Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het hoge aantal woonzorgcentra onder verhoogd toezicht
Verslag
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, mensen die geen eten krijgen, of niet voldoende eten krijgen, een bejaarde die elektroshocks krijgt, een bewoner die zogezegd zelf kan eten, maar die in de realiteit eigenlijk volledig blind is en aan zijn lot wordt overgelaten. Er zijn opnieuw zulke verhalen, en het is niet de eerste keer dat we verhalen horen over verwaarlozing van onze ouderen. Hetzelfde gebeurt ook in de kinderopvang.
Minister, de kerntaak van de overheid is het beschermen van de allerkwetsbaarsten. Dat is onze gezamenlijke taak, als politici, maar het is zeker ook uw taak, als minister van Welzijn. Op heel veel plaatsen gaat het gelukkig goed, laat ons dat – voor alle duidelijkheid – ook zeggen. Maar soms gaat het ook gruwelijk mis, en de vraag is dan of er ook wordt opgetreden. Er komen nu opnieuw drie woonzorgcentra bij op de zwarte lijst. Er zijn er nu zo’n achttien waar het echt fout gaat. In de kinderopvang gaat het telkens om een veertig- of vijftigtal initiatieven waar het echt niet goed gaat. Dat probleem bestaat al jaren. Ik las gisteren dat u met aandrang een herevaluatie vraagt van die kinderopvanginitiatieven die de laatste tijd met het gerecht in aanraking zijn gekomen. Dat is natuurlijk een goede zaak, maar de vraag is dan weer hoe het komt dat dit nu pas gebeurt? Ik neem u dat niet kwalijk, voor alle duidelijkheid. Maar het is toch wel erg om vast te stellen dat er niet proactief gehandeld is. Er werden niet proactief vragen gesteld. Het is pas als men in de onderzoekscommissie komt getuigen, als het in de kranten heeft gestaan, dat er initiatief wordt genomen. Dat vind ik echt onbegrijpelijk. Als het gaat over de veiligheid van onze meest kwetsbaren, zeker van onze kleinste kinderen, die het zelf niet kunnen komen zeggen, dan moet altijd het voorzorgsprincipe gelden. Dat wil zeggen dat, als je ook maar enige twijfel hebt dat iets niet veilig zou zijn, je daar Zorginspectie op afstuurt, en dan zorg je dat je zeker bent dat het veilig is. Ouders moeten zeker zijn dat ze hun kinderen in de kinderopvang op een veilige manier kunnen afzetten. Kinderen moeten ook zeker zijn, als hun ouders in een woonzorgcentrum zijn, dat ze daar eten krijgen, verzorgd worden en veilig zijn. Minder mogen we echt niet verwachten in een welvarend Vlaanderen.
Daarom heb ik een simpele vraag, simpel als vraag, maar daarom nog niet in de praktijk: minister, hoe gaat u erop toezien dat er voortaan gehandhaafd wordt op die plaatsen waar er echt grote problemen zijn? (Applaus bij Vooruit en van Björn Rzoska)
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, ik las vandaag in de krant dat u een herevaluatie gaat maken van de probleemcrèches. Maar u weet wellicht dat er naast de kinderopvang ook een groot probleem bestaat in de ouderenzorg. In 2021 stonden er zes woonzorgcentra op de zwarte lijst, in januari van dit jaar waren het er twaalf, en vandaag zijn het er zeventien. Dat zijn woonzorgcentra waar grote gebreken zijn, die niet de nodige kwaliteit geven aan de mensen die daar wonen, en die soms al maanden op de zwarte lijst staan.
U weet dat de gemiddelde verblijfsduur ongeveer een jaar en negen maanden is.
Stel u voor dat u in zo’n woonzorgcentrum woont dat al die jaren op een zwarte lijst staat. Dat wil zeggen dat u jaren niet de kwaliteit van zorg krijgt die u nodig hebt. Uw voorganger, Wouter Beke, maakte een actieplan kinderopvang, met een opdrachthouder die de handhavingsprocedures onder de loep zou nemen en een extern comité dat de genomen beslissingen moest onderzoeken. Dat zijn maatregelen die eigenlijk ook in de ouderenzorg nodig zijn, want het loopt daar ook fout.
