden, en dat we dus het Reglement vandaag nog op dat punt willen aanpassen. Het is goed dat dit hier nu voorligt en dat we er straks over stemmen.
De regeling zou op termijn sowieso uitdoven. Wij zijn overgeschakeld naar het systeem van 45sten. Op termijn zou dit zich vanzelf niet meer voordoen. Dat neemt niet weg dat we het zeer belangrijk vinden dat we wat nu wel nog bestaat, onmiddellijk stopzetten. Daarvoor is een reglementswijziging nodig. Die zullen we ten volle steunen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij de woorden van collega Van Rompuy. Het is belangrijk om aan te stippen dat die regeling met die 20 procent vandaag obsoleet is geworden. Die doet of zal zich niet meer voordoen, omdat, gelukkig, de parlementen de afgelopen jaren beseft hebben dat enige soberheid in de pensioenen aan de orde is.
Door de hervorming, zoals aangehaald door de collega, naar 45sten zullen er in dit halfrond nog zeer weinig parlementsleden zijn die boven dat plafond uitkomen. Desalniettemin was ik tevreden om vast te stellen dat er in het Bureau consensus was dat het plafond voor iedereen moet gelden en dat het pensioen van een parlementslid niet boven dat plafond moet gaan. In dezen is het ook logisch dat die oude wetgeving die een overschrijding in theorie nog mogelijk zou maken, geschrapt wordt. Er is een engagement genomen door de meerderheid in het federale parlement. Het lijkt me logisch dat het Vlaamse pensioenreglement geschrapt wordt.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, we zijn vanmiddag gevat door de diensten van het Vlaams Parlement die een toelichting gaven over hoe een en ander in zijn werk ging. Dat bleek wat complexer dan tot nu toe in de media of door andere partijen werd voorgesteld. Zo is er onder meer een wetsontwerp en een amendement daarop van 26 november 2003 van de toenmalige minister van Pensioenen Vandenbroucke. Hij liet een amendement goedkeuren waarin staat dat de toekenning van aanvullende voordelen inzake rustpensioen aan personen die werden aangesteld om een managements- of staffunctie uit te oefenen in een overheidsdienst, integraal van toepassing blijft op de pensioenen toegekend aan leden van wetgevende kamers.
Het is dus een wet van Vandenbroucke die hier in het Vlaams Parlement is overgenomen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
En die in het pensioenreglement van de Vlaams Parlementsleden is terechtgekomen.
We zijn hier in het Vlaams Parlement uiteraard niet bevoegd om federale wetten aan te passen. Daarom ben ik blij dat we wel de verantwoordelijkheid hebben genomen met het voltallige Uitgebreid Bureau om te doen waar we wel voor bevoegd zijn. Dat is met name een lid van een artikel in ons eigen pensioenreglement te schrappen. Het kan inderdaad niet dat er privileges bestaan voor politici die niet bestaan voor burgers. Als er een maximumgrens is voor pensioenen voor mensen in de privésector of voor Vlamingen die niet in het parlement zitten, dan moet die maximumgrens ook gelden voor politici die in een parlement zitten.
Ik ben tevreden dat ik in het Uitgebreid Bureau – en iedereen die de vergadering heeft bijgewoond, kan dat bevestigen – heel hard heb aangedrongen om dat vandaag te doen, om dat onmiddellijk te doen en om dat met onmiddellijke ingang te doen. Ik ben blij dat dit hier vandaag ter stemming voorligt.
Wat het voorstel van resolutie van de PVDA betreft, heb ik in het Bureau en in de media al herhaaldelijk gezegd dat we moeten bekijken op welke manier dat teruggevorderd kan worden. Waar er uitbetalingen zijn geweest die over de maximumgrens gingen, moeten we bekijken hoe dat teruggevorderd kan worden van mensen die te veel hebben ontvangen.
Maar ik denk dat het tweede element, dat gaat over een aanpassing van het statuut, op dit moment misschien wel wat vroeg komt. Ik vind dat we moeten kijken naar een extern orgaan dat zich eens bezig houdt met onze vergoedingen, onze uittredingsvergoedingen en onze pensioenen. Ik zou het ook aan het volgende Uitgebreid Bureau willen voorstellen, voorzitter, om te kijken welk orgaan, het Rekenhof of een ander, zich daarover kan buigen. We kunnen dan onszelf ook eens vergelijken met andere Europese landen om te kijken hoe het zit, wat er allemaal beter kan en hoe we dat statuut kunnen aanpassen. Ik ben ervan overtuigd dat, als er bespaard moet worden, dat niet moet zijn op onze mensen, maar op het politieke systeem. We moeten dus ook kijken waar er op onszelf bespaard kan worden.
