Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de niet-indexering van de kinderbijslag
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Beke en minister Diependaele.
De heer Anaf heeft het woord.
Ik had mijn vraag voorbereid voor minister Beke, maar ik wil ze gerust aan de beide ministers stellen.
Want heren ministers, een half jaar geleden hebben jullie beslist om te gaan besparen op de indexering van het groeipakket. En nu, nu alle gezinnen hun facturen door het dak zien gaan, nu zelfs gezinnen die het nooit hadden verwacht overal in Vlaanderen moeten gaan aankloppen bij OCMW's, zetten jullie die besparing op de gezinsbudgetten toch voort, op kop van onze kinderen.
Wij protesteerden daar in september al heel hevig tegen. Want er lagen heel wat voorstellen op tafel om het groeipakket nog beter in te zetten in de strijd tegen kinderarmoede. En wat deden jullie? Jullie veegden al die voorstellen van tafel en gingen voor een platte besparing op het groeipakket.
Minister Beke, de motivatie toen was: “We stellen vandaag vast dat de levensduurte minder snel stijgt dan verwacht.” Dat was toen de motivatie: “We stellen vandaag vast dat de levensduurte minder snel stijgt dan verwacht.”
Ik heb dit een paar weken geleden al gezegd: als de context enorm verandert en als de inflatie door het dak gaat, is het geen schande om een slechte vergissing uit het verleden terug te draaien en een betere beslissing te nemen. Het leek alsof u er, na heel veel druk van ons, maar ook van onder andere de Gezinsbond, mee akkoord ging. U zou het terug op tafel leggen in de begrotingscontrole om de besparing terug te draaien. Uw voorzitter, Joachim Coens, ging zelfs wat in overdrive en zou er echt een breukpunt van maken om de kinderbijslag opnieuw te laten stijgen want CD&V wilde opnieuw een gezinspartij worden. Blijkbaar was dat allemaal maar om te lachen en niet zo belangrijk.
Terwijl de Federale Regering tal van maatregelen probeert te nemen om de koopkracht op peil te houden en de koppeling van de lonen aan de index constant behoudt, heeft deze Vlaamse Regering andere manieren om naar de index te kijken. De index wordt wel consequent toegepast als het gaat om wat de mensen moeten betalen, als het gaat over de bijdrage voor de zorgverzekering en de dagprijzen voor de woonzorgcentra. Maar als het gaat over waar de mensen recht op hebben en waar ze nood aan hebben om hun zorg te betalen en om gezinsbudget te laten kloppen, dan is er geen sprake van de index.
Ik heb een heel eenvoudige vraag, minister Beke: waar is die zogenaamde gezinspartij nu? Waarom houdt u vast aan die besparing op kinderen? (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Alle prijzen stijgen, beste ministers. Het leven wordt een pak duurder en gezinnen hebben het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Maar wat doet deze Vlaamse Regering? Ze bespaart op de kinderbijslag. De prijzen gaan met 8 procent omhoog, maar ze heeft de kinderbijslag geblokkeerd op 1 procent. Dat is onbegrijpelijk, vooral voor u, minister Beke, vooral voor CD&V. Zowel u als uw partijvoorzitter Joachim Coens beloofden dat op de tafel van de Vlaamse Regering te leggen. Dat is een terechte vraag en jullie zouden ervoor zorgen dat de kinderbijslag toch geïndexeerd zou worden.
Wat blijkt nu? De Vlaamse Regering vindt dat blijkbaar niet nodig. Er zijn geen centen. Jullie weten even goed als ik dat de Vlaamse Regering ondertussen ook verdient aan die hoge inflatie. Jullie inkomsten stijgen, maar jullie zijn niet van plan om tegemoet te komen aan de noden van de gezinnen. Alle prijzen stijgen vandaag, zoals die van benzine, van de winkelkar, van de huur en van verzekeringen, maar de kinderbijslag gaan jullie blokkeren. Denken jullie dat de prijs van het eten voor de kinderen niet gestegen is, dat de benzine waarmee je hen naar het voetbal brengt, niet stijgt in prijs of dat kinderen geen verwarming en geen internet nodig hebben? Die prijzen en facturen stijgen vandaag. Het is niet meer dan logisch dat de kinderbijslag mee stijgt.
