Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de subsidiëring van de kinderopvang en de voorrangsregels die worden toegepast voor de omschakeling naar subsidie voor inkomenstarief
Verslag
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, u hebt bij de vorige Septemberverklaring aangekondigd dat er, tot op zekere hoogte, een gelijkschakeling zou komen van subsidietrappen in de kinderopvang. Eindelijk.
Dat is een technisch woord, die subsidietrappen – trap 0, trap 1, trap 2, trap 3 –, maar dat verbergt heel veel. In een kinderopvang als de onze, waar er een heel kleine winstmarge is en je dus eigenlijk moeilijk kunt overleven, is dat het verschil tussen overleven als kinderopvangorganisator of niet. Dat betekent een ietwat leefbaar loon als kinderdagverblijfbegeleider, of niet. Dat betekent als ouder gemakkelijk 50 euro per dag moeten betalen, nog extra hoge kosten wanneer je kindje ziek is, extra kosten voor eten en pampers erbij. Dat betekent dus eigenlijk het verschil tussen kinderopvang voor rijke mensen of geen kinderopvang.
Trappen 0 en 1 zijn eigenlijk alleen leefbaar voor organisatoren, want er zijn ook organisatoren daar die het anders doen. Maar die hebben echt het water aan de lippen wanneer ze ofwel hun kinderbegeleiders verplicht heel slechte voorwaarden geven, ofwel hun ouders heel hoge prijzen opleggen. En anders komen ze zelf heel zwaar in de problemen. En de kinderopvang wil eigenlijk massaal iets heel simpels: dat trap 2 de norm wordt.
U knikt, ik ben blij dat we het daarover eens zijn. U gaat nu ook met de regering wat meer geld geven aan trap 2B. Dat is weer een technisch punt, maar dat wordt nu dus een trap 2. Dat is aangekondigd, dat is nieuw beleid. Het was wel al beloofd tijdens de regering-Peeters II, maar we zijn blij dat het gebeurt.
Maar, minister, het is hoog tijd voor meer. Trap 2 moet gewoon voor iedereen de norm worden, en dat is een algemeen gedragen vraag in de kinderopvang. De kinderopvang snakt naar een algemene overschakeling van die onleefbare trappen 0 en 1, naar trap 2.
En ze snakken trouwens ook naar trap 3, want die trap betekent iets heel simpels. Trap 3 betekent niet gewoon dat ze een plek hebben, maar betekent ook dat gezinnen worden geholpen. Het betekent: gezinnen met kinderen met een handicap, met ouders met een zware ziekte, of met kinderen in armoede hun eerste stap geven naar leefbaar kunnen leven en zichzelf ontplooien voor het leven.
Minister, ik ben dus heel benieuwd hoe het daarmee zit. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ook het Vlaams Belang heeft al meermaals de financiële ongelijkheid, het gebrek aan waardering en de hoge werkdruk in de kinderopvang aangekaart. Die sector, die zich steeds doorheen elke crisis heeft geploeterd, die al jaren schitterend werk levert en al jaren het beste van zichzelf geeft, is vandaag uitgeblust. Ze zien het niet meer zitten. Dat blijkt ook uit mails die de leden van de commissie Welzijn haast wekelijks krijgen, schrijnende mails, maar ook noodkreten van kinderopvanginitiatieven in trap 0 en trap 1 die u, minister, om hulp smeken omdat ze vrezen dat ze het einde van de maand of het einde van het jaar niet gaan halen indien die subsidies niet substantieel worden verhoogd.
Om daaraan tegemoet te komen, hebt u recent een oproep gelanceerd om in te stappen in bijkomende IKT-plaatsen (inkomenstarief). Is dat een stap in de goede richting? Ja, dat heb ik u al bevestigd. Is dat voldoende? Neen, u weet ook dat wij dat niet voldoende vinden, want we hebben natuurlijk nood aan een volledige hervorming van de sector, waarin elke plaats voor elk kind inkomensgerelateerd is, zodat elke ouder betaalt volgens het inkomen.