Tot slot denk ik – dat is iets wat aan de linkerzijde, of aan de belgicistische zijde misschien wat moeilijker klinkt – dat als je het oprecht meent met een systeem dat op zichzelf moet besparen, en als we vinden dat de parlementsleden en de politiek naar zichzelf moeten kijken om te besparen, je er rekening mee moet houden dat er één ding is dat heel veel geld kost, met name de dure geldverslindende constructie die België heet. Die heeft zes parlementen en zes regeringen, met honderden parlementsleden … (Applaus bij het Vlaams Belang)
… tientallen ministers, … Laten we daar eens komaf mee maken. Dat zou de allergrootste besparing zijn voor de Vlaming, dat zou de allergrootste besparing zijn voor de belastingbetaler: één parlement dat nog bevoegd is voor alle Vlamingen, en dat moet het Vlaams Parlement zijn. Daarmee realiseren we de grootste besparingen die je op dit moment op het politieke systeem kunt doorvoeren.
Laten we dan ook consequent zijn, collega’s. Schaf die andere parlementen allemaal af, en laten we ervoor zorgen dat er hier in dit parlement zelfs geen 124 leden zijn, het kan wat mij betreft maximum met honderd parlementsleden. Dan zetten we die andere vijfhonderd of zeshonderd parlementsleden in dit land, die allemaal lonen krijgen, aan de kant, en dan zorgen we dat de Vlamingen vertegenwoordigd worden door en enkel nog betalen voor parlementsleden die vertegenwoordigd zijn in dit Vlaams Parlement. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik ben heel blij om te horen dat alle partijen het nu de logica zelve vinden om die ontwijking van de regel van het pensioenplafond af te schaffen. Dat toont nog maar eens aan dat transparantie het beste ontsmettingsmiddel is, want alle partijen die hier vandaag uit de lucht vallen, hebben dit systeem ingevoerd en beheerd. Allemaal!
Na twintig jaar achter de schermen heeft het nog geen halve dag geduurd, nadat de PVDA het heeft blootgelegd, om het af te schaffen. Transparantie is dus het beste ontsmettingsmiddel. U kunt daarvoor absoluut rekenen op de PVDA, collega’s. Ik vraag mij echt af hoe onmiddellijk dit allemaal afgeschaft zou zijn, mocht het vandaag niet naar buiten zijn gebracht. (Applaus bij de PVDA)
Ik heb nog vijf korte reacties op wat de collega’s hebben gezegd.
Eén, over de heer Vandaele die mij waarschuwt voor de technische complexiteit, waarvoor dank. Het is natuurlijk wel de PVDA die de technische complexiteit doorzien heeft en het heeft bovengehaald, en niet alle partijen die in al die beheersorganen zaten, mijnheer Vandaele. Ik zou, wat dat betreft, een klein beetje bescheidenheid aan de dag leggen, als ik van u was.
Ten tweede is er de zaak dat die regeling is overgenomen van een federale regeling. Dat is natuurlijk wel een heel loos excuus. Het Vlaams Belang zegt hier zelfs: “We hebben gewoon de wet van Vandenbroucke overgenomen, we konden niet anders.” Het is effectief Vandenbroucke die een amendement heeft ingediend, maar het is wel het Vlaams Belang dat dit samen met alle andere partijen hier heeft omgezet. Niets verplicht u daartoe, niets! Vandaag schaffen we het af, terwijl die wet nog overeind staat. Het is een beslissing geweest van dit parlement, van de volksvertegenwoordigers die in de vzw voor het beheer van de pensioenen zaten, om dat onmiddellijk om te zetten. Dat is een beslissing van dit parlement. (Opmerkingen)
U was er inderdaad bij, er zijn hier inderdaad een aantal mensen aanwezig die er toen bij waren.
