Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Maertens heeft het woord.
Bedankt voorzitter. Voor de Antwerpenaren onder ons: het is Maertens met ‘ae’, en niet Martens.
Collega's, minister, sinds ik vervoersmaatschappij De Lijn in Vlaanderen van heel kortbij opvolg, hamer ik al elke keer op veiligheid. Het gaat om veiligheid op de bussen en de trams voor de reiziger, met de vraag naar meldpunten, met de vraag naar mogelijkheden om camera’s te gaan voorzien op alle bussen en trams, en ga zo maar door. Maar ook de veiligheid van de chauffeur mogen we absoluut niet uit het oog verliezen. Als we weten dat er krapte is op de arbeidsmarkt, als we moeilijk chauffeurs kunnen aanwerven, dan is die veiligheid ook voor hen van cruciaal belang.
Helaas, we zien toch dat de cijfers qua agressie – verbaal of fysiek – ten aanzien van de chauffeurs niet echt fantastisch goed zijn. Meer nog, vorige week was er een incident in Brugge waarbij een chauffeur een oogkasbreuk werd geslagen door een reiziger. Dit zijn dingen die we niet kunnen tolereren. Dit zijn dingen die niet zouden mogen voorkomen op ons openbaar vervoer, anders zal dat afstralen op de kwaliteit, de aantrekkingskracht van dat openbaar vervoer.
We hebben het er al veelvuldig over gehad, ook net voor de zomer, tijdens een gedachtewisseling met mevrouw Ann Schoubs, directeur-generaal van De Lijn. Daar kondigde zij toen aan dat er maatregelen genomen zouden worden, met onder andere, ook op mijn expliciete vraag, afgesloten stuurposten in stedelijke gebieden. Nu, over stedelijk en niet-stedelijk kunnen we het straks misschien nog hebben, maar dat is alvast een goede stap. Ik merk vandaag ook dat de vakorganisaties die afgesloten stuurposten eisen, naast camera's, waar ik ook al jaren op hamer.
Mijn vraag is dan ook heel logisch. Welke stappen heeft De Lijn, en hebt u, ondernomen sinds juni, sinds die gedachtewisseling, om de veiligheid van onze bus- en tramchauffeurs te waarborgen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, mijnheer Maertens. Op de eerste plaats wil ik uiteraard de chauffeur die het slachtoffer werd van een agressor in Brugge een spoedig herstel toewensen. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat agressie jegens chauffeurs of jegens medereizigers op het openbaar vervoer tout court niet kan. Dat is totaal onaanvaardbaar. De personen die zich daartoe verlagen, moeten zeker onmiddellijk hard aangepakt worden.
Mijnheer Maertens, u vraagt wat De Lijn heel specifiek doet rond agressie op het openbaar vervoer. U weet dat we bij De Lijn het ‘Veilig op Weg’-plan hebben, een plan dat inzet op tal van organisatorische maatregelen. Ik denk aan camera’s, ik denk aan inspecteurs van De Lijn, ik denk ook aan het afsluiten van de stuurpost, waaraan u zelf refereert. Kortom, er zijn heel wat organisatorische maatregelen.
Daarnaast is er ook volop ingezet op opleiding en uiteraard ook op de samenwerking met derden, onder andere met straathoekwerkers en politie, om er zo voor te zorgen dat het veilig is, zowel voor de gebruikers van De Lijn als voor onze chauffeurs.
De CEO heeft tijdens een gedachtewisseling in juli inderdaad gezegd dat ze nog bijkomende maatregelen gaan nemen. In oktober van dit jaar, amper een maand geleden dus, heeft men de eerste bussen effectief kunnen uitrusten met een volledig afgesloten stuurpost. Er moest natuurlijk overleg zijn met de vakorganisaties, maar er komt dus een volledig afgesloten stuurpost. Er zijn ook mobiele afgesloten stuurposten tout court. Ook de opleiding is verder bijgestuurd, bijvoorbeeld de opleiding ‘Hoe omgaan met agressie?’, om bij agressiesituaties te voorkomen dat ze escaleren. Daarnaast is er, zoals u weet, een nieuw beheersysteem bij De Lijn om alles in kaart te brengen en te monitoren, waarbij men ziet op welke tijdstippen en op welke locaties er meer vormen van agressie zijn en waar er ingegrepen moet worden.
De heer Maertens heeft het woord.
