Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het zakkende waterpeil van de Maas
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Peeters.
De heer Pieters heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, we zingen in het Limburgs volkslied “de brede stroom der Maas”. En dat is ook zo als er een overstroming nadert, want dan zitten we aan een debiet van 3500-3600 kubieke meter per seconde. U moet zich dat even realiseren. Maar het probleem schuilt elders, en dat is de andere kant van de medaille, wanneer er maar 35 kubieke meter per seconde door de Maas stroomt. En dat is een probleem. We zitten met de Maasverdragen. We hebben waterverdragen tussen Vlaanderen en Nederland en daar hoort ook een Maasverdrag bij waarin sprake is van 60 kubieke meter per seconde. In een studie uitgevoerd in opdracht van RIWA, een vereniging van waterbedrijven die zorgen voor drinkwater, constateren ze dat dat te weinig gaat zijn voor hun drinkwatervoorziening. 60 kubieke meter betekent het volgende. 10 kubieke meter dient voor het leven rondom het water: de vogels, de vissen ... De rest, 50 kubieke meter, wordt verdeeld in twee: 25 kubieke meter voor Vlaanderen en 25 kubieke meter voor Nederland. De vraag is echter waar dat geldt. Want de Maas stroomt nergens door Vlaanderen, ze stroomt langs Vlaanderen, het is namelijk een Grensmaas die wordt gedeeld door Vlaanderen en Nederland. Het voornaamste is eigenlijk het water dat we krijgen van Wallonië en dat komt via het Albertkanaal. Luister goed: 40 procent van het drinkwater in Vlaanderen komt van de Maas, zijnde het Albertkanaal. Slechts 10 procent is voor Limburg zelf. Voor inwoners van Brugge, Gent en Antwerpen komt 100 procent van het drinkwater van de Maas.
Mijn vraag aan de minister is nu: welke verdragen hebben wij met Wallonië? En welke verdragen hebben wij met Frankrijk? Want in de Blue Deal is er duidelijk sprake van afspraken met Wallonië en Frankrijk over het water in de Maas.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, minister, het klopt inderdaad: 40 procent van ons drinkwater komt via de Maas en wordt dan verspreid over heel Vlaanderen. Met andere woorden: we zijn voor onze drinkwatervoorziening eigenlijk heel afhankelijk van het waterpeil van de Maas. Het klopt ook dat er onlangs een studie gemaakt is – ik heb ze hier bij me – waarin wordt onderzocht wat de effecten zijn van dat waterpeil op de drinkwatervoorziening. Dat is een heel uitgebreide studie waarin de waterpeilschommeling van de afgelopen veertig jaar werd onderzocht. Wat blijkt uit die studie? Kleine of grote gevolgen van de klimaatverandering, we gaan altijd een probleem hebben met de drinkwaterbevoorrading in Vlaanderen. Ik herhaal het nog eens: kleine of grote klimaatwijzigingen, de impact daarvan zal altijd leiden tot drinkwaterproblemen in Vlaanderen, minister. Dat betekent dat alle alarmbellen zouden moeten afgaan.
En inderdaad, de Vlaamse Regering heeft een crisisplan opgesteld: een reactief afwegingskader dat zegt dat we moeten afschakelen wanneer het droog is, wat natuurlijk goed is. Als het brandt, moet er geblust worden en dan heb je zo’n plan nodig. Maar als het altijd brandt, dan moet je niet alleen blussen maar dan moet je ook zoeken naar de oorzaak van de brand. Dan moet je zorgen dat die brand niet meer voorkomt, minister. Mijn concrete vraag aan u is dan ook welke structurele maatregelen u zult nemen om ervoor te zorgen dat het waterpeil in de Maas op peil blijft zodat de bevoorrading van ons drinkwater gegarandeerd is, dat er altijd water uit de kraan zal komen. (Applaus bij Groen)
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor uw bekommernissen over het waterpeil van de Maas en die zijn zeker niet nieuw. De Maas, die voor 55 kilometer door Vlaanderen stroomt, heeft de typische karakteristieken van een regenrivier: een zeer laag debiet in de zomerperiode en zeer hoge debieten in de winterperiode, met uitzondering dan van vorig jaar, toen we extreem hoge debieten kenden bij de waterbom in Wallonië. Kortom, de Maas is een regenrivier die verschillende debieten kent. We weten dat en we weten uiteraard ook dat de Maas belangrijk is voor de drinkwaterbevoorrading.
