Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de voorstellen in het kader van het zevende mestactieplan (MAP 7)
Actuele vraag over het Mestactieplan 7
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, u bent er op nog geen jaar tijd in geslaagd om alle landbouwers tegen u in het harnas te jagen. De eerste mokerslag kwam er in februari met het stikstofakkoord, waarvoor er bij mijn weten nog altijd geen juridische basis is. En vorige week waren er de waanzinnige – toch echt waanzinnige – voorstellen inzake het zevende Mestactieplan.
En of dat nu gelekt is of niet, of door wie het gelekt werd, dat speelt voor mij geen rol. Alleen het feit dat dergelijke waanzinnige voorstellen op papier worden gezet, kan er bij mij en bij onze fractie niet in.
En terecht waren de protesten onmiddellijk heel hevig. Er kwam protest van de landbouworganisaties, die zeiden dat die tekst voor hen geen basis kan zijn voor verder overleg. Naast het protest bij de landbouworganisaties, was er ook protest bij uw coalitiepartners. Zowel cd&v als Open Vld hadden kritiek op uw voorstellen. “Dit voorstel is geen basis voor gesprek”, zei uw collega-minister Jo Brouns. Er kwam ook kritiek van de federale minister Van Peteghem, en ik vergeet nog collega Rutten, die zei: “Patat! Weg met de Vlaamse aardappel. Eigen groentekweek én verwerking gaan op de schop. Los uit de heup, zonder overleg: de hele sector eraan.”
Minister, u bent misschien de populairste politica in Vlaanderen, maar ik kan u garanderen dat de verontwaardiging bij de bevolking steeds meer toeneemt over uw visie op landbouw en over de manier waarop u met de landbouwers omgaat.
Het besluit van mijn eerste stuk is dat deze tekst absoluut geen basis was voor overleg. Ik heb gisteren natuurlijk kunnen lezen dat u onder druk van iedereen overstag bent gegaan en hebt gezegd dat u toch in overleg zult gaan. Minister, hoe verloopt dit overleg? En wie wordt daar allemaal op uitgenodigd? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, collega's, gisteren kondigde u aan dat u de milieuorganisaties en landbouworganisaties rond de tafel zou brengen voor een overleg rond het mestactieplan. Ik zou zeggen: éíndelijk! Had u dat niet eerder moeten doen in plaats van continu de landbouw- en milieuorganisaties tegenover elkaar te zetten en in de gordijnen te jagen? Dat zal de weg naar een akkoord absoluut niet makkelijker maken.
Want, minister, de opdracht is gigantisch. Een derde van de meetpunten in onze oppervlaktewateren vertoont een overschrijding van de norm. Eigenlijk zouden dat er nul moeten zijn.
Volgens de kaderrichtlijn Water moeten we tegen 2027 alle oppervlaktewater proper krijgen. Vlaanderen heeft voor de zomer de ambitie uitgesproken om 10 procent van die oppervlaktewateren tegen 2027 proper te maken.
Om van dat overleg een succes te maken, minister, moet u de opdracht heel duidelijk stellen. Daarin zijn twee dingen zeer belangrijk: dat zijn de doelstelling en de weg ernaar toe. De Europese doelstellingen, collega’s, minister, die zijn duidelijk. Maar tot op vandaag is Vlaanderen toch heel vaak onder de lat van die Europese doelstellingen gebleven. Vlaamse doelen bepalen op het vlak van milieubeleid, minister, dat is uw verantwoordelijkheid. De weg daarnaartoe, die kunt u bepalen met diegenen die het mee moeten realiseren. Dat is eigenlijk de logica zelve. Maar de doelen bepalen, dat moet u doen.
Mijn vraag is dan ook, minister: welke doelstellingen hebt u aan dat overleg gegeven? Voldoet het deze keer wel aan de Europese richtlijnen? (Applaus bij Groen)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, beste collega’s, onze land- en tuinbouwers verdienen meer respect dan wat we opnieuw de afgelopen week hebben gezien. Onze land- en tuinbouwers maken onmiskenbaar deel uit van ons Vlaams DNA. Onze land- en tuinbouwers, en bij uitbreiding de hele voedingsketen die Vlaanderen rijk is, zorgen voor voedselzekerheid en werkgelegenheid, iets wat meer dan belangrijk is, zeker in deze tijden. Wie er nog maar aan denkt – zeker in deze geopolitieke tijden – om hen buiten te dragen, begaat een blunder van jewelste.
