Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Voorzitter, beste minister, beste collega’s, vandaag wil ik een beetje meer aandacht vragen voor mensen met een beperking. Het is bijna een jaar geleden, minister, dat u het zorginvesteringsplan hebt voorgesteld. Daarin kunnen we verschillende zaken lezen.
U hebt 117 miljoen euro uitgetrokken voor prioriteitengroep 1, dus diegenen met de dringendste zorgvraag die op de wachtlijst staan. De bedoeling was om die wachttijd terug te dringen tot achttien maanden. U hebt dat heel goed gedaan, want u hebt de wachttijd zelfs kunnen terugdringen tot twaalf maanden, waarvoor dank. Als ik goed ingelicht ben, zijn er voor 2022 nog geen budgetten vastgelegd voor prioriteitengroep 1, terwijl de Vlaamse Regering het besluit wel al heeft goedgekeurd. Hopelijk volgen dus ook deze budgetten snel en zal dat ook nog steeds kunnen binnen de twaalf maanden.
Maar, minister, uw werk is nog niet gedaan, want er staan heel veel mensen te wachten, niet alleen in prioriteitengroep 1. Zoals u weet, staat de grootste groep te wachten in prioriteitengroep 2 en 3. Over die prioriteitengroep 2 gaat mijn vraag vandaag. U kondigde aan in uw zorginvesteringsplan dat er een experiment zal komen met deelbudgetten. Wij hebben dat al heel vaak gehoord. Ik denk dat de eerste vraag hierover in de commissie door mezelf en door collega Vande Reyde werd gesteld in oktober 2021. We hebben het er ook al over gehad tijdens de begrotingsbesprekingen. Het kwam ook al aan bod bij de bespreking met het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), maar het blijft vaag. Er was 20 miljoen euro maar niemand weet wie er in aanmerking komt en vooral wanneer. Dat zijn dus mijn vragen. Er zouden 1150 mensen in aanmerking komen voor dit experiment. Wie zal dat juist zijn? Vooral: wanneer kan dit experiment eindelijk van start gaan?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, dank voor deze vraag en ook voor uw inleiding, want ik ben een beetje rapper dan aanvankelijk beloofd. We hadden inderdaad gezegd om binnen de achttien maanden die budgetten …, maar dat is voor diegenen die tot en met 31 december 2020 op de wachtlijst stonden sneller gebeurd. Wat prioriteitengroep 1 betreft, zullen de mensen met een datum van 1 april 2021 in mei aan de beurt komen. Dat zal dus inderdaad een dik jaar zijn. Daarmee houden we onze regie heel strak. De bedoeling van het VAPH, dat de methodiek uitgewerkt heeft, is om dit tempo voor de rest van de legislatuur te kunnen aanhouden, zeker die achttien maanden, misschien zelfs sneller.
Heel concreet als antwoord op uw vraag wat betreft prioriteitengroep 2: zoals u aangegeven hebt, hebben we daar inderdaad 20 miljoen euro voor uitgetrokken. We gaan een experiment opstarten voor mensen voor een persoonsvolgend budget (PVB) dat uitgerekend wordt voor diegenen die het langste wachten op de wachtlijst. Dat zal dus gedeeltelijk ter beschikking gesteld worden. We hebben dit besproken met alle stakeholders, die deze filosofie mee onderschreven hebben. De regelgeving daarvoor is klaar. We zullen dat nu ook voorleggen aan de bevoegde adviesorganen en dan aan de Vlaamse Regering.
De bedoeling van het experiment is om een aantal zaken na te gaan: om te kijken in welke mate deze terbeschikkingstellingen al tijdelijke of alternatieve oplossingen kunnen bieden, om ervoor te zorgen dat en te kijken in welke mate we de hoogste zorgnoden op dit ogenblik kunnen oplossen en om te kijken hoe dit budget door de gebruikers effectief ingezet zal worden. U spreekt over 1150. U zit er bijna op. Volgens de simulaties zou dit gaan over 1137 personen die in die prioriteitengroep zitten. U weet dat er ongeveer 4400 mensen in prioriteitengroep 2 zitten, waarvan 22 procent geen VAPH-ondersteuning heeft, maar 78 procent wel al een gedeeltelijke ondersteuning heeft. Dit is belangrijk om mee te geven om dit experiment mee te evalueren.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik heb belangrijke zaken gehoord. U zei dat de langst wachtenden eerst aan bod zullen komen. Dat is uiteraard zeer goed. Het belangrijkste dat ik gehoord heb, is dat u zegt dat de regelgeving klaarligt. Ook de prioriteitengroep 2, die daar al sinds 2016 op zit te wachten, die met de handen in het haar zit, zal zeer tevreden zijn dat dit vooruit zal gaan. Die 1150 had ik als antwoord gekregen op een schriftelijke vraag. Daar zal nog een beetje speling op gezeten hebben.
