Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, minister, in januari, enkele weken geleden, kwam u naar buiten met goede cijfers over investeringen in zonnepanelen in onze regio. Vorig jaar werden er bijna twee keer zoveel zonnepanelen geïnstalleerd dan het jaar voordien. We spreken dan over 500 megawatt, voor wie dat iets zegt. Dat is een kleine energiecentrale.
Daarnaast hebben we de doelstellingen van het aantal zonnepanelen waartoe wij ons hebben geëngageerd om in Vlaanderen geïnstalleerd te krijgen en we zijn er bijna. Tegen 2030 moet er nog 1,8 gigawatt bij. Om dat te duiden: vorig jaar is er 500 megawatt bij gekomen, de komende acht jaar moeten we er nog minder dan 250 megawatt per jaar bij krijgen om onze doelstellingen te halen.
Minister, toen ik die cijfers hoorde en las, had ik daar twee bedenkingen bij. Zijn onze doelstellingen niet meer een logboek geworden van de ontwikkelingen die zich sowieso voordoen? Zijn die niet te weinig een baken waar we onze industrie en investeerders naartoe willen richten? Met andere woorden: kunnen we niet meer doen? En ten tweede, als we dan zien wie er heeft geïnvesteerd in die 500 megawatt, dan zijn het vooral de huishoudens. Investeringen in zonnepanelen door bedrijven zijn met meer dan 80 procent teruggevallen.
Is die 500 megawatt niet goed? Zeker wel. Vlaanderen is een straffe regio, huishoudens hebben de handen uit de mouwen gestoken, hebben gezien dat de energiecrisis ook mogelijkheden biedt en ze hebben massaal geïnvesteerd.
Maar we mogen niet tevreden zijn met de middenmoot, we moeten nog straffer zijn: klimaatdoelstellingen aanpakken, de kansen grijpen om onze economie onafhankelijk te maken van buitenlandse energie en meer onze energie hier ontwikkelen, jobcreatie. U weet het wel: circulaire economie en groene groei is een van de pijlers waar onze toekomstige welvaart op gebouwd zal zijn.
En ik vraag mij dus, minister, af of we niet een tandje bij moeten steken, ambitieuzer moeten durven te zijn. En moeten we er vooral niet voor zorgen dat we de bedrijven weer wakker en warm krijgen om mee te investeren? Met andere woorden: wat kunt u doen, minister, om bedrijven opnieuw investeringszekerheid en investeringsvertrouwen in zonnepanelen en hernieuwbare energie te geven?
Minister Demir heeft het woord.
Bedankt, collega Schiltz, voor de vraag. We zien inderdaad op basis van de cijfers dat er vooral geïnvesteerd is in PV-installaties op daken van woningen. De voorlopige cijfers van de grotere PV-installaties zijn aan de lagere kant, maar dat is ook niet uitzonderlijk: ook in 2016 en 2017 is dat al eens lager uitgevallen. Zeker als we kijken naar het aantal ingediende subsidieaanvragen: er zijn 945 aanvragen voor grotere PV-installaties ingediend. Tot op heden is daar maar een kwart van uitgevoerd, en we weten vandaag dat er voor 187 megawatt aan projecten in de pijplijn zit. Daar is dus ergens een vertraging, maar we weten wel dat die goedgekeurde projecten nog gerealiseerd moeten worden.
We zien dat de gemiddelde bouwtijd voor die grotere installaties iets langer duurt dan de PV-installaties op daken. We hebben eind vorig jaar ook contact gehad met de Organisatie voor Duurzame Energie (ODE) in verband met de call groene stroom, om te zien of daar al dan niet iets aan moet worden gewijzigd. Zij zeiden dat het zelfs niet meer nodig was en dat ze dachten dat ze die ondersteuning toch nog even zouden moeten geven.
U weet dat wij in de regering in de loop van de komende maanden het klimaatplan verder zullen evalueren en gaan kijken waar we de ambitie kunnen bijstellen. Ik heb gisteren een overleg gehad met mijn Nederlandse collega, Rob Jetten, en die gaf aan dat ze daar denken aan 80 procent van de daken. U weet dat wij een zonnepaneelverplichting hebben ingevoerd voor bedrijven en dat 10 procent van de daken bedekt moet zijn. In Nederland gaat men blijkbaar een stapje verder en daar spreekt men van 80 procent. Ik denk dat we dat ook in de schoot van de regering moeten meenemen bij de evaluatie van het klimaatplan en als we een tandje bij kunnen steken, dan graag.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, dat is goed nieuws. En u hebt het gehoord bij uw collega Jette in Nederland: 80 procent van de daken. Meestal zijn Nederlanders niet het type mensen die ijle doelstellingen formuleren, die hebben daarin een zeer wetenschappelijke en ambtelijke benadering. Ik denk dat wij dat ook moeten durven. Collega Gryffroy, we hebben onlangs in de commissie het enorme potentieel gezien van daken in Vlaanderen, de rendabiliteit is zelden zo hoog geweest. Misschien kunnen we bedrijven ook inschakelen om mee zonnepanelen te leggen op huizen van mensen, en dan kijk ik naar het energiedelen en de energiegemeenschappen die het potentieel van bedrijven kunnen ontgrendelen.