De huidige ongelijkheid die momenteel nog altijd in de sector heerst, moet worden weggewerkt. Om u een voorbeeld te geven – collega Groothedde had het ook al over de trappen 0, 1 en 2 –: trap 0 krijgt niks per maand, trap 1 krijgt een bedrag van ongeveer 116 euro per maand en trap 2 krijgt ongeveer 1200 euro per maand. Dat is een substantieel verschil.
Wij zijn vorige week ook met de commissie naar Finland geweest, en daar kregen wij het goede nieuws dat elk kinderdagverblijf inkomensgerelateerd werkt, en dat zij daar een cheque krijgen van 1400 euro per maand per kind. Dat is dus 1400 euro per maand per kind in Finland, hier zitten we bij trap 1 aan 116 euro en bij trap 2 aan 1200 euro per maand.
Minister, u hebt nu die oproep gelanceerd, maar hoeveel extra inkomensgerelateerde plaatsen denkt u te kunnen creëren? Hoeveel extra plaatsen zullen er nog overschieten na de toepassing van de voorrangsgroepen die u toepast? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Ik wil eerst mijn welgemeende felicitaties overbrengen aan alle vrouwen hier aanwezig wegens de Internationale Vrouwendag. (Applaus)
8 maart is ook de dag waarop mijn echtgenoot Kris 57 jaar oud wordt, dus ook aan hem een oprechte felicitatie. (Applaus)
Dat is elk jaar op dezelfde dag. ’s Morgens is het dus een beetje moeilijk wie er nu wie feliciteert, en het gevolg daarvan is dat er niemand pistolets haalt.
Hebt u nog details uit uw privéleven?
Neen, maar starten met ‘good vibes’ kan misschien geen kwaad.
Collega’s, bedankt voor de vragen. We zijn inderdaad met een grote oefening bezig in onze Vlaamse kinderopvang.
Ik zal misschien starten met de vraag van collega Malfroot. We hebben een tijdje geleden een oproep gelanceerd naar kinderdagverblijven die willen overschakelen van trap 0 naar 1. Daar is vrij intensief op gereageerd. Het resultaat daarvan is dat 2995 initiatieven de overstap willen maken van 0 naar 1. Dat is op zich goed, maar dat betekent dat er nog 7600 initiatieven zijn die niet gevraagd hebben om die overstap te maken. Ik moet één iets erbij vertellen: er zijn een aantal aanvragen die te laat waren. Dat zijn dus initiatieven die de overstap wel wilden maken, maar het niet of pas te laat gezien hadden. Omdat ik eigenlijk jullie mening ben toegedaan dat elk initiatief die de overstap wil maken, dat moet kunnen doen, hebben we beslist om een aanvullende oproep te doen.
Dus samengevat: na de eerste oproep gaan 2995 initiatieven van trap 0 naar trap 1. We geven een aanvullende mogelijkheid aan zij die te laat waren om toch nog gehonoreerd te worden. Maar dat neemt niet weg dat er nog een aantal initiatieven overblijven in trap 0, die ook de keuze maken om in trap 0 te blijven. Dat is fase nummer 1.
Fase nummer 2 is nu ook gestart. Sinds vorige week hebben we de oproep opengezet om van trap 1 naar trap 2 te gaan. Collega Groothedde, ik denk dat u dat ook een heel goede zaak vindt, maar de verschillende subsidiëring in trap 2A en trap 2B is afgeschaft, we hebben er komaf mee gemaakt. Ik vind dat een uitstekende zaak. Elk initiatief dat nu in trap 2 zit, wordt dus gelijk gesubsidieerd.
Collega Malfroot had terecht een probleem gesignaleerd rond die initiatieven die gemixt waren, die dus eigenlijk een beetje in de moeilijkheden kwamen doordat trap 2B meteen ook trap 2A is geworden. Dus vandaar dat we in die tweede oproep nu, om beter gefinancierd te worden, van trap 1 naar trap 2, absolute prioriteit geven aan de IKT-mix, zoals dat heet, voor 75 procent van de plaatsen.