Vandaar dat we ook al geruime tijd een en ander in kaart brengen en ook verschillende maatregelen nemen. De Vlaamse Waterweg, die sowieso bevoegd is voor de Maas, heeft wat dat betreft heel wat maatregelen genomen. Tegelijkertijd hebben wij als Vlaamse overheid in het verleden, al in 2017, naar aanleiding van de extreme droogte toen, de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) opgericht waarbij we met alle stakeholders kijken hoe we kunnen zorgen voor voldoende drinkwater maar ook voor voldoende water, dus voor die meerlaagse hoogwaterveiligheid. Maar we hebben ook bij het begin van deze legislatuur de Blue Deal opgericht, met heel wat partners binnen de Vlaamse Regering, maar ook binnen de provincies en met lokale besturen, waarbij we ook kijken welke maatregelen we toekomstgericht moeten nemen in functie van de drinkwaterbeveiliging maar ook van de droogteproblematiek.
De Vlaamse Waterweg zegt dat de waterpeilen vandaag wel laag staan maar dat dat geen reden tot paniek is. Er is geen reden tot paniek omdat we een heel arsenaal aan maatregelen ingezet hebben en omdat alles constant gemonitord en opgevolgd wordt.
Wat zijn die maatregelen? Op de eerste plaats is er het dichtzetten van de watervangen. Vandaag de dag heeft men er ruim 50 procent van dichtgezet, wat betekent dat er veel minder water vanuit het Maasgebied richting de natuurgebieden en de bijrivieren gaat. Ten tweede hebben wij geïnvesteerd in heel wat pompinstallaties, ook op het Albertkanaal, dat uiteraard een rechtstreekse connectie heeft met de Maas. Wij hebben ook mobiele pompinstallaties. We zorgen voor het gegroepeerd schutten van de binnenvaartschepen aan onze sluizen.
Pas in de laatste fase gaan we over tot het beperken van het gebruik voor bedrijven. In een allerlaatste fase gaan we het drinkwater beperken. Maar zo ver zijn we vandaag de dag nog lang niet. Wat de drinkwatervoorziening betreft: dat is de bevoegdheid van collega Demir. Zij heeft recent nog een studie van AquaFlanders aangeleverd voor de drinkwatervoorziening van deze zomer. Daarin blijkt dat we wel degelijk tot eind september voldoende water hebben om die drinkwaterleveringen veilig te stellen, om te zorgen dat er voldoende drinkwater is, en dat dit water uit onze kraan zal blijven lopen.
Er is geen reden tot paniek. We volgen het op. Mijnheer Pieters, we hebben specifiek een afspraak met de Rijkswaterstaat uit Nederland, maar ook met de Société Publique de Gestion de l'Eau in Wallonië. Met Frankrijk hebben we geen afspraken, maar daar heeft Wallonië dan weer afspraken mee. Dus alles wordt wel degelijk internationaal in kaart gebracht en opgevolgd.
De heer Pieters heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister, maar het gaat natuurlijk om de beschikbaarheid van dat water. U hebt terecht gezegd dat de Maas een regenrivier is. Als er geen regen valt, is er ook geen water in de Maas. Het drinkwater is misschien nog op te lossen. Er zijn tal van systemen voor. Daar gaat het over in Nederland. We hebben 700 miljoen kubieke meter nodig om in Vlaanderen onze gang te kunnen gaan. Dat is 15 kubieke meter per seconde. Maar als dat water niet beschikbaar is, dan hebben we evenveel miljoenen euro’s aan economische schade.
We moeten toch zien – ook met dat afschakelplan – dat we terechtkunnen, ook met het Albertkanaal. We willen in de toekomst meer over het water transporteren. We willen meer met dat water gaan doen. Dan vraag ik me af of dat wel altijd beschikbaar zal zijn.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. U verwijst natuurlijk naar het crisisplan dat is opgesteld, en het klopt dat er voor dit jaar geen probleem is. Die studie waar we naar verwezen, ging over een prognose voor de komende jaren. Daaruit blijkt dat we op termijn een structureel probleem zullen hebben. En onze vraag, mijn vraag, was alvast welke structurele maatregelen u zult nemen om te voorkomen dat we in de problemen komen.