Bij de splitsing van de kinderbijslag was het idee ‘wat Vlaanderen zelf doet, doet het beter’. De kinderbijslag was een vette vis die de Vlaamse Regering kon binnenhalen. Vandaag schiet er niet veel meer over dan een paar graten. Het blijkt de favoriete besparingspost van deze Vlaamse Regering. Sinds jullie aantreden kost jullie beleid de gezinnen 200 euro per kind per jaar. Dat gebeurt er als Vlaanderen het zelf doet.
Mijn vraag is: zullen jullie die besparing op de kinderbijslag terugdraaien en ervoor zorgen dat de koopkracht van de gezinnen wordt bewaard? (Applaus van Jos D'Haese en Hannelore Goeman)
Minister Diependaele heeft het woord.
De concrete vragen over de kinderbijslag laat ik over aan collega Beke. Maar het is goed om te duiden wat we precies beslist hebben met betrekking tot de begrotingsaanpassing 2022. Dat is trouwens volledig in lijn met de afspraak die we hebben met het parlement. Het is alleen een technische bijstelling. Ik kan u in een kort bestek het resultaat geven: we blijven zitten op een tekort van 2,2 miljard euro, inclusief onder andere de coronaprovisie en nog een paar zaken.
Ik vertel u geen geheim als ik u zeg dat zowat elke minister beleid wil voeren. Ook ik heb een paar beleidsdomeinen waarvoor ik nieuwe initiatieven wil nemen, en daarvoor heb je centen nodig. Er zijn nog heel wat noden in Vlaanderen, maar de middelen zijn nu eenmaal beperkt. We moeten het daarmee doen. We gaan er in dit parlement soms van uit – die indruk krijg ik toch van voornamelijk de linkerkant – dat die begroting een grote zak geld is die onuitputtelijk is en waar we maar uit kunnen graaien. Die begroting bestaat evengoed uit de centen van de mensen. De schulden die we vandaag maken, zijn de belastingen van morgen. Die begroting is niet onuitputtelijk en de middelen zijn beperkt.
Nu, we hebben om die reden afgesproken dat we tijdens de begrotingsopmaak 2023, die we in september zullen doen, zullen kijken welke prioriteiten we kunnen geven aan de uitgaven. Op dat moment gaan we een duidelijker zicht hebben op de precieze gevolgen van de crisissen waar we vandaag mee worden geconfronteerd. De noden in Vlaanderen gaan we niet allemaal onmiddellijk kunnen oplossen. Maar bij de begrotingsopmaak 2023 moeten we de oefening maken waar we als eerste willen op ingrijpen. Ik ben er wel van overtuigd dat het in het grootste belang is van de mensen zelf dat we opnieuw naar een financieel gezond beleid sturen. Op lange termijn zal terugsturen naar een gezond financieel beleid net in het belang van die mensen zijn voor wie jullie menen op te komen.
Dan zijn de resterende twee minuten voor minister Beke.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, collega Anaf, als u het hebt over de koopkracht voor de gewone gezinnen: daar heeft de federale overheid maatregelen voor gedaan. Dat is een heel goede zaak. De Vlaamse overheid heeft daar ook beslissingen voor genomen. U hebt de jobbonus niet vermeld, maar dat levert gezinnen met een inkomen van maximum 2500 euro per maand, jaarlijks 600 euro op. Dus, als u die balans maakt, maak ze dan volledig, dat zou correct zijn. Dat is het eerste.
Ten tweede hebt u het over maatregelen in verband met het groeipakket. Die maatregelen hebben we inderdaad beslist in september 2021. Dat is geen besparing, maar een stijging van 1 procent in plaats van 2 procent. Die zou ingaan in oktober 2022. Niet nu, maar in oktober. U weet dat de sociale toeslagen geïndexeerd blijven. Dus hebben we bij de begrotingsaanpassing inderdaad voorstellen op tafel gelegd. Die blijven op tafel liggen en die zullen, zoals collega Diependaele gezegd heeft, ook bij de begrotingsbesprekingen in het najaar, opnieuw op tafel komen en besproken worden.
Het groeipakket had ook een impact op de begrotingsaanpassingen. Er is 34 miljoen euro bij deze begrotingsaanpassing bij gekomen door het groter aantal kinderen dat er is bij gekomen en door het feit dat er ook meer sociale toeslagen onder de bestaande categorieën van kinderen moeten vallen. Er komt nu dus 34 miljoen euro bij het groeipakket. Er komt ook 25 miljoen euro bij het zorgbudget – maar dat was niet uw vraag – wegens de stijgende zorgbehoeften. Dat is de begrotingsaanpassing. Dat is een technische operatie geweest. Dat is ook hetgeen hier in het parlement in de betroffen commissie is besproken. We zullen onze voorstellen – ook onze partij zal dat doen – bij de begrotingsbesprekingen in september 2022 aan bod brengen. Waar u het over hebt is een maatregel die ingaat vanaf oktober 2022.
