Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de nieuwe maatregelen tegen het lerarentekort
Actuele vraag over extra maatregelen tegen het lerarentekort
Actuele vraag over de bijkomende maatregelen tegen het lerarentekort
Actuele vraag over de aankondigingen van de minister om het lerarentekort aan te pakken
Verslag
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, het is helemaal terecht dat het vandaag nog maar eens over het lerarentekort gaat, want als er iets is dat de onderwijskwaliteit bedreigt ... We kunnen proberen de lat nog zo hoog te leggen met de eindtermen – die er nog niet zijn, maar goed –, nog zoveel centrale toetsen invoeren, maar als er geen leerkrachten voor de klas staan, dan zal de onderwijskwaliteit niet naar omhoog gaan, dat is heel simpel. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn.
Minister, sinds het begin van de legislatuur vragen we u om, zoals in het regeerakkoord staat, te komen tot een lerarenpact. Wat is een lerarenpact? Want dat klinkt misschien wat vaag. Een lerarenpact is een grote hervorming, gedragen door alle onderwijspartners: de koepels, de vakbonden, alle stakeholders van het onderwijs. Je gaat samen met hen rond de tafel zitten en je gaat ervoor zorgen dat je met een plan komt op het vlak van opleiding, op het vlak van startende leerkrachten, op het vlak van personeelsbeleid en de loopbaan van leerkrachten, om het beroep van leerkracht aantrekkelijk te maken. Dat beroep moet aantrekkelijk gemaakt worden, want we zitten met een krapte op de arbeidsmarkt en jongeren kunnen overal aan de slag. Wij willen ze naar het onderwijs krijgen, wij willen de job van leerkracht aantrekkelijker maken. Dat had moeten gebeuren bij het begin van de legislatuur. Helaas is dat niet gebeurd.
Wat hebben we gezien? Er is een plenaire vergadering geweest waarbij u een blaadje had met tien inderhaast bijeen gekrabbelde maatregelen. Er is een plenaire vergadering geweest waarin u zei dat u een commissie zou oprichten, een commissie der wijzen die tegen de volgde legislatuur met een plan gaan komen. Gisteren was er dan een nog pakketje van losse maatregelen: de gastleerkracht en de uitgeleende werknemer.
Minister, allemaal goed en wel, maar wat hebt u gisteren weer gedaan? Een Weytske, een paar losse flodders afgeschoten waarbij er geen draagvlak is, duidelijk geen draagvlak bij vakbonden en koepels. De vakbonden hebben gezegd dat het voor hen een vertrouwensbreuk is. De koepels waren totaal niet enthousiast. Dat zijn toch twee partners waarmee u moet samenwerken.
Minister, er worden ook heel veel vragen gesteld bij dat idee.
Ik zou graag hebben dat u een vraag stelt.
Hoe zullen de mensen begeleid worden? Mijn eerste vraag, minister, is vooral met welke visie u de mensen loslaat in de klas. Zorgt u voor aanvangsbegeleiding? Zorgt u ervoor dat ze pedagogisch geschoold zijn of gaat u ze zomaar loslaten in ons onderwijs?
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, het is ver gekomen. De lat heeft nog nooit zo laag gelegen als vandaag. Het is alle hens aan dek, vrouwen en kinderen eerst. Maar, minister, ouders willen niet zomaar iemand voor de klas, ze willen echte onderwijsprofessionals. Ze willen ook het beste onderwijs voor hun kinderen, en dit in de ruime zin van het woord.
Een aantal van uw nieuw ad-hocideeën zijn zeker interessant, dat is zeker waar, bijvoorbeeld de expertleraar in het secundair onderwijs, of de mogelijkheid voor het creëren van het ambt van adjunct-directeur in het basisonderwijs. Maar de voorstellen die u gisteren lanceerde, tonen opnieuw aan dat u niet echt weet wat er speelt in de klas. U kent de noden van het onderwijs onvoldoende, en daarmee helpt u het onderwijs ook niet echt een stap vooruit. Ja, we hebben nood aan nieuwe leerkrachten, en dat kunnen en mogen mensen uit het bedrijfsleven zijn. Maar dat vraagt om professionals, mensen die echt kiezen voor het onderwijs, maar dat is niet uw plan.
Ik vind het opnieuw een gemiste kans, opnieuw een vorm van paniekvoetbal , en vooral een gebrek aan langetermijnvisie. Ja, de experten kunnen nuttig zijn, maar u weet toch ook dat een derde van de beginnende leerkrachten al na vijf jaar vertrekt. Zonder een degelijke pedagogische opleiding en een ondersteuning van de scholen zullen de mensen die u naar het onderwijs wilt brengen, het nog geen drie dagen volhouden. U maakt van die zijinstromers kanonnenvlees, en dat kan nooit de bedoeling zijn.