Vanuit het idee, minister, dat u ook deze mening bent toegedaan, was ik toch enigszins verbaasd met de voorstellen die u op tafel hebt gelegd rond MAP 7, en vooral ook de weg daarnaartoe. Gisteren hebt u een blijk van opening gecreëerd om samen aan tafel te gaan zitten, om in gesprek te gaan. Maar eigenlijk was ik opnieuw een beetje verbaasd. U gedraagt zich eigenlijk een beetje als een springkikker die zijn pootjes niet wil natmaken, in die zin dat u van de ene kant zegt dat er hier een tekst op tafel ligt, eenzijdig: dit is de tekst, niet onderbouwd. Nu doet u het omgekeerde en zegt dat de landbouworganisaties en milieuorganisaties u moeten zeggen wat u moet doen. Maar als zij er niet uitraken, dan zult u zelf opnieuw uw tekst op tafel leggen.
Minister, alleen als we samen aan tafel gaan zitten, zullen we erin slagen om tot oplossingen en tot gedragen maatregelen te komen. Als volwassen mensen, met gezond boerenverstand. Bij dezen daarom ook mijn vraag tot verdere toelichting. Hoe zult u het proces concreet verder aanpakken om tot gedragen maatregelen te komen? (Applaus bij cd&v)
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega’s in het parlement. Zoals jullie weten is de uitdaging gigantisch groot, of het nu om stikstof gaat of over de waterkwaliteit in Vlaanderen. De datums komen er ook aan, voor waterkwaliteit is dat 2027, voor stikstof is de eerste horde in 2030. Ik probeer mijn best te doen. Ik probeer te doen wat eigenlijk noodzakelijk moet worden gedaan.
Het liefst van al doe ik dat inderdaad graag samen. Dat is ook de bedoeling. Wat stikstof betreft, kennen jullie de procedure. Wat het mestactieplan betreft, weten jullie ook dat er een werktekst is opgesteld. Zo wordt dat ook gedaan. Ik maak de teksten zelf niet, voor alle duidelijkheid. Het is de administratie die de tekst heeft gemaakt, op basis van verwerking van de adviezen van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) en de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV), van wetenschappers … Maar er waren ook gesprekken met een 75-tal boeren uit alle provincies om ook de stemmen van het terrein te horen.
De bedoeling was om die werktekst te maken. Die is inderdaad gelekt, en ik heb gesproken over een georganiseerde aanval. Diegene die dit gelekt heeft, deed dat ook met de conclusie dat de landbouw weg moet, dat we geen eten meer zullen hebben enzovoort. Neen, ik zal nooit, maar dan ook nooit aanvaarden dat de landbouw weg moet. Het feit dat 5000 van de 20.000 landbouwbedrijven hun nitraatresidu perfect onder controle hebben, maakt het voor mij ook duidelijk dat dat de richting is. We hebben heel goede voorbeelden, en het is met die voorbeelden dat we aan de slag moeten, collega’s.
Zeggen dat we geen eten meer gaan hebben, dat we geen voedsel meer gaan hebben … dat was van de pot gerukt. Zeggen dat we de sector kapot willen … Dat zijn conclusies die daaraan zijn gekoppeld en die niet gefundeerd waren.
En doen alsof de tekst beslist beleid was, dat klopt ook niet collega’s. Er was nog maar een eerste toelichting geweest aan eenieder. Eenieder ging ook nog voorstellen doen, maar de gemoederen werden opgehitst. Er was paniek tot en met, met een dieptepunt vandaag, een dieptepunt een paar uur geleden. En helaas, als er één persoon uitgedragen moet worden, dan zijn dat twee medewerkers van de Mestbank die vandaag, een paar uur geleden, keihard aangevallen zijn, fysiek aangevallen geweest zijn, door inderdaad helaas … Want ik zou ook kwaad zijn als ik die berichtgeving gelezen had. Waartoe heeft die berichtgeving geleid? Tot geweld. Collega’s, ik wil vandaag ook hier in het parlement heel duidelijk zeggen dat we geweld nooit zullen aanvaarden. Ik wens die twee medewerkers die fysiek zwaar aangevallen zijn, heel veel steun, ook aan de familie. Want dat is niet de weg die we moeten opgaan.