Mevrouw Vandecasteele, u maakt het proces van de vroegere kinderbijslag en het hedendaagse groeipakket. Die discussie hebben we hier al heel vaak gevoerd. Ik zou u toch willen vragen om daar een beetje eerlijk in te zijn. In de vroegere kinderbijslag kregen 175.000 kinderen die sociale toeslag. Sinds het Vlaamse groeipakket geregionaliseerd is, gaat het over 400.000 kinderen. Het budget van de sociale toeslagen is verveelvoudigd in vergelijking met het oude kinderbijslagsysteem om die 400.000 kinderen te kunnen financieren. Dat zijn keuzes die gemaakt zijn. Ik snap niet goed, zeker niet vanuit de Partij van de Arbeid die dat zogezegd belangrijk vindt, dat u zegt dat de oude kinderbijslagsysteemregeling beter zou zijn dan het nieuwe groeipakket. Dat moet u dan maar eens zeggen aan die 225.000 kinderen die daar vandaag wel onder vallen en in het oude systeem niet.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister Diependaele, eerst en vooral: op het moment dat tijdens de coronacrisis onze bedrijven en onze ondernemingen het moeilijk hadden hebben we ze massaal gesteund. Dat was ook terecht. Op dit moment, bij deze inflatie waarbij we zien dat onze gezinnen het moeilijk hebben, gaat het uitgesteld worden. Eerst werd het uitgesteld naar de begrotingscontrole, nu naar de begroting volgend jaar. Dan gaan we nog eens zien wat we eraan kunnen doen.
Minister Beke, u kunt met een warrige uitleg proberen om iets uit te leggen, maar de realiteit is dat u bakzeil hebt gehaald.
Ik vraag mij zelfs af of u dat tijdens de begrotingscontrole wel op tafel gelegd hebt, en hoe het komt dat u dat niet hebt gehaald. U zegt ‘dat gaat pas in oktober in, en we gaan dat in september bespreken tijdens de begroting’. Alsof die begroting dat plots zal ingaan. Het is nu, tijdens de begrotingscontrole, dat u dat had moeten regelen, zodat u die besparing had kunnen tegenhouden. Want het is wél een besparing, laat ons eerlijk zijn. Nu zal dat ten vroegste kunnen ingaan vanaf januari 2023. Eerlijk gezegd, ik heb er bijzonder weinig vertrouwen in dat u dan wel iets gaat binnenhalen. Ik denk dat er hier in het parlement heel weinig mensen zitten – en hier buiten zeker – die daar wel nog vertrouwen in hebben. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister Beke, ik schrik van uw reactie. U hebt de vorige keer wel gezegd dat u het een terechte vraag vond over waarom de kinderbijslag niet geïndexeerd wordt. Ik lees, letterlijk, van Joachim Coens op Twitter: een terechte vraag van de Gezinsbond dat het groeipakket mee moet evolueren, ook moet stijgen. Dat is een meer dan terechte vraag, minister Beke, want de prijzen stijgen vandaag. Ik hoor u zeggen dat het geen besparing is, en dat we onze begroting ook op orde moeten houden. Maar, minister Beke, de gezinnen gaan vandaag wel in het rood. Die mensen zitten vandaag, bij mij in de raadpleging, met tranen in de ogen, en ze zeggen dat ze het niet meer rond krijgen, alle prijzen stijgen en zij krijgen het niet meer rond. Ondertussen zitten jullie doodleuk te zeggen dat het niet gaat over besparingen, dat het allemaal wel in orde komt, dat we vooral moeten letten op onze eigen begroting. Dat is wel de situatie vandaag. Maar goed, als jullie de kinderbijslag niet indexeren, dan maken wij een amendement op de begroting, want het is maar normaal dat als de prijzen stijgen, de kinderbijslag mee stijgt.
