Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de gevolgen van het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier
Actuele vraag over het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier
Actuele vraag over het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier
Actuele vraag over de bescherming van klanten in geval van faillissement van de energieleverancier
Actuele vraag over het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier
Actuele vraag over het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier
Verslag
Mijn voorstel is dat elke fractie de vraag vanop de stoel stelt. Het gaat anders lang duren door het ontsmetten. Kan iedereen daarmee leven? Ja?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, misschien krijgen we nu een extra minuutje spreektijd in het kader van onze welwillendheid om vanop de bank tussen te komen.
Minister, 70.000 Vlaamse gezinnen hebben deze week bijzonder slecht nieuws gekregen. Hun energieleverancier, de Vlaamse Energieleverancier, een bedrijf uit Aalst, is failliet verklaard. Het zorgt ervoor dat de gezinnen met de handen in het haar zitten. Ze hadden een contract bij hun leverancier, ze hebben voorschotten betaald. Ik heb daarnet nog gehoord van mensen die tot 2000 euro voorschot hebben betaald in de voorbije weken. Zij komen plots zonder energieleverancier te zitten. Gelukkig is er Fluvius die stroom en aardgas kan blijven leveren. Via de V-test kunnen mensen zo snel mogelijk een andere, zo voordelig mogelijke, leverancier zoeken.
Minister, het is goed dat er andere leveranciers zijn, maar ik denk dat we meer moeten en kunnen doen om dit probleem ten gronde aan te pakken. We hebben een aantal voorstellen geformuleerd. We kunnen de factuur hervormen zodat we afkomen van het verplichte systeem van voorschotten, zodat voorschotten nooit meer nodeloos worden betaald en mensen worden gefactureerd op basis van hun reële verbruik. Met de digitale meter is dat een incentive om te komen tot meer energiebesparing en er als consument zelf de vruchten van te plukken.
We moeten leveranciers strenger controleren voor ze op de markt komen zodat we zeker zijn dat leveranciers die in Vlaanderen actief worden, effectief in staat zijn op korte en lange termijn hun verplichtingen na te komen.
Ten slotte wil ik u vragen wat we kunnen doen om mensen te compenseren voor het geleden verlies, voor het te veel betaalde voorschot. Kunnen we daar oplossingen voor vinden? Graag uw mening en uw oplossingen.
De heer Aerts heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, maandag hebben we allemaal, maar vooral alle consumenten, via de media vernomen dat de Vlaamse Energieleverancier failliet is gegaan. Alle 72.000 klanten met hun handen in het haar. Wat moeten we doen? Krijgen we nog wel energie? Welke gevolgen heeft dit? Wat met mijn voorschotten? Krijg ik mijn afrekening van vorig jaar nog terugbetaald? Allemaal vragen.
Wat we sinds maandag te zien hebben gekregen, is iets wat men consumenten niet hoort aan te doen. Het bedrijf is niet meer aanspreekbaar en niemand kan nog aan zijn eigen facturen of verbruiksgegevens. Men wordt naar een V-test gestuurd waar men de verbruiksgegevens vraagt, maar die zijn dus geblokkeerd. Op dat moment wordt duidelijk dat mensen hun voorschotten kwijt zullen zijn. En dan krijgt men te horen dat men naar een duurder noodtarief wordt gestuurd. Als klap op de vuurpijl, als men begint te zoeken naar een nieuwe energieleverancier, dan krijgt men na een hele tijd bellen te horen dat men pas over een paar maanden een nieuwe klant kan worden bij een nieuwe energieleverancier. Men is dus dubbel gefopt, dubbel gefopt door iets waar men zelf niets aan kan doen.
Wat er dus de afgelopen dagen is gebeurd, was eigenlijk ook een ‘accident waiting to happen’. Door de stijgende energieprijzen wisten we dat er ook heel wat energieleveranciers in gevaar kwamen. Ik heb u daar in oktober nog over bevraagd. U beloofde toen om werk te maken van een extra vangnet.
Minister, wat gaat u doen voor de tienduizenden mensen die nu met hun handen in het haar zitten? Waarvoor kunnen zij op u rekenen?