Minister, wanneer komt u eindelijk eens met een ernstig, gestructureerd en breed gedragen plan van aanpak, zodat iedereen in het onderwijsveld eens weet waar zij op korte, middellange en lange termijn staan? (Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, er is al heel veel gesproken over het lerarentekort. Ik heb er ook al heel veel over gesproken met iedereen in het onderwijsveld. Dat was een basis voor ons eigen onderwijsplan. Minister, ik vermoed dat u dat ook hebt gelezen, en dat u zag dat dat een aanzet bevatte om tot een globaler, omvattend plan te komen, dat vertrekt vanuit opleiding, begeleiding en personeelsbeleid.
De centrale visie in het cd&v-onderwijsplan is dat we de leraar als expert centraal gaan stellen. Lesgeven, dat is immers voor experts. Een aantal van de voorstellen die u gisteren lanceerde, vond ik ook terug in ons plan, onder andere bruggen bouwen tussen ondernemers en onderwijs, het duaal lesgeven. Ook de leraar als expert stond in het plan. U hebt echter zeer vlug over een aantal dingen heen gelezen. In ons plan stond immers ook vermeld dat we altijd vertrekken vanuit sociaal overleg en dat we de kwaliteit van het onderwijs borgen door net in dialoog te gaan met anderen. Collega’s, in 2019 wisten we dat het lerarentekort een grote uitdaging zou worden. Het staat in het regeerakkoord. We zouden een lerarenloopbaanpact maken. Minister, u geloofde daar niet echt in en gaf aan kleine stapjes te zullen zetten, maar zelfs met het zetten van kleine stapjes kwam u gisteren van een kale reis terug. Het is niet verwonderlijk dat er heel wat reactie was. Men was immers niet betrokken bij het overleg.
Minister, iedereen is het erover eens dat we op zoek moeten gaan naar duurzame maatregelen. Dat is dan ook een vraag aan u die ik heb. Met corona hebt u bewezen dat u heel goed bent in het samenbrengen van mensen. U had een onderwijsclub. Die voelt zich nu wat in de steek gelaten. Daarom vraag ik u heel uitdrukkelijk: hoe gaat u ervoor zorgen dat de zaken die u voorstelt en waar een aantal goede dingen in zitten, ook structureel kunnen worden verankerd in een duurzaam beleid? (Applaus bij cd&v)
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Minister, om het lerarentekort op te lossen zijn er heel veel maatregelen en inspanningen nodig. Elke leerkracht die we vinden, verkleint het probleem. Elk uur dat er kan worden lesgegeven, elk uur dat leerlingen minder in de studie zitten, is winst. U hebt al zeer veel maatregelen genomen. U zet hier heel sterk op in. Enkele dagen geleden kondigde u opnieuw een pakket nieuwe maatregelen aan, met de focus op het inzetten van gastleerkrachten. Verder kunnen bedrijven werknemers ter beschikking stellen, met bijpassing van het loon. U wilt ook zijinstromers motiveren om langer in het onderwijs te blijven door ervoor te zorgen dat ze sneller rechten kunnen opbouwen.
Ik heb één concrete vraag voor u: welke effecten, welke resultaten kunnen we op dit ogenblik al vaststellen na de maatregelen die u in het verleden al nam? (Applaus bij de N-VA en van Gwendolyn Rutten)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, collega’s, het lerarentekort oplossen, dat doe je niet alleen door nieuwe leerkrachten te zoeken. Dat doe je ook door de bestaande, de 200.000 huidige leerkrachten die we hebben, te behouden. Je behoudt die mensen door een toekomstperspectief te geven. Goede arbeidsvoorwaarden, werkbaar werk, een eerlijk pensioen behoud je niet door keer op keer hun personeelsvertegenwoordigers te schofferen. Minister, ik begrijp gewoon niet waarom u dat doet. Graag uitleg, dus. U maakt afspraken met het onderwijsveld. U zegt een nieuw decreet te zullen maken, een nieuw lerarendecreet, dat focust op de oplossing van het lerarenprobleem. U zegt daarover te zullen onderhandelen, u zegt dat te zullen bespreken voor u daarover gaat communiceren, en wat doet u? U doet opnieuw een ‘Weytsje’. U gaat op voorhand communiceren over een gedetailleerd plan met allerlei maatregelen. Voor het onderwijsveld lijken dat voldongen maatregelen, en sommige van die maatregelen leiden tot onrust. Dat er geen nood zou zijn aan een pedagogisch bekwaamheidsattest voor de zogenaamde gastleerkrachten, daar zijn inderdaad vragen over. Dat lijkt me evident. Er is de extra werkdruk die zal worden gecreëerd als er nieuwe mensen bij komen, die moeten worden begeleid. Ja, daar zijn vragen over. Dat lijkt me evident.
En we kunnen daarover discussiëren, maar wat ik dus niet begrijp is dat u per se alles de wereld moet insturen alvorens het debat plaatsvindt in het onderwijsveld. De vakbonden spreken van een vertrouwenscrisis, in hun persbericht is er sprake van een vertrouwenscrisis met de minister. Minister, hoe zult u met de vertegenwoordigers van de huidige leerkrachten die vertrouwenscrisis aanpakken en ervoor zorgen dat er ruimte is voor goed overleg, zodat de 200.000 leerkrachten die we nu hebben, zich vertegenwoordigd en begrepen voelen, en verder kunnen blijven samenwerken met de huidige minister? (Applaus bij de PVDA en van Hannelore Goeman)
Minister Weyts heeft het woord.