Over het statuut: ik snap de tegenwerping voor mensen die het einddoel steunen niet, want er staat namelijk een einddoel in: een gelijkschakeling met hoe de regeling van ambtenaren vandaag is. Het is evident dat dat in overleg met andere parlementen moet gebeuren. Het is evident dat dat goed uitgewerkt moet worden. Het is evident dat dat niet morgen zal worden ingevoerd. Iedereen zegt dat het moet worden herbekeken, maar als er concrete voorstellen komen, dan schuiven alle partijen het weer op de lange baan. Dan komt het voor het Vlaams Belang weer te vroeg. Dan vraag ik mij af hoeveel schandalen er nog moeten zijn voor het Vlaams Belang, voordat het eindelijk tijd is om er eens iets aan te doen. Maar jullie blijven liever met die privileges zitten. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Men vraagt zich af waarom dit ooit is ingevoerd. Ik stel voor dat men het gewoon aan de eigen partijgenoten vraagt. Op de PVDA na, heeft iedereen hier partijgenoten die dit mee hebben ingevoerd. Allemaal. Je kunt het ook vragen aan partijgenoten die vandaag nog in dit parlement zitten. Vraag hun waarom ze het hebben ingevoerd en waarom zij vonden dat ze nog recht hadden op 20 procent meer pensioen. Vraag het aan de mensen die vandaag die vzw beheren, waarom zij vinden dat die vandaag kunnen worden uitbetaald. Vraag het hun, ik ben heel benieuwd naar het antwoord.
Tot slot wil het Vlaams Belang blijkbaar niet besparen, mijnheer Janssens, op onze mensen. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Als de PVDA voorstelt om de pensioenen en lonen van de parlementsleden te verlagen, dan vindt Vlaams Belang dat besparen op onze mensen. ‘Onze mensen van het Vlaams belang’ zijn blijkbaar die mensen die profiteren van pensioenbonussen boven op het maximumpensioen dat door de wet wordt opgelegd. Wel, dat zegt heel veel over jullie slogans. ‘Eigen centen eerst’, zo kennen we jullie, net zoals – jullie kennen hem nog wel – de heer Penris, die gisteren nog bloemen gaan neerleggen is op het graf van een collaborateur, die in dit Vlaams Parlement mee deze regeling heeft ingevoerd en die daarna zelf in de Kamer is gaan lopen met 370.000 euro ontslagvergoeding. ‘Eigen centen eerst’: het is altijd hetzelfde bij het Vlaams Belang. (Applaus bij de PVDA)
De heer Janssens heeft het woord.
Gewoon even over de obsessie van collega D’Haese over het Vlaams Belang, want ik hoor al heel de dag niets anders uit zijn mond, en dat lijkt tegenwoordig een strategie ter linkerzijde te zijn. Die strategie is blijkbaar: “Kijk eens naar dat Vlaams Belang dat daar torenhoog en op eenzame hoogte in de peilingen staat en wij, klein links, staan hier achteraan allemaal te bengelen met ons handjevol kiezers en procenten. Hoe kunnen we daar in hemelsnaam iets aan veranderen?” En blijkbaar is dan de strategie om zo dicht mogelijk aan te schurken tegen dat Vlaams Belang en hen in elk debat te vernoemen, en wie weet, sijpelt er hier en daar nog wel eens een kiezer door naar de PVDA, Vooruit of wie dan ook ter linkerzijde.
Ik denk dat dat een nogal zwakke strategie is van klein links, want er is een reden waarom de mensen voor het Vlaams Belang kiezen, en dat is dat men ons partijprogramma ondersteunt, en dat is niet het partijprogramma van de communisten, belgicisten of linkerzijde, maar wel het programma van het gezond rechts verstand. En het feit dat jullie dat gezond verstand niet met ons delen, is een van de redenen dat jullie die kiezers nooit zullen warm maken om op linkse partijen te stemmen.
Maar, collega D’Haese, ik heb gehoord dat u zo hard en zo snel wilt gaan met die besparingen op het politieke systeem, dus u bent het er dan uiteraard mee eens dat het niet kan dat er zo’n dure, geldverslindende constructie als België bestaat, die ervoor zorgt dat er zes parlementen en zes regeringen zijn, met honderden parlementsleden en tientallen ministers die allemaal veel te veel verdienen. Dus u wilt dat dan toch ongetwijfeld afschaffen, want dan doet u eigenlijk eens wat de Vlamingen wel willen, en dat is ervoor zorgen dat er bespaard wordt op het politieke systeem en dat we het geld dat dan vrijkomt, investeren in onze mensen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Dewinter heeft het woord.