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, het zal je maar gebeuren in een tijd dat er al een paar maanden steeds hogere energieprijzen zijn en waarin je denkt dat je met een solide contract zit bij een leverancier die van de overheid een vergunning heeft gekregen. Van de ene dag op de andere sta je met 70.000 gezinnen in de kou – gelukkig nog niet letterlijk. Je kunt met het mes op de keel op zoek naar een nieuw contract bij een nieuwe leverancier aan veel minder gunstige voorwaarden.
Als dat de realiteit is van onze vrije markt, dan is er wel iets grondig mis mee, minister. We hebben inderdaad een markt waarbij alle gezinnen kunnen kiezen wie ze als leverancier nemen, maar we verwachten niet van elk gezin in Vlaanderen dat het zelf de boeken van die leveranciers zal nakijken. Het zijn de overheid en de regulator die hebben beloofd om dat in de plaats van die gezinnen te doen. Leveranciers krijgen een vergunning. Ze worden door een regulator gecontroleerd zodat burgers inderdaad met een gerust gemoed die markt op kunnen. In principe zou het niet mogen kunnen dat een leverancier of een bedrijf dat een vergunning heeft, dat door de regulator mee wordt opgenomen in de V-test en daarbij tot vorige week zelfs vier of vijf sterren kreeg, dat jaarlijks moet rapporteren aan de regulator die het bedrijf moet nakijken, op deze manier failliet gaat. Als dat wel gebeurt, zijn ofwel de regels niet streng genoeg, of is de controle niet grondig genoeg gebeurd. Dan heeft niet alleen dat bedrijf, maar ook de Vlaamse overheid de klanten in slaap gewiegd met valse beloftes.
Vandaag lees ik dat dit bedrijf al een tijd werd gevolgd door de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG), die ongerust was. Ik heb daar vorige week in de commissie trouwens nog een vraag over gesteld. Dat was niet over dit specifieke bedrijf, voor alle duidelijkheid. Maar van een waarschuwing was op geen enkel moment sprake. Tot vorige week waren er mensen die nieuwe contracten konden afsluiten, die verhoogde voorschotten konden storten bij een bedrijf dat vandaag van de ene dag op de andere failliet is gegaan. Er is dus met andere woorden, minister, met de bescherming van de consumenten op die zogenaamde vrije markt wel het een en ander mis. Het is duidelijk dat de overheid op dit moment op dat vlak is tekortgeschoten.
Wat bent u van plan om daaraan te doen? Hoe wilt u dergelijke soorten incidenten – het zijn nu 70.000 mensen, maar het kunnen er nog veel meer zijn – in de toekomst vermijden? Hoe zult u dit bijsturen?
De heer Claes heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Energieleverancier stond bekend als een prijsbreker. De prijs was relatief laag, dus we kunnen wel aannemen dat een groot deel van hun klanten bijzonder prijsbewust en weloverwogen een keuze maakte om juist voor die leverancier te opteren. Het spreekt dan ook voor zich dat het faillissement voor veel van die mensen grote kopzorgen met zich meebrengt.
Tom woont met zijn gezin in Brugge en is een van die mensen die mij contacteerde. Hij tekende vorig jaar in, na ook een prijsvergelijking met andere aanbieders te maken, voor een groepsaankoop bij de Vlaamse Energieleverancier. Tom betaalde elke drie maanden voor aardgas ongeveer 220 euro voorschot. Het voorschot lag bijzonder dicht bij het werkelijke bedrag van het verbruikte aardgas. Tot Tom en ook veel andere klanten afgelopen september een mailtje kregen dat de voorschotten moesten worden verhoogd omdat de groothandelsprijzen waren gestegen. Plots moest Tom een voorschot betalen van net geen 700 euro. Dat is meer dan drie keer zo veel als het initiële voorschot. Dat is geld dat de Vlaamse Energieleverancier nodig had om de schulden te betalen voor het verkooppraatje dat hij zelf niet kon waarmaken. De klanten die daarop intekenden, zijn eigenlijk twee keer gepest. De eerste keer omdat ze een veel te hoog voorschotbedrag hebben betaald, geld dat ze nu waarschijnlijk nooit meer zullen terugzien. De tweede keer omdat ze nu op een energiemarkt terechtkomen waar de tarieven bijzonder hoog liggen en op zoek moeten naar een nieuwe leverancier.
