Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, uit een schriftelijke vraag die ik u onlangs stelde, blijkt dat De Lijn in 2021 bijna drie keer zoveel administratieve boetes heeft uitgeschreven als het jaar voordien, onder andere voor overlast en zwartrijden. De waarde van die boetes komt voor 2020 overeen met niet minder dan 1.948.665 euro en voor 2021 met 5.436.680 euro. Dat is een sterke prestatie voor de mensen die die boetes elke dag uitschrijven.
Die boetes zijn onderverdeeld in vier categorieën. Hoewel er voor alle categorieën een toename is, valt toch vooral de toename voor de categorieën zwartrijden en grijsrijden op. In 2020 werden hiervoor 13.052 boetes uitgeschreven, vorig jaar maar liefst 48.068, bijna een verviervoudiging.
De betaling van die boetes is evenwel een ander paar mouwen: De Lijn schrijft wel boetes uit, maar ze worden niet betaald. Van de boetes in 2020 werd amper 63 procent betaald, van die van vorig jaar amper 54 procent, wat ronduit om te huilen is.
Wat me echter het meeste zorgen baart, is dat de boetes voor het creëren van overlast zo slecht betaald worden. Van de 69.977 euro aan boetes voor overlast in 2020 is nog maar 38.202 euro betaald, van de 123.208 euro van vorig jaar, nog maar 55.266 euro, minder dan de helft. Dat komt neer op straffeloosheid. Die boetes voor zwart- en grijsrijden worden zo mogelijk nog minder geïnd, want er staat meer dan 2 miljoen euro aan niet-geïnde boetes open voor zwart- en grijsrijden. Daar moet toch veel strenger tegen worden opgetreden, want dit is een financiële aderlating voor De Lijn.
Welke maatregelen wilt of zult u nemen om het aantal onbetaalde boetes terug te dringen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Verheyden, voor uw vraag. Het klopt dat er in 2021 veel meer boetes uitgeschreven zijn dan in 2020. In 2020 lag de focus vooral op de controle van de mondmaskerplicht, zoals al meermaals gezegd. Nu, er zijn heel wat meer boetes uitgeschreven over die vier categorieën heen, zeker voor doorstroming en zwartrijden.
Sta me toe om heel even de procedure te schetsen. Als men een overtreding vaststelt, wordt er een proces-verbaal (pv) opgesteld. Dat wordt binnen de veertien dagen overgemaakt aan de overtreder. De overtreder heeft dan een keuze: ofwel binnen dertig dagen betalen, ofwel een verweerschrift indienen, ofwel gewoonweg niets doen. Als hij niets doet en er binnen de zestig dagen geen reactie komt, dan wordt het dossier overgemaakt aan een gerechtsdeurwaarder, die dan overgaat op een gedwongen invordering. Ik wil dat even meegeven, dat tijdsbestek, omdat dat aangeeft dat de antwoorden op uw schriftelijke vraag nog niet heel definitief zijn: boetes van november en december kunnen alsnog ingevorderd worden door de gerechtsdeurwaarder. Het kan ook zijn dat men na het indienen van een verweerschrift alsnog overgaat tot betaling.
U vraagt dan specifiek of wij nog andere maatregelen zullen nemen. Buiten het inzetten van heel wat controlepersoneel zullen wij nog meer inzetten op sensibilisering. Eenieder die het openbaar vervoer gebruikt moet weten en beseffen dat hij voor die dienstverlening moet betalen. Ik denk dat dat op zich logisch is. Ook voor andere weggebruikers die de voertuigen van De Lijn, de trams of de bussen, hinderen, worden pv’s opgemaakt. De doorstroming is goed voor ruim 860.000 pv’s. (N.v.d.r.: Het kabinet van minister Peeters heeft gevraagd de volgende rechtzetting aan het verslag toe te voegen: "Het gaat om ongeveer 8000 pv’s ter waarde van 860.000 euro.") Die worden uiteraard ingevorderd op een soortgelijke manier. We gaan dus, kortom, over tot nog meer sensibilisering en we zullen de mensen ertoe aanzetten om over te gaan tot betaling en om het liefst van al geen asociaal gedrag te vertonen. Als er asociaal gedrag wordt vertoond, moet uiteraard die boete volgen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik had het daarjuist over vier categorieën boetes. De ene categorie wordt al beter betaald dan de andere. Maar wat blijkt nu? Dat net de boetes voor overlast en voor zwart- en grijsrijden, dat net die categorie het minst van allemaal betaald wordt. Laat ons eerlijk zijn, dat is toch ontoelaatbaar? Daarmee geeft u toch een verkeerd signaal? Het lijkt er wel op dat de plegers van die feiten ostentatief de middenvinger opsteken en gewoon voortdoen.
