Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Gucht heeft het woord.
Tijdens de radiobulletins van Radio 1, Radio 2, StuBru, Klara en MNM werd op maandag 18 april bericht over de prijsstijging van warme maaltijden in het GO!- onderwijs. De leverancier kondigt aan een prijsverhoging van 10 procent door te voeren. Ouders van wie de kinderen naar school gaan in de GO!-scholengroep van Brussel kregen al een bericht van de leverancier. Deze prijsverhoging zal onmiddellijk ingaan. Ook de scholengroep Stroom in West-Vlaanderen kreeg bericht van de leverancier, waarbij de verhoging werd verantwoord door een stijging in de foodcost, de prijs van inpakmateriaal, van vervoer en dergelijke meer. Scholengroep Stroom overweegt weliswaar nog om de verhoging uit te stellen tot het begin van volgend schooljaar, om te vermijden dat ouders in een financieel moeilijke situatie zouden afhaken.
Hoewel het belang van warme en gezonde schoolmaaltijden steeds nadrukkelijker wordt erkend en beklemtoond, daalt het aantal scholen in Vlaanderen dat nog warme maaltijden voorziet voor hun leerlingen. De coronacrisis en de oorlog in Oekraïne lijken ervoor te zorgen dat die neerwaartse trend in een stroomversnelling terechtkomt. Vaak is echter net die warme schoolmaaltijd de enige warme maaltijd van de dag die kinderen krijgen.
Mijn vraag aan u is dan ook heel eenvoudig, minister: welke acties zult u ondernemen om te garanderen dat kinderen, onder wie kinderen in armoede of sociale uitsluiting, nog dagelijks een warme en gezonde schoolmaaltijd krijgen, zonder dat de ouders in armoede of sociale uitsluiting, of de school voor de kosten moeten opdraaien?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb me eerst eens bevraagd om na te gaan of er sprake is van een algemene trend of dat het louter een specifiek geval is. Bij de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG) zegt men dat ze daaromtrent nog geen signalen hebben gekregen. Bij Katholiek Onderwijs Vlaanderen verwijst men naar de lopende contracten, waar ook vaste prijsafspraken gemaakt zijn. Daar is wel één leverancier die gevraagd heeft om toch enige flexibiliteit aan de dag te leggen en mogelijk en cours de route al een herziening van de prijzen door te voeren.
Uiteraard zal die problematiek zich wel aandienen, want is het evident dat ook leveranciers van warme maatlijden geconfronteerd worden met prijsstijgingen, zoals de stijging van de prijzen voor transport. Men vraagt daar een beetje flexibiliteit, net zoals de scholen in coronatijden ook wat flexibiliteit vroegen. Herinnert u zich dat alle warme maaltijden op een bepaald moment werden afgezegd? Die leveranciers zijn toen ook verstoken gebleven van leveringen.
Maar goed, de vraag is: wie moet wanneer en hoe ingrijpen in het geval van flagrante prijsstijgingen waardoor het onbetaalbaar wordt? Daar wil ik toch duidelijk over zijn: de kerntaak van scholen is lesgeven. We mogen niet alle maatschappelijke en sociale problemen en de aanpak daarvan op de scholen afschuiven. In eerste instantie ligt de verantwoordelijkheid volgens mij bij de ouders, om ervoor te zorgen dat kinderen een gezonde maaltijd meekrijgen. Ten tweede, wanneer de betrokken ouders financieel niet in staat zijn om dat te garanderen, lijkt het mij in eerste instantie een verantwoordelijkheid te zijn van een welzijnsbeleid, en zeker van een lokaal welzijnsbeleid.
Ik kan straks in de repliek misschien aanduiden welke initiatieven we allemaal al hebben genomen en wat er allemaal nog loopt, maar u vraagt natuurlijk: wat zou je nog extra kunnen doen? Wat mij daarom belangrijk lijkt, is dat we de scholen wat richtlijnen meegeven. Een draaiboek met goede praktijken: hoe kunnen we ons wenden tot het lokale sociaal beleid, welke initiatieven kunnen we zelf nemen? Een goede praktijk die bijvoorbeeld bestaat is een soort solidariteitsfonds: een beetje meer geld vragen aan diegenen die iets welstellender zijn, in alle wetenschap en met correcte afspraken, om ervoor te zorgen dat je iets betaalbaar maakt voor anderen. Dat vind ik dus wel een zinvol initiatief in de aanpak van deze problematiek.