Ik verwijs naar de scheepvaart. U hebt een aantal maatregelen opgesomd die zorgen dat we tijdelijk het probleem kunnen oplossen. Maar we weten dat de scheepvaart een enorme gebruiker is van water. Hoe zult u ervoor zorgen dat de drinkwatervoorziening, die we echt nodig hebben uit dat Albertkanaal, niet in het gedrang komt ten gevolge van de hoge nood aan water voor die scheepvaart?
30 procent van ons drinkwater wordt gebruikt door de industrie. Onlangs hebben we hier gediscussieerd over de vergunning van INEOS. INEOS gebruikt voor 100.000 inwoners aan drinkwater voor haar productieproces. Minister, welke maatregelen zult u nemen om het drinkwaterverbruik in de scheepvaart en in de industrie te beperken, zodanig dat de drinkwatervoorziening niet in het gedrang komt?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, het ging natuurlijk al over het afwegingskader. Dat lijkt me nogal evident. Mijn vraag is eigenlijk heel kort en simpel. Na de ingebruikname in 2021 was er voorzien om aanbevelingen en aandachtspunten te gaan evalueren. Op de site van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) is er sinds juni 2021 eigenlijk geen update verschenen. Nochtans gingen er bijsturingen zijn, zoals een dashboard met indicatorsets en waterbalans en dergelijke meer.
Ik vroeg me af hoe het stond met de evaluatie van dat afwegingskader.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Collega Pieters, ik zal niet citeren uit het Limburgs volkslied, maar eigenlijk mogen we gelukkig zijn dat ze eindelijk eens moeten rekenen op Limburg voor iets. Ze zijn voor een groot deel van ons afhankelijk voor dat drinkwater. Ik ben akkoord met de vragen van de vraagstellers, uiteraard. Ik denk dat we daar zeer sterk op moeten letten, ook met de toenemende klimaatopwarming. Dat is inderdaad een van de afgeleide gevolgen daarvan.
Minister, ik heb een zeer specifieke vraag waar u in principe op moet kunnen antwoorden, vermits u inderdaad uit het Maasland komt, uit Dilsen-Stokkem. Daar is regelmatig sprake van het water dat opgepompt wordt uit de mijnstreekgebieden waar vroeger steenkool ontgonnen is, door de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM), de vroegere Kempense Steenkoolmijnen (KS).
Regelmatig duikt op dat dat water zou kunnen worden gebruikt voor drinkwater. Dan zijn er weer andere studies die zeggen dat dat niet zo is. Op dit moment, denk ik, wordt het water gebruikt voor irrigatie.
Mijn vraag is: zijn er recente studies of initiatieven om toch te proberen dat water op de een of andere manier te gebruiken voor drinkwater? Wat is de stand van zaken? Hoe staat u daar zelf tegenover?
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister en goede collega’s, een jaar geleden maar dan een maand verder, in de nacht van 14 op 15 juli 2021, stroomde – om het eigenlijk heel duidelijk te maken, collega Pieters – 3.350.000 liter water per seconde bij ons door de Maas. Het beeld van de Apocalyps heb ik nooit eerder dichterbij gezien.
De Maas is een regenrivier. Het jaar daarvoor, in de zomer van 2020, liep ik in dezelfde tenue die ik nu draag te voet van Smeermaas naar Borgharen en van Lanaken naar Maastricht en had ik helemaal geen natte voeten. We zijn dus gewend om om te gaan met extreme omstandigheden. We moeten ook durven zeggen dat we dat vandaag goed doen. De Waterweg heeft dat eigenlijk heel goed onder controle. Het hele Grensmaasproject is eigenlijk net bedoeld om alle ruimte, collega Schauvliege, aan het water te geven. De Maas is trouwens in Limburg niet bevaarbaar voor de scheepvaart. Daarom hebben wij een Albertkanaal en de Zuid-Willemsvaart.
Ik denk dat we vooral de boodschap moeten geven: verspilling en verkwisting tegengaan maar geen paniek, net omdat de Vlaamse Waterweg – als het goed is, mag het worden gezegd – de drinkwatervoorziening verzekert. We moeten daar niet aan twijfelen en zeker ook geen twijfel beginnen te spuien.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij deze vraagstelling, waar de collega ernaar verwees dat het weer niet te voorspellen is. Het ene jaar is het heel wat anders dan het andere jaar. De boodschap moet voornamelijk zijn dat we zo min mogelijk hoogwaardig water gebruiken voor laagwaardige toepassingen. Met andere woorden: geen gebruik is het allerbeste, maar we moeten het, als het anders is, maximaal hergebruiken.