Maar we hebben al meerdere malen op tafel gelegd dat het voor ons ook zeer belangrijk is dat de juridische basis er moet zijn. U weet dat er heel wat mensen met een beperking de weg naar de rechtbank vinden. Wij vinden het zeer belangrijk dat dit experiment natuurlijk de juiste juridische vormgeving heeft. Kunt u daar nog verder toelichting over geven?
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, door de mensen in prioriteitengroep 1 te geven waar ze recht op hebben of hadden hebt u natuurlijk in één beweging de mensen uit prioriteitengroepen 2 en 3 de wacht aangezegd. U zou experimentjes opzetten voor de mensen uit prioriteitengroep 2. Voor de mensen uit prioriteitengroep 3 zult u herevalueren. Nochtans hebben die mensen evenveel recht op het beloofde en ook reeds toegezegde budget, want ook deze mensen ondervinden elke dag de nood voor zorg en wachten op de door u beloofde financiële tegemoetkoming om de broodnodige zorg in te kopen en natuurlijk ook te kunnen betalen. Wij dringen erop aan dat het deelbudget een eerste stap vormt naar de toekenning van het volledige budget, maar ook naar de uitbetaling ervan. Neem hier uw verantwoordelijkheid. Geef de mensen waar ze recht op hebben. U beloofde het hun tenslotte. Geef die mensen wat ze verdienen. Zorg ervoor dat niemand in de kou blijft staan. Toon daadkracht. Verras iedereen.
Collega Vande Reyde heeft het woord.
Collega’s, het zal jullie niet verbazen dat mijn hoofddoel hier in het parlement en in de politiek in het algemeen het wegwerken van die wachtlijsten voor mensen met een beperking is. Ik ben blij dat we daar de voorbije tweeënhalf jaar echt aanzienlijke stappen in hebben gezet. Het is al een paar keren gezegd: we hebben de wachtlijst voor prioriteitengroep 1 vrijwel volledig weggewerkt. Dat is een historische prestatie. Goed, er wordt wat meewarig over gedaan door de oppositie, maar ik vind dat toch wel iets wat voor heel veel mensen een heel gunstig effect heeft. Ik heb die mensen trouwens ook al vaak ontmoet de jongste weken. Die zijn daar heel blij mee.
Nu maken we werk van de prioriteitengroepen 2 en 3, en dat is ook een goede zaak. Daar is er ook nog veel werk op de plank. Minister, wat prioriteitengroep 2 betreft, is mijn vraag de volgende. Er wordt in dezen gewerkt met deelbudgetten, maar op lange termijn verwachten die mensen uiteraard eigenlijk het volledige zorgbudget: niet alleen waar ze recht op hebben, maar ook wat ze nodig hebben. Zal dat experiment er uiteindelijk toe leiden dat die mensen op termijn hun volledige budget wel krijgen?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, eind oktober van vorig jaar was er een nota in het raadgevend comité. U weet op basis van die nota dat er 4424 personen in prioriteitengroep 2 zaten. Om die mensen te kunnen helpen, had u een budget van 164 miljoen euro nodig. In uw begroting trok u slechts 20 miljoen euro uit. Dat is slechts een achtste van wat u nodig hebt. Ik haal uit de nota ook dat er 573 mensen met een handicap zijn die geen ondersteuning krijgen en een zeer hoge ondersteuningsnood hebben. U stelt nu een experiment voor om die mensen de helft van het budget te geven. Minister, met de helft van het budget kunnen mensen met een hoge ondersteuningsnood niet worden geholpen. Ik vraag me dus af of u vandaag niet opnieuw beloftes doet aan die mensen die u niet kunt waarmaken. U plaatst die mensen immers eigenlijk al jaren in een wachthok, zonder perspectief, met veel beloftes.