Er is een voorafname voor de grote steden, dat weten jullie. We hebben in totaal nu een budget van ruim 33 miljoen euro voorzien. Zo’n 10 miljoen euro daarvan gaat naar Brussel, Antwerpen en Gent. 15 procent gaat naar Antwerpen, 10 procent naar Brussel, 5 procent naar Gent. De oproep staat open tot eind maart en de rest van het budget – dat is zo’n 23 miljoen euro – staat open voor de hele resterende groep.
Ik heb op dit ogenblik nog geen zicht op hoeveel aanvragen er zullen zijn. Als ik nu de budgetten bekijk, dan hebben we budget voor zo’n drieduizend overstappers van trap 1 naar trap 2. Er zijn er in totaal 15.500, maar we zullen zien hoeveel dat er zijn. Ik heb ook bij trap 0 naar trap 1 een aanvullende oproep laten komen, we zullen nu zien hoeveel de overstap van trap 1 naar 2 vragen. En ik heb me in het verleden al geëngageerd om, als er veel meer vragen zijn dan budget, dan ook terug naar de regering te gaan om te kijken op welke manier we daar soelaas aan kunnen bieden.
Sommigen zeggen dat je iedereen absoluut naar trap 2 moet laten gaan. Maar mijn conclusie is dat we aan de hand van het aantal aanvragen zien dat niet iedereen de aanvraag doet om van trap 0 naar trap 1 te gaan. Er is dus ook nog vraag om in trap 0 te blijven. Ik zal nu zien hoeveel aanvragen er zijn om van trap 1 naar de beter gesubsidieerde trap 2 over te stappen. En zodra ik daar nieuws over heb, zullen jullie dat krijgen. De oproep staat open tot eind maart, dus dan zullen we al zicht hebben op het aantal aanvragen en de nodige budgetten. Dank u wel. (Applaus bij cd&v)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, ik wil onder andere verdergaan op die trap 2 en trap 3, wat dat betekent voor ouders. Maar misschien moeten we toch ook even terugkomen op de kinderdagverblijven die ervoor kiezen om in trap 0 te blijven.
Daar is een groep bij die het heel moeilijk heeft om mensen te vinden die genoeg Nederlands spreken. Dat is uiteraard bijvoorbeeld in Brussel het geval, waar er een zeer zware concurrentie is met het Office de la Naissance et de l'Enfance (ONE), waar er eigenlijk betere voorwaarden zijn voor kinderbegeleiders. Daar is het ook heel moeilijk om mensen naar die Nederlandstalige kinderopvang te krijgen, om te eisen dat ze een taal leren, bovendien eigenlijk minder betaald, met minder goede voorwaarden, in zwaardere werkomstandigheden. Dat is een zeer zwaar probleem. We vragen al jaren ‘training on the job’.
Maar er is ook een groep kinderdagverblijven die niet wil overschakelen. En dat zijn de zeer grote internationale groepen die gaan voor kinderopvang als winst. En, minister, in Frankrijk is daar een aantal jaar geleden de deur voor opengezet. We hebben gezien wat er dan gebeurt. De subsidiestromen van de belastingbetaler die daarvoor betaalt, die gaan regelrecht naar de zakken van aandeelhouders in het buitenland. En die groepen kiezen in België bij Kind en Gezin specifiek voor de trappen 0 en 1, en die willen niet hoger gesubsidieerd worden. Hoe gaat u ervoor zorgen dat er in de kinderopvang in ons land niet iets gebeurt zoals met de Orpea’s van deze wereld?
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik apprecieer dat u de nodige inspanningen doet voor de sector. Maar ik ben wel bezorgd, want uiteindelijk blijkt uit de cijfers dat nog altijd 20 procent van de totale kinderopvang, van het aantal kinderdagverblijven, niet inkomensgerelateerd kan werken. Dat wil zeggen dat zij op dit ogenblik nog altijd in een financieel onhoudbare situatie zitten, en dat wil ook zeggen dat de ouders op dit ogenblik nog altijd geen gebruik kunnen maken van die inkomensgerelateerde opvang.