Laat ons ook niet vergeten dat De Lijn recent nog 30 miljoen euro aan inkomsten miste door die zwart- en grijsrijders. Neem daarbij nog de niet-geïnde boetes. Dat alles samen maakt dat De Lijn ettelijke miljoenen euro aan inkomsten door de neus geboord ziet. Dan is mijn logische vraag: hoe wilt u die quasi straffeloosheid voor het creëren van overlast en voor het zwartrijden aanpakken als de boetes niet geïnd worden? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Maertens heeft het woord.
Collega, bedankt voor de vraag en, minister, voor het antwoord. Ik weet dat De Lijn wel degelijk inspanningen levert als het gaat over de controles. Ik heb aan de minister een bijna soortgelijke vraag gesteld. Daaruit kon ik afleiden dat er bijna 178 voltijds equivalenten (vte’s) als controleurs optreden op de bussen en de trams van De Lijn. Wat dat betreft, denk ik dat we weer op het niveau zitten van voor corona. Dat is een goede zaak.
Maar ik denk dat u al kunt voorspellen wat ik nu zal vragen en wat ik nu zal zeggen, minister. Het is een nagel waarop ik al maanden klop. Er wordt vastgesteld dat er veel meer wordt zwartgereden bij De Lijn doordat er verplicht achteraan moet worden opgestapt. Er is dus minder sociale controle door de chauffeur op het moment van opstappen. De reflex van de mensen is sneller: ‘We zullen misschien eens een toertje overslaan. We zullen misschien eens niet betalen.’ We weten allemaal dat zwartrijden asociaal is tot-en-met, dat dat De Lijn handenvol geld kost. Deze week is er opnieuw overleg daarover. Minister, daarom wil ik u vragen om toch zeker vanuit de Vlaamse Regering, vanuit de Vlaamse overheid, absoluut het punt op tafel te leggen, om het vooraan opstappen alsjeblieft weer mogelijk te maken. Het zal niet alleen het zwartrijden beperken, het zal ook De Lijn zelf miljoenen meer opbrengen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, zwartrijden is onaanvaardbaar. Boetes moeten uiteraard betaald worden. 2 miljoen euro niet-geïnde boetes is voor De Lijn een belangrijke som aan inkomsten die vandaag wordt misgelopen. Inzetten op controles, zodat die inkomsten verzekerd zijn, zou te allen tijde de evidentie zelf moeten zijn.
Ik sluit mij aan bij collega Maertens: passagiers opnieuw vooraan laten opstappen zou die controle opnieuw kunnen doen toenemen. Maar dat moet wel in overleg met alle andere overheden gebeuren, zodat op de trein, de tram, de metro en de bussen dezelfde regels gelden, want anders kan de reiziger er helemaal niet meer aan uit. U ging daarover overleg hebben. Mocht er op korte termijn ook zicht zijn op het opheffen van de mondmaskerplicht op het openbaar vervoer, zou dat misschien het ideale moment zijn om het instappen vooraan opnieuw in te voeren. Wat is daar de stand van zaken?
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter en goede collega’s, de definitie van De Lijn is: ‘De successen zijn voor de instelling en de problemen voor de minister.’ Dat hoort zo, blijkbaar. Er zijn controleurs. Dat is één zaak. Het innen van de boetes is een heel andere zaak. Dat staat los van waar wordt opgestapt. Minister, via De Lijn moet de raad van bestuur achter de veren zitten van deurwaarders en incassobureaus, die belast zijn met de inning van die boetes.
Want ze hebben natuurlijk vijf jaar de tijd om die boetes te innen. En dus krijg je beelden van feitelijke straffeloosheid. Een dergelijke aanstelling door De Lijn als deurwaarder of als incassobureau, mag geen cadeau zijn. Daar zijn ook performantiemaatstaven aan gekoppeld. Dan moet u De Lijn achter de veren zitten. (Applaus van Gwendolyn Rutten)
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
We zien dat we inderdaad weer op het precoronaniveau zitten, jammer genoeg, op het vlak van het aantal boetes. Zoals bleek na een schriftelijke vraag van uw fractieleider, waren er in 2016 ook al meer dan 61.000 boetes. Toen werd ook slechts 66 procent daarvan geïnd en 33 procent dus niet. In uw persbericht zegt u dat in 2020 63 procent van de boetes geïnd werd en in 2021 slechts 54 procent. Dan stel ik me de volgende vraag. We hebben op het einde van de vorige legislatuur hier nog het decreet omtrent De Lijn gewijzigd om die hele procedure op punt te stellen, zoals de minister uitgelegd heeft. Is die procedure dan misschien toch niet te zwaar? Moet daar nog iets rond gebeuren? Of is het inderdaad zo, zoals collega Keulen zegt, dat De Lijn achter de veren gezeten moet worden om die procedure sneller toe te passen? Misschien komen ze gewoon iets te traag in gang, hoewel er die termijnen zijn. Ik begrijp niet goed waarom de inningspercentages jaar na jaar blijken te dalen.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen. Ik herhaal voor alle duidelijkheid: van straffeloosheid is geen sprake. U hebt de cijfers gegeven van het jaar 2021. Men heeft aangegeven hoeveel boetes er in 2021 zijn uitgeschreven. Dat waren er ruim 5,4 miljoen. Ik herhaal dat diegene die een boete of een voorstel tot betaling van De Lijn ontvangt, dertig dagen tijd heeft om te betalen. Een aantal daarvan zou dus nog potentieel betaald kunnen worden. Ook na het verweerschrift zouden er nog boetes betaald kunnen worden. Alle dossiers die niet betaald zijn binnen zestig dagen en waarvoor er geen voorstel tot afbetaling of dergelijke op tafel ligt, gaan naar een gerechtsdeurwaarder. Het is dan aan de gerechtsdeurwaarder om over te gaan tot inning.