Het is alleszins duidelijk, minister, dat we niet moeten bakkeleien over niet te ambitieus zijn, want dan halen we het niet. Ik denk dat iedereen in de huidige energiecontext vooruit wil en dat hoge ambities net de mensen motiveren om meer te doen. Het is een kwestie van economische welvaart vandaag, maar vooral voor onze kinderen. Ik zou zeggen: mik op 40 procent hernieuwbare energie – maal vier, maal vijf. Ik denk: ‘yes we can’, minister. Neem het Nederlandse voorbeeld als het uwe, en dan zult u in ons een groot bondgenoot vinden, en ook in de bedrijven, die niets liever willen dan hun centen in een stabiel kader te investeren om in de toekomst rendement te krijgen. (Applaus bij Open Vld)
De heer Van Rooy heeft het woord.
Het is altijd interessant om te horen dat hier wordt gesproken over minder afhankelijk worden van het buitenland. Terwijl, al die zonnepanelen, al die windmolens, al die batterijwagens: vanwaar komen al die grondstoffen, vanwaar komen al die materialen? Hebben wij die hier in de grond zitten, in Vlaanderen? Natuurlijk niet. Wij zijn ons afhankelijker en afhankelijker aan het maken van China. Wie vindt dat goed? Wie vindt dat goed? Wij willen zo onafhankelijk mogelijk zijn, maar op dit moment doet u net het tegenovergestelde, namelijk wij worden afhankelijker van China.
Dit gezegd zijnde, mevrouw Demir, u spreekt over een tandje bijsteken. Ik hoop dat dat niet betekent dat er opnieuw meer belastinggeld zal gaan, meer subsidies, naar die zogenaamde hernieuwbare energie. We hebben gezien waartoe dat in het verleden heeft geleid: de zogeheten oversubsidiëring. En het wordt dus hoog tijd dat hier wordt afgestapt van dat utopische dogma van zonnepanelen en windmolens, en dat er volop wordt ingezet – en ik spreek hier natuurlijk naar de traditionele partijen – op kernenergie. Dat is onze toekomst. (Opmerkingen van Gwendolyn Rutten)
Wij moeten dus niet streven naar 40 procent hernieuwbare energie, wij moeten streven naar 80 procent kernenergie in dit land. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Gryffroy heeft het woord.
Is er nog enorm veel potentieel beschikbaar? Ja. We hebben al over tal van mogelijkheden gediscussieerd in commissies. We hebben het energiedelen. Maar we botsen soms ook op de grenzen van het operationele. Want het is inderdaad leuk om op 50 procent van de daken zonnepanelen te leggen, maar wat als straks de distributie-infrastructuur er niet op voorzien is, zodat die grote hoeveelheden kilowattuur niet geslikt kunnen worden? Het lukt zelfs niet met energiedelen, wat een IT-matige oplossing en geen fysieke oplossing is.
In plaats van eigenlijk nu al te streven naar hogere doelstellingen en daar een concreet getal op te zetten, zou ik veel liever hebben dat we meer inzetten op de operationele zaak. We moeten inderdaad gaan versnellen zodat we de infrastructuur kunnen versterken. We moeten er inderdaad voor zorgen dat de facturen correct kunnen worden afgerekend door mensen die geen digitale meter hebben. We moeten er inderdaad voor zorgen dat energiedelen correct kan worden afgerekend, enzovoort. Ik zie dus eigenlijk nog heel wat operationele uitdagingen vooraleer we per se een hogere doelstelling moeten vastleggen met een getal.
De heer Aerts heeft het woord.
Collega’s, hernieuwbare energie was nooit belangrijker dan afgelopen jaar, in onze Europese energiemix. Het had er een centrale rol in. Het is – voor het eerst – de belangrijkste rol en dat is maar goed ook, want dat maakt ons nu eindelijk echt onafhankelijk van andere landen. Dat hebben we meer dan ooit gezien afgelopen jaar. Vlaanderen heeft meer zonne-energie dan de voorgaande jaren. Dat is inderdaad vooral de verdienste van de gezinnen die, vanwege die hogere energiefacturen, daarin zijn gaan investeren.