Wel, toegegeven, minister van Onderwijs is niet altijd de meest dankbare job die er bestaat. Er wordt steeds gezegd dat we iets aan het lerarentekort moeten doen en bij elke maatregel die je dan voorstelt of invoert, wordt die geproblematiseerd. Er wordt gezegd dat het moeilijk is of dat het voorstel te kort, te weinig, te laat is.
Ik kan u zeggen dat we wel stap voor stap maatregelen invoeren. En geen enkele van die maatregelen is zaligmakend, eenvoudigweg omdat het probleem al zolang aansleept en ten tweede omdat het niet uniek is voor het onderwijs. Alle sectoren kampen met arbeidsmarkttekorten, allemaal, en sommige sectoren zelfs nog veel meer dan het onderwijs. Maar het is nu eenmaal veel zichtbaarder in het onderwijs. In de horeca zal men een extra sluitingsdag invoeren en dat wordt amper gevoeld. Dat is wel iets anders in ons onderwijs.
Maar al die maatregelen die we hebben ingevoerd, passen natuurlijk in een visie die eigenlijk heel logisch en simpel is en die we ook hebben uitgeschreven in ons regeerakkoord, namelijk dat we willen inzetten op het verhogen van de aantrekkelijkheid van de job. We hebben al gewerkt met een cao, met 200 miljoen euro extra. We doen allerhande investeringen en ook onze visie met betrekking tot het verlagen van de planlast maakt daar deel van uit.
Het tweede spoor is het verhogen van de instroom, zowel via de lerarenopleiding als via de zijinstroom. Aanvankelijk hadden we bij de regeringsonderhandelingen geopperd om te proberen om dat te vatten in een soort pact. Alleen hebben we dan eens teruggekeken en moeten vaststellen dat de ministers van Onderwijs vóór mij allemaal die intentie hadden en uiteindelijk nooit met iets naar huis gekomen zijn, eenvoudigweg omdat ze vaststelden dat, wanneer je één groot pact en één grote finale organiseert, eenieder daar zijn eisen op tafel legt en niet wil toegeven, omdat het nu of nooit is. En uiteindelijk is men nergens geraakt, is het ‘nooit’ geworden voor iedereen.
Daarom hebben we besloten om stapsgewijs te werk te gaan, met diverse maatregelen. Ik zal ze niet allemaal opsommen, maar het zijn wel allemaal maatregelen met resultaten. Want niettegenstaande het lerarentekort moet ik u zeggen dat er nog nooit zoveel onderwijspersoneelsleden geweest zijn als vandaag. Het is een alltime high, er zijn er nog nooit zoveel geweest als vandaag.
Twee, voor het eerst is er opnieuw een toename van het aantal inschrijvingen in de lerarenopleiding. Dat is positief.
De aandacht is afgeleid. (Er nemen ouders met peuters plaats op de publiekstribune.)
Drie, er zijn nog nooit zoveel mensen geweest die de overstap hebben gemaakt van de private sector naar het onderwijs: 4500. Dat is een ongelooflijk positief cijfer.
Maar het is niet genoeg, de maatregelen zijn niet genoeg. Weet u waarom? U moet gewoon maar eens kijken naar de spanningsindicator van VDAB. Wat wil dat zeggen? Dat wil zeggen dat er voor elke vacature van onderwijs 0,7 werkzoekenden zijn. Dat bewijst dat je wel andere kanalen moet gaan verkennen, dat je creatief moet zijn, dat je daartoe gedoemd bent als je dat lerarentekort wilt aanpakken. En dus kun je je niet beperken tot enkel mensen met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs, ook al is dat onze eerste voorkeur. (Een peuter huilt.)
Ja, het wordt weldra weer even stiller.
Wat hebben we in de schoot van de regering goedgekeurd? Want dat is de correcte volgorde. Ik weet niet wie van jullie die volgorde wil veranderen, zeg het vooral, maar de volgorde is correct, namelijk dat de regering een beslissing neemt en er vervolgens over in sociaal overleg wordt getreden.
Wie die volgorde wil omkeren, doe gerust. Maar niettegenstaande dat, heb ik deze maatregel – ik ben ook niet gek – voorafgaandelijk ook afgetoetst bij de vakbonden. Vrijdag hebben we die goedgekeurd. En vervolgens staat dat maandag op de website van de kanselarij en is dat een publiek document. En vanzelfsprekend wordt daarover gecommuniceerd. Dat is de logica zelve. Maar dat is wel de correcte volgorde.
Ik hoor het straks graag. Diegenen die de volgorde willen omkeren en dus niet vertrekken van een beslissing van een democratisch orgaan, in dezen de Vlaamse Regering, zeggen het maar.
