Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, tegenwoordig zie je in de media bijna elke dag een alarmkreet over de toekomst van de industrie in Europa. Ook heel wat Vlaamse bedrijfsleiders hebben aan de alarmbel getrokken. Ze noemen drie oorzaken.
Ten eerste is er de gasoorlog met Rusland. De gasprijzen zijn weliswaar gedaald, maar nog altijd drie keer hoger dan voor de crisis. We hebben in Vlaanderen een heel energie-intensieve industrie, in het bijzonder de chemie- en de staalindustrie. De prijs is in vergelijking met de VS nog altijd vier keer hoger dan ginder.
Daar komt bovenop dat er een handelsoorlog dreigt, om het zo te zeggen, rond wat men noemt de ‘Inflation Reduction Act’. Dat is met andere woorden 400 miljard dollar aan subsidies vanuit de VS voor groene technologie. Er was vandaag nog een Amerikaanse investeerder die zei: “We hebben nog nooit zoveel jacht gemaakt op investeringen vanuit Europa.”
Ten derde, we worden niet alleen van buiten Europa beconcurreerd maar ook van binnen Europa. Er is de versoepeling van de staatssteunregels in het kader van energie. Nederland en Duitsland hebben massaal energiesteun voorzien. Duitsland 200 miljard euro, dat is een kolossaal bedrag. Ook zij halen investeringen weg uit Vlaanderen naar de buurlanden.
Vandaag stond ook in de media dat we ervoor moeten opletten dat we ons op het vlak van industrie niet enkel de kaas van de boterham laten eten maar ook tot en met de hesp. In reactie daarop heeft de EU beslist dat ze twee dingen gaat doen. Ze gaat een Europees soevereiniteitsfonds oprichten. Maar tegelijkertijd hebben de Fransen en de Duitsers gevraagd om de staatssteun nog meer te versoepelen.
Minister-president, ik ben ervan overtuigd dat de industrie in Vlaanderen onder zware druk staat. Wat is uw standpunt met betrekking tot de plannen van de EU om hier iets aan te doen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, dank u wel voor deze vraag, die ons wel een tijdje zal bezighouden. In Davos was dat een van dé onderwerpen waarover ik in bilaterale contacten met bedrijfsleiders hun vrees heb gecapteerd.
Ik breng eerst even een kleine correctie aan in uw vraagstelling. De Inflation Reduction Act is geen subsidie maar een fiscaal bevorderingssysteem. Men kan investeringen meer aftrekken dan daarvoor. Dat is, denk ik, nog intelligenter dan een subsidiesysteem.
U weet dat er tussen de EU en de VS een taskforce is opgericht om de eventuele nadelige gevolgen voor Europa in kaart te brengen. Ik heb nog geen resultaat van die taskforce gezien. Ik denk dat er nog geen resultaat is. Die dialoog met de VS is natuurlijk belangrijk.
We hebben hetzelfde thema ook op de agenda gezet van de Vlaams-Nederlandse top op 31 januari. Ik neem in dezen toch graag samen met Nederland een gemeenschappelijk standpunt in. U hebt terecht verwezen naar de subsidiemogelijkheden in het kader van energie.
Op 7 maart heb ik een gesprek met de eurocommissaris van Handel Dombrovskis om onze bezorgdheden ter zake kenbaar te maken.
Dit is iets wat we volgens mij op Europees niveau moeten aanpakken. Wij nemen natuurlijk deel aan de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE), die de volgende Europese top moet voorbereiden. Daar komt dat aan bod.
Ik deel absoluut uw mening dat we moeten stoppen met het verder verlaten van het level playing field en met het opnieuw toelaten van veel meer staatssubsidies. Ten eerste druist dat in tegen de redenen waarom we destijds Europa hebben opgericht. Ten tweede is dat voor een kleine economie als Vlaanderen zeer nadelig. We kunnen doen wat we willen maar onze zakken zijn niet zo diep als die van Duitsland. Een kleine nuance: in Davos waarschuwde de Franse minister van Handel om dat pad niet verder in te slaan. Uit Frankrijk krijgen we wat tegenstrijdige berichten.