Maar als je nu kijkt hoe we het ten opzichte van de andere Europese landen doen, dan zitten we niet goed. Duitsland scoort beter. Luxemburg scoort beter. Nederland en Denemarken hebben zelfs tot drie keer meer hernieuwbare energie gerealiseerd per inwoner. We hebben daar een gigantische sprong om in te halen. En dan moeten we inderdaad de doelstellingen verhogen, maar dan moeten we ook geven waar de bedrijven om vragen, namelijk die investeringszekerheid, want daar zit vandaag ons probleem. In heel Europa, in de verschillende regio’s en de verschillende segmenten, gaan die bedrijfsinstallaties, die grote zonneparken, ook vooruit, maar hier in Vlaanderen niet. Dus geef die bedrijven waar ze om vragen: een degelijk investeringsklimaat. (Applaus bij Groen)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik denk dat zonne-energie inderdaad bijzonder belangrijk is, omdat het de goedkoopste bron is van groene energie uit eigen land. Ik denk dat er dus heel veel redenen zijn om daarin te geloven en eraan te werken. Het is inderdaad niet alleen de doelstelling die we ambitieus moeten formuleren, maar ook de acties die eraan gekoppeld zijn.
Minister, ik ben heel blij dat u zelf al verwees naar overleg met de sector. De vraag van collega Schiltz gaat over investeringszekerheid. Ik denk dat de sector ongerust is over die investeringszekerheid en u die ongerustheid mee kunt helpen wegnemen, onder andere door de investering in het net te gaan versterken, zodat de input van die extra zonnepanelen z’n weg kan vinden op ons net, door asbestverwijdering te koppelen aan meer zonnepanelen – zoals we vorige week nog bespraken –, door heel wat acties te ondernemen samen met de sector. Eigenlijk moet u werk maken van een zonnepact met de sector en de netbeheerder, om ervoor te zorgen dat er investeringszekerheid is en we de doelstelling inderdaad kunnen gaan verveelvoudigen, want er is een enorm potentieel in Vlaanderen voor zonne-energie, de goedkoopste bron van groene energie in Vlaanderen.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, het is eigenlijk zo – en collega Schiltz heeft het al opgemerkt – dat we vandaag met onze doelstellingen achter de realiteit aan lopen. We zijn in de praktijk als beleid en als overheid voorbijgestoken door de realisaties. Het gaat sneller dan wat we nodig hebben om onze doelstellingen te realiseren. Dat op zich is al een reden om die doelstellingen op te trekken. Niet omdat wij het moeten financieren, want die zonnepanelen worden vandaag zonder subsidie gelegd – dat is een van de grote financiële mirakels in heel die sector. Maar wel om duidelijk te maken – en dat is ter attentie van collega Gryffroy – dat de overheid hierachter staat en dat we het kader ook mee willen creëren: dat distributienet en al de andere noden – de IT-systemen en alle andere dingen die we nodig hebben. Zo kan men dat binnenkort gigantische aanbod aan pv-energie die men rendabel kan leggen, mogelijk maken.
Het is om dat signaal te geven, dat de overheid duidelijk moet zijn dat ze achter die verhoogde doelstellingen staat, dat ze die gaat optrekken, dat ze de zonnepanelen niet gaat plaatsen maar wel instaat voor dat kader. Daarom moet u dat doen.
Ter attentie van collega Van Rooy: het verbaast me altijd dat men in eenzelfde zin pleit tegen subsidies en voor kernenergie want als er nu een energiebron is die over heel de wereld draait op één grondstof, namelijk belastinggeld en subsidies, dan is het wel kernenergie. Die bedragen stijgen met de dag. (Opmerkingen van Sam van Rooy)
In plaats van de burger voor te liegen dat u een goedkope oplossing hebt in de vorm van kernenergie, wees nu eens eerlijk. Voor kernenergie betalen we nog honderden generaties, alleen maar om het afval bij te houden, en niet voor zonnepanelen, collega. (Applaus bij Vooruit, Groen en Open Vld)
Minister Demir heeft het woord.
Er waren verschillende tussenkomsten. Ik zal meegeven dat we als Vlaamse Regering zelf de doelstelling verhoogd hebben, collega Tobback. U hebt het misschien de afgelopen maanden, ik denk ondertussen al een jaar, niet gevolgd, maar we hebben die doelstelling zelf verhoogd. Het moet nog hoger maar sta mij toe dat eerst te bespreken in de regering. Ik heb gezegd dat ik daarvoor open sta omdat we zien dat er nog nooit zoveel zonnepanelen zijn geplaatst in Vlaanderen. Dat is een vaststelling. Ik denk dat we tevreden mogen zijn dat er zoveel zonnepanelen zijn geplaatst. Er is inderdaad veel potentieel. Er zijn veel daken.