We hebben op 23 februari van dit jaar een voorstel van resolutie geschreven over de kwaliteit van de woonzorgcentra, maar zeventien woonzorgcentra op een zwarte lijst, minister, dat kan niet. Het doel moet nul zijn. Ik denk dat u daarmee akkoord gaat, maar mijn vraag aan u is: hoe gaat u ervoor zorgen dat er nul woonzorgcentra op de zwarte lijst staan? Hoe gaat u dat aanpakken? (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
Minister Crevits heeft het woord.
Bedankt, collega’s. Het lijkt net mijn eerste schooldag. Het is de eerste actuele vraag die ik beantwoord in mijn nieuwe bevoegdheid als Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Ik wil eerst en vooral zeggen dat ik jullie mening deel. De kwaliteit van een samenleving hangt een beetje af van de manier waarop met de allerkleinsten en de allerkwetsbaarsten omgegaan wordt. In die zin is het een heel belangrijk thema, een thema dat jullie – dat heb ik de voorbije periode al gemerkt – heel zorgzaam opvolgen. Sowieso zien we dat, zowel als het gaat over kinderopvang als over woonzorgcentra, er heel veel instellingen zijn die supergoed werken. Er zijn heel veel mensen die in zeer goede omstandigheden oud kunnen worden en heel goed verzorgd worden. Dat geldt ook voor de kindjes. Maar er zijn situaties waar dat niet het geval is. Dus is het echt van belang dat onze Vlaamse inspectie sterk, snel en goed kan optreden.
Wat de woonzorgcentra betreft, vind ik het een hele goede zaak dat sinds 1 maart – dat is nog niet lang – alle inspectieverslagen en ook alle dossiers waarin er een verhoogd toezicht is, openbaar staan. Onderschat de impact daarvan niet. Het betekent dat er ook ‘peer pressure’ is. Want als dat online staat en iedereen dat kan lezen, ontstaat de druk om het beter te doen. Dat is één. Twee, voor mij is het echt van belang dat in die situaties waarvan ik het liefst zou hebben, collega De Martelaer, dat er nul zijn, de inspectie op heel regelmatige tijdstippen gaat controleren. Je kunt trouwens nul situaties hebben omdat er niet gecontroleerd wordt en je kunt nul situaties hebben omdat alles perfect loopt. Dus het moeten er nul zijn in de tweede situatie.
Jullie hebben in een resolutie van 23 februari aan de minister gevraagd om de periodes waarin je in zo’n verhoogd toezicht zit, korter te maken en sneller te sanctioneren. Ik ben het daar absoluut mee eens. We hebben vandaag ook al een gesprek gehad om te kijken hoe we die regelgeving strakker kunnen maken. Hoe kunnen we er ook voor zorgen dat je niet, zoals u zei, een heel lange periode op die zwarte lijst – ik noem dat verhoogd toezicht – zit? Dat heeft het voordeel dat de inspectie vaker langsgaat, maar je kunt niet op die manier blijven sukkelen. Als dat binnen een bepaalde periode niet opgelost geraakt, moet er dus kordaat opgetreden worden.
Ik ga ook volledig akkoord met het voorzorgsprincipe, zowel in de kinderopvang als bij de zorg voor oudere mensen. Maar er zijn natuurlijk ook de rechten van verdediging als er klachten komen, dat moet ik hier ook zeggen. Ik heb ook een campagne rond de woonzorglijn gepland, om die veel bekender te maken, zodat mensen weten waar ze met hun klacht terechtkunnen. Voor mij zou het ook goed zijn dat er tevredenheidsmetingen komen, veel meer dan er vandaag zijn. Die moeten we, denk ik, ook wel in het leven roepen. Voor mij is het echt elementair dat elke klacht goed behandeld wordt en, als er zorgen zijn, dat er inderdaad uit voorzorg gehandeld wordt. Bij de oudere mensen is dat sowieso dat verhoogde toezicht, maar als blijkt dat in die periode van verhoogd toezicht niet voldoende actie ondernomen wordt, dan is er voor mij maar één oplossing: schorsen of voorzieningen sluiten. Ik ga er zelf ook heel consequent in zijn en ik zal ook vragen dat onze inspectie zeer consequent inspecteert, maar ook dat onze administratie consequent is in de maatregelen die ze – als dat nodig is – moeten nemen.