Dat doet allemaal vragen rijzen over hoe de Vlaamse energiemarkt gereguleerd is. De VREG en ook de Vlaamse Regering hebben toch wel gefaald in het uitoefenen van het toezicht op de markt.
Minister, wat zult u doen om de kans dat dit zich nogmaals zal voordoen – en die kans is reëel –, te voorkomen?
De heer D’Haese heeft het woord.
70.000 mensen zitten vandaag zonder energieleverancier. Hun energieleverancier heeft gespeculeerd op lage energieprijzen en is overkop gegaan. Die mensen moeten dus nu, op het moment dat de energiemarkt in brand staat en dat de prijzen door het dak gaan, op zoek naar een nieuwe leverancier. Mensen zeggen mij dat ze in hun nieuwe contract 300 euro per maand meer betalen dan vroeger.
En dan vraag ik mij af: weten jullie nog, beste collega's, wat jullie allemaal hebben beloofd bij de liberalisering van de energiemarkt? Jullie allemaal – liberalen, christendemocraten, Vlaams-nationalisten, socialisten en groenen – hebben beloofd dat het allemaal goedkoper zou worden. Het zou allemaal gemakkelijker worden en zorgen voor meer hernieuwbare energie. De vrije markt zou daar allemaal voor zorgen. Waar staan we vandaag, vijftien jaar later? De energieprijzen zijn nog nooit zo hoog geweest. We moeten miljarden euro’s subsidies betalen voor vervuilende gascentrales. Er is een energieleverancier failliet en 70.000 mensen staan op straat. Bravo!
Dat kan op die manier toch niet blijven doorgaan, beste collega’s. Jarenlang hebben jullie aan de mensen gezegd: ‘Laat de markt spelen. Zoek naar het goedkoopste contract. Verwissel van energieleverancier.’ Maar als die bedrijven dan over kop gaan, zijn de mensen wel niet beschermd. Die energieleverancier heeft maandenlang de voorschotten opgetrokken, de mensen meer voorschotten laten betalen, om dan failliet te gaan. Dat is toch gewoon crimineel gedrag. ‘Kassa kassa’ voor de multinationals. Ze innen het geld wanneer het goed gaat. Maar wie mag er betalen als het misloopt? Dat zijn de consument en de overheid. Dan zou je denken dat we het eindelijk eens kunnen hebben over het faillissement van de liberalisering van de energiemarkt. Maar neen, De Tijd schrijft dat dit een les voor de consument is. Het is de schuld van de consument dat zijn leverancier overkop gaat, want je moet als consument de balansen en het businessmodel van je energieleverancier maar bekijken. We moeten allemaal een master in de Toegepaste Economie hebben om een energiecontract te kunnen afsluiten.
Mijn vraag, minister: hoe zult u ervoor dat de mensen hier niet de dupe van worden? (Applaus van Kim De Witte)
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, beste collega’s, het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier brengt inderdaad 72.000 mensen in de problemen. Dat is heel slecht nieuws voor die mensen, maar ook voor de medewerkers van dat bedrijf. De reden is dat de resourcing op- en neergaat en dat door de goedkope leveringscontracten aan de klanten de in- en uitstroom niet meer in evenwicht was. De rechtbank heeft het faillissement uitgesproken. Als gevolg daarvan treedt Fluvius op als noodleverancier gedurende maximum zestig dagen. Gelukkig werkt dat goed. De mensen komen inderdaad niet zonder stroom of gas te zitten. Er is ook een gentlemen’s agreement: als mensen binnen de dertig dagen een andere leverancier vinden, worden de nieuwe tarieven retroactief toegepast. Dat systeem zit dus vrij goed in elkaar. De rechtszekerheid is gegarandeerd.