In concreto gaat het ten eerste over de introductie van gastleerkrachten. Waarom zou dat zinvol kunnen zijn? Omdat je moet vaststellen dat er vandaag vooral in het secundair onderwijs heel veel vacatures zijn, maar voor een beperkt aantal uren: vijf uur Frans, zes uur wiskunde, vier uur economie. Die krijg je inderdaad moeilijk gesleten op de arbeidsmarkt, omdat de gegadigden dan vervolgens moeten puzzelen en vanuit hun vakgebied nog andere vacatures eraan moeten koppelen. Ik denk dat er vandaag heel veel mensen zijn die een job hebben, maar die eigenlijk toch staan te springen om hun kennis en vaardigheden te delen met jongeren en kinderen. Wat wij nu doen, is dat enkel mogelijk maken. Mag dat niet? Moeten we dat niet mogelijk maken? Is dat geen goed initiatief?
En we kunnen daarop verder werken. Vanzelfsprekend hebben die gastleerkrachten bij voorkeur een pedagogisch bekwaamheidsbewijs, zeker en vast. Maar de directie kan ook altijd een inschatting maken van de profielen die zich aandienen. Dat zijn mensen die kiezen voor het onderwijs. En de directie kan altijd oordelen of ze daarmee aan de slag kan, ja of neen. In het hoger onderwijs hebben we daar geen probleem mee. In het hoger onderwijs kun je lesgeven zonder pedagogisch bekwaamheidsbewijs, geen enkel probleem: een gastdocent, voor verschillende uren. Maar in het secundair onderwijs zijn sommigen daar blijkbaar tegen. Wel, ik denk dat dat een goed kanaal is, ook om een brug te slaan tussen bedrijven en scholen. Bedrijven zouden zelfs eens kunnen overwegen om hun werknemers vrij te stellen voor onderwijs, niet alleen buiten hun uren, maar misschien ook tijdens hun uren. Dat lijkt mij een goede investering, want uiteindelijk heeft elk bedrijf baat bij het leggen van een goede band met scholen, die uiteindelijk de opleiding verzorgen van hun toekomstige werknemers. Daar kan dus een win-win in zitten. Dat is de eerste maatregel die we in eerste lezing hebben goedgekeurd in de ministerraad.
Een tweede maatregel die we daar hebben goedgekeurd, gaat over de problematiek van bedrijven die vanwege een herstructurering of vanwege een andere jobinvulling die ze zinvol achten, en die de betrokken werknemer ook zinvol acht, voor oudere werknemers … Daarbij kunnen we werken met een soort detachering, op grond van een dienstverleningscontract dat we afsluiten tussen onderwijs en het betrokken bedrijf. In dezen gaat het voor alle duidelijkheid om mensen met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs, omdat het hier niet gaat over maar enkele uren sprokkelen. Het gaat hem echt over een volledige aanstelling. Zij geven les in ons onderwijs, met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs, en daarenboven ook nog eens de kennis en ervaring die ze hebben opgedaan in de private sector. Wij betalen die vanuit Onderwijs evenveel als elke andere leerkracht. En het verschil tussen de werknemer zijn huidige loon en het nieuwe loon wordt eigenlijk gewoon bijgepast door het bedrijf in kwestie. Ook daar kunnen we dus opnieuw een band creëren tussen ondernemingen en scholen, ten bate van zowel de werknemers als de scholen als de bedrijven.
Een derde maatregel gaat over het versterken van de zijinstroom. We hebben vandaag mogelijk gemaakt dat zijinstromers tien jaar anciënniteit kunnen meenemen, maar we willen ook dat zij, wanneer zij starten in ons onderwijs, een lerarenopleiding volgen. Want kennis alleen is niet voldoende. Het gaat hem ook over didactiek, over klasmanagement. Maar die combinatie is niet eenvoudig. Daarom hebben we een lerarenbonus ingevoerd, waarbij je drie uur vrijstelling krijgt per week, 100 procent betaald, om de combinatie tussen lesgeven en het volgen van een lerarenopleiding meer behapbaar te maken. We gaan ervoor zorgen dat alle uren die men lesgeeft, ook in rekening worden gebracht, zowel voor de stage als voor de opbouw van rechten, van pensioenen, van anciënniteit en noem maar op.
Dat zijn drie maatregelen. Die zijn niet zaligmakend, die pretentie heb ik absoluut niet, maar het zijn wel stappen vooruit. Die stappen zullen nu het voorwerp vormen van een sociaal overleg.