Dus wat moet het volgens mij wel zijn? Ik denk dat we ten eerste moeten blijven inzetten op de duurzame verlaging van de energieprijs. Dat is eigenlijk een van de ‘root causes’ van het probleem. Ik denk dat we langs de andere kant ook nood hebben aan een ambitieus en assertief handelsbeleid. Er liggen een aantal handelsakkoorden panklaar, zou ik bijna zeggen, en hopelijk hakt men daar nu de knopen in door. Een aantal daarvan moeten natuurlijk nog door de parlementen, maar een aantal andere kunnen ook op Europees niveau gedeblokkeerd worden.
Ik denk dat er ook bijzondere aandacht moet gaan naar onderzoek en ontwikkeling. En ik denk dat we vooral nood hebben, op Europees vlak, aan een regelgevend kader dat barrières voor investeringen wegneemt, barrières die we vandaag nog veel te vaak zien. denk bijvoorbeeld aan de lopende discussie vandaag over hernieuwbare energie, en dan de verschillende kleuren van waterstof. Ik denk dat we daarin moeten doorpakken, en vooral moeten zien dat die waterstofeconomie in Europa aan bod komt.
Voor de rest denk ik dat er zo veel fondsen zijn in Europa die blijkbaar wat onderbenut zijn. Dat men die gelden bijeenbrengt om inderdaad de nodige steun aan onze industrie te geven.
Wij wegen via DGE op de standpuntbepaling die België zal kunnen hebben op de top van februari. En ik denk dat dat ook de plaats is waar het moet gebeuren.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Bedankt, minister-president, dat u de ernst van de situatie inziet, want er is wel degelijk nood aan een sense of urgency in dit dossier. De beslissingen die vandaag daarover worden genomen … Heel wat veelbelovende Vlaamse bedrijven, trouwens vaak opgericht met Vlaamse subsidies, worden nu opgekocht met Amerikaanse fiscale steunmaatregelen, zo u wilt. Ik pleit voor een echt actieplan. Ik denk dat we nog onderschatten wat de impact is voor de Vlaamse welvaart van hetgeen op dit ogenblik aan het gebeuren is.
In de eerste plaats vind ik het goed dat u de Nederlanders ziet om bondgenoten te zoeken, om ervoor te zorgen dat die versoepeling van de staatssteunregels op Europees vlak niet zal doorgaan. Persoonlijk ben ik wel voorstander van een Europees soevereiniteitsfonds. Ik denk dat wij met onze open economie daar nog het meest van al kunnen van profiteren. En als dat allemaal niet volstaat, dan denk ik dat we ook onze eigen energiesteun zullen moeten versterken, niet omdat we graag met subsidies strooien maar omdat we niet anders kunnen dan in te grijpen als we niet weggeconcurreerd willen worden.
De heer Tommelein heeft het woord.
Dit is een belangrijk thema. We hebben daar vorig jaar reeds van gedachten over gewisseld in de commissie. U hebt toen inderdaad gezegd dat er een diepgaande analyse nodig was, maar ondertussen hebt u ook gezegd dat u nog geen resultaten hebt van de taskforce die werd opgericht. Dus de vraag die ik voor u had is al beantwoord.
We waren het er toen ook over eens dat we vanuit Europa geen ware handelsoorlog moesten opstarten. Dat zou ook nefast zijn voor onze economie. Maar dat neemt niet weg dat Europa zelf een sterk industrieel beleid moet kunnen voeren om onze concurrentiepositie te vrijwaren. De commissievoorzitter heeft in Davos alvast een plan op tafel gelegd om groene techbedrijven en industrie maximaal in Europa te houden. Er zit ook een en ander in de pijplijn, zoals de Net-Zero Industry Act en de Critical Raw Materials Act, en de mogelijkheid tot soepele staatssteun.