Minister Beke, ik vind het ongelooflijk dat u blijft geloven dat dit groeipakket socialer is of meer impact heeft op de armoede dan de vorige kinderbijslag. Alle experten zeggen dat het een fabel is dat het groeipakket beter herverdeelt. Dat doet het vandaag niet. U zegt dat u meer sociale toeslagen geeft, maar ondertussen bespaart u op de leeftijdstoeslagen. Waar staat u vandaag met uw beloften om de kinderbijslag te indexeren?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik hoor het u graag zeggen dat u een amendement zult indienen en dat het dan geregeld is. Dat is natuurlijk langs de uitgavenkant. Ik kan me inbeelden dat sommigen niet wakker liggen van de inkomstenkant, van waar de middelen moeten komen. Dat is net het verschil, denk ik, tussen goed beleid voeren en de mensen blaasjes wijsmaken. Want het is zoals minister Diependaele zegt en zoals minister Beke ook weet: we hebben ook andere uitdagingen. Ik denk aan een aantal wachtlijsten in de zorg, maar ik kijk ook naar scholen die zeggen dat ze aankijken tegen de hogere indexen. Ik zie ook gemeentebesturen die zich zorgen maken over de betaalbaarheid van de begroting. Het zijn die zaken, collega’s, die allemaal samen moeten worden bekeken. Daar gaat het over.
Doe nu niet alsof, van ‘wij kunnen dat wel’. Je vergeet dan natuurlijk dat er een put wordt gegraven. Dat lijkt me geen goed idee, zo’n put. Kijk naar de overkant van de straat, tot waar dat ons geleid heeft. Daar wordt de Vlaming, en in dat geval de Belg, in elk geval niet beter van.
Minister, we kijken uit naar alle voorstellen die op tafel komen, en wat daarin zal beslist worden.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, de vorige keer dat die besparing hier ter sprake kwam zei u, net als wij allemaal trouwens, dat u zich zorgen maakte over de stijgende prijzen. U koos toen voor de vlucht vooruit, deze keer wel gesteund door uw voorzitter, en u zou een voorstel tot oplossing op de tafel van de Vlaamse Regering leggen. Ondertussen weten we weer waar u staat. De besparing op de kinderbijslag blijft overeind, de jaarlijkse vooropgestelde halvering blijft, ondanks de ontsporende inflatie. Als we pleiten voor een gezonde gezinspolitiek, dan moeten we alle instrumenten die we voorhanden hebben efficiënt en volledig inzetten. We moeten investeren in onze kinderen. Dat is een investering in hun – maar ook onze – toekomst. Uiteraard kan dat door hen goed onderwijs te geven, door jeugdsport te promoten, door te voorzien in een goede gezondheidszorg, maar ook door de essentiële financiële tussenkomst in de vorm van het groeipakket volledig te vrijwaren van besparingen, zoals u die doet. Dat lukt ons inziens toch het best door het groeipakket opnieuw te koppelen aan de index. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, de voorbije jaren lag de aanpassing van de bedragen van het Groeipakket hoger dan de reële stijging van de levensduurte. Ik wil daar toch even op wijzen, want dat is hier niet gezegd. Momenteel zitten we echter inderdaad in een andere situatie, met de huidige inflatiecijfers. Ik kan jullie heel duidelijk zeggen: voor CD&V moet de indexering als prioriteit op tafel komen bij de komende begrotingsbesprekingen. Daarnaast wensen we ook dat de komende periode wordt bekeken wat er vanuit het Groeipakket kan worden gedaan om de financieel meest kwetsbare gezinnen bijkomend te ondersteunen, zoals dat ook is goedgekeurd in een resolutie, hier in het Vlaams Parlement, vorige zomer na de evaluatie van het Groeipakket.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Ministers, bij politieke discussies werd vroeger altijd gezegd: ‘Wat Vlaanderen doet, gaan we beter doen.’ Met de zesde staatshervorming kwam de kinderbijslag naar Vlaanderen. Waar de kinderbijslag vroeger altijd mee geïndexeerd werd, zijn we toen eigenlijk al begonnen met een indexsprong. Nadien hebben we jaarlijks de index vastgeklikt in september, en nu gaan we besparen.
Dat is mijn enige concrete vraag: is dat de manier waarop wij bewijzen dat we het beter doen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik zal het zeer kort houden maar ik wil toch wel even ingaan op de vraag van collega De Martelaer. Ik wil dat doen met facts and figures, niet met holle slogans. In de oude kinderbijslag was 193 miljoen euro inkomensgerelateerd, de sociale component. In het Vlaamse Groeipakket is 360 miljoen euro inkomensgerelateerd. (Opmerkingen van Jos D’Haese)
360 miljoen euro. Nu kan men discussiëren over de vraag of dat niet meer moet zijn. Dat zou ik inderdaad kunnen verwachten van een aantal partijen, die zeggen dat ze eigenlijk meer zouden willen naar inkomensgerelateerdheid en naar sociale toeslagen. Dat is een oprechte, terechte, volwassen en eerlijke discussie.