U weet dat ik een aantal personen met een handicap persoonlijk ken. De situatie van die mensen is: wachten, wachten, wachten. Nu hebt u een experiment met een deelbudget. Minister, wanneer gaat u over de brug komen met echte middelen om die mensen te helpen? (Applaus bij Groen en van Kim De Witte)
Mevrouw Jans heeft het woord.
We spreken hier inderdaad over mensen met een handicap, een belangrijk beleidsonderdeel van deze Vlaamse Regering. Dan hebben we het wat kil over prioriteitengroepen, maar dat is nu eenmaal de manier waarop we dit een beetje organiseren. Minister, het feit dat het vandaag gaat, in de commissie, maar ook vaak hier, over prioriteitengroep 2, is inderdaad voor een stuk de verdienste van u en deze regering, zoals collega Vande Reyde zegt. U hebt ervoor gezorgd, nadat er jarenlang over werd gesproken, dat de wachtlijst binnen prioriteitengroep 1 is weggewerkt. Dat is iets waarop u en uw collega’s in de regering wat ons betreft trots mogen zijn.
Dat neemt niet weg dat er ook mensen in prioriteitengroep 2 staan. U hebt het vernieuwende idee gelanceerd om te werken met deelbudgetten, dat wij ondersteunen. Onze bijkomende vraag is: op welke manier kunt u garanties bieden dat het aanvaarden van een deelbudget op termijn leidt naar een volwaardig budget, of het opkrikken van het budget naar de initiële vraag?
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, we vinden die wachtlijsten voor personen met een handicap allemaal een schande. De oplossing daarvoor is niet mensen hun zorgnoden zomaar uitgommen, besparen op zorg of mensen maar met een halve zwemvest het diepe in sturen, zoals nu gebeurt. Ik deel dus de bezorgdheid van collega Vande Reyde. Ik heb die ook al vaker uitgesproken. Het kan niet de bedoeling zijn dat, doordat men die mensen nu een half budget geeft, ze in de toekomst maar een stuk van hun zorgnood ingevuld zien. Dat is immers de realiteit. Die mensen hebben allemaal een objectieve inschaling doorlopen. Ze hebben een recht gekregen op die zorg, en ook op een zorgbudget. Dan is het aan ons om daarin te voorzien, opdat ze op een goede manier aan de samenleving zouden kunnen deelnemen.
We moeten echt oppassen met dat herverdelen van de schaarste, want mensen gaan echt in de problemen komen. Minister, ik heb één bijkomende vraag. Ik vond het heel opvallend wat u zei, dat het de mensen zijn die het langst op die wachtlijst staan die hiervoor in aanmerking zullen komen. Eerder zei u iets anders. Eerder was dat niet helemaal duidelijk: moesten mensen zich kandidaat stellen, of zou het ‘first come, first served’ zijn? Is dit nu een definitieve beslissing? Eerder was daar immers nog geen duidelijkheid over.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister Beke, het is goed dat u budget vrijmaakt voor die hoogste prioriteitengroep, maar de manier waarop u omgaat met de andere prioriteitengroepen, is niet oké. Ik wil toch nog eventjes zeggen dat het om 15.000 mensen gaat, die recht hebben op een volwaardig budget om ondersteuning te kunnen inkopen, om zo ten volle te kunnen participeren aan deze samenleving.