Ja, wij nemen eerst een beslissing in de schoot van de ministerraad, en vervolgens treden wij in sociaal overleg. Dat is de volgorde die we dienen te respecteren. Ik denk en ik hoop, ik ga ervan uit, dat wij met iedereen, met alle sociale partners, ervan overtuigd zijn dat dit maatregelen zijn die kunnen zorgen voor de aanpak van het lerarentekort, en via die weg ook voor het verminderen van de werkdruk. Ik begrijp wel de bezorgdheid van de vakbonden die vrezen dat dit voor de bestaande leerkrachten misschien extra werkdruk met zich mee gaat brengen. Ik denk dat het net openstaande vacatures zijn, het tekort aan leerkrachten, die de werkdruk verhogen voor bestaande leerkrachten. Deze maatregelen komen daaraan tegemoet. Ik denk dat we daar met z’n allen toe kunnen komen, in de volle wetenschap dat we vooruitgang kunnen boeken met deze beperkte maatregel, die niet zaligmakend is, maar alleszins een positieve stap in de goede richting. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, u hebt het eerst in het weekend aangekondigd, dat u met een reeks van nieuwe maatregelen komt. U had het ook hier in de plenaire al eens gezegd. Wij zaten vol spanning te wachten. Dan hebt u, met ongelooflijk veel bombarie, uw maatregelen gecommuniceerd. U zegt: “Ik denk dat er veel mensen zijn die toch wel een paar uur willen lesgeven.” Ik denk dat, zegt u. Gisteren kreeg u dan de vraag welke bedrijven dat dan zijn, en daarop zei u: “Dat kan ik nu nog niet zeggen, maar ik denk dat het er veel gaan zijn.”
Minister, eigenlijk bestaat dit al. Er is een project rond duaal lesgeven, dat werd gelanceerd in 2021. Het idee was dat mensen uit het bedrijfsleven een beperkte lesopdracht kunnen opnemen in een school. Dat is ook verlengd in 2022-2023. Op de website stond bij ‘nieuwe maatregelen’ dat het project verlengd werd. Minister, ik heb gehoord dat er veertien – sommigen zeggen achttien – mensen ingestapt zijn. Ik weet niet of het waar is, kunt u mij dat bevestigen? Als dat de oplossing voor het lerarentekort moet zijn, minister, laat mij daar dan serieus aan twijfelen en laat mij dan denken dat we daarmee niet echt een meter gaan vooruitkomen.
Minister, mijn vraag is: waarom zou dit nu anders zijn? Kunt u mij de evaluatie meedelen van het project duaal lesgeven? (Applaus bij Groen)
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, collega’s, u hoort het: het beleid is huilen met de pet op. U hoort het hier vanop de bovenste regionen. U kunt gerichte en adequate vragen niet beantwoorden. Daar bent u een meester in. Op de gerichte vragen van de collega’s hebt u niet geantwoord om zelfs maar uw fractie, of met een beetje geluk de meerderheidspartijen, te helpen overtuigen. Het is wel zo dat het onderwijsveld echt niet overtuigd is. Dat is ook niet zo gek, want u zet mensen die meer betaald krijgen en geen onderwijsprofessionals zijn, zomaar voor de klas. De directies krijgen geen extra middelen voor ondersteuning, maar zij moeten dat wel allemaal blijven opvolgen, nog maar eens erbij. Had u vooraf ook maar één gesprek op een school gevoerd, dan had u geweten wat de leerkrachten en directies daarvan vonden, en dan had u ook wat meer inzichten gehad.
U doet net alsof u met die maatregelen de grote gaten in het onderwijs van lerarentekorten kunt dichten. In de realiteit hebben klassen en scholen, die volop uitdagingen hebben, daar weinig aan. Ook leerkrachten hebben daar weinig aan. U zegt dat leerkrachten misschien ook nog voor een bedrijf kunnen werken, en als ze dan voor een bedrijf gaan werken, kunnen ze weer voor de klas gaan staan, en dan kunnen ze ook meer verdienen. Uw voorstel wil ook mensen zonder pedagogische vaardigheden voor de klas zetten, minister. Bent u er echt van overtuigd dat dit het onderwijs ten goede zal komen? Onze fractie is daar absoluut niet van overtuigd, los van het feit dat wij ermee akkoord gaan dat je zeker naar zijinstromers moet kijken om hen naar het onderwijs te brengen. Maar u brengt opnieuw een ad-hocvoorstel dat geen meerwaarde biedt op de lange termijn voor scholen en leerkrachten. (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, het is goed dat u het lerarentekort koppelt aan de herwaardering van de leraar, maar door personeel zonder pedagogisch diploma voor de klas te zetten, kan de indruk gewekt worden dat het er eigenlijk niet meer toe doet of je een geschikt diploma hebt. Dat werkt soms contraproductief. Ik hoor het graag dat u zegt: “Het eerste wat we willen doen, is mensen met een diploma voor de klas krijgen.” Die perceptie wordt meegenomen in uw voorstellen. We moeten er aandacht voor hebben dat we de kwaliteit blijven bewaken. Onderwijs is bovendien ook meer dan enkel een paar uurtjes lesgeven. Directeurs rekenen op hun korps om samen school te maken.