Ik geloof inderdaad heel hard dat Natuur en Landbouw samen de weg kunnen begaan. Ik geloof ook heel hard dat dit geen verhaal is van platteland versus stad. Nee, dit gaat over ons. Dit gaat over ons eten, over onze waterkwaliteit, over propere lucht. Dit gaat over wie we zijn. En ja, collega’s, ik wil dit een kans geven. Daarom heb ik ook aan de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) gevraagd om alle relevante actoren opnieuw aan tafel te roepen. Dat zijn het Algemeen Boerensyndicaat (ABS), Boerenbond, Jong ABS, Groene Kring, BioForum, de sectororganisaties van de aardappelverwerkers, de groenteverwerkers, Natuurpunt, Bond Beter Leefmilieu en de West-Vlaamse Milieufederatie. Uiteraard zullen ze ook bijgestaan worden door mensen die we bij de VLM in dienst hebben die de materie kennen. En ik sta open. Gisteren is er ook een ‘tour de table’ gedaan of iedereen de doelstelling steunt. Ik heb vernomen dat eenieder – dat was de vraag van mevrouw Schauvliege – die gisteren aan tafel zat, die doelstelling inderdaad vooropstelde, richting 2027.
Er zijn ook verplichtingen aangegaan door dit parlement. De Vlaamse democratie heeft keer op keer in het Mestdecreet de waterkwaliteit bevestigd – dus jullie allemaal, ik ook. Ik vind ook dat we dat moeten doen. De heer Sintobin schudt nee. Het klopt: ik denk dat het Vlaams Belang zich ook … In het Europees Parlement is er ook in april, zoals jullie weten, een resolutie geweest waar alle politieke partijen, iedereen hier, aan de lidstaten gevraagd hebben om een ambitieuzer programma op te stellen als het gaat over de waterkwaliteit. Nu, ik betreur inderdaad, collega Sintobin, hoe dat gelopen is. Ik vind dat niet de juiste manier van werken. Ik wil niemand tegen elkaar opzetten en ik zal u zeggen waarom: omdat dit leidt tot wat we vandaag in de voormiddag gezien hebben in Ravels, dat medewerkers geattaqueerd worden. Dat is niet de weg die we moeten opgaan.
De uitdaging is gigantisch, collega’s. De uitdaging is echt heel groot. Maar met z’n allen, samen met de landbouwers – want ik weet dat zij ook vooruit willen, ik weet ook dat zij van hun omgeving houden – kunnen we die stap zetten, kunnen we die doelstelling ook halen. We zullen dat alleen doen als we de komende weken en maanden – de doelstelling is duidelijk waar we naartoe moeten gaan – met z’n allen goede stappen kunnen zetten richting het nieuwe mestactieplan. Jullie weten ook dat de volgende stap in de procedure een milieueffectrapport (MER) is, passende beoordeling enzovoort en ook een goedkeuring van de Europese Commissie. Belangrijk voor mij is dat gisteren bijna alle actoren toch gezegd hebben dat ze daaraan gaan meehelpen. Ik zal daar een partner in zijn. Ik zal daar waar het nodig is ook de nodige ondersteuning bieden, collega’s. (Applaus bij de N-VA)
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik denk dat ik spreek namens mijn fractie en namens iedereen hier wanneer ik zeg dat wij ook het geweld afkeuren. Wij zijn daar ook niet verantwoordelijk voor.
U bent in uw antwoord eigenlijk begonnen met de schuld te leggen bij uw eigen administratie en bij het feit dat het gelekt is. Ik kan me toch moeilijk voorstellen dat uw administratie dergelijke doldwaze ideeën op papier zet en dat u daar niet van op de hoogte bent. Dat kan ik me onmogelijk voorstellen.