Maar onder die 72.000 mensen zijn er ook 26.000 die hebben ingetekend via een groepsaankoop die de provincie Oost-Vlaanderen heeft georganiseerd. Ik lees letterlijk voor: “een voordeliger tarief inclusief prijsgarantie voor een jaar”. De groepsaankopen geven heel vaak de mogelijkheid dat de prijs wat gedrukt kan worden. Dat is niet altijd, maar toch vaak het geval. Verder geven ze de klant het gevoel dat het gemakkelijker is om over te schakelen omdat er iemand is die voor hen zorgt. We moeten natuurlijk wel voorzichtig blijven, want zeker met zo’n brief creëer je de perceptie en de verwachting dat de overheid verantwoordelijk is, terwijl dat juridisch gezien niet het geval is. De gedupeerden zoeken nu wie er moet opdraaien voor de kosten. Juridisch is dat niet de provincie, maar de perceptie is er wel. Mijn vraag aan de minister is: hoe staat u tegenover die groepsaankopen georganiseerd door de overheid?
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, het zijn bange tijden voor iedereen die een energierekening in de bus krijgt. Voor 70.000 Vlamingen komt daar nog een probleem bij. De Vlaamse Energieleverancier is failliet. Het is onduidelijk wat er zal gebeuren met de te veel betaalde voorschotten. Er wordt verwezen naar de internationale markt, naar de geopolitieke problemen en posities van China en Rusland die de prijs bepalen enzovoort. Dat is natuurlijk allemaal ver van ons bed en dat zijn zaken waar we vanuit het kleine Vlaanderen weinig vat op hebben.
Waar we wel zelf vat op hebben, wat we wel zelf in de hand hebben, waar Vlaanderen wel zelf verantwoordelijkheid voor draagt, is wie toegang krijgt tot die markt. Welke leveranciers, welke spelers krijgen toegang tot onze Vlaamse energiemarkt? Daar is een drempel. Men moet een dossier indienen als men toestemming wil krijgen. De vraag is: hoe gebeurt die opvolging tussentijds? Wordt daar ook controle gedaan op de risico’s die bedrijven nemen in de financieringsmechanismen die ze gebruiken om de prijs te drukken? Dat is zeker een risico, leren we vandaag bij die prijskloppers.
Minister, hoe staat u tegenover een rapportageverplichting van het risicobeheer van de energieleveranciers om zoveel mogelijk dergelijke faillissementen in de toekomst te vermijden?
Minister Demir heeft het woord.
Goedemiddag iedereen, de energieprijzen zijn inderdaad nog nooit zo hoog geweest. Verschillende collega’s hebben daar een verklaring voor gegeven. Uit alle rapporten is duidelijk dat het te maken heeft met de stijgende CO2-prijzen en met de schaarste van gaslevering. Vandaar dat heel de discussie rond leveringszekerheid een belangrijke discussie is, maar daar gaat het hier vandaag niet over.
Het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier gisteren is in de eerste plaats toch wel – en dat heb ik hier van alle fracties gehoord – een slag in het gezicht van die 70.000 klanten. Hebben wij die signalen eerder gehad? Ik heb in het parlement op vraag van verschillende collega’s geantwoord dat ik al een maand of twee geleden heb samengezeten, onmiddellijk toen we de stijging zagen van de CO2-prijzen, met het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA), de VREG en Fluvius om vooral na te gaan of we een goed systeem en vangnet hebben, zodat als er iets gebeurt, mensen onmiddellijk onderdak hebben en elektriciteit en gas niet worden afgesneden.
Vandaag is decretaal voorzien in een noodleverancier. Fluvius heeft die rol op zich genomen. We hebben gevraagd of zij dat aankunnen. Het hangt ervan af, natuurlijk, over hoeveel mensen het gaat. Voor 70.000 tot 100.000 mensen gaat dat, maar anders moet Fluvius gaan opschalen. Ik heb gevraagd om dat ook te bekijken. Vandaag zitten we in die situatie. Zeer belangrijk – en Fluvius heeft dat meegedeeld aan ons – is dat zij die rol van noodleverancier zullen opnemen. Het is belangrijk dat klanten de V-test doen – Fluvius meldt dat dit ook gebeurt – zodat ze kunnen zien naar welke leverancier ze kunnen overstappen.
