Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Tommelein heeft het woord.
De spanningen tussen Rusland en West- Europa lopen opnieuw hoog op. Aanleiding is de Russische troepenopbouw aan de grens met Oekraïne. Is dit een voorbode van een invasie? Het wordt door de top van onze geopolitieke experts nauw opgevolgd.
Vrijdag 7 januari hebben de ministers van Buitenlandse Zaken via een conferencecall deelgenomen aan de buitengewone vergadering van de NAVO. Dat was de gelegenheid om de mededeling van de Noord-Atlantische Raad van 16 december 2021 te bevestigen. Daarin wordt de ‘dual track approach’ ten aanzien van Rusland benadrukt. Deze bestaat uit een aanpak waarbij dialoog wordt gecombineerd met ontrading en defensie.
En ook vandaag is er een NAVO-Ruslandtop in Brussel. Tijdens die ontmoeting zal de alliantie een duidelijke boodschap van de-escalatie uitdragen. Er wordt gepleit voor een constructieve dialoog te goeder trouw met Rusland over alle veiligheidskwesties die het Europese continent aangaan.
Minister-president, voor mijn fractie moeten de drie d’s centraal staan: dialoog, diplomatie en de-escalatie. Deelt u de optie dat die drie d’s de kernwoorden moeten zijn voor de houding van de NAVO-Ruslandtop?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega's, ja, ik volg dit standpunt. Ik volg het standpunt van de EU. Ik volg het standpunt van onze buurlanden en ook van de NAVO omtrent dit conflict. De onafhankelijkheid, de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Oekraïne moeten worden gewaarborgd.
Met betrekking tot de huidige militaire opbouw van Rusland rond en in de nabijheid van Oekraïne zei NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg – ik citeer: “Wij roepen Rusland op tot de-escalatie, terugtrekking, vermindering van de spanningen en transparantie over hun bedoelingen.”
Bovendien waarschuwt hij Rusland voor elke verdere provocatie of agressie aan de grens met Oekraïne en hij waarschuwde dat er een hoge prijs zal worden betaald voor verdere Russische agressie tegen Oekraïne.
Ik volg ook dit standpunt van de NAVO. Ik ben natuurlijk te vinden voor een aanpak van dialoog, diplomatie en de-escalatie, waarbij we zeker niet blind mogen zijn voor het Russische machtsvertoon.
De heer Tommelein heeft het woord.
De EU-leiders zijn inderdaad overeengekomen dat ze Rusland verdere economische sancties zullen opleggen als het Oekraïne binnenvalt. De EU27 verklaarde dat ze samen met de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk actie zou ondernemen, maar ze bleef toch wel verwijzen naar meer diplomatie met Moskou. Het is goed dat er wordt verwezen naar diplomatie, want sancties nemen ten aanzien van Rusland kan automatisch weer leiden tot contra-acties, en dan zullen we in Vlaanderen goed moeten inschatten wat de gevolgen zijn. We hebben in het verleden al meegemaakt wat Russische contra-acties zijn.
De vraag is: heeft men op het Europese niveau al besproken welke sancties dat mogelijk zouden zijn en welke mogelijke effecten dit dan zou kunnen hebben op onze situatie?
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, we zijn allemaal bezorgd over het gevaar van de Russische troepenmacht aan de Oekraïense grens. De terugkeer van oorlog op ons continent lijkt niet veraf. Dat is een uppercut voor het gemeenschappelijke vredesproject van de Europese Unie en van de NAVO.
Onze fractie steunt ten volle de onafhankelijkheid, de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Oekraïne, zoals reeds aangehaald door de minister-president. Uiteraard ook het zelfbeschikkingsrecht van het Oekraïense volk, onder meer om te kiezen voor toetreding tot de NAVO en om te behoren tot het vrije Westen.