En weet u wat mij vooral stoort? Zodra er een milieuprobleem is in Vlaanderen, wordt de landbouw gebasht, wordt de landbouw geviseerd. Ik zal u zeggen: de collega’s weten dat misschien niet, maar 400.000 gezinnen in Vlaanderen zijn niet aangesloten op het rioolnetwerk, lozen ook in waterlopen, en lozen ook in beken. Ik vraag me trouwens af, mochten we alle bedrijven gaan controleren in Vlaanderen –ik weet dat er te weinig mensen zijn bij de milieu-inspectie –, wat er allemaal geloosd wordt. Dus, stop alsjeblieft met dat ‘agribashen’ en kijk naar alle problemen. Het is niet zo dat wij de kwaliteit van het water niet willen verbeteren. Maar ik heb één concrete vraag. Ik wil vandaag van u de garantie dat die maatregelen die vorige week werden gelekt, niet meer op tafel worden gelegd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik onthoud uit uw antwoord van daarnet dat u de richtlijnen van Europa rigoureus zult uitvoeren en dat dat de doelstelling is die u hebt meegegeven aan de mensen die daar aan tafel zitten, tenzij u dat straks tegenspreekt.
Minister, we hadden daarnet in de commissie Landbouw ook een discussie over het mestactieplan. Niet alleen was uw collega niet op de hoogte – dat hebben we allemaal vernomen in de pers – maar hij vindt de voorstellen ook helemaal niet goed en hield een heel uitgebreid pleidooi om te gaan samenwerken. Maar ik hoorde deze morgen opnieuw heel verontrustende signalen. Want minister Brouns gaf de indruk dat hij de aanpak die gisteren in de pers is gelanceerd, ook gelezen heeft in de pers. Minister, ik wil graag van u horen of u minister Brouns op de hoogte hebt gesteld van de nieuwe aanpak en of hij de doelstellingen onderschrijft die u voorlegt aan de landbouworganisaties en de milieu-organisaties. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw duidelijk antwoord, waarin u stelt dat u inderdaad ook vertrekt van de krachten van onze land- en tuinbouwers, en waarin u stelt dat u die mee zult respecteren en er effectief mee zult voor ijveren dat deze sector ook een goede toekomst verder kan uitbouwen hier in Vlaanderen en waarin u duidelijk aangeeft dat u samen aan tafel zult zitten.
U hebt inderdaad gesproken over de landbouworganisaties, over instanties zoals de Mestbank. Minister Brouns heeft deze morgen ook meegegeven dat de administratie van het departement Landbouw aan tafel zal zitten. In het verleden was er een structureel overleg, de Opvolgingscommissie Mestactieplan (OMAP). We betreuren immens dat dat afgeschaft is. We begrijpen ook niet goed waarom. Want op die manier was er een structurele opvolging. Bij dezen wil ik de vraag stellen of wetenschappers, agronomen en economen, eveneens mee aan tafel zitten. En hoe u die timing concreet ziet. We zitten intussen anderhalve maand voor het einde van MAP 6. Iedereen kijkt ook uit naar de derogatieaanvraag. Iedereen is bezorgd over die timing. Hoe ziet u de timing en hoe ziet u de aanvraag van derogatie?
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, het op straat gooien van een tekst die nog op geen enkel vlak besproken is, laat staan goedgekeurd of politiek goedgekeurd, is de gemakkelijkste manier om iets al heel vroeg te kelderen. We kennen die techniek, we kennen er voorbeelden uit het verleden van en het is jammer dat dat spelletje ook hier weer gespeeld wordt in een zeer delicaat dossier – dat weten we – en in een dossier waar zoveel mensen, zoveel landbouwers geraakt worden. Minister, we kunnen er alleen maar achter staan dat de verschillende betrokken sectoren nu samen aan tafel gaan zitten om een vergelijk te zoeken. Maar misschien kunt u nog wat meer details geven over de tijdlijn die u hier voor ogen hebt.