Het is onvoorstelbaar: die mensen moeten blijven bedelen en blijven wachten op geld, terwijl ze daar recht op hebben om te kunnen participeren in onze samenleving. Dat zegt niet de PVDA, dat zegt het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de Rechten van Personen met een Handicap. Het is niet oké dat u met kruimels afkomt voor prioriteitengroep 2. Zij krijgen nu tijdelijk een half budget, terwijl ze nood hebben aan en recht hebben op een volwaardig budget, jaar na jaar. En voor prioriteitengroep 3 is het nog triestiger. Zij krijgen enkel een bevraging. Die mensen hebben vandaag geen enkel perspectief. Gaat u een oplossing vinden voor dit probleem en gaat u die mensen het budget geven waar ze recht op hebben?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we met deze regering een nooit geziene inspanning doen voor personen met een handicap. In vergelijking met wat we in de vorige legislatuur hebben gedaan – en toen is er ook een aanzienlijke inspanning gedaan – is het bijna een verdubbeling van het budget, als u dat cumulatief optelt. We hebben daar vroeger in de commissies al over gesproken. Daarmee hebben we voor het eerst in de geschiedenis de mensen die wachten in prioriteitengroep 1 kunnen bedienen. De ambitie was om dat te doen in 18 maanden, het is zelfs sneller gebeurd. Dat is goed. Het is de bedoeling om dat tempo in deze legislatuur verder aan te houden.
Daarmee is het werk niet af. Er zijn ook nog de andere prioriteitengroepen. We hebben het vandaag over prioriteitengroep 2. Daar hebben wij budgetten voor voorzien en daar is vandaag een regelgeving voor klaar die wij in een apart besluit van de Vlaamse Regering (BVR), mevrouw van der Vloet, zullen gieten zodoende dat het juridisch voldoende is afgedekt. Wanneer u dit budget opneemt, zult u uiteraard recht blijven hebben op het volledige budget, ook in de toekomst. Als u om een of andere reden dat budget weigert, dan heeft dat daarvoor geen verdere repercussie. Ik denk dat het belangrijk is dat de mensen dat weten.
Ik zou toch even willen zeggen dat we deze regelgeving, dit experiment, deze oplossing gemaakt hebben in overleg met de stakeholders. Er zijn heel wat mensen – mantelzorgers bijvoorbeeld – die vragen om een deelbudget. Ze willen de zorg voor hun zoon, partner, dochter verder opnemen en met een deelbudget zouden ze al heel ver geraken. Dat is wat we doen. Dat betekent niet dat zij hun rechten in de toekomst niet meer kunnen laten gelden. Het betekent wel dat we intussen die hulp al aanbieden. Dit zal ook worden gemonitord. De ondersteuningsnoden zullen worden gemonitord, ook in het ondersteuningsplan en in het bestedingsplan. De bijstandsorganisaties zullen en kunnen daar in de toekomst hun rol in spelen. Dat is ook belangrijk om aan te geven.
Ik wil het volgende nog even zeggen. U had het daarstraks over 4000 mensen. Daarnet hoorde ik 15.000 mensen. In prioriteitengroep 2 gaat het over 4424 mensen om heel precies te zijn. Het gros daarvan heeft op de een of andere manier ook al ondersteuning: ofwel met een stukje budget, ofwel met rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH), ofwel op andere manieren. De indruk wekken dat er 4424 mensen totaal zonder hulp of ondersteuning zouden zitten klopt niet. Is het voldoende? Neen. Moeten we hier een extra bijkomende stap zetten? Jawel. Dat beantwoordt ook aan een aantal noden die erkend worden door de sector. Het consortium van gebruikers en ook van werkgevers zegt: laat ons hiermee van start gaan en laat ons lessen en lering trekken uit de evolutie. Ik denk dat we met een open geest moeten durven kijken hoe dat evolueert om dan de resultaten te bekijken en waar er desgevallend bijsturingen nodig zijn.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor de bijkomende antwoorden. Datgene waarmee u bent geëindigd is zeer belangrijk. Het experiment moet voldoende worden geëvalueerd en voldoende opgevolgd. We gaan kijken wat die mensen met hun deelbudget gaan doen. Gaan er veranderingen komen in de sector, wel of niet? Dat is een zeer belangrijk iets.
U zegt dat de regelgeving klaar is. Ik krijg daarover heel veel mails en vragen van mensen. Zij komen vaak niet tot in Brussel, want vaak kunnen zij dat niet. Daarom is het toch wel heel belangrijk, minister, dat er voor deze doelgroep, prioriteitengroep 2, duidelijke communicatie komt. Ik hoop dat dat nog voor de zomer kan, zodat ze snel van start kunnen gaan. Zij staan tenslotte al te wachten sinds 2016. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.