U hebt verwezen, minister, naar een aantal stappen die worden gezet als we in een kritische fase komen. En in een laatste kritische situatie hebben we het reactief afwegingskader. Ik heb hetzelfde opzoekingswerk als collega Perdaens gedaan, maar ik meende dat de verantwoordelijkheid in eerste instantie bij uw collega Demir ligt. Ik wil u toch, aangezien u antwoordt vanuit de regering, de volgende vraag voorleggen.
Vorig jaar zou dat reactief afwegingskader worden getest. Maar door de natte periode is dat niet gebeurd. Ik merk nu dat er op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) sinds juni 2021 geen projectupdates meer gebeurd zijn. Wat is er het laatste jaar met dit afwegingskader gebeurd? En hoe zeker zijn we dat hiermee de kosten kunnen worden gedrukt bij het beperken van watergebruik en dat we anderzijds de noodzakelijke watervoorziening kunnen garanderen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen en opmerkingen. Ik zal met de laatste beginnen.
Mevrouw Rombouts en mevrouw Perdaens, het klopt dat het afwegingskader gemaakt is. Men heeft daar al een heel aantal stappen gedaan. Het is in een gezamenlijke opdracht gebeurd door de VMM samen met de Vlaamse Waterweg, het Departement Omgeving, het Agentschap voor Natuur en Bos, Economie en Innovatie. Met al die partners samen heeft men een afwegingskader gemaakt in de lente van 2021. Het is al van toepassing bij droogte, maar omdat we vorig jaar die extreme wateroverlast hadden, is daar minder aandacht aan gegeven.
Tegelijkertijd zijn ook nog een aantal elementen verder in uitwerking. Het gaat dan specifiek over dat dashboard. Dat is men volop aan het uitwerken. Minister Demir neemt daarin volop de lead en het zal er binnenkort wel zijn. Tegelijkertijd kan ik u ook nog meegeven – en dat is dan specifiek de vraag van mevrouw Schauvliege – dat er wat betreft de economische impact van het tekort aan water voor de binnenvaart recent een studieopdracht is gegeven om te kijken wat de impact is op waterschaarste bij onze scheepvaart en hoe we daar toekomstgericht mee moeten omgaan.
Dat is specifiek wat we moeten doen, collega’s. Of het, het ene moment, nu gaat over droogte en waterschaarste, of, het andere moment, over wateroverlast: we moeten dat allemaal in kaart brengen en er toekomstgericht een antwoord op bieden. We weten dat de klimaatverandering een blijvende impact zal hebben op heel die waterhuishouding. Vandaar dat we toekomstgericht tal van maatregelen moeten nemen, en dat doen we ook.
Dat doen we enerzijds in het kader van de Blue Deal, waarbij we met heel wat partners bekijken welke maatregelen we op korte termijn en welke we op lange termijn moeten nemen om Vlaanderen weerbaarder te maken. Anderzijds hebben we een expertenpanel aangesteld, onder leiding van Henk Ovink, met heel wat experts in heel wat verschillende disciplines. Dat bekijkt wat er moet gebeuren bij extreem weer, bij periodes van extreme wateroverlast. Ook daar zullen we toekomstgericht moeten bekijken hoe we Vlaanderen weerbaarder kunnen maken, hoe we meer ruimte kunnen geven aan rivieren, aan natuur, zodat er overal voldoende water kan worden vastgehouden en zullen we tegelijkertijd, waar dat nodig is, moeten zorgen voor harde maatregelen, onder andere in de vorm van kaaien en dijken die voldoende stevig en verankerd zijn.
We blijven dat dus allemaal continu doen. Daarnaast doen we ook al heel wat specifiek wat de economische aspecten voor de Vlaamse waterwegen betreft. Ik denk dat ik dat al voor een stuk heb gezegd. Onder andere is er het opsporen van lekken ter hoogte van onze sluizen. Als het waterpeil laag is in droogteperiodes zal men continu gegroepeerd gaan schutten in die sluizen om zo veel mogelijk waterverlies te voorkomen. Als er heel veel water is, als er wateroverlast is, dan kunnen die pompen tegelijkertijd ook als waterkrachtcentrale dienen en ook nog energie opwekken. Op die manier proberen we zowel de droogteperiodes als de overschotperiodes echt optimaal te benutten en economisch rendabel te laten inzetten. De lekken worden opgespoord, er wordt continu gekeken naar voldoende infiltratieruimte. De bufferbekkens, de wachtbekkens, de waterbekkens moeten voldoende worden gemonitord. Uiteraard zijn er ook de sensibiliseringsacties ten overstaan van alle burgers, en de onthardingsmaatregelen. Kortom, dat is een heel gamma aan maatregelen om een antwoord te bieden op al die aspecten.