Een concrete vraag, minister: werken de maatregelen die in het verleden werden genomen? Dan stoort het mij een beetje dat ik op geen enkele vraag antwoord krijg. Want ik heb al tien keer gevraagd hoeveel zijinstromers er nu nog aan het werk zijn. U hebt het altijd over 4500 mensen die gestart zijn. Hoeveel zijn er nu aan het werk? Hoeveel scholen maken gebruik van het omzetten van uren in punten, om zo gemakkelijk personeel aan te werven? Ik vraag mij af, minister, of de Commissie van Wijzen deze cijfers ook krijgt. Zo ja, dan lees ik die graag samen met hen. (Applaus van Peter Van Rompuy)
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Dé oplossing om het lerarentekort op te lossen, bestaat natuurlijk niet. Als dé oplossing bestond, dan hadden we die allang uitgevoerd. Dan waren niet alleen wij, maar ook al onze buurlanden hierin meegegaan, want die hebben hetzelfde probleem. Ik hoor hier al een paar keer zeggen “u doet weer een Weytske”. Ik vind dat nogal denigrerend, want u werkt natuurlijk op twee sporen. U werkt aan een visie en maatregelen op lange termijn, met de aanbevelingen van de commissie Beter Onderwijs, de proeftuinen die momenteel lopen, maar natuurlijk ook met de Commissie van Wijzen. Maar u neemt ook noodmaatregelen en die zijn absoluut nodig, want nu is het alle hens aan dek. Iedereen die kan en wil lesgeven, zou dat ook moeten kunnen. Dus ik wil het even hebben over die noodmaatregelen. Een van uw vorige maatregelen was de lerarenbonus. Leraren die al lesgeven, maar nog geen pedagogisch bekwaamheidsdiploma hebben, kunnen ondertussen dat diploma behalen. Het jaar is natuurlijk nog niet afgerond, want we zijn pas in september 2022 gestart met die lerarenbonus, maar mijn vraag is of u al zicht hebt op conclusies, op basis van de aanvragen die er binnenliepen? (Applaus bij de N-VA)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, u scharrelt overal mensen bijeen om naar het onderwijs te komen, maar ik zie geen toekomstvisie voor de loopbaan van een leerkracht, met duidelijke en sterke arbeidsvoorwaarden, en een lagere werkdruk. Er is ook veel vraag naar een betere ondersteuning van starters, en een eerlijk pensioen. Het begint een beetje de signatuur van deze Vlaamse Regering te worden – of wat er nog van overschiet. Net zoals in de kinderopvang, de ouderenzorg en het stikstofakkoord is het constant crisisbeheer om grotere drama’s te vermijden, maar een echt toekomstperspectief ontbreekt.
Minister, wanneer gaat u werk maken van zo’n echt toekomstperspectief en, waarom niet, op twee sporen werken? U kunt perfect maatregelen nemen en werken aan een duidelijke visie voor de loopbaan van leerkrachten. (Applaus bij de PVDA)
De heer De Gucht heeft het woord.
Natuurlijk is sociaal overleg belangrijk. Wij vinden het een goede maatregel die u naar voren schuift. Maar het grootste probleem is niet noodzakelijk het aantrekken, maar wel het houden en daar knelt het schoentje. Wij hebben nog altijd geen plan over op welke manier we ervoor gaan zorgen dat, of het nu gaat over nieuwe leerkrachten of zijinstromers, ze niet alleen voor de klas komen te staan, maar ook voor de klas blijven staan. Daarover mis ik vandaag nog altijd een duidelijke visie. Op welke manier gaan we ervoor zorgen dat er een goede begeleiding is en dat de handvatten voor de directies er zijn om een echt HR-beleid te voeren? Op welke manier zorgen we ervoor dat die leerkrachten niet voor de moeilijkste klassen komen te staan, maar meegaan in een traject? Dat zijn zaken die noodzakelijk zijn. Ik zeg niet dat u of uw club daar niet over nadenkt, maar ik zeg u alleen dat we – u haalde het daarnet zelf aan – nog nooit zoveel leerkrachten hebben gehad als vandaag. De vraag is op welke manier we ervoor zorgen dat elke leerling les krijgt op het moment dat hij op school is. (Applaus bij Open Vld en van Peter Van Rompuy)
Minister Weyts heeft het woord.
Wat het laatste betreft: dat is natuurlijk allemaal personeelsbeleid, waarbij we ook effectief ondersteuning geven. Daar hebben we net ook al heel wat discussies over gevoerd in de commissie. Maar we krijgen dan soms kritiek als het gaat over de retentie. En bij de cijfers op dat vlak – namelijk het behoud van bestaande leerkrachten, en als tegenproef de uitstroom – zitten wij in het onderwijs ondertussen wel goed.
Ja, er is een verhoogde uitstroom als het gaat over de zijinstromers, omdat sommige mensen met de verkeerde verwachtingen toekomen. En daar zitten we – ik zeg het even vanbuiten – rond de 25 procent, maar dat lijkt mij absoluut geen reden of motivatie om dan te zeggen dat we geen zijinstromers meer nodig hebben. Neen, integendeel, dat wil zeggen dat we 75 procent bij ons kunnen houden, wat zeer positief is.
Als het gaat over de groep van min 30-jarigen, dan is dat de grootste groep die op een krappe arbeidsmarkt in de verleiding komt om over te stappen naar andere sectoren. Dat geldt voor onderwijs, maar het geldt ook voor andere sectoren dat men in de eerste vijf jaar na het afstuderen heel veel jobhoppers heeft. Maar bij de min 30-jarigen hebben wij in het secundair onderwijs een uitstroom van 18 procent, en 12 procent in het basisonderwijs. Dat zijn goede cijfers, maar we moeten er inderdaad op toezien dat we die tendens kunnen vasthouden. De sleutel daartoe is sterk personeelsbeleid.