De heer Anaf heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw antwoord. U was gisteren niet in de commissie; u gaf aan dat u zich wou inlezen. Dat is uiteraard verstandig. Er is ook heel veel om te lezen op Welzijn. Na al die jaren cd&v op Welzijn zijn er heel grote uitdagingen.
Wij hebben ook gelezen. Naast de inspectieverslagen van degene die onder verscherpt toezicht staan, heb ik ook heel wat andere inspectieverslagen gelezen. In totaal al meer dan driehonderd en daar wordt men niet vrolijk van. Er zijn helaas heel veel woonzorgcentra waar dingen niet goed lopen. Daar is dus echt veel werk aan de winkel.
Het gaat voor alle duidelijkheid niet over alle woonzorgcentra, er zijn er die het heel goed doen. Er zijn echter ook een aantal cowboys en die moeten echt worden aangepakt, ook in het belang van de sector en van ons allemaal. Zij zorgen er immers voor dat de sector een slechte naam krijgt.
Het is goed dat u die kinderopvanginitiatieven opnieuw zult laten screenen. Ook de transparantie die wordt geboden is een goede zaak, maar de vraag is dan wat er daarna mee gebeurt. Zoals gezegd zijn de verslagen van Zorginspectie vaak heel duidelijk. De vraag is dan of u wel een streep durft te trekken, de hakken in het zand te zetten en effectief over te gaan tot een handhaving, en dat niet te laten aanslepen. Daar ging het in het verleden echt mis. Durft u wel echt te handhaven waar het nodig is?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, u verwees naar de inspectieverslagen. Het is goed dat die sinds maart openbaar zijn. Ik heb er ook al heel wat gelezen of proberen te lezen. Het zijn echt zakelijke verslagen en ze geven inzicht in wat de inspectie controleert, zoals de vraag of de personeelsinvulling beantwoordt aan de norm, de procedures rond medicatie, handhygiëne, zorgdossiers en dienstverlening. Er is ook een stukje observatie tijdens de inspectie bij.
Toch mis ik eerlijk gezegd nog wat. Hoe zit het bijvoorbeeld met de verbondenheid met de familie, de vrijwilligers en de buurt? Hoe gaat men om met bewonersinspraak? Hoe wordt die georganiseerd? Hoe evalueren bewoners zelf de kwaliteit van hun woonzorgcentrum? Dat vindt men niet terug in de inspectieverslagen.
Minister, u zult wellicht wel al gehoord hebben van TripAdvisor, Als u op vakantie gaat, kunt u dat invullen. Zou het niet goed zijn om de bewoners de kwaliteit van de zorg in de toekomst te laten evalueren via een systeem van ‘ZorgAdvisor’?
Mijn vraag is concreet: wat vindt u van dat voorstel?
Mevrouw Geerinckx heeft het woord.
Ik wilde even aanvullen. Het is inderdaad zo dat er een lijst is van voorzieningen met verhoogd toezicht. Het gaat over 17 woonzorgcentra van de ongeveer 820 voorzieningen in heel Vlaanderen. Dat zijn er inderdaad 17 met een zekere zorg, maar iedereen weet dat er ook een personeelstekort is. Op dit moment is dat echt wel een heet hangijzer. Men kan geen mensen produceren, zoals men mondmaskers of alcoholgel kan klaarmaken. We weten het allemaal: als interimkantoren verpleegkundigen weglokken met bedrijfswagens en allerlei leuke dingen, dan is het voor ons allemaal nog moeilijker om in onze voorzieningen de juiste mensen te kunnen aanwerven.
Uw voorganger, minister, heeft in een antwoord aan mijn voorganger, Lorin Parys, eigenlijk al eens gesteld dat er blijvend zal worden ingezet op een andere en betere normering voor de zorg. We zoeken naar een ander personeelskader en ook nieuwe profielen, die misschien mogelijk binnen de woonzorgcentra kunnen worden tewerkgesteld.
Daar wil ik met mijn vraag ook bij aansluiten: wanneer zal er zicht zijn op het onderzoek om tot een nieuw kader te komen, zodat we eventueel ook flexibeler te werk kunnen gaan om dit probleem op te lossen?
Tegelijkertijd wil ik toch ook inbrengen dat het heel vaak gaat over infrastructuur. Het kan allemaal wel zijn dat men heel snel wil ingrijpen, maar iedereen weet dat bouwen en infrastructurele aanpassingen eventjes duren. We willen toch verzoeken om die voorzieningen aan te pakken, maar ze ook de tijd geven om die infrastructurele noden aan te pakken.