De heer De Gucht heeft het woord.
Minister, ik graag gewild dat we zoals daarjuist, toen iedereen op dezelfde lijn zat, langs een bepaalde lijn overeen konden komen, maar de realiteit is anders. Natuurlijk is de kerntaak van het onderwijs les te geven. Maar de kerntaak is ook om aan elk kind de mogelijkheid te geven om die lessen op een goede manier te volgen. Het aantal lege brooddozen stijgt elk jaar. De realiteit is dat heel weinig jongeren een gezonde warme maaltijd krijgen. Dat is inderdaad de verantwoordelijkheid van de ouders.
Op welke manier zullen we nu omgaan met ouders die die verantwoordelijkheid naast zich neerleggen? Is het dan: wij moeten vanuit de overheid gewoon lesgeven? Of is dat: hoe kunnen we ervoor zorgen dat elk kind evenveel kansen krijgt binnen dat onderwijs? Een van die zaken, en dat is ook door Europa naar voren geschoven, is ervoor te zorgen dat elk kind een gezonde warme maaltijd krijgt, en dat degenen die door sociaal-economisch moeilijke omstandigheden getroffen worden, een gratis warme schoolmaaltijd krijgen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, we hebben het er al vaker over gehad: in het Vlaanderen van Jan Jambon gaan de rusthuisprijzen omhoog, gaan de huurprijzen omhoog, en nu gaan de prijzen voor warme maaltijden op school omhoog of dreigen ze dat te doen, in elk geval in een aantal scholen. Maar u zegt zelf dat het ook op andere plaatsen gaat gebeuren, en het gaat van kwaad naar erger. We zien dat een heel aantal scholen het aanbod van warme maaltijden afbouwt, en nu dreigt het ook duurder te worden.
Ik hoop, minister, dat u ook de verhalen hoort die ik hoor van directies, CLB-medewerkers en leerkrachten, over kinderen die met niet meer dan een stuk chocolade of een koude kebab van de avond tevoren naar school komen, terwijl we het erover eens zijn – hoop ik toch – dat je op een lege maag niet kunt leren. Voor Vooruit is het duidelijk dat elk kind recht heeft op een gezonde, betaalbare maaltijd op school.
Ik kan alleen maar vaststellen dat de heer De Gucht het daarmee eens is als ik zijn conceptnota lees, en dat hij ook vindt dat de Vlaamse Regering – en u, minister – daar een verantwoordelijkheid in heeft, en dat het niet opgaat om het gewoon weer af te schuiven op de scholen, die zich dan maar weer op caritas moeten beroepen. Minister, wat gaat u doen om uitvoering te geven aan de vraag van uw coalitiepartner Open Vld?
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Niemand hier betwist dat gezonde maaltijden belangrijk zijn voor onze schoolgaande jeugd, ook mijn fractie niet. De Vlaamse Regering doet heel wat inspanningen inzake het stimuleren van een kostenbeheersend beleid op school. Maar, beste collega’s, ik deel de mening van de minister hier: wij vinden dat het aanbieden van warme maaltijden op school niet tot de kerntaken van het onderwijs behoort. Inderdaad, de ouders hebben hier een verantwoordelijkheid. Als er problemen zijn, is er een rol weggelegd voor de lokale besturen. Zij zijn het best geplaatst om in te spelen op lokale noden, met het OCMW als regisseur. Er bestaan al heel wat goede projecten, denk maar aan ‘Smakelijke School’ in Antwerpen.
Minister, betreffende die goede praktijken had u het over een draaiboek met richtlijnen voor scholen in verband met het aanbieden van warme maaltijden. Hoe ziet u dit precies? Met welke partners gaat u samenzitten? Op welke termijn ziet u dit rond te krijgen?