Collega Aerts, het feit dat de doelstelling Vlaanderen naar beneden trekt, zoals ik u heb uitgelegd in de commissie, heeft te maken met het aantal zonnepanelen dat in Wallonië en Brussel wordt geplaatst. Vlaanderen staat zelf op plaats drie in die lijst maar doordat Wallonië en Brussel niet volgen, worden wij ook naar beneden getrokken. Maar dat is voor ons niet de zaak. Ik vind dat we verder moeten gaan op dit elan.
Ik vind het belangrijk dat we werk maken van het energiedelen. Collega Schiltz, daar deel ik uw bezorgdheid. Als ik bij bedrijven ben die zonnepanelen plaatsen, zeg ik dat dat ook een extralegaal voordeel kan zijn dat men aan de werknemers geeft. Daar moeten we verder werk van maken. Ik weet dat energieleveranciers nog een aantal zaken op punt moeten stellen. Ook de netversterking moet volgen.
Nogmaals, qua steun hebben we aan het begin van deze legislatuur heel duidelijk gezegd dat we gaan voor duidelijkheid: de eenmalige investeringssteun voor gezinnen. Dat loopt heel goed. Dat zien we ook aan het feit dat er zoveel mensen zonnepanelen zetten.
Wat bedrijven betreft, werken we met de call groene stroom. We gaan voor de meest kostenefficiënte installaties. Die gaan we verder ondersteunen. We zien dat daar heel veel subsidieaanvragen zijn ingediend. Nogmaals, er is een kwart uitgevoerd. Er komen voor 187 megawatt aan projecten aan. Die moeten nog worden gerealiseerd, wellicht in de loop van dit jaar. Uiteraard zullen we vanuit de overheid blijven zorgen voor een gezond investeringsklimaat want zonne-energie blijft altijd interessant. Dat is de energie die je zelf opwekt. We hebben daarover veel gesprekken met Nederland.
Over wat Nederland gaat doen, was ik misschien niet zo duidelijk. Wij hebben de verplichting ingevoerd voor grote verbruikers maar we hebben gezegd dat men 10 procent van de daken moet doen. Nederland gaat verder in die verplichting. Daar legt men 80 procent op. Daarom corrigeer ik het nog even, collega Schiltz. Dat is immens. Dat heb ik ook tegen de Nederlandse minister gezegd.
Nogmaals, wij gaan ook met de ondernemers en de ontwikkelaars verder in gesprek om te kijken hoe we ze kunnen overtuigen en wat er nog nodig is om de stijging niet af te remmen, integendeel. Dat is niet de bedoeling. Ik sta open om in de schoot van de regering, wanneer we het klimaatplan aan het evalueren zijn, te kijken waar we nog een tandje kunnen bij steken.
De heer Schiltz heeft het woord.
Dank u wel, minister. Mijnheer van Rooy, investeren in groene energie is geen kwestie van geloof of overtuiging. ‘It’s the economy, stupid.’ Hernieuwbare energie is de goedkoopste energie. U kunt blijven zwaaien met het staal en het silicium van de zonnepanelen. Ik investeer liever één keer in een zonnepaneel dat daar tien of vijftien jaar ligt en heel die tijd schone energie produceert. En op het einde van de levensduur kan men die panelen recycleren. De batterijenrecyclagegraad is 95 procent, mijnheer Van Rooy. 95 procent. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Het wordt tijd dat we in Vlaanderen beseffen dat circulaire economie ons pad is naar economische groei en welvaart. Als u zegt dat u liever afhankelijk blijft van uranium uit Kazachstan, prima. Wij verlengen vandaag kerncentrales omdat er een energiecrisis is, maar wij focussen ons op de doelstelling: 100 procent hernieuwbare energie in 2050. Ik ben blij dat de minister die handschoen opneemt. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
In 2050. 95 procent, u weet wat ik wil zeggen, mijnheer Van Rooy. Schone economie voor onze kinderen en voor onze welvaart.
Minister, ik ben blij dat u de handschoen opneemt. Er is één belangrijke ‘side note’. Discussies over knips in vroeger gegeven subsidies zoals we ze gehad hebben, ondermijnen de zekerheid. Die maken ondernemers nerveus. Zij willen investeren, zij willen een tandje bij schakelen, maar ze moeten weten waarop ze kunnen rekenen, en niet alleen voor één jaar, maar voor een paar legislaturen lang. Laat ons dus inderdaad zo’n pact sluiten met de ondernemerswereld om die doelstellingen te realiseren. (Applaus bij Open Vld en van Stijn Bex)
De vraag om uitleg is afgehandeld.