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, we kennen dit probleem en die Europese doelstellingen al decennia. Ze zijn 25 jaar oud. Daar zijn al twintig jaar en zes mestactieplannen aan besteed en het resultaat ervan is dat we, qua waterkwaliteit, ongeveer nul vooruitgang hebben geboekt. Er is wel gigantisch veel geld uitgegeven. Er is een gigantische administratieve inspanning aan te pas gekomen. Er zijn minder boeren ondertussen, maar er is nog altijd evenveel vee en evenveel vervuiling. Eerlijk gezegd, collega’s, zou het toch wel duidelijk moeten zijn dat het niet verder gaat met dit systeem van ‘pappen en nat houden’. Ik wil ook een oproep doen voor die landbouwers die u zegt te verdedigen, collega Sintobin. Geef hun nu eens het respect dat ze als ondernemer verdienen, maar ook inspanningen die resultaat opleveren, die duidelijk zeggen wat kan en wat niet kan, voor wie het kan, en voor wie het niet kan, in plaats van nog eens een oefening in koehandel – wat het altijd al geweest is, zeer toepasselijk – die eigenlijk alleen maar een aantal wanhopige electorale doelstellingen van een paar partijen hier in dit parlement nog probeert te verdedigen.
Minister, ik roep u op: maak dat er nu eindelijk een oplossing komt met duidelijke keuzes en harde keuzes als dat nodig is, op een goede manier begeleid, maar met resultaat want dat verdienen alle Vlamingen. Het gaat immers over alle Vlamingen, niet alleen maar over landbouwers. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, de sneuvelnota is gesneuveld. Ik denk dat dat een goede zaak is. Ik was er inderdaad ook niet zo over te spreken dat hij eerst besproken is met de Europese Commissie, voor de partners in de keten en de coalitiepartners. Maar die pagina hebben we gisteren omgedraaid. We zijn aan een overleg begonnen. Ik reken erop dat we daar tot akkoorden kunnen komen die de waterkwaliteit en de landbouw een werkbaar instrument kunnen geven.
Wat ik miste in die nota is het belang van de strategische sector die de voedselindustrie toch wel is. We moeten daar niet op een romantische manier naar kijken, waarbij alles in Vlaanderen moet gebeuren, we moeten dat op Europese schaal bekijken. Maar voedsel is een strategische sector. We mogen daar niet mee bereiken wat we vandaag met energie aan de hand hebben. Ik zou zeggen, collega Tobback, dat we wanhopig moeten proberen om die sector te verankeren in Vlaanderen. Minister, ik denk dat het daarvoor cruciaal is dat we landbouwers ook inzetten voor het natuurbeheer en de natuuraanplant en dat daarvoor een verdienmodel komt, dat dat deel wordt van het businessmodel van de landbouwers. Ik vraag me dus af hoe u daarnaar kijkt en hoe u dat concreet wilt uitwerken. (Applaus bij Open Vld)
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega's. Ik denk dat het collega Sintobin is. Ik vind het een afschuwelijk woord dat u gebruikt, namelijk ‘agrobashing’. Ik vind dat verschrikkelijk. Ik weet niet wie dat woord gebruikt heeft, maar ik vind dat totaal geen respect hebben voor eenieder. Dus stop daar alstublieft mee. Dat hitst alweer de gemoederen op en dat is het laatste wat we nodig hebben in dit debat, het allerlaatste!
U zegt dat het niet gaat over de industrie en de huishoudens enzovoort, maar alleen over de landbouw. Neen, dat klopt niet. Ik ga het volgende toch even uiteenzetten, mijnheer Sintobin. U weet dat de rioleringsgraad twee jaar geleden 84 procent bedroeg. Ondertussen heeft de Vlaamse Regering voor deze legislatuur 700 miljoen euro vrijgemaakt om lokale besturen te ondersteunen. Er zijn lokale besturen, waaronder Aarschot, die nog heel wat rioleringen moeten aanbrengen. Dat aantal is een van de laagste van het land. (Gelach)
Ik geef het gewoon maar even mee. We zijn op twee jaar tijd van 84 procent naar 86 procent gegaan. Het aantal rioleringen is heel belangrijk, anders krijgen we het water niet proper en iedereen moet zijn deel doen. Er is 700 miljoen euro speciaal voor de huishoudens. Wij ondersteunen lokale besturen. Er zijn heel veel lokale besturen die dossiers hebben ingediend. (Opmerkingen)
Collega's, de minister heeft het woord!