Bedankt, minister, voor het antwoord. Ik weet dat De Lijn heel veel initiatieven neemt om de veiligheid van de chauffeur te garanderen. Ik denk ook dat dat echt belangrijk is. Het is cruciaal om die job aantrekkelijk te houden, cruciaal voor de aantrekkingskracht van ons openbaar vervoer. Er zijn verschillende initiatieven. We kunnen ook mikken op meer camera’s. Ik wil daar nog eens voor pleiten. Dat blijft nu weer achterwege, maar ik pleit er echt wel voor om elke bus en elke tram van camera’s te voorzien. Dat kost echt niet zo veel en ze kunnen ook meegenomen worden naar nieuwe bussen.
Wat de stuurposten betreft, hoop ik dat we niet wachten tot de aankoop van nieuwe bussen om de bussen uit te rusten met een stuurpost. Ik denk dat we daar een inhaalbeweging nodig hebben. Dat is echt wel een belangrijk signaal, ook naar de personeelsleden, naar die chauffeurs. Mijn vraag is dan ook: hoe gaan we die concreet in werking laten treden? Wanneer komen er bussen met afgesloten stuurposten? Binnen welke periode denkt u dat alle bussen van de vervoermaatschappij De Lijn voorzien zullen zijn van afgesloten stuurposten?
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, herinnert u zich nog vorige zomer, toen zowel De Lijn als de vakbonden bijna smeekten om extra politie in te zetten op de lijnen naar de Gentse Blaarmeersen? U vond het toen ook jammer, u vond het toen ook verfoeilijk dat men dergelijke zaken deed, maar ondertussen zijn er in Vlaanderen heel veel nieuwe feiten van agressie naar mensen van De Lijn geweest. Ik hoor dat u heel veel mooie maatregelen wilt invoeren, maar waar blijft dat lik-op-stukbeleid? We hebben u dat al herhaaldelijk gevraagd. Personeelsleden van De Lijn vragen dat trouwens zelf. Weet u waarom? Omdat die mensen bang zijn. Ik vraag me dan ook af, minister, waarom u daar niet doortastend optreedt. Waar bent u bang voor? Bent u bang om die nultolerantie in te voeren? Waarom zet u niet iets minder in op de vergroening van De Lijn en investeert u die middelen niet in veiligheid? Want als u zo doorgaat, hebt u binnenkort geen chauffeurs meer om uw groene bussen te besturen. Namens het Vlaams Belang eisen wij dan ook, opnieuw, nultolerantie en strenge straffen voor geweld tegen chauffeurs. Wij willen dat u dat ook meteen invoert, want het personeel van De Lijn en ook wij zijn het meer dan spuugzat dat het maar blijft duren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, dit is zo een punt dat blijvende aandacht vergt want het zal helaas nooit helemaal opgelost geraken. Ik denk dat u de focus van uw eigen veiligheidsorganen, uw eigen controleurs van De Lijn vooral moet inzetten op de pijnpuntverbindingen. Dat is zelden op de klassieke woon-werk- of woon-schoolverbindingen. Dat is vaak ’s avonds in de dalmomenten en op de momenten dat vrouwen worden lastiggevallen op die bussen. Tegelijkertijd moet men ook met de politie goed afspreken dat als er dergelijke meldingen binnenkomen, de dichtstbijzijnde politieploegen meteen worden georiënteerd naar die desbetreffende bussen. Op die manier kan men lik op stuk in de praktijk brengen.
De heer Bex heeft het woord.
Eerst en vooral zijn wij het vanuit Groen volledig eens met wat collega Maertens heeft gezegd. De veiligheid van buschauffeurs en van mensen die openbare diensten verlenen, moet gegarandeerd zijn. We kunnen daar niet op toegeven.
Ik denk inderdaad dat er al een heel aantal goede initiatieven worden genomen binnen De Lijn. Minister, wij vragen dat u kijkt naar wat u kunt versnellen. Tegelijkertijd denken wij dat een bestraffingsbeleid noodzakelijk is. Misschien in tegenstelling tot de collega van het Vlaams Belang, denken wij dat u als minister van Mobiliteit de mobiliteitsmiddelen moet gebruiken om een mobiliteitsbeleid te voeren, maar dat u wel met uw partijgenoot, de federale minister van Justitie Van Quickenborne, kunt bekijken in welke mate er effectief een goede opvolging, vervolging en bestraffing is van daders van geweld tegen buschauffeurs. Kunt u daar iets meer over zeggen? Hoe staat het daarmee? Hebt u daar de vinger aan de pols? Vraagt u daar om strenger op te treden?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, het incident van vorige donderdag in Brugge waarbij een passagier een chauffeur te lijf ging en verwondde, is spijtig genoeg geen alleenstaand geval. De vakbonden voerden de afgelopen dagen terecht actie. Agressie mogen we niet tolereren, niet tegenover buschauffeurs, tegenover niemand.