Nu heb ik er de cijfers eens bij genomen: wij zitten in totaal aan 94.681 plaatsen, waarvan er nu 22.481 nog altijd niet-IKT-gefinancierd zijn.
U zei daarnet dat u eventueel naar de regering zou gaan mocht blijken dat er extra geld nodig zal zijn, maar ik vrees ook dat u dat echt zult moeten doen. Met de financiering die nu is voorzien, met de 33 miljoen euro die u nu hebt, gaat u dat niet kunnen redden.
Minister, ik zou er echt willen op aandringen om ervoor te zorgen dat elk kind in de opvang evenveel waard is. Wanneer gaat elk kinderdagverblijf dat IKT-tarief krijgen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel, minister, en ook de collega’s voor de vragen. De inspanning die gebeurt, die 33 miljoen euro, is een belangrijke inspanning, zowel voor de verloning van onze kinderbegeleiders als voor de financiële leefbaarheid in onze sector, twee zaken waar we met de N-VA toch ook belang aan hechten. Het feit dat u die zogenoemde IKT-mix – van trap 1 en trap 2 – prioritair meeneemt, is voor ons echt belangrijk, want die zitten echt in de miserie. Personeel betalen op trap 2, maar inkomsten op trap 1, dat maakt het echt onleefbaar.
Maar ik wil toch nog twee zaken onder de aandacht brengen, minister. Eén: het gelijk speelveld tussen alle vormen van opvang, zowel zelfstandige als niet-zelfstandige, meer de openbare sector, gezinsopvang en groepsopvang. Ik denk dat we echt moeten kijken hoe we kunnen zorgen dat die financiële leefbaarheid, ook naar voorwaarden, op dezelfde manier is georganiseerd. En vandaar ook mijn vraag: in de begroting was opgenomen dat we een plan gingen ontwikkelen voor de onthaalouders en ook het nepstatuut – ik zal het zo maar noemen, het sui-generisstatuut – met de federale overheid gingen herbekijken. Hoever staan we daarmee? Want ook die opvang, de onthaalouder, hebben we nodig om voldoende plaatsen te kunnen organiseren.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Wij hebben altijd gepleit voor een gelijk speelveld. Ik denk dat het heel belangrijk is dat iedereen dezelfde kansen krijgt. Maar dat moet inderdaad wel een vrije keuze zijn. Er zullen altijd initiatieven zijn die toch niet kiezen voor die extra subsidiëring. Maar het is alleszins goed dat er 92 miljoen euro extra in de begroting is vrijgemaakt. Zo kunnen we de basissubsidie verhogen, zorgen we ervoor dat we van trap 2B naar trap 2A gaan en natuurlijk ook dat er drieduizend plaatsen in trap 1 kunnen kiezen om naar trap 2 te gaan.
Maar inderdaad, drieduizend plaatsen: ik verwacht ook dat dat niet voldoende zal zijn. Ik ben gisteren nog een kinderdagverblijf gaan bezoeken en ik hoorde op het terrein toch ook dezelfde signalen. Ik denk dat heel wat initiatieven het kopje nog juist boven water kunnen houden. Zij moeten de kans krijgen om naar inkomensgerelateerde kinderopvang te evolueren.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, het is vandaag 8 maart. Het is vandaag internationale dag van de strijd voor vrouwenrechten. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk een betaalbare, kwaliteitsvolle kinderopvang met deftig betaalde kinderbegeleiders is voor de rechten en de emancipatie van vrouwen. Dat is ook een van de belangrijkste eisen waarvoor de vrouwen die vandaag actie voeren, op straat komen.
We hebben het er in het parlement al een paar keer over gehad: als de kinderopvang in crisis is, zijn het voornamelijk de vrouwen die daar de prijs voor betalen. Het zijn de moeders die zich genoodzaakt voelen om thuis te blijven en de zorg voor de kinderen op te nemen; maar het zijn ook de kinderbegeleiders die onderbetaald worden en uitvallen omwille van een te hoge werkdruk.