Ik maak me wel enorme zorgen over de mensen met een sociaal tarief. Ik heb dan ook al contact opgenomen met federaal minister Van der Straeten. Ik heb laten weten dat we het principe moeten hanteren dat die mensen bij de nieuwe leverancier het sociaal tarief behouden. De VREG meldt immers dat dit tot drie maanden kan duren. We hebben samen bekeken hoe we dat zo snel mogelijk kunnen doen. Daar zijn we mee bezig. Het kabinet-Van der Straeten gaat er zo snel mogelijk mee aan de slag.
Ik hoor enkelen een pleidooi houden voor compensaties voor alle getroffen klanten. Dat is misschien wel het eerste wat politici zeggen. Ik zou toch willen vragen om geen beloftes te doen die we niet kunnen waarmaken. Het verleden heeft altijd aangetoond dat we daarmee heel voorzichtig moeten zijn. Ik heb wel een juridisch advies gevraagd, al even geleden, toen de CO2-prijzen zo fel omhooggingen en ik zag dat dit een effect zou hebben op de energiefactuur en dat een aantal leveranciers het moeilijk zouden hebben. Het compenseren is niet alleen complex maar ook in strijd met de regels rond staatssteun. We moeten dat doortrekken. We zouden hier een precedent scheppen. Stel dat er een bouwbedrijf failliet gaat waar de burger voorschotten heeft betaald, gaan we die dan ook compenseren? Dat is een vraagteken.
Uiteraard zal de curator deze zaak goed opvolgen. Ik heb aan mijn diensten gevraagd om dit en de afwikkeling mee op te volgen.
Maar hoe moet het nu verder? Het is belangrijk dat er een onderdak is voor zeer velen. We moeten samen met de federale collega’s dat sociaal tarief geregeld krijgen. Het mag geen drie maanden duren. Ik heb ook aan de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) gevraagd of we de rol van de VREG kunnen bekijken. De VREG heeft toch die toezichtrol? Zijn wij misschien te soft? Moeten wij die toezichtrol verstrengen? Ik zeg niet dat we dat op dezelfde manier moeten doen zoals we dat bijvoorbeeld bij de banken moeten doen. Ik wil geen voorafname doen in de discussie. Ik ben wel van mening – en dat heb ik ook aan de VREG gezegd – dat die toezichtrol volgens mij steviger moet zijn. We zullen dat de komende weken en maanden nog bekijken.
Ik heb verschillende collega’s horen vragen of we een stresstest moeten doen. Ik heb dat ook aan de VREG gevraagd. Zij zeggen dat we dat kunnen doen als de prijzen maal drie of maal vier gaan. Maar wat we vandaag zien, dat is gewoon een ramp. Zelfs een stresstest zou dit niet hebben kunnen voorkomen.
We hebben natuurlijk ook een leverancier gehad. We kijken, als er knipperlichten aangaan, naar waarborgregelingen. Het Waarborgfonds treedt in werking. Ook de federale overheidsdiensten hebben vergoedingen versneld betaald om cash te hebben. Als ik vandaag de markt zie, vind ik wel dat we aan de VREG moeten vragen om hun toezichtrol steviger te doen. Moet dat in de vorm van een stresstest? Dat laat ik open, omdat zij zeggen dat zij dit ook niet hadden kunnen voorkomen.
Ik ben ervoor, zoals sommige collega’s hebben onderstreept, om dat iets steviger te doen. Er zijn vandaag drempels: je kunt niet zomaar energieleverancier worden. Ik vind toch wel dat we moeten bekijken hoe we omgaan met die regels.