Collega Geerinckx, proficiat met uw eerste tussenkomst, maar het mag de volgende keer iets korter, want u bent over uw tijd gegaan. Maar proficiat. (Applaus bij de meerderheid, Groen, Vooruit en de PVDA)
De heer De Reuse heeft het woord.
Er staan drie bijkomende woonzorgcentra onder verhoogd toezicht en het probleem is inderdaad niet nieuw. We hebben het er in de commissie al met de regelmaat van de klok over gehad. De oplossingen zijn niet direct in zicht.
Mijn eerste vraag is natuurlijk hoe het eigenlijk staat met die andere voorzieningen die al een tijdje onder verhoogd toezicht staan. Zijn de problemen daar al opgelost? Wordt daar de vinger aan de pols gehouden? Als we immers lezen welke argumenten de uitbaters aangrijpen om zich te verdedigen, dan ziet het er niet direct goed uit.
Ten eerste zijn er infrastructurele tekortkomingen. Dat zijn bijvoorbeeld onaangepaste traphallen, maar ook andere zaken die wel direct zouden moeten worden opgelost, zoals mensen die niet aan de alarmknop kunnen. Om die op te lossen zijn er natuurlijk al direct weer centen en Vlaamse middelen nodig.
Daarnaast is er ook het personeelstekort en ook daar is naast budget natuurlijk gekwalificeerde instroom nodig. Minister, ik dring erop aan dat u het verslag van de hoorzitting rond het personeelstekort in de zorg dringend ter hand neemt en aan de slag gaat. Ik denk immers dat we het daar allemaal over eens zijn: onze kwetsbare ouderen hebben overal recht op goede zorg.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, mensen die in een woonzorgcentrum gaan wonen, zijn allemaal mensen met een grote zorgnood. Ze zijn al heel kwetsbaar. Ze hebben recht op kwalitatieve en goede zorg. In veel woonzorgcentra geven de medewerkers die elke dag met hart en ziel. Dat weten we. Dat wil ik hier namens mijn fractie nog eens benadrukken. Spijtig genoeg zijn er hier en daar ook andere. We lazen deze week dat een aantal woonzorgcentra bijkomend onder verhoogd toezicht worden gesteld. Dat betekent dat er effectief controles gebeuren, dat de inspecties gebeuren. Belangrijk is dat we snel signalen herkennen wanneer het dreigt mis te lopen en er knipperlichten gaan branden.
We hebben hier in februari een resolutie goedgekeurd. U hebt ernaar verwezen, u hebt die al goed gelezen, en er zijn heel wat zaken in uitvoering. Wat er ook in stond, was om na te gaan op welke manier bewoners zelf ook impact kunnen hebben en dat we sneller inspectie sturen naar woonzorgcentra van een groep waarvan andere woonzorgcentra al onder verhoogd toezicht staan. Op welke manier wordt daar uitvoering aan gegeven?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, ik denk dat u gelijk hebt als u de vergelijking maakt met de kinderopvang. De manier waarop wij als samenleving met onze kwetsbaren omgaan, is een heel belangrijke maatstaf. Het zijn gelijkaardige problemen. Het gaat over een probleem van voldoende inspecties, kwalitatieve en regelmatige inspecties, goede handhaving, maar ook – u zei dat het een van uw speerpunten zou zijn – het personeelstekort. We hebben onlangs nog hoorzittingen gehad over twee conceptnota’s over de noodmaatregelen om meer handen aan het bed te krijgen. Ik hoop dat u daar heel snel werk van zult maken.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, het is belangrijk dat we overal goede kwaliteit van zorg kunnen garanderen voor alle ouderen, voor heel de samenleving. Daarmee is de lijst van verhoogd toezicht heel belangrijk. Jammer genoeg zien we die stilletjes aan groeien in plaats van inkrimpen. Enkele jaren geleden ging het over tien instellingen, vandaag staan zeventien woonzorgcentra en één assistentiewoning onder verhoogd toezicht. Ik maak me daar zorgen over.