De Russische intimidatie is onaanvaardbaar. Sancties in geval van Russische agressie tegen Oekraïne moeten duidelijk voelbaar, maar ook efficiënt zijn. Nu is het echter tijd voor de-escalatie en dialoog om oplossingen te zoeken, uiteraard met een sanctionerende stok achter de deur.
Ik stel ook vast dat de Europese Unie het moeilijk heeft om te wegen op dit dossier. Er is twijfel onder lidstaten, waarvan er sommige afhankelijk zijn van Russisch gas, en dit door het dogmatisch afwijzen van kernenergie. Al te vaak is het een Europese tijger zonder tanden.
Ik besef ten volle dat defensie een federale bevoegdheid is, en dat frustreert mij. Ik stel vast dat België op het vlak van buitenlands beleid al te vaak dezelfde visie heeft en zich verschuilt achter de Europese Unie. Vlaanderen moet binnen de eigen buitenlandse bevoegdheden een ambitieus en assertief beleid voeren met duidelijke standpunten, maar ook in de Belgische en Europese context de belangen van Vlaanderen verdedigen. Ieder conflict in het buitenland is voelbaar bij ons in Vlaanderen, in onze steden en gemeenten.
Ik verwacht dan ook – en ik heb er alle vertrouwen in – dat deze Vlaamse Regering ambitie en assertiviteit toont op het vlak van buitenlands beleid.
En nu ook de Open Vld-fractie vragen inzake defensie agendeert in dit Vlaams Parlement, ga ik ervan uit dat ook de liberalen eindelijk beseffen dat onze toekomst in dit huis ligt.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Ik luisterde met aandacht naar het betoog van collega Vanlouwe, die dringend zoekt naar Vlaamse assertiviteit. Zijn partij zit in de meerderheid. Het wordt tijd dat ze dat inderdaad eens doet.
Collega's, wij hopen natuurlijk dat de situatie aan de Oekraïense grens zo snel mogelijk bekoelt. Een ontsporing zou verstrekkende gevolgen met zich meebrengen. Wij zullen dan ook alles in het werk moeten stellen om dit conflict niet verder te laten escaleren. Het zou misschien een goede zaak zijn indien er de komende maanden geen liberale kopstukken, zoals een Guy Verhofstadt, plots in Kiev opduiken om olie op het vuur te gaan gooien, zoals hij dat in 2014 al deed.
Wat zich momenteel aan de Russisch-Oekraïense grens afspeelt, is bovenal een strijd tussen het Westen en Rusland om invloedssferen. Om ooit tot een oplossing van dit conflict te komen, zullen we hoe dan ook tot een modus vivendi moeten komen met Rusland en niet zomaar frontaal in hun invloedssfeer proberen in te breken.
Collega's, daarnet verscheen op Belga een bericht na afloop van de NAVO-Rusland Raad, waarbij NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg stelde dat de dertig NAVO-landen blijven openstaan voor een dialoog met Rusland. Collega's, dat is zeker een goede zaak. Hoe dan ook hoop ik dat de minister-president het hoofd koel houdt en achter de schermen zal proberen zo constructief mogelijk mee aan een oplossing te timmeren. Minister-president, hopelijk krijgt u daarbij van uw liberale collega's in eigen regering en ook uit de Federale Regering niet te veel tegenwind.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Hoe belangrijk dialoog en diplomatie ook zijn, het is veelzeggend dat de NAVO-Rusland Raad de afgelopen tweeënhalf jaar niet meer bij elkaar is gekomen. Des te veelbetekenender is het dat hij vandaag om 10 uur is bijeengekomen en dat ondertussen de vergadering is afgerond.
Minister-president, ik heb een vraag over afgelopen maandag. Toen hebben de Verenigde Staten van Amerika in Zwitserland reeds een overleg gehad met Rusland. Ik stel me de vraag of u enig zicht hebt op de resultaten van die bespreking en de uitkomsten die daar zijn gekomen. Misschien kunt u ons vertellen of er reeds op intern-Belgisch niveau of op een ander niveau overleg gepleegd werd of wordt over de evacuatie van landgenoten of onze diplomatieke vertegenwoordigers in Oekraïne bij een eventuele Russische inval daar.