Minister, er moet echt een oplossing komen voor de crisis in de kinderopvang. De tribune zit hier opnieuw vol met ouders en vrouwenorganisaties om te vragen dat die crisis opgelost wordt. De kinderbegeleiders gaan vrijdag opnieuw in staking, om te vragen dat de crisis in de kinderopvang opgelost wordt. Het is echt tijd, minister, om af te stappen van de kleine muizenstapjes die u neemt en eindelijk de crisis volop op te lossen, te zorgen voor een plaats voor elk kind en voor deftig betaalde kinderbegeleiders. (Applaus bij de PVDA en op de publiekstribune)
Mag ik aan de mensen op de tribune vragen om niet te applaudisseren, alsjeblieft? Dank u wel.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, dit jaar worden er in de kinderopvangsector reuzenstappen gezet. Collega Vandecasteele: reuzenstappen en geen muizenstappen. Als ik denk aan de verhoging van de basissubsidie, als ik denk aan de overstap van trap 0 naar trap 1, als ik denk aan de oproep om over te stappen van trap 1 naar trap 2, en als ik denk aan de gelijkstelling van trap 2B naar trap 2A: dan zijn dat allemaal reuzenstappen. Reuzenstappen die een enorm effect hebben, zowel voor de initiatieven zelf als voor de mensen die er werken. Want zij zullen een betere verloning krijgen. En roepen we hier niet elke week over de aantrekkelijkheid van de sector? Collega’s, dat zijn maatregelen die de aantrekkelijkheid van de sector inderdaad bevorderen.
Minister, in de commissie hebben we ook al wel de bekommernis geuit over die gemengde initiatieven. Ik ben heel tevreden dat u in de tweede oproep nu voorrang zult geven aan die gemengde initiatieven, want daar deden zich anders toch specifieke problemen voor. Op termijn denk ik dat we het allemaal logisch vinden dat ouders een beroep zouden kunnen doen, allemaal, op de inkomensgerelateerde opvang. Vandaar mijn vraag, minister: als er meer vragen zijn dan het voorziene budget kan waarmaken, kunt u dan toch blijven bepleiten dat er ook meer plaatsen gehonoreerd kunnen worden? (Applaus bij cd&v)
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, extra inkomensgerelateerde plaatsen, daar kunnen we uiteraard niet tegen zijn. Dat is een goede zaak. Maar het mag daar wel niet bij blijven. Ook de inzet op kwaliteit is nodig. Laat ons nu toch niet opnieuw dezelfde fout maken als in het verleden, waarbij vooral op extra plaatsen ingezet is, zonder aan de kwaliteit te denken. Die fout is al gemaakt. En ik blijf dan echt op mijn honger zitten.
Waar blijven die extra inspanningen om de sector te versterken? Waar blijven de inspanningen om de ratio naar beneden te halen, om ervoor te zorgen dat er minder kinderen per begeleider kunnen zijn in de kinderopvang? Waar blijven de inspanningen om het personeel een deftig loon en deftige arbeidsomstandigheden te kunnen geven? Als we daar niet toe komen, dan zullen we de crisis nooit kunnen oplossen in de kinderopvang. Wij vragen daar nu al maanden om. Wij vragen daar al jaren om. Er is hier elke week aandacht voor, terecht, ook in de tribune. En ik moet eerlijk zeggen: ik maak me daar nog meer dan ooit zorgen over.
Toen ik gisteren het schouwspel zag, vroeg ik me af wat deze regering in de lappenmand – is er nog een regering? – nog zal veranderen in de komende maanden. En daarom een oproep, heel gemeend: los die problemen binnen de regering nu eindelijk op, want er zijn nog heel veel grote maatschappelijke uitdagingen die een oplossing nodig hebben. Wij verwachten die oplossingen. Los het op, zodat er ook voor de kinderopvang oplossingen kunnen zijn, en de crisis eindelijk opgelost geraakt. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Minister Crevits heeft het woord.