Mijnheer Keulen, u hebt echter ook een punt als u zegt dat we vandaag ook geen onrust mogen creëren. Men volgt het op. Uit de recente studie blijkt heel duidelijk dat er sowieso tot eind september absoluut geen probleem is qua drinkwatervoorziening. De kraan zal blijven opengaan, maar de boodschap zal wel regelmatig worden gegeven dat men daar zuinig mee moet omgaan wanneer de droogte lang blijft aanslepen.
Mijnheer Vandenhove, specifiek wat de mijnstreek betreft, ik ken de problematiek daar inderdaad. In het mijnverzakkingsgebied in Eisden moet er nog continu water worden weggepompt om te voorkomen dat het hele gebied van Eisden-Dorp volledig blank komt te staan. Een heel deel van dat water gaat ook naar de omliggende waterwingebieden, onder andere naar natuurgebied Het Greven. Het is dus niet zo dat daar aan waterverspilling wordt gedaan. Integendeel, dat wordt optimaal benut. U weet dat er in het verleden al regelmatig studies zijn geweest om te bekijken of men dat water niet als drinkwater kan gebruiken, maar ter zake zijn er nog altijd heel wat tegenstrijdige versies. Ik denk dat u de studies van de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) wat dat betreft ook wel kent. Ook dat blijven we echter opvolgen. Mocht het nuttig en nodig zijn dat dat water ook als drinkwater wordt gebruikt, dan moeten we dat zeker overwegen, maar vandaag blijkt uit diverse studies dat het niet als drinkwater kan worden gebruikt.
Om te besluiten, we blijven alleszins alles opvolgen, zowel in het kader van de Blue Deal als in het kader van het wat-alsscenario en de studie die op dit moment binnen ons expertenpanel loopt. Dat gaat zowel over droogte- als over wateroverlastscenario’s. We moeten daar toekomstgericht een antwoord op bieden opdat eenieder beveiligd zou zijn in heel de kwestie van de waterhuishouding.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Wij hebben echter helemaal niet aangegeven dat het over september van dit jaar ging. Het is duidelijk dat u de studie waarschijnlijk ook niet hebt doorgenomen, want daarin ging het voornamelijk over 2050 en 2080. Een beetje naar de toekomst kijken zou dus geen kwaad kunnen.
Er worden werken uitgevoerd in de Maasvallei. Er is de verbreding van de winterbedding. Dat wordt voornamelijk gedaan met het oog op een overaanbod aan water, aangezien door de verbreding het debiet dan een beetje kan worden gekalmeerd. Dat heeft echter natuurlijk als bijeffect dat het water kabbelt, dat het niet meer zo is dat de Maas statig zeewaarts vloeit.
Maar dat brengt natuurlijk met zich mee dat als er lozingen zijn – en die zijn er, zowel in Wallonië als in Nederland – het gif op de bedding van de Maas blijft liggen. En dat is in de toekomst mogelijk een groot probleem voor het drinkwater. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, de aarde warmt op en de droogte neemt toe. Opnieuw is er een alarmerende studie die stelt dat op termijn – niet op het einde van dit jaar, noch op het einde van deze zomer, maar op termijn – de drinkwaterbevoorrading wordt bedreigd als we verder doen zoals we bezig zijn. Met andere woorden, er zijn echt structurele maatregelen nodig op alle vlakken: op het vlak van landbouw, op het vlak van industrie, op het vlak van scheepvaart, op het vlak van de huishoudens. En met proefprojecten alleen zullen we er niet komen. De Blue Deal bevat heel wat interessante maatregelen, maar er zit geen enkele wetgeving in.
Minister, als u Vlaanderen écht wilt voorbereiden op een tekort aan drinkwater, dan zijn die structurele maatregelen en die wetgeving van structureel belang. Ik roep u op om daar echt werk van te maken. (Applaus bij Groen)
De actuele vragen zijn afgehandeld.