Maar zeggen dat er wordt bespaard en dat het vroeger beter was dan nu het geval is, dat is gewoon niet waar. Dat is niet juist. Als er in het vroegere systeem 190 miljoen euro van de sociale toeslagen inkomensgerelateerd was en vandaag 360 miljoen euro, dan kunt u die stelling niet handhaven. We kunnen de discussie voeren of dat voldoende inkomensherverdelend is. In het vroegere systeem was het 5 procent, nu is het bijna 10 procent, moet dat meer of minder worden? Dat zijn allemaal discussies die we hier kunnen voeren, maar laat ons die wel op een eerlijke en correcte manier voeren. Dat is een.
Ten tweede, wij hebben een voorstel op tafel gelegd, dat ligt op de tafel en zal ook bij de begrotingsbesprekingen van 2023 op tafel liggen. Als minister van Gezin, maar ook van Armoedebestrijding, vind ik dat, en vinden wij dat met z’n allen in de CD&V, een belangrijk element. Die discussie zullen we op dat ogenblik voeren.
De heer Anaf heeft het woord.
Eerst en vooral, minister, voor de zoveelste keer: u weet – of u zou moeten weten – dat het effect van de extra sociale toeslagen gecompenseerd wordt door het feit dat de rang- en leeftijdstoeslagen zijn afgeschaft, alle experten geven dat ook aan. Als u een eerlijk debat wilt voeren, moet u dat ook eerlijk zeggen. Laat het ons inderdaad bij de feiten houden, daar vraagt u naar. Het feit is dat u gaat besparen op de indexering van de kinderbijslag. Feit twee: u hebt dat gemotiveerd door te zeggen dat de levensduurte minder stijgt dan verwacht. Ondertussen, feit drie, wordt de inflatie torenhoog. Feit vier: uzelf en uw voorzitter hebben aangegeven dat het een breekpunt is voor jullie, dat jullie het bij de begrotingscontrole opnieuw op tafel zullen leggen. Feit vijf: daar is niks van te zien. En dan zegt u: “We gaan dat bij de volgende begrotingsbesprekingen opnieuw op tafel leggen.” Ik geloof er juist niets meer van.
Ik vraag me echt af: vindt u uzelf echt nog een gezinspartij? Ik heb het u al een keer gezegd: bij uw titel als minister staat ‘Armoedebestrijding’, dat mag u gerust weglaten, want daar gebeurt niets. Ik denk dat u ‘Gezin’ ook best schrapt. (Applaus bij Vooruit en de PVDA)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, ik vind het redelijk onwaarschijnlijk. We hebben hier hoorzittingen, we vragen experten en er is zelfs een federaal planbureau over gegaan. Iedereen zegt dat de impact op de herverdeling, de impact op het sociaal karakter van de kinderbijslag, ten opzichte van de vorige kinderbijslag, nul is.
De splitsing van de kinderbijslag heeft daarbij niets, maar dan ook niets bijgedragen. U kunt hier zeggen dat we meer sociale toeslagen geven, maar ondertussen bespaart u op de rangtoeslagen en op de leeftijdstoeslagen en daarmee is het effect voor de gezinnen nul. Ik vraag me af wat wij hier soms aan het doen zijn als u zelfs dat vandaag niet snapt.
U maakt dan een nieuwe belofte. U hebt de belofte gemaakt om dat niet bij de regering neer te leggen, maar om dat op tafel te leggen. Blijkbaar is het niet gelukt, ik weet niet waarom, maar het is niet gelukt. Nu gaat u opnieuw een belofte maken: ‘Oké, we gaan het bij de volgende begrotingsbespreking nog eens bespreken en op tafel leggen.’ Minister Beke, de gezinnen hebben vandaag hogere facturen, ze hebben vandaag hogere kosten, ook voor de kinderen, voor de huur, voor de naft, voor het internet, alle kosten stijgen vandaag. Dan moeten vandaag die prijzen stijgen. Het wordt tijd dat u in de plaats van praatjes te maken ook een beetje daadkracht toont. (Applaus van Jos D'Haese, Björn Rzoska en Hannelore Goeman)
De actuele vragen zijn afgehandeld.