Van die 5,4 miljoen boetes werden er op dit ogenblik ruim 3 miljoen effectief betaald. Wil dat zeggen dat die andere 2 miljoen tout court niet betaald zullen worden? Neen, het is aan de gerechtsdeurwaarders om die boetes te innen. Daartoe is ook opdracht gegeven aan De Lijn. U kunt dus niet gewoon het aantal op jaarbasis uitgeschreven boetes tegenover het aantal geïnde boetes plaatsen. U moet dat ruimer bekijken. Tegelijkertijd moet ook bekeken worden hoe het zit na de inningsprocedures door de gerechtsdeurwaarders. Hiermee wilde ik dus duidelijk maken dat er geen sprake is van straffeloosheid.
Een aantal collega’s stelden vragen over het zwartrijden. Inderdaad, mijnheer Maertens heeft in de commissie al meermaals een pleidooi gehouden om het zwartrijden te voorkomen en mensen opnieuw aan de voorzijde te laten opstappen. U weet dat dat allemaal samenhangt met het hele verhaal van de mondmaskerplicht. Ook mevrouw Robeyns heeft daarnaar gevraagd. Die mondmaskerplicht geldt vandaag de dag nog op alle openbare vervoersmiddelen: op de trams, op de bussen maar ook op de treinen van de federale collega’s. We hebben inderdaad altijd een pleidooi gehouden om daarvoor een uniforme regeling uit te werken. Op het laatste Overlegcomité is beslist om die mondmaskerplicht op dit ogenblik nog aan te houden. Een eventuele andere beslissing zal pas na het paasreces volgen. De reden is dat de cijfers op dit ogenblik weer in stijgende lijn gaan. Zoals u weet, moeten we, op het ogenblik dat er geen mondmaskerplicht meer is, de chauffeurs niet langer afsluiten met plexiglas. Dan kan er dus opnieuw vooraan opgestapt worden. Dat is dus de regel rond het zwartrijden. Zoals een heel aantal collega’s hier hebben gezegd: of het nu zwartrijden is of een andere vorm van overlast, zoals foutgeparkeerde wagens, fysieke of verbale agressie, asociaal gedrag is tout court onaanvaardbaar. Ook hier is van straffeloosheid geen sprake.
Voor de dossiers die op dit ogenblik zijn overgemaakt aan de gerechtsdeurwaarder hopen we natuurlijk alsnog de boetes te kunnen innen. Tegelijk weet u ook – het staat allemaal uitgebreid beschreven op de website van De Lijn – dat de boetes enorm hoog zijn voor eenieder die zich schuldig maakt aan recidive. Daarom eens te meer een oproep: betaal voor de service die je krijgt, en vertoon geen asociaal gedrag.
De heer Verheyden heeft het woord.
Dank u wel, minister, maar ondanks het feit dat u zegt dat er geen straffeloosheid is, en dat men inzet op de boetes, staan er toch nog heel veel boetes open. 63 procent van de boetes van 2020 werd betaald. Dat is toch niet niks? Ik ben tevreden dat een aantal collega’s zegt dat dit een indruk geeft van straffeloosheid. Het is toch ronduit een slag in het gezicht van de mensen die zich dagelijks, onder moeilijke omstandigheden, inzetten om de boetes te innen, dat men daar veel te lang mee bezig is. Uit respect voor die teams, en uit respect voor de reizigers die zich wel correct gedragen op het openbaar vervoer, zou men zich volop moeten inzetten op het innen van die boetes.
Maar het lijkt of De Lijn daar geen oren naar heeft. Men slaapt daar blijkbaar rustig verder. Maak die mensen wakker, minister, maar die toch wakker! Zet in op het innen van die boetes, en geef nu eindelijk eens een signaal dat wie zich niet gedraagt op het openbaar vervoer daarvan de consequenties moet dragen. Wie niet horen wil moet voelen. De eerlijke reizigers, en de belastingbetaler rekenen daarop. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.