Maar ik kom terug naar de oorspronkelijke maatregelen. Gelukkig zijn er heel veel positieve reacties, want als ik het hier zowat moet aanschouwen, is het precies het ene probleem na het andere. Extra mogelijkheden en extra flexibiliteit die worden geboden, worden geproblematiseerd. Ik lees dat ook in de reactie van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, want ik kan begrip opbrengen voor de reactie van de bonden die zeggen dat zij bezorgd zijn over wat die maatregelen met zich meebrengen voor de bestaande leerkrachten.
Katholiek Onderwijs Vlaanderen pleit altijd voor flexibiliteit, en deze maatregelen bieden net flexibiliteit. De directies die van deze maatregel geen gebruik willen maken, dat blijven even goede vrienden, maar we bieden tenminste de mogelijkheid om ervoor te zorgen dat je mensen die kiezen voor het onderwijs, en nog geen pedagogisch bekwaamheidsbewijs hebben, voor enkele uren kunt inzetten. Dat dient net om te zorgen voor een verlaging van de werkdruk van je collega-leerkrachten door vacatures en leemtes in te vullen. Als je dan niet de openheid van geest hebt om daar zelfs maar over na te denken, dan begrijp ik dat niet.
Vinden we hier dan het warm water mee uit? Mevrouw Meuleman, u verwijst naar de projecten van duaal lesgeven. Ja, inderdaad, hebt u die regelgeving al eens bekeken? Dat is beperkt tot twee sectoren, denk ik. Dat is met allerhande regeltjes dichtgeschreven, met als gevolg dat het bijna geschreven is om niet te functioneren. Dat vindt u dan oké, en u denkt: quod erat demonstrandum, het werkt niet. Neen, wat wij net doen, is dat openbreken. Wij willen erop toezien dat we het voorbeeld opentrekken, dankzij het pionierswerk dat al verricht is door die sectoren die wel hun verantwoordelijkheid hebben genomen, en hebben gezegd dat ze daar – niettegenstaande allerhande beperkende maatregelen en regeltjes – toch gebruik van gaan maken. En voor alle directies in dit land willen we gewoon de mogelijkheid creëren om gebruik te maken van die mogelijkheden. Ik zie dat enkel als een bijkomende opportuniteit om het lerarentekort aan te pakken.
Het zou zelfs nog beter zijn als we die maatregel gepaard zouden laten gaan met de introductie van flexijobs in het onderwijs, dan winnen we nogmaals. Want dat wil dan zeggen dat je als werknemer extra uren gaat presteren in het onderwijs, en dat je daar niet fiscaal voor gestraft wordt. Men heeft dat systeem ingevoerd voor de zorg, maar men weigert dat voor het onderwijs. Het strafste is dat men dat federaal heeft ingevoerd voor de zorg, en men heeft dat ingeschreven in de begroting als een budgettaire inkomst, een inkomst. Welaan, wij vanuit Onderwijs zijn voluit bereid om mee te werken aan het gezond maken van de federale begroting door de introductie van flexijobs in onderwijs. Daar wint de federale begroting bij. (Applaus bij de meerderheid)
Daar winnen bedrijven bij, daar winnen de scholen bij, en dus winnen we daar met z’n allen bij. Zeker als je daar iets aan kunt verdienen.
Stopt het hier met deze maatregelen? Neen, absoluut niet. Opnieuw, ze zijn niet alleen zaligmakend. Ze passen in een visie, die we stapsgewijs, maar ook altijd in het kader van ons sociaal overleg, en na discussie in ons sociaal overleg, realiseren om vooruitgang te boeken.
Wat zijn de werven die er nog openliggen, die we nog aanpakken? Dat is de lerarenopleiding, de versterking van het basisonderwijs, de versterking van het bso en van het tso, de vlakke loopbaan doorbreken. Dat zijn inderdaad allemaal nog werven die we ook gaan aanpakken met een vaste ambitie om met deze regering voluit vooruitgang te boeken in de aanpak van de onderwijskwaliteit en het lerarentekort. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, dat zijn heel veel ad-hocmaatregelen.
Wat betreft dat duaal lesgeven, zegt u dat dat komt omdat er slechts twee sectoren waren en te veel regeltjes. Er zijn maar veertien mensen in dat systeem, dat is echt niet veel. Dan wat de flexi-jobs betreft, betekent dat inderdaad nog eens niet-pedagogisch geschoolde mensen naar het onderwijs halen. Ik denk, minister, dat we daar voorzichtig mee moeten zijn.
Uw visie op het lerarentekort, is een visie waarbij u een uitslaande brand blust met een aantal tuinslangen, maar ik denk dat er veel meer nodig is. Er moet een grondige hervorming komen. Er is dat lerarenloopbaanpact met al die werven, waarvan u zeg dat ze nog openliggen. U zegt dat we de lerarenopleiding nog gaan hervormen, dat we de aanvangsbegeleiding nog gaan aanpakken, dat we nog een personeelsbeleid gaan mogelijk maken.