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Voorzitter, natuurlijk, warme maaltijden zijn iets positiefs op school. Ik vind ook dat scholen, als ze dat willen, daarvoor moeten kunnen kiezen, wat ook gebeurt, bijvoorbeeld in katholieke scholen, ook vanuit een soort caritas. Ik vind dat een goede zaak. Maar we moeten toch ook oppassen dat we niet alle sociale problemen van onze maatschappij in de nek van de scholen schuiven. Het moet altijd een vrijwillige keuze zijn van de school om zich daarvoor te engageren. De taaklast van onze leraren is al bijzonder hoog. Er vallen al veel zorgtaken op hun schouders en op die van de scholen. De echte langetermijnoplossing tegen armoede is juist de focus op leren.
Nu, minister, ik moet wel zeggen: ik betreur het dat de werkingsmiddelen van de secundaire scholen maar deels geïndexeerd worden, waardoor de kosten natuurlijk stijgen. Het aantal leerlingen kan bijvoorbeeld stijgen, maar de werkingsmiddelen stijgen niet evenredig mee. Misschien kunt u dit, gezien deze context, heroverwegen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Het verzekeren van betaalbare en gezonde maaltijden op school is eigenlijk een gezamenlijke opdracht. Het werd hier al aangehaald: lokale besturen, de Vlaamse overheid en ook schoolbesturen zijn daar verantwoordelijk voor. Ja, er zijn heel veel mooie lokale voorbeelden, maar, minister, los van deze prijsstijgingen rond maaltijden zijn er nog de energieprijzen en andere kosten die de pan uit swingen en zo de koopkracht van onze scholen ondermijnen.
Naast die warme maaltijden, collega’s, is er ook de vraag van de scholen om begeleiders te voorzien die middagtoezicht organiseren. Zij werken ook voor boterhameters. Blijkbaar is het niet evident om die personeelsleden te vinden en om die kosten te dragen. Vandaar mijn vraag, minister: bent u bereid om met alle betrokkenen in overleg te gaan over alle vragen die er zijn omtrent die koopkracht van de scholen?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, met uw uitspraken is het nog maar eens duidelijk aangetoond hoe de N-VA denkt over gelijke onderwijskansen. U hebt duidelijk gezegd dat alles wat met welzijn te maken heeft, geen kerntaak is van de overheid. Wij kunnen het daar niet méér mee oneens zijn. Die gevulde brooddoos, die warme maaltijd, het goed hebben, u goed voelen, dat is essentieel om beter te kunnen leren op school. Het is heel spijtig te horen dat u zo fel van mening verschilt met uw coalitiepartner de heer De Gucht. Het lijkt erop dat u wandelen zult worden gestuurd met uw conceptnota over de gezonde en betaalbare schoolmaaltijden. Dat is een heel spijtige zaak.
Minister, ik hoop dat er toch een akkoord komt, dat u uw mening zult herzien en dat u beseft hoe belangrijk het is om een keer per dag een gezonde, goede maaltijd te kunnen krijgen als kind om tot leren te komen. (Applaus van Celia Groothedde en Ann De Martelaer)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
We steunen volledig het voorstel dat de heer De Gucht hier naar voren brengt. Het is zeer belangrijk voor de goede leerkansen voor alle leerlingen dat er gezonde warme maaltijden worden voorzien in de scholen. Ik ben heel blij dat dit voorstel hier op tafel ligt. Het staat ook in ons programma, trouwens.
De facturen exploderen vandaag. Alles wordt duurder, mensen hebben het steeds moeilijker om de eindjes aan elkaar te knopen en dan is het natuurlijk ook heel vreemd dat net dan de schoolmaaltijden duurder worden. Je zou net het omgekeerde verwachten: dat de schoolmaaltijden goedkoper of gratis zouden worden, net omdat het zo belangrijk is dat elk kind elke dag een gezonde maaltijd krijgt. Dat is iets wat de overheid echt kan doen om de kwalijke gevolgen van de groeiende armoede te verkleinen. Het is dan ook heel jammer, minister, dat u niet begrijpt dat een gevulde maag belangrijk is voor de leerkansen van een kind. Dat zou centraal moeten staan. Het gaat niet enkel over leerkansen, maar ook over de gezondheid en de toekomst van die kinderen. Er lopen al heel wat proefprojecten rond gezonde maaltijden. Minister, ik hoop dat u dit gaat aangrijpen en luistert naar uw coalitiepartner en dat u gezonde, gratis maaltijden gaat voorzien in scholen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil misschien eerst even iets meegeven met betrekking tot de evolutie van de warme maaltijden. De laatste data die daarover beschikbaar zijn van het Vlaams Instituut Gezond Leven wijzen eigenlijk al op een gestage daling, los van de prijsstijgingen van vandaag, los van corona. Al voor corona had men in de periode tussen 2015 en 2019, zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs, een gestage afname van het aantal scholen waar een warme maaltijd wordt geboden. Dit om dit enigszins goed te kaderen.