Meer zorgen maak ik me als ik de lijst bekijk. We hebben ongeveer een derde openbare woonzorgcentra, een derde privé en een derde non-profit. Je zou verwachten dat die lijst een gelijke verdeling kent, dat is echter niet zo. In de lijst zien we meer commerciële centra dan vzw’s en openbare woonzorgcentra. Bovendien zijn die commerciële centra geen kleine familiebedrijfjes maar grote multinationals: vier van Orpea, drie van Korian en twee van Armenea. Het zijn groepen die ondertussen grote winsten maken. Bent u bereid om die grote commerciële groepen onder de loep te nemen en in te grijpen op die doorgedreven winstlogica?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, er is meteen bijna heel het gazon afgereden wat dit betreft. Eerst en vooral denk ik dat het belangrijk is om te onderstrepen hoeveel goede sterke inspanningen zoveel mensen in Vlaanderen doen om net te zorgen voor de meest kwetsbaren, voor de kleintjes en voor de ouderen. Dat staat buiten kijf. De zorg voor wat ze doen, hangt voor mij samen met een goede controle, goede inspectie en een strakke handleiding voor hoe het moet. Daar zijn nog wat stappen te zetten.
Sommigen zeggen hier dat het heel erg is dat we van tien naar zeventien gevallen van verhoogd toezicht gaan. Voor mij is dat echter een teken dat onze inspectie de zaken sterker onderzoekt. We hebben dat met hen doorgesproken. Hoe doen jullie dat? Hoe detecteer je risico’s? Hoe ga je te werk om net de juiste voorzieningen op het juiste moment te controleren? Hoe werk je samen met het agentschap? De inspectie staat aan de ene kant, maar het agentschap beslist uiteindelijk wat er zal gebeuren. Hoe koppel je naar elkaar terug? Daar kun je samen met de mensen – er worden nog drie extra inspecteurs aangeworven – heel sterk werk leveren. Dat is voor mij van belang.
Er is een resolutie goedgekeurd met aanbevelingen. Collega Schryvers, ik wil absoluut uitvoering geven aan wat u net voorstelde.
Collega De Martelaer zei: ‘U moet een TripAdvisor maken.’ TripAdvisor en zorgen voor de meest kwetsbaren? Dat is een woord dat ik niet zo graag heb. Maar ik ben het wel eens. Ik ga dat met de sector echt bespreken want ik weet hoe gevoelig dat ligt. Collega Anaf, ik moet me inlezen maar ook met de sector spreken. Ik vind het wel belangrijk dat mensen ook zelf hun sentimenten kunnen geven over hoe men dit ervaart en hoe de familie dit ervaart. Voor mij is het echt van belang dat we daar stappen voorwaarts in kunnen zetten. Dat kan trouwens voor onze administratie en onze inspectie een heel goede zaak zijn, ook als ze beslissen waar ze hun inspecties of controles gaan doen.
Collega Anaf, u nam het woord cowboy in de mond. Na vorige week durf ik dat niet meer te doen. U weet dat de cowboys graag geassocieerd worden met positieve sentimenten en niet met mensen die ergens weg moeten. Maar u hebt gelijk, zij die niet presteren moeten ofwel een herstelplan maken ofwel stoppen. Er is geen andere keuze. Zeker als het gaat over kinderopvang maar ook als het gaat over woonzorgcentra, moeten we samen toch eens goed onder de loep nemen op welk moment het voorzorgsprincipe er precies moet toe leiden dat je preventief in sommige situaties schorst en op welk moment dat niet het geval is. Je moet een goede afweging maken tussen wanneer men voldoende informatie heeft en wanneer men dat niet heeft. Ik begrijp dat jullie daar in de onderzoekscommissie een aantal voorstellen rond zullen doen. Maar voor de woonzorgcentra geldt eigenlijk dezelfde afweging die we moeten maken en moet dezelfde assertiviteit aan de dag worden gelegd. Collega's, als ik de keuze heb tussen kwantiteit en kwaliteit, dan denk ik dat niemand mij zal tegenspreken dat we hier radicaal moeten gaan voor kwaliteit.