Collega Bothuyne heeft een voorstel gelanceerd om een systeem mogelijk te maken rond de voorschotfacturen, om dat bij digitale meters te vervangen door maandelijkse reële afrekeningen. Ik heb u een bericht gestuurd, collega Bothuyne, dat ik dat een goed voorstel vind. Het is wel mogelijk vanaf 1 januari 2022. Het reglement bij de VREG is aangepast. Leveranciers kunnen dat doen. Ik denk dat het niet voor alle klanten gewenst is. Sommige klanten willen wel een voorschotfactuur, om dan bij het eind van het jaar niet met een grotere factuur te worden geconfronteerd. Maar die regeling bestaat al. We zullen dat actief mee promoten.
Ik heb, tot slot, in mijn gesprek van twee maanden geleden gevraagd, zowel aan de VREG als aan Fluvius, om goed de knipperlichten in de gaten te houden. Waar mogelijk moeten we faillissementen voorkomen door middel van de waarborgregeling die vandaag in Vlaanderen bestaat. Ik zie ook dat de federale overheidsdiensten zorgen voor vervroegde vergoedingen. Daarnaast ben ik toch van mening dat we samen met de VREG moeten bekijken hoe we de toezichtrol kunnen aanscherpen en wat steviger maken. De VREG heeft natuurlijk die bevoegdheid. We moeten niet de illusie hebben dat we dat altijd zullen kunnen voorkomen. Maar als we die knipperlichten zien, en als we denken aan wat we gisteren met de Vlaamse Energieleverancier hebben meegemaakt, dan is het niet slecht om de toezichtrol toch wat aan te scherpen en te verstevigen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik ga in op de drie suggesties die we deze voormiddag hebben gedaan.
Ik ben blij dat u het idee dat we hebben gelanceerd, wilt promoten om elke klant de keuzevrijheid te geven of hij al dan niet met voorschotten wil blijven werken of gewoon het reële verbruik gefactureerd wil zien. Het lijkt me logisch dat elke tariefformule in Vlaanderen die optie moet omvatten, om het reële gebruik te gebruiken als basis voor facturatie. Dat is alvast een eerste goede zaak om, voor wie dat wenst, komaf te kunnen maken met de oude regeling van voorschotten.
Voor wat betreft het toezicht, heeft de VREG inderdaad een belangrijke rol. De VREG ressorteert onder ons parlement, collega’s. We spraken daar deze voormiddag al over in de commissie. Op 15 december organiseren we specifiek hierover een hoorzitting met de VREG. Het is bijzonder belangrijk dat de VREG zijn verantwoordelijkheid opneemt, zowel voor de toegang tot de markt als voor het afleveren van de leveranciersvergunning en voor het continue toezicht op het gedrag van leveranciers op onze energiemarkt.
Ook daar zijn regels, en we moeten ervoor zorgen dat de VREG die ook effectief afdwingt. Wat mij betreft is een stresstest wel degelijk aan de orde voor onze energieleveranciers.
Uw tijd is al lang om.
Ik maak het kort. Minister, voor wat betreft de compensatie van mensen die hun voorschotten kwijt zijn, verwijs ik naar de regelingen in de reissector of in de bankensector waar een garantiefonds, een solidariteitsfonds vanuit de sector, is voorzien om gedupeerde klanten na een faillissement te vergoeden. Een dergelijk systeem kan ook in de energiesector nuttig zijn. Zo laten we niemand in de kou staan.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister, het is goed dat er naar de toekomst toe gekeken wordt hoe we strenger kunnen toekijken op de VREG. Maar hier klinkt nauwelijks iets voor de gedupeerden van vandaag. Ik hoor geen antwoorden op hun vragen. Mensen verliezen hun voorschotten, gaan op zoek naar een nieuwe energieleverancier. Het noodtarief hangt hen boven het hoofd en dan is er een gentleman’s agreement van dertig dagen. Maar in de praktijk nemen de energieleveranciers vaak geen nieuwe klanten aan op dit moment. Zij worden op die manier richting hoger noodtarief verwezen. Dat is de praktijk. Na verschillende uren aan de lijn hangen kan het dus perfect dat je te horen krijgt dat je pas in februari ergens klant kan worden. Dat is de praktijk van vandaag. Zij zijn dubbel gefopt. Ik wil toch nog eens vragen wat u kunt doen voor de gedupeerden die vandaag door het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier tweemaal gefopt zijn.