Hoe kijkt u naar het aangekondigde initiatief van mevrouw Von der Leyen omtrent de Europese inspanningen om de positie van onze eigen industrie te vrijwaren en te versterken?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, zoals collega Tommelein zei hebben we hier vorige maand al een debat rond gevoerd in de commissie. Die Amerikaanse Inflation Reduction Act die nu wordt ingevoerd bevat een set van onder meer belastingverminderingen van in totaal 430 miljard dollar. En deze maatregelen zijn natuurlijk bedoeld om Amerikaanse bedrijven die investeren in groene energie fors te ondersteunen. Er wordt bijvoorbeeld meer dan 200 miljard euro uitgetrokken voor het Buy American-pakket, dat enkel bedoeld is om goederen die in de Verenigde Staten worden gemaakt te ondersteunen. Vanuit Europees perspectief is die Inflation Reduction Act echter een protectionistische maatregel die ervoor zorgt dat men onder meer voor de aankoop van bijvoorbeeld elektrische wagens eerder zal opteren voor een wagen van Amerikaanse makelij.
Bijgevolg zullen veel ondernemers in Europa mogelijk gedwongen worden om hun productie naar de VS te verhuizen. Indien niet, zou het wel eens kunnen dat de concurrentie uit Amerika hen uit de markt prijst. Zijn er, een maand na de vragen in commissie, al waarneembare gevolgen van de beslissing omtrent die Inflation Reduction Act voor Vlaanderen?
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u, minister-president, het is inderdaad een goede zaak dat er bondgenoten worden gezocht en dat u heel binnenkort gaat samenzitten met Nederland om mogelijke afspraken te maken. Misschien kadert dit reeds in een noordelijke strategie en zullen er nog andere bondgenoten binnen Europa ons standpunt delen. Want het gaat om een belangrijk debat over welvaart en jobcreatie binnen de Europese Unie.
Onze Europese economie bloedt. Er zijn de externe factoren, maar er is ook een falend beleid. De realiteit is dat we welvaart, jobs en internationale slagkracht dreigen te verliezen. En wat zet de Europese Commissie daar tegenover? Jammer genoeg, nog meer regels, bijzonder veel uitgaven en staatsteun, transfers, belastingen, een centraal geleide economie. Een ruk naar protectionisme zou kunnen ontstaan met, onder meer, een ‘Buy European Act’, wat in strijd is met de WTO-regels. Wij denken dan ook dat Europa zich meer moet inzetten voor een verdieping van de interne markt, met een betere handhaving die het protectionisme, dat jammer genoeg in meerdere landen bestaat, daadwerkelijk aanpakt en uiteraard met minder handelsbelemmeringen. We moeten kunnen werken aan meer handelsakkoorden.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Minister-president, het is inderdaad zo dat de Inflation Reduction Act, de fiscale bazooka vanuit Amerika op een groene transitie, misschien een goede zaak is voor het milieu. Dat juichen we toe. Maar voor Vlaanderen en Europa brengt het toch wel wat risico’s mee. Het is duidelijk dat de concurrentiepositie van onze bedrijven, zeker in de groene technologie, hiermee onder druk komt te staan. We zijn een regio met heel wat spin-offs, startups en kmo’s, ook die hebben ingezet op de groene transitie. Die komen vandaag in moeilijk vaarwater.
Voor ons is het duidelijk: Europa moet daar een helder antwoord tegenover zetten, onder andere met een duidelijk fonds vanuit Europa waarbij wordt ingezet op investeringen in die groene technologie. Nu, heel specifiek, minister-president – u hebt ernaar verwezen – moeten we ons voorbereiden op een standpuntbepaling en proberen te wegen op de Europese besluitvorming. Bent u het met mij eens dat het Europees fonds twee focussen moet hebben? Eén, een focus op kmo’s zodat we de Vlaamse kmo’s daarmee zeker kunnen steunen. En twee, aandacht hebben voor de strategisch cruciale sectoren in Vlaanderen, zodat dit fonds absoluut Vlaanderen ten goede komt.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de vele tussenkomsten. Ik merk toch een redelijke eensgezindheid in dit parlement.