Twee weken geleden kreeg ik in mijn mailbox een noodkreet van een man wiens vrouw al twintig jaar met een bus van De Lijn rijdt. Zij doet haar job graag, maar de laatste maanden gaat zij met schrik naar het werk. Er wordt naar haar geroepen en gespuugd en ze werd zelfs al met een mes bedreigd. Vroeger was ze fier wanneer ze haar uniform van De Lijn aandeed, maar vandaag is ze bang.
Minister, ze is niet alleen. Daarom onze uitdrukkelijke vraag om maatregelen te nemen om de veiligheid van de chauffeurs te verbeteren, zodat ze opnieuw met fierheid hun job kunnen uitoefenen en het beroep van buschauffeur opnieuw aantrekkelijk wordt. (Applaus bij Vooruit)
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, het sleutelwoord in deze discussie is respect, respect voor de mensen die ons openbaar vervoer doen draaien, respect in de eerste plaats van de reizigers. Het is niet normaal om als reiziger of als voorbijganger chauffeurs te beschimpen of zelfs fysiek aan te vallen. Dat is onaanvaardbaar en dat moet inderdaad kordaat worden aangepakt. Ook respect vanuit het beleid naar die chauffeurs is nodig, zodat ze met goed materiaal kunnen rijden en op een goede manier behandeld worden, maar ook naar de aanpak van agressie toe.
Minister, we weten dat het inzetten van een tweede man of vrouw op de bus een positief effect heeft op de agressie richting de buschauffeur, maar ook op de sfeer op de bus en op problemen van racisme en seksuele intimidatie op de bus. Minister, bent u bereid om in te zetten op een tweede man of vrouw op de bus op de risicolijnen, de lijnen waarvan we weten dat er veel problemen zijn?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, u had duidelijk niet gezien dat ik ook mijn vinger had opgestoken.
Minister, geweld is uiteraard totaal onaanvaardbaar. Ik hoor dat De Lijn er stelselmatig op inspeelt om te zorgen dat de chauffeurs op een veilige manier hun werk kunnen doen. Maar ik wil de vraag toch een beetje opentrekken. Vorige week heb ik hier nog een vraag gesteld over online agressie. We zien dat de agressie overal toeneemt: op scholen, in het voetbal en dus ook op het openbaar vervoer. Ook grensoverschrijdend gedrag tegenover vrouwen op het openbaar vervoer neemt toe. Het is een meer algemeen maatschappelijk fenomeen geworden. Mijn aanvoelen is dat de pandemie daar wel voor iets tussen zit en dat er heel veel opgekropte frustratie zit bij de mensen. Ook Bart Reyns, secretaris vervoer bij ACV Openbare Diensten zegt in de krant dat het debat breder moet worden opengetrokken, “eventueel met academici en politiediensten, over de maatschappij anno 2022. Die is naar onze mening helemaal anders dan pakweg tien jaar geleden.”
Mijn vraag is of u niet samen met een aantal collega’s het debat kunt gaan voeren rond veiligheid in het openbare leven, met het middenveld, maar ook met de federale collega’s.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen en suggesties. Het klopt inderdaad dat we vaststellen dat agressie in de maatschappij een algemeen, breder fenomeen is. We moeten daar met z’n allen antwoorden op zoeken.
Specifiek in verband met agressie op het openbaar vervoer, ten aanzien van medereizigers of ten aanzien van chauffeurs, bekijken we met De Lijn hoe we daar nog accurater in kunnen optreden. Hoe kunnen we een antwoord bieden op elke agressor, ongeacht of het gaat over fysieke of verbale agressie of andere vormen van laakbaar gedrag? Hoe kunnen we voorkomen dat de mensen daarmee geconfronteerd worden? Ik hoor hier de suggestie om er een tweede persoon bij te zetten. U weet dat De Lijn een organisatie is die ruim achtduizend mensen tewerkstelt, waarvan ruim vijfduizend chauffeurs. Gelet op de krapte op de arbeidsmarkt zult u begrijpen dat ik niet zomaar met een vingerknip vijfduizend extra mensen kan plaatsen op die bussen en trams.
Wat doen we wel? We zetten lijncontroleurs in – ik denk dat dat sowieso een goede zaak is – en maken ook gebruik van camera’s. Het positieve aan het spijtige voorval in Brugge is dat de chauffeur onmiddellijk goed gehandeld heeft. Hij heeft meteen zijn bus tot stilstand gebracht en op de SOS-knop gedrukt. Er is ook onmiddellijk politie ter plaatse gekomen. Hij systeem dat uitgerold werd werkte dus. Het feit dat de agressor agressief was tegenover de chauffeur, maar ook tegenover de tussenkomende politie en tussenkomende medereizigers, is uiteraard laakbaar en totaal onaanvaardbaar gedrag. Dat is inderdaad een breder maatschappelijk probleem, zoals mevrouw Brouwers zegt.