Ik zal starten met collega Anaf. U hebt me waarschijnlijk niet goed begrepen, maar die 100 miljoen euro die geïnvesteerd wordt, is net bedoeld om bestaande initiatieven te versterken. Ik heb het net uitgelegd. We gaan voor initiatieven van trap 0 naar trap 1, van trap 1 naar trap 2. Trap 2 betekent: betere verloning voor heel wat medewerkers, betere verloning, betere eisen, meer kwalitatieve voorwaarden, dus net geen inzet op alleen maar uitbreiding, maar net inzet op het versterken van we vandaag hebben. (Applaus bij de meerderheid)
Ten tweede, ik heb het al een paar keer gezegd, collega’s, en in het bijzonder collega Schryvers, maar ik wil het nog eens herhalen: we hebben nu budget. Niet dat u het niet mag vragen, maar in de herhaling dringt dat een beetje meer door bij iedereen. We hebben nu budget voorzien om drieduizend plaatsen om te schakelen van trap 1 naar trap 2. Ik heb van in den beginne gezegd dat, als dit budget te weinig zou zijn, ik opnieuw naar de regering zou gaan. En de regering zal er dan samen opnieuw een uitspraak over moeten doen. Maar het is ook mijn vraag dat zoveel mogelijk initiatieven naar trap 2 gaan.
Alleen, collega’s, zie ik dat, in de oefening om van trap 0 naar trap 1 te gaan, niet iedereen de vraag stelt. Wij zitten op 23 maart opnieuw samen met de sector. Ik zal het bespreken met de sector, en vragen hoe het komt dat sommige de overstap van trap 0 naar trap 1 niet maken. Collega Groothedde, ik kan u in die zin geruststellen: als je niet van trap 0 naar trap 1 wilt gaan, kun je ook niet met subsidies weglopen, want je krijgt er geen. Dat is een gegeven, eigenlijk.
Sowieso moeten we de balans maken tussen capaciteit, meer plaatsen, of betere plaatsen. De oefening die we nu doen, is de kwaliteit verbeteren. Ik hoop echt – en dat is misschien atypisch – dat er heel veel aanvragen zijn om van trap 1 naar trap 2 te gaan. We zullen daar eind maart meer informatie over hebben.
Collega Daniëls, dat gelijke speelveld, daar ben ik het absoluut mee eens. Dat is de reden waarom we dat stappenplan hebben. We hebben trouwens, collega’s, om op die actuele vraag te antwoorden – maar jullie weten dat –, met de Vlaamse Regering een heel uitgebreid plan, met allemaal stappen die gezet moeten worden. Dat is, collega’s, voor zij die twijfelen, al beslist. Dat zit nu in uitvoering, en ik hou me heel consequent aan de timing die we afgesproken hebben.
Collega Daniëls, wat de onthaalouders betreft: er is een heel concrete vraag om hen te laten overstappen naar het werknemersstatuut. Ik bereid daar ook een besluit voor voor de Vlaamse Regering. Het zal uiteindelijk ook budgettaire consequenties hebben, maar ik ben het met u eens dat we de onthaalouders moeten versterken, zowel kwalitatief als kwantitatief. U weet dat de Nationale Arbeidsraad (NAR) daar ook een advies over uitgebracht heeft. Daar zijn we ook aan aan het werken.
Collega Saeys, u was ook bezorgd over de budgetten. Ik ben heel blij dat u dat zegt. Dan ga ik er uiteraard van uit dat uw partij mij ook zal steunen als er budgetten te kort zijn.