Collega Geerinckx en nog een collega maakten de opmerking over de personeelstekorten. Collega's, die zijn er absoluut. Ik was een paar weken geleden nog minister van Werk. We hadden in mijn hoedanigheid van minister van Werk een plan om binnen enkele weken een grote actie te doen rond het aantrekken van mensen, ook in de zorg. Dat was samen met de minister van Welzijn. Ik ga ervan uit dat de nieuwe minister van Werk die actie ook nog zal doen. Maar als men mensen naar de zorg wil trekken, dan is het heel belangrijk dat die sentimenten rond zorg en hoe belangrijk zorgen voor een ander is, er ook zijn. Als zorg alleen maar gepercipieerd wordt als kommer en kwel, dan zal het heel moeilijk zijn om mensen te overtuigen om de stap te zetten. Ik zie in de zorg vandaag een beetje een gelijkaardige evolutie als in onderwijs. Mensen halen een diploma. Mensen stromen in. Maar na een aantal jaren stromen ze ook weer uit. Daar ligt een heel grote uitdaging, namelijk niet alleen nieuwe profielen binnenhalen maar ook zorgen dat mensen werkbaar aan de slag kunnen blijven in de sector. Die sector is bijzonder breed.
Op dit ogenblik is het al mogelijk om bijvoorbeeld logistiek assistenten te laten instromen. Er worden stappen gezet. Ik ben absoluut bereid om te kijken hoe we nog soepeler kunnen worden op dat vlak. Maar souplesse mag nooit een aanleiding zijn om in te grijpen op kwaliteit. Dus ook hier zullen we de juiste keuzes moeten maken.
Dus, collega's, veel, veel werk op de plank. Vooral ook wat nu naar buiten gekomen is en wat publiek is, namelijk die extra voorzieningen, is voor mij een teken dat men het assertiever aanpakt met onze inspectie. Ik vind het spijtig dat het aantal stijgt, maar het aantal stijgt dankzij doorgedreven en goede controles. Het is absoluut mijn bedoeling om die ingeslagen weg, die voor mij de goede weg is, consequent verder te zetten. (Applaus bij cd&v)
– Liesbeth Homans, voorzitter, treedt als voorzitter op.
De heer Anaf heeft het woord.
Dank u wel, minister. De reden waarom ik hier opnieuw sta en al vaak gestaan heb, is dat wij als Vooruit het nooit zullen aanvaarden dat de overheid er niet in slaagt om zorg te dragen voor de veiligheid van onze meest kwetsbaren, van onze ouderen en onze kleinste kinderen. Dat moet een gedeelde prioriteit zijn van ons allemaal hier. Waarom doen we anders aan politiek als we daar niet in slagen?
Ik ben hoopvol na uw antwoord. Maar de vraag zal natuurlijk zijn wat de resultaten zullen zijn. Dat zullen wij de volgende jaren heel consequent blijven opvolgen. Als u daar effectief een verandering in wilt brengen, dan zal Vooruit uw eerste partner zijn om daar zelfs vanuit de oppositie aan mee te werken. Daar mag u absoluut op rekenen.
Er zijn heel veel grote uitdagingen in Welzijn. De vraag is nu of er nog dingen gaan veranderen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik uw antwoord hoopgevend vond. Maar vorige week heeft minister-president Jambon in de plenaire vergadering heel duidelijk gezegd dat er niets gaat veranderen aan het regeerakkoord en dat de ingeslagen weg gewoon zal worden verdergezet. Dat zal ik niet aanvaarden. Wij zullen u blijven aanjagen om ook in het welzijnsbeleid de volgende jaren nog grote veranderingen te doen. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, Vlaanderen investeert op dit moment ruim 4 miljard euro aan ouderenzorg maar de zwarte lijst met woonzorgcentra groeit. Met andere woorden, de kwaliteit is niet oké. Als minister van Welzijn hebt u twee opties. U laat het een beetje op zijn beloop en het probleem wordt steeds groter, of u vat de koe bij de horens en u doet er iets aan. Uw antwoord is in die zin positief. Maar daarnaast komt er een tsunami van de vergrijzing op ons af, minister.
Verder doen zoals we nu bezig zijn, is echt geen optie. Er zijn radicale veranderingen nodig in de ouderenzorg. We hebben nood aan een groot en divers aanbod en aan combinaties van wonen en zorg. Daarnaast moet worden ingezet op betere werkomstandigheden en lonen en moet gebruik worden gemaakt van innovatieve zorgtechnologie en digitalisering. Minister, uw uitdaging is niet zomaar een beetje sleutelen aan de huidige systemen van de zorg maar de systemen die er nu zijn grondig herdenken. Ik wens u heel veel succes toe. (Applaus bij Groen en van Hannes Anaf)
De actuele vragen zijn afgehandeld.