Een aantal collega’s eisen een lik-op-stukbeleid. In het kader van het veiligheidsplan creëren wij met De Lijn tal van elementen. Er zijn heel wat organisatorische maatregelen, zoals de camera’s en het afsluiten van de stuurpost. Ik denk ook aan het inzetten van lijncontroleurs. Een tweede facet bestaat in de samenwerking met tal van andere actoren, zoals de politie, de straathoekwerkers en de lokale besturen, om te voorkomen dat dergelijke feiten kunnen gebeuren. U weet dat een lik-op-stukbeleid, waarbij agressors zwaar bestraft worden, sowieso federale materie is. Dat is handhaving. Ik hoop dat iedereen die een misdrijf pleegt, en in geval van fysieke agressie is dat zeker een misdrijf, vervolgd en zwaar gesanctioneerd wordt. Ik kan u geruststellen dat wij regelmatig contact hebben met de federale collega’s. Wij hebben contact met zowel de politie als de parketten, om aan te geven waar een lik-op-stukbeleid moet worden gevoerd en dat het niet getolereerd kan worden dat mensen die moeten instaan voor een openbare dienstverlening, voor het openbaar vervoer, slachtoffer worden van agressie door een aantal heethoofden. Wij blijven dat overleg continu doen.
Mijnheer Maertens, u vraagt wanneer we gaan zorgen dat al onze bussen een volledige afsluiting van de stuurpost hebben, of een flexibel afsluitbare stuurpost. Bij de nieuwe bussen die we bestellen is automatisch voorzien dat een volledige afsluiting mogelijk is. Daarover was er voorafgaandelijk overleg met de vakorganisaties. U kent de discussie die we hadden tijdens de covidpandemie, met onder andere de afsluitingen die we toen gehad hebben. Iedereen wilde daar zo snel mogelijk vanaf, zowel de reizigers als de chauffeurs. We bekijken nu hoe we draagvlak vinden om in de toekomst alle chauffeursposten te kunnen afsluiten: met een flexibel afsluitbaar systeem, waarbij men door op een knop te drukken automatisch een afsluiting krijgt, of met een permanent vast afsluitbaar systeem. Het wordt alleszins voorzien bij alle nieuwe bussen die we bestellen. Tegelijk gaan we ook de uitrol doen bij de bestaande bussen. Ik kan vandaag geen cijfers geven over wanneer dat overal volledig afgehandeld zal zijn. Verder weet u dat we dat kunnen doen op de bussen die rijden in eigen regie van De Lijn, maar zoals u weet is 50 procent overgeheveld naar pachters. Dat zijn onderaannemers, private busmaatschappijen, en zij nemen op dat vlak autonoom hun beslissing, maar ik neem aan dat zij ook alles op alles zetten opdat hun chauffeurs op een veilige en vlotte manier al hun reizigers kunnen vervoeren.
Dit gezegd zijnde, we doen heel veel. Ik denk dat het sociaal veiligheidsbeheersysteem dat we vorig jaar hebben opgezet, vooral heel belangrijk is. Dat is aan de hand van een continue monitoring van alles wat we detecteren, uit klachten via het meldpunt van reizigers en chauffeurs, maar zeker ook met al onze camerabeelden, de opmaak van pv’s en dergelijke meer. Daaruit kunnen we dan distilleren wanneer en op welke locaties er vooral een vorm van agressie is, om daarmee dan echt gericht aan de slag te gaan en specifiek die pijnpunten heel gericht aanpakken door het inzetten van politie, straathoekwerkers, Lijncontroleurs en dergelijke meer, om er op die manier voor te zorgen dat eenieder zich veilig en comfortabel voelt.
Afsluitend, agressie is nooit het juiste antwoord. Ik denk dat dat de boodschap is aan eenieder die dergelijk laakbaar gedrag vertoont.
De heer Maertens heeft het woord.
Collega’s, ons openbaar vervoer zal enkel succesvol zijn als het veilig openbaar vervoer is. Daarom is het belangrijk dat er controle is, meer controle en een snellere en stevige bestraffing, dat er camera’s komen op elke bus en tram en dat die afsluitbare stuurposten er heel dringend komen. Minister, ik reken erop dat u daar versneld werk van maakt, in het belang van de veiligheid van onze reizigers en zeker ook in het belang van de veiligheid van onze Lijnchauffeurs. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.