De heer Tobback heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij de laatste opmerking van collega Aerts. Er is inderdaad een soort van vangnet. U zei dat u onderdak bood aan de mensen die hun leverancier kwijt zijn. Maar het dak lekt. Het is een zeer duur dak als ze bij de noodleverancier moeten blijven en ze hebben er geen garanties als ze overstappen naar nieuwe contracten bij een nieuwe leverancier. Het is nog altijd een probleem. Ik hoop dat dit snel en met meer dynamiek kan aangepakt worden dan ik tot nu toe zie. Dat moet omdat de overheid en de VREG tekortgeschoten zijn in het toezicht op deze marktpartij. Een vrijgemaakte markt zonder solide consumentenbescherming is een speeltuin voor cowboys en fantasten. Daar worden in de eerste plaats de consumenten het slachtoffer van. Het zijn op de energiemarkt inderdaad uitzonderlijke omstandigheden. Dat geef ik toe. Maar het is in uitzonderlijke omstandigheden dat er veiligheidsmaatregelen nodig zijn. Het is wanneer je botst dat de airbag moet werken. En het is heel duidelijk dat de airbag van de overheid niet gewerkt heeft.
Heel concreet voorziet hoofdstuk 2 van het Energiebesluit vandaag al dat er jaarlijks moet gerapporteerd worden door elke leverancier aan de VREG. Wat gebeurt er dan met die rapporten? Wat staat er in die rapporten? De VREG lijkt niet in staat om te kijken of deze bedrijven financieel solide zijn om op tijd de consumenten te waarschuwen en op tijd de rotte appels uit de markt te halen zodat we de mensen niet keer op keer tegen de muur duwen. Want er gaan er nog bijkomen. De mensen moeten gerust kunnen zijn dat ze niet keer op keer tegen de muur gaan lopen.
De heer Claes heeft het woord.
Ik kan mij grotendeels vinden in de meeste van uw antwoorden, minister. Maar het is voor iedereen duidelijk dat we veel te weinig voorbereid zijn op scenario’s zoals deze. Ik verwacht dan ook een grondige aanpassing van het regelgevend kader. Energie is een basisrecht. In deze dure tijden kunnen we dat niet genoeg beklemtonen. En ja, ik ben eigenlijk wel voorstander van een stresstest. In 2008 hebben we een wereldwijde bankencrisis gehad en het is pas dan dat we zijn gaan beseffen dat we geen ongezonde spelers mogen toelaten in onze financiële systemen. Hetzelfde moet gelden voor de energiesectoren. Ze zouden jaarlijks aan een stresstest onderworpen moeten worden om te kijken of zij bestand zijn tegen dergelijke doemscenario’s. U laat dat momenteel open. Wat gaat u doen: gaat u dat verder laten onderzoeken? Wanneer kunnen we daar nieuws over krijgen? Tot slot kunnen wij ons ook vinden in het voorstel over de facturatie per maand van collega Bothuyne. Het moet dan voor iedereen zijn en het mag geen trucje zijn om iedereen naar een digitale meter te sturen. Het moet ook voor mensen gelden met een analoge meter.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, u zegt hier eigenlijk heel duidelijk dat u al twee maanden op de hoogte was dat dit wel eens zou kunnen gebeuren. De grote vraag is, minister, wat hebt u ondertussen gedaan?
Dat bedrijf heeft gewoon voorschotten verhoogd, mensen bedragen laten betalen die ze nooit van hun leven nog gaan terugzien. Wat hebt u gedaan? Niets hebt u gedaan! U hebt hier vlugvlug een decreet laten goedkeuren om te zorgen dat die bij de noodleverancier terechtkomen. U hebt hier gezegd dat dat goed werkt. Maar weet u wat de mensen daar betalen? Volgens de V-test is, voor een gezin van drie personen, 2000 euro het goedkoopste tarief op de markt vandaag. Het noodtarief is vandaag 3300 euro. Voor elektriciteit is het goedkoopste tarief 1000 euro en het noodtarief 1500 euro. Dat is 50 procent meer, wat de mensen nu betalen. Wat hebt u daaraan gedaan? Niets hebt u daaraan gedaan!