Mijnheer Van Rompuy, ik heb op zich niets tegen het Europees Soevereiniteitsfonds. Liever dat, dan het level playing field te verbreken en staatssteunversoepeling te laten gebeuren. De vraag is hoe het Soevereiniteitsfonds ‘gefund’ gaat worden. Je kunt een fonds maken en het gaan halen bij de begenadigden van het fonds, daarmee creëer je nog niets. Daarom heb ik daarstraks in mijn antwoord gezegd dat ik zie dat vandaag het geld in heel wat van die fondsen van Europa niet volledig buitengeraakt. En, twee, ik zie ook dat Europa een enorm zware administratieve last legt. Wat wij bijvoorbeeld administratief moeten doen voor het Resilience Fonds om te verantwoorden dat die projecten ook effectief worden uitgevoerd en dat we dus recht hebben op het fonds, grenst aan het ongelooflijke. Ik zou daar voorbeelden van kunnen geven. Ik zal dat in de commissie eens doen, maar het grenst aan het ongelooflijke. Maar ik wil liever met een fonds werken, dan de staatssteunregels versoepelen. Waarom? Omdat wij als kleine natie nooit met Duitsland en anderen op dat vlak kunnen concurreren.
Dus, mijnheer Tommelein, dat is meteen mijn antwoord op de speech van mevrouw von der Leyen. We moeten natuurlijk de concrete voorstellen nog zien. Maar de staatssteunregels versoepelen, daar zijn we geen voorstander van, wegens de redenen die ik heb genoemd.
Mijnheer Deckmyn, zijn er al waarneembare gevolgen? Ik zou zeggen: niet bij de grote bedrijven, op dit moment tenminste. Maar je ziet wat hightechbedrijven, kleinere startups en zo, die zeggen dat ze voor hun expansieplannen niet moeten kijken naar die fiscale regels en voordelen in de Verenigde Staten. Ik denk dat heel wat bedrijven het aan het bekijken zijn en dat we daar zeker en vast gevaar lopen.
Mijnheer Vanlouwe, dank u voor de commentaar. Dat is een beetje wat ik daarnet gezegd heb.
Mijnheer Verbeurgt, wie zou er tegen kunnen zijn dat Europese politiek op de kmo’s en strategische sectoren gericht moet zijn? Ik ben daar alleszins niet tegen. Natuurlijk zijn er ook grote bedrijven die belangrijke werkverschaffers zijn. Ik denk dus dat we hier weer een evenwichtige benadering moeten volgen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Dank u, minister-president.
Persoonlijk denk ik dat de situatie nog totaal onderschat wordt, en dat de dreiging veel reëler en ernstiger is voor de toekomstige welvaart van Vlaanderen dan velen denken. Niks doen is dus absoluut geen optie.
Dan zijn er maar twee mogelijkheden: ofwel moeten we zelf energiesteun op tafel leggen, ofwel moet dat komen vanuit Europa. Maar niet reageren zal leiden tot de kaalslag die nu aan de gang is, want op dit ogenblik nemen heel wat bedrijfsleiders de beslissing om hun investeringen niet in Vlaanderen, niet in Europa, maar in de Verenigde Staten of, erger nog, in China te doen.
Ik denk dat dit een dossier is van de hoogste orde voor de Vlaamse Regering. Ik zou graag zien dat er een Vlaams actieplan voor de industrie komt om te voorkomen dat we gaan naar een de-industrialisering. Ik gebruik dat woord niet zomaar, ik denk dat dat risico bestaat. De welvaart van Vlaanderen voor de volgende generaties staat op het spel. Ik denk dat er echt ingegrepen en gehandeld moet worden om te voorkomen dat men in de komende een à twee jaar massaal vertrekt. Als men vertrekt, dan duurt het een generatie om ze terug te krijgen, als je ze al ooit terugkrijgt. (Applaus bij cd&v en Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.