We zijn het wel eens. Ik denk dat eenieder het erover eens is dat we het maximaal mogelijke moeten doen om te garanderen dat kinderen gezonde maaltijden hebben. De vraag is alleen: wie moet daar in eerste instantie de verantwoordelijkheid voor opnemen? Mijn antwoord op die vraag is: het lokaal sociaal beleid, het welzijnsbeleid. Waarvoor dienen anders OCMW’s dichtbij de mensen, dichtbij de kinderen, dichtbij de scholen? Wanneer men wel een armoedebeleid voert buiten de school, waarom zou men dat dan ook niet binnen de school doen? Dat lijkt mij in eerste instantie de verantwoordelijkheid.
Ja, de scholen willen daar zeker in ondersteunen en faciliteren, en ze doen dat ook. Ik wil hun nog de tools aanbieden, via wat ik inderdaad een draaiboek noem, om ervoor te zorgen dat zij op dat vlak vertrouwd zijn met de goede praktijken, dat ze weten tot wie zich te wenden, welke procedures bestaan, welke goede voorbeelden in andere scholen ze kunnen kopiëren. Daarin wil ik dus ondersteunen, met die doelstelling, maar voor mij blijft het wel essentieel dat de kerntaken van scholen niet ondergesneeuwd geraken en dat ze ook dit niet op hun bord krijgen als een verantwoordelijkheid waarmee zij maar hun plan moeten trekken. Dat kan het toch niet zijn.
Daarom zeg ik: ja, we gaan de scholen ondersteunen in hun samenwerking met het OCMW, met het lokaal sociaal beleid. We willen ter zake al het mogelijke doen. We doen eigenlijk ook al veel. Ik heb geen van die initiatieven opgesomd, maar u kent ze. Er is onder andere de financiële ondersteuning van vzw Krijt. Er is ook onze participatie in het kader van het Vlaamse armoedebestrijdingsplan. Ook daar nemen we dus allemaal initiatieven. Het is niet zo dat we niets doen, integendeel, maar ik wil wel nog meer scholen faciliteren in hun contacten, in hun samenwerking met het lokaal sociaal beleid, want daar ligt mijns inziens ook de verantwoordelijkheid.
De heer De Gucht heeft het woord.
Wat zouden we eigenlijk moeten doen? Voor alle duidelijkheid: die conceptnota is geschreven vóór de prijsstijging. Het is inderdaad juist dat het aantal warme maaltijden afneemt. Wat eigenlijk in die conceptnota wordt gevraagd, is dat men het in elke school verplicht zou maken dat elk kind van een warme maaltijd kan genieten. Collega’s, dat zal er trouwens ook voor zorgen dat de prijs wordt gedrukt. Zorg er daarnaast voor dat degenen die dat niet kunnen betalen, die uit sociaal-economisch moeilijke omstandigheden komen, worden ondersteund, dat ze een gratis gezonde warme maaltijd krijgen. Is dat een kerntaak? We komen er altijd mee naar buiten dat Vlaanderen de warmste samenleving en dergelijk moois is. Laten we dat dan ook in de praktijk omzetten daar waar het cruciaal is om ervoor te zorgen dat onze regio later verder kan bloeien. De realiteit is immers dat het allemaal begint bij het onderwijs. Als je wilt dat iedereen gelijke kansen krijgt, dan moet je er ook voor zorgen dat iedereen gelijke kansen kán nemen. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.