We zijn ondertussen van 84 procent naar 86 procent gegaan. Er is dus een verhoging, collega Sintobin. Wij zijn bezig. Maar inderdaad, ik denk dat onder andere Aarschot een van de laagste heeft. Ik denk dat dat rond de 66 procent zit. (Opmerkingen. Gelach)
Ook dat is belangrijk. Elke gemeente, elk lokaal bestuur dat begaan is met waterkwaliteit moet zijn steentje bijdragen. Punt aan de lijn. Ik wil dus bij dezen nog eens een oproep doen aan alle lokale besturen. De centen staan ter beschikking. Het is nu vooruit met de geit en die rioleringen aanpakken. (Opmerkingen)
Het is maar een suggestie. Wij hebben de centen klaar, collega Schiltz. Juist is juist. Ik wil gewoon even de puntjes op de i zetten dat het inderdaad niet alleen de landbouw is, collega Sintobin, maar ook de rioleringsgraad. We zitten ondertussen aan 86 procent. Er zijn een aantal lokale besturen die nog wat versnellinkjes hoger moeten gaan.
Daarna is er ook de industrie, collega Sintobin, want u doet alsof de industrie geen zware lozingsnormen voorgeschreven krijgt. (Opmerkingen van Stefaan Sintobin)
Ze hebben al lang een kader. Dat kader is ondertussen verstrengd. Wij passen ook handhaving toe. Waar het niet juist is, breken wij ook in de vergunningen in. Sommigen zeggen dat het niet goed is dat we inbreken in de vergunningen, maar soms moet men dat wel doen als het niet klopt. En inderdaad, collega Sintobin, ik geloof er heel hard in dat ook onze landbouwsector vooruit wil. Het feit dat 5000 landbouwbedrijven van de 20.000, die effectief een nitraat enzovoorts moeten indienen, hun nitraatresidu perfect op orde hebben zoals het moet, is voor mij het voorbeeld dat het inderdaad kan.
We gaan de overige, we gaan de andere ook helpen, we gaan ze ondersteunen. We gaan de good practices voorop zetten, zonder dat we heel die sector kapot willen maken. Die conclusies heb ik daar niet aan gekoppeld. Dat waren ook niet de conclusies die de mensen die het document hebben gemaakt eraan hebben gekoppeld. Want ook zij zeggen dat het desinformatie is.
Die werktekst, collega Sintobin, was geen koehandel, collega Tobback. Dat was een tekst die gemaakt is door heel wat wetenschappers en heel wat administraties. De bedoeling daarvan was om in overleg te gaan. U weet ook hoe dat in een overleg gaat. Eens in overleg, worden amendementen ingediend. Dat was nog geen definitieve tekst. Maar bon, het is op een schandalige manier gelekt, met allerhande communicaties die eraan gekoppeld waren en die de gemoederen verder hebben opgehitst, met een dieptepunt vandaag. Ik vind dat we bij dezen moeten vragen om het overleg toch de volle kans te geven, dat ten eerste.
Hoe moet het ten tweede verder? Zoals ik heb gezegd, hoop ik – en ik ga daar ook van uit – dat men voorstellen op de tafel zal leggen. Ik heb van een aantal organisaties gehoord dat ze dat zullen doen. Zij zullen hun verantwoordelijkheid nemen. Dat is ook verantwoordelijkheid geven. Vervolgens is het de bedoeling dat ik op basis van die tekst naar de regering kan gaan, dat er een akkoord komt binnen de regering, en dat er een milieueffectrapport (MER) met een passende beoordeling wordt opgemaakt. Dan gaat het dossier in openbaar onderzoek en dan wordt het ook voorgelegd aan de Europese Commissie.
Want er is inderdaad, collega Coenegrachts, een informeel contact geweest met de Europese Commissie. U moet ook snappen dat wij naar de Europese Commissie gaan om eens te horen hoe hard we moeten springen. We moeten heel hard springen, maar wat zijn de grenzen? Ik vind het niet meer dan normaal dat we dat doen. Het is gebeurd, zonder dat er gezegd is geweest wat het zal zijn. Het overleg moest nog starten. Waarom doen we dat? Omdat we willen vermijden dat Europa inbreukprocedures zou gaan opstarten. Jullie weten dat we al verschillende keren op de vingers zijn getikt. Dat, collega’s, moet eenieder ook doen nadenken over op welk knopje je duwt binnen Europa. Een groen knopje betekent ook uitvoeren. Dat betekent niet dat je achterover kunt leunen en nietsdoen. Het is altijd al mijn pleidooi geweest: wees realistisch, weet wat je stemt, weet wat je belooft. Want eens je het hebt beloofd, vind ik dat je het ook moet uitvoeren. Punt aan de lijn. Dat is de reden geweest waarom we bij Europa die aftoetsing hebben gedaan, omdat we de inbreukprocedures willen vermijden.