Nu zegt u: we kunnen de mensen niet terugbetalen, want dat zou staatssteun zijn. Maar we vragen niet om staatssteun. Ik heb daarnet nog gezegd dat het absoluut niet kan dat de staat dit betaalt. Het kan ook absoluut niet dat de consument dit betaalt. Het is de sector die dit moet betalen. Het zijn de energiebedrijven zelf die dit moeten betalen. Laat ons niet vergeten dat daar bedrijven tussen zitten die vandaag nog altijd monsterwinsten maken. Mijn vraag is dus: hoe garandeert u dat niet de overheid, niet de overheid, maar wel de sector zelf hiervoor zal opdraaien?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik hoor hier soms toch wel zeer bizarre dingen. Ik hoor: een afrekening op reëel verbruik per maand, maar liefst geen digitale meter. Wel, het ene kan niet zonder het andere.
Twee: het noodtarief, of de decretale basis voor de noodleverancier, bestaat al zeer lang. Dat is niet plots uitgevonden.
Drie: ik moet vaststellen dat men nu eigenlijk al de schuldige heeft gevonden. Barbertje moet hangen. Maar dat is niet bewezen. Wie zegt dat bijvoorbeeld ook de leverancier misschien geen inschattingsfouten gemaakt heeft? Ik vind het vrij goedkoop om nu zomaar te wijzen naar de regulator. Stel u maar voor dat u in een meubelwinkel een tafel en zes stoelen koopt, en u betaalt een voorschot. De winkel gaat failliet, frauduleus of niet. U bent uw voorschot kwijt. Gaat u dan ook naar de overheid stappen om te zeggen dat u uw voorschot wil terug hebben? Ik denk niet dat dit zal kunnen. Met andere woorden, men is hier al een proces aan het maken van een aantal instellingen of niet-instellingen, vooraleer men eigenlijk ten gronde weet waarover het gaat.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Collega Gryffroy heeft natuurlijk een punt. Maar dit dossier toont wel aan – de minister heeft het erover gehad – dat we die bedrijven beter moeten opvolgen. Dat moet niet alleen wanneer ze de markt betreden, maar ook gedurende de rit. Ook tussentijds moeten we bekijken welke risico’s er genomen worden, op welke manier de elektriciteit wordt aangekocht. Zonder ons in de details van dit individueel geval te verdiepen is dat toch wel de les die we vandaag mogen trekken. Ik ben blij dat u zegt dat de toezichtsrol van de VREG verscherpt moet worden, want dat is een absolute noodzaak. Daarvoor hebt u alle steun van onze fractie.
Minister Demir heeft het woord.
Dank u, collega’s. Ik wil toch enkele zaken nog eens vooropstellen. Ik meen dat collega Bothuyne ook verwezen heeft naar een sectorfonds. Ik denk dat dit niet slecht zou zijn voor de sector, voor de toekomst. Maar ik hoor ook vanuit de sector dat men wat terughoudend is. Ik denk dat we die mannen en vrouwen van de energieleveranciers nog eens zullen moeten spreken, om te bekijken of we dat niet moeten doen zoals het in andere sectoren reeds gebeurt. Daar is er een soort fonds dat, in geval van faillissementen, de mensen kan compenseren. Maar in dit dossier ben ik daar terughoudend over, omdat het deze mensen niet zal helpen. Ik denk dat we voorzichtig moeten zijn om daar nu beloftes rond te maken.
Het is inderdaad heel belangrijk dat mensen vandaag goed geholpen worden. Daar blijf ik bij. Ik weet dat de telefoonlijnen bij Fluvius overbelast zijn, net als bij de federale diensten. Aan Fluvius heb ik gevraagd of het mogelijk is om daar toch wat extra mensen op te zetten. Ik begrijp dat mensen willen weten of hun elektriciteit zal afgesloten worden, of