Ik wou gewoon een simpele vraag aan collega van de PVDA stellen. De wet-Vandenbroucke werd voorgesteld in het federaal parlement op 26 november 2003 en werd begin 2004 goedgekeurd. Op basis daarvan is deze wet in 2005 door de raad van bestuur en daarna door de algemene vergadering van het pensioenfonds, waar ik toen als fractieleider ook deel van uitmaakte, geïmplementeerd in ons reglement. Dat is de realiteit.
Goed, ik vraag het me af. Ik heb het eens opgezocht, u hebt sinds 2014 voorzitters in het federaal parlement, waaronder niet de minsten: uw voorzitter, de heer Hedebouw, en de heer Mertens, beiden partijvoorzitters van de PVDA. Tot op de dag van vandaag is de wet die dit allemaal regelt, nog steeds van kracht. Wat hebben die feitelijk gedaan sinds het moment van hun verkiezing acht jaar geleden, tot vandaag? U hebt het vandaag plotseling ontdekt na de feiten die gisteren aan bod zijn gekomen in het federaal parlement .
Wat hebben die drie parlementsleden van de PVDA gedaan, die acht jaar lang in het federaal parlement gezeten hebben, die nu zo van hun tak maken, om de Pensioenwet waarin dit zwart op wit staat, om het amendement-Vandenbroucke te wijzigen? Die hebben toch niet acht jaar lang naar het plafond zitten kijken, mijnheer D’Haese? Die hebben toch niet acht jaar lang met hun vingers gedraaid? Die hebben toch niet acht jaar lang gedaan alsof hun neus bloedde? U bent van de jonge generatie. Maar uw partijvoorzitter, de heer Hedebouw, en de heer Mertens, uw vorige partijvoorzitter, hebben blijkbaar hun job niet gedaan. Dat is alles wat ik kan vaststellen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik houd het heel kort, want anders wordt het natuurlijk heel komiek. (Opmerkingen. Gelach bij het Vlaams Belang)
Wacht, want de clou komt nog, mijnheer Dewinter. Als mensen zoals de heer Dewinter, die al die privileges zelf hebben ingevoerd, u hebt het zelf net gezegd … (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Ze hebben het zelf ingevoerd, hier in het Vlaams Parlement. Men wou zelfbestuur, maar wat men zelf wel beter doet, is graaien, mijnheer Dewinter. Dat doet men beter. Men heeft autonome bevoegdheid over het eigen pensioen, en wat doet men? Die pensioenen verhogen naar 120 procent. Dat is het beleid van het Vlaams Belang. Proficiat. Tientallen jaren zitten ze overal in alle parlementen, en overal hebben ze die privileges mee goedgekeurd en uitgevoerd. En dan komt u hier tegen de PVDA vertellen dat wij jullie gesjoemel, jullie gefoefel niet snel genoeg ontdekt hebben. Dat is onze fout! (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Maar nu zal ik u de clou zeggen, mijnheer Dewinter. En dat zal u zeker interesseren, want u hebt het over een artikel in een wet dat het mogelijk maakt dat er een uitzondering is voor parlementsleden om het plafond op te trekken tot 120 procent. Weet u, mijnheer Dewinter, wie dat amendement, dat artikel heeft goedgekeurd? Het Vlaams Belang, mijnheer Dewinter. (Applaus bij de PVDA)
Wil nog iemand geschiedenis met ons delen?
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking van het voorstel tot wijziging van het Reglement van de vzw Pensioenen van de Vlaamse volksvertegenwoordigers en van het voorstel van resolutie is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.
Stemming
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over het voorstel tot wijziging van het Reglement van de vzw Pensioenen van de Vlaamse volksvertegenwoordigers.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel wensen aan te nemen, wordt verzocht op te staan.
Dat lijkt me redelijk duidelijk. De tegenproef is niet nodig.
Het voorstel tot wijziging van het Reglement van de vzw Pensioenen van de Vlaamse volksvertegenwoordigers is aangenomen.