De heer Aerts heeft het woord.
De situatie in Oekraïne staat inderdaad onder hoogspanning. Het helpt natuurlijk niet dat president Poetin met veel heimwee terugkijkt naar de tijd van vroeger, toen de grote mogendheden de hele wereld in stukjes verdeelden en de andere landen zich daar maar naar moesten schikken, zoals in dit geval, waar er veel te weinig rekening wordt gehouden met de soevereiniteit van Oekraïne.
Gelukkig zijn er nog steeds gesprekken – collega Tommelein heeft ernaar verwezen – binnen de NAVO vandaag en morgen in de schoot van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Beide zijn militaire of veiligheidsorganisaties, terwijl ik het betoog ondersteun dat we nood hebben aan de-escalatie en diplomatie. Dan valt het toch op dat de Europese Unie met haar focus op diplomatie niet aan die gesprekstafels zit. Minister-president, zou het niet veel beter zijn mocht de Europese Unie met haar zachtere bevoegdheden mee aan de tafel zitten om dit gesprek verder te ontmijnen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Tommelein, welke sancties door de EU worden uitgewerkt, is nog niet afgeklopt. Dat is ‘work in progress’. Ik denk dat het in zo een proces niet goed is om dat urbi et orbi te verkondigen. Daar wordt naarstig aan gewerkt.
Meneer Vanlouwe, ik ben het volledig met u eens dat Vlaanderen ook op het internationale vlak bijzonder assertief moet zijn, maar natuurlijk niet naïef. Mochten wij nu eenzijdig sancties tegen Rusland afkondigen, dan geloof ik niet dat in Rusland een euro minder handel zou worden gedreven, want het zou door andere landen dan door Vlaanderen gebeuren. Ik weet niet of dat in ons voordeel is. Ik denk dat we daar het multilateraal forum van de EU moeten voor zoeken.
Mijnheer Deckmyn, ik heb tot nu toe met de collega’s, met de vrienden van Open Vld, geen enkel probleem ervaren met onze buitenlandse politiek. Hoe dat op federaal vlak ligt, laat dat vooral in het federaal parlement uitgevochten worden. Maar hierin trekken we binnen de Vlaamse Regering ook aan één zeel.
Mevrouw Jans, wat er nog in dat Amerikaans-Russisch overleg gezegd is, daarover hebben wij niet meer informatie dan wat er tot nu toe al in de pers verschenen is. De hotline met Amerika heeft op dat vlak nog niet gewerkt zoals die met Rusland.
Mijnheer Aerts, de EU aan de tafel van de NAVO, dat is natuurlijk een andere zaak. Maar niets weerhoudt u ervan om hierin ook initiatief te nemen, en zelf te zorgen dat zij een tafel organiseren. In de NAVO zitten natuurlijk heel wat EU-lidstaten mee rond de tafel, belangrijke EU-lidstaten, maar het is natuurlijk niet verboden dat de EU ter zake initiatieven neemt.
De heer Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, ik stel toch vast dat er een grote eensgezindheid bestaat bij alle collega’s over de aanpak die geprefereerd wordt, zijnde diplomatie en dialoog. Wat dit te maken heeft met vragen over defensie is mij niet helemaal duidelijk. Ik denk dat wij hier allemaal samen de duidelijke boodschap moeten geven als Vlaanderen, dat toch ook verantwoordelijk is en bevoegdheden heeft op het vlak van buitenlands beleid, dat de Europese vertegenwoordigers en de Europese lidstaten zoveel mogelijk moeten inzetten op die drie D’s. Ik denk dat daar een grote eensgezindheid over bestaat, en dat we dat schouder aan schouder moeten blijven bepleiten. Bedankt voor uw antwoorden, minister-president.
De actuele vraag is afgehandeld.