U moet weten dat Duitsland boetes heeft gehad. Dat ging over een bedrag van 850.000 euro per dag dat men de waterkwaliteit niet in orde had gebracht. Dan is de vraag: stel dat het zover komt, wie gaat dat betalen? Het gaat over 850.000 euro per dag, beste collega’s. Vandaar mijn pleidooi: laten we alstublieft de komende weken tot eind dit jaar heel hard werken en zorgen dat we met zijn allen een tekst hebben waar we ons achter kunnen zetten.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik probeer nog even kort. Mocht collega Rutten hier hebben gezeten, ik zou gezegd hebben: ‘Patat! Schiet op met Aarschot’. Dat is het overlegmodel waar minister Demir voor staat. (Opmerkingen)
Ik wil zeggen, minister, dat er in het hele verhaal, behalve door collega Coenegrachts, nooit rekening wordt gehouden met de sociaal-economische impact. Men spreekt hier altijd enkel en alleen over de boeren. Maar het gaat over tienduizenden jobs, collega D’Haese. U die altijd voor ‘jobs, jobs, jobs’ staat, zou hier mee met mij die hele zaak moeten verdedigen.
Wat de controle betreft van bedrijven: we zijn per ongeluk gestoten op de vervuiling van 3M. Dat was per ongeluk. Omdat er Oosterweelwerken waren. Moesten er evenveel controles gebeuren bij bedrijven als er landbouwers gepest worden met controles, dan zou het heel veel beter gaan. Ik sta hier niet alleen voor de landbouwers, minister Demir, ik sta hier ook voor hun gezinnen en ik sta hier ook voor de bevolking. Want de bevolking wil veilig, kwaliteitsvol voedsel. Ik sta hier voor iedereen. En ja, u doet aan ‘agribashing’ en ja, het woord komt van collega Dochy. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u staat voor enorme uitdagingen. Er is het MAP, er is stikstof, waterkwaliteit en pesticiden. Het probleem is dat u elk dossier apart behandelt, en u doet dat in uw eentje. Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag of minister Brouns op de hoogte was van deze nieuwe aanpak. Ik besluit daaruit van niet.
Minister, als jullie die problemen willen aanpakken, is het belangrijk dat u niet voortdurend op de landbouwers, op uw collega-ministers en daarnet op uw coalitiepartners schiet en hen tegen u in het harnas jaagt, en muren optrekt rond milieu en omgeving. U moet bruggen bouwen, die muren slopen. Een onewomanshow opvoeren en bruggen opblazen: daarmee gaat u het helemaal niet halen.
U vraagt aan de milieu- en landbouworganisaties om samen te werken, en dat is goed. Minister, het zou mooi zijn als u ook zou beginnen samen te werken met uw collega’s. (Applaus bij Groen en Vooruit)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u voor uw bijkomende antwoorden. U hebt meermaals gesteld dat ophitsen het laatste is wat we nodig hebben. Ik ben het volkomen met u eens. maar sta me toe u ook te vragen om dat zeer consequent toe te passen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Collega Tobback, u noemt het belang van een strategische sector als onze voedingssector een wanhopige doelstelling van sommigen hier in het parlement. Ik zal heel duidelijk zijn: cd&v zal degenen die Vlaanderen mee groot gemaakt hebben, zijnde onze voedingssector, nooit in de steek laten. Wij zien hen als partners om een welvarende en gezonde toekomst in Vlaanderen uit te bouwen. Met andere woorden: een partner, daar zit je samen mee aan de tafel, met respect, met voldoende gezond boerenverstand. Dat is, minister, wat wij de komende weken en maanden verwachten, en daar kijken we zeker naar uit. (Applaus bij cd&v en Open Vld)
De actuele vragen zijn afgehandeld.