Minister, we zijn bijna op het eind van de legislatuur en op dit moment hebben we enkel tuinslangen. (Applaus bij Groen en Vooruit)
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Beste collega’s, hier zit en ziet u een minister van Onderwijs die zijn eigen regeerakkoord niet uitvoert, er is geen lerarenpact zoals bij het begin van de legislatuur werd beloofd, wel leerkrachtenverhuur.
Minister, mensen verwachten goed onderwijs voor hun kinderen. Met de N-VA gaat de kwaliteit de laatste jaren gewoon achteruit. Het is duidelijk, minister, u zult ons onderwijs niet structureel en niet op lange termijn vooruithelpen. Uw voorstellen zullen structureel en op lange termijn niemand vooruithelpen en zonder langetermijnvisie op het onderwijs neemt de zekerheid op het werkveld alleen maar af.
Vooruit staat klaar om die zekerheid wel te geven, en het is nog een bijzonder lang jaar met u als minister van Onderwijs. Het alternatief staat gelukkig en hopelijk klaar om het dan over te nemen. (Opmerkingen bij de N-VA. Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Dank u wel, minister. Dank u wel om ook de cijfers te geven. 25 procent van onze zijinstromers blijft dus in het onderwijs. Misschien stel ik de vraag nog eens opnieuw, dan antwoordt u op een schriftelijke vraag. Ik ben zeer benieuwd naar de cijfers – en daar hebt u niet op geantwoord – , ook naar de cijfers van het aantal scholen dat gebruikmaakt van de mogelijkheid om uren om te zetten in punten en gemakkelijker personeel aan te werven.
Dat zijn allemaal maatregelen die lopende zijn, maar ik wil graag beleid voeren op basis van cijfers, minister, om te weten hoe het komt dat die mensen uitstromen uit het onderwijs. Hoe komt dat? Kunnen we die mensen bevragen? Kunnen we daaruit leren om nog beter beleid te voeren?
Want over een iets geef ik u gelijk, minister. Een langetermijnvisie om een lerarenloopbaanpact te bepleiten, dat is niet sexy, dat is niet aantrekkelijk. Maar toch, er is geen silver bullet. U hebt dat ook al gezegd en soms moeten we toch pleiten voor dat langetermijnverhaal, want dat is volgens ons de enige weg: een slank decretaal kader gebaseerd op sociaal overleg en samenwerking om daartoe te geraken. We blijven daarin graag uw partner.
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter.
Collega’s, in de commissie Onderwijs staat er elke week wel een vraag op de agenda over het lerarentekort en dat is op zich wel logisch want dat blijft een nijpend probleem. Maar de communicatie van de oppositie is altijd dezelfde: de minister neemt geen maatregelen. Het interesseert hem niet. Hij ligt er niet wakker van. Hij moet eens out of the box denken en met maatregelen komen. Als de minister dan met een heel pakket nieuwe maatregelen – nieuwe maatregelen! –, nooit uitgevoerd, komt, wat zegt de oppositie dan? Dat werkt niet, gooi dat maar in de prullenmand, dat zijn ‘Weytskes’, dat zijn ideetjes.
Ja, collega's, constructief is dat zeker niet. Bemoedigend naar de leerkrachten is dat nog veel minder. Als ik de pers lees, onthoud ik ook dat de werkgeversorganisaties, maar ook verschillende experten onderwijs, wel graten zien in die nieuwe maatregelen. En onze fractie, de N-VA-fractie, vindt die maatregelen ook bijzonder waardevol.
Ik roep dus iedereen op om ook dit pakket nieuwe maatregelen volop te steunen. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, het lerarentekort is niet alleen nieuwe leerkrachten aantrekken, maar ook de huidige behouden. Verschillende leden van het parlement hebben het gezegd, en u gaat dat niet doen door de vertegenwoordigers te schofferen. Ik wil daar toch op terugkomen. Stop daarmee, overleg eerst en communiceer dan over maatregelen die gedragen worden. Dat is cruciaal. Dat is een eerste punt.
Ten tweede, leerkrachten gaan niet blijven als ze geen visie hebben over de toekomst. En als u zoveel verandert … Ik ben akkoord: er is geen silver bullet, u zult niet alles kunnen oplossen met één maatregel. Maar u verandert van alles. Als u zoveel verandert, moet u tegelijkertijd ook zekerheid geven over de toekomst, voor die 200.000 leerkrachten die elke dag het beste van zichzelf geven in ons onderwijs.
Werk dus ook aan een loopbaanpact. Zet krijtlijnen uit. Geef zekerheid over arbeidsvoorwaarden, werkdruk, pensioen en dergelijke meer. En dan gaan we stappen vooruitzetten rond het lerarentekort. Ik dank u. (Applaus bij de PVDA en van Hannelore Goeman)
De actuele vragen zijn afgehandeld.