Collega Vandecasteele, we zijn het soms oneens, maar ik erken dat de kinderopvang een zeer belangrijk instrument is, ook voor vrouwen om aan de slag te kunnen blijven, maar ook voor mannen om aan de slag te kunnen zijn. Voor mij is het echt belangrijk dat we stappen kunnen zetten naar de instroom, waar de kinderopvang vandaag heel kwetsbaar in is. Dat bekent: meer mensen overtuigen om in de job te stappen. Collega’s, een van de grote knelpunten daar was dat als mensen in de job stappen, bestaande mensen de nieuwe mensen moeten opleiden. Daarom hebben we nu een nieuw instrument, waarbij er budgetten voorzien worden om te coachen. Dat is nu sinds een paar maanden in voege. Ik hoop dat dit ook een succes wordt, dat we zo meer mensen kunnen aantrekken. Maar het is een en-enverhaal.
Tot slot, wat betreft de ratio, ik heb het al een aantal keren gezegd: de commissie heeft me gevraagd om die benchmarking te doen. Ik hoop dat die snel afgerond kan worden en dat we daar vervolgens een beslissing in kunnen nemen.
Ik zag trouwens rond de hele problematiek, ik denk vorige week – want de dagen en de weken gaan snel –, een aantal schepenen van grotere steden en kleinere gemeenten. We hebben nog eens de hele cascade aan problemen overlopen, want alles hangt aan alles. Maar het was een constructief gesprek, en ik stel vast: ook al zijn er soms pittige reacties van de ene overheid naar de andere, iedereen is wel mee aan het zoeken om de juiste cadans te hebben om de kinderopvang in Vlaanderen kwalitatief te versterken. Ik zal me daar hopelijk nog heel lang voor kunnen inspannen. (Applaus bij cd&v)
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, wat u zegt over subsidies, is niet helemaal waar. Ik heb hier een tarievenblad van een kinderopvang, heel dicht bij mijn woonplaats trouwens: 55 euro per dag met nog een heleboel kosten erbij. Die geven een overzicht van elke aftrek die je Vlaams en Belgisch kunt krijgen. Daar gaat heel erg veel belastinggeld naartoe. Dat is een regelrechte subsidiëring van net die mensen die mogelijk niet willen overstappen. Maar bon, ik heb u horen pleiten voor een gelijk speelveld: heel graag, ook graag een voorwaarde. Laten we dat gelijk speelveld inderdaad ook maken voor vrouwen, ook voor vrouwen in de kinderopvang zodat zij internationaal op hetzelfde niveau kunnen werken als mensen in de kinderopvang in andere landen die voor vier of vijf kinderen per persoon moeten zorgen. Laten we ervoor zorgen dat dat ook geldt voor vrouwen, dat elke vrouw een plek in de kinderopvang kan krijgen, ook kwetsbare vrouwen, ook vrouwen met een handicap, ook vrouwen die een kindje hebben dat zwaar ziek is, dat dat betaalbaar blijft voor hen. Op dit moment moeten we daarvoor naar trap 3. U wilt een regering met ambities. Dan moet u ze hier waarmaken. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, voor het Vlaams Belang, maar ook voor de sector is het helaas nog altijd duidelijk dat u niet snapt in welke financieel moeilijke en emotionele omstandigheden de onthaalouders in een slecht statuut of de kinderbegeleiders nu moeten werken. De wijze waarop zij moeten ploeteren om te voldoen aan die hoge kwaliteit, de strenge vereisten en dat met die minieme ondersteuning, is u onvoldoende bekend. Ik weet dat u veel ontroerende woorden gebruikt, maar de effectieve daden blijven tot op vandaag uit. De fundamentele investeringen die moeten gebeuren, zijn er nog altijd niet. U laat nog altijd heel veel initiatieven in de steek omdat zij op dit moment of bij die vorige oproepen niet in aanmerking kwamen en ook nu buiten de boot zullen vallen. Zij zullen nu nog altijd niet in aanmerking komen en zij voelen zich uitgesloten. Minister, als u de opvanginitiatieven vandaag een evaluatie zou laten doen van uw beleidsvoerend vermogen, dan zouden zij zeggen dat u samen met uw ruziemakende regering vierkant gebuisd bent, hoe jammer dat ook is. Dat nadat minister-president Jambon beweert dat hij centen heeft om de ratio te verlagen, maar ook om dat geld nu te investeren waar het nodig is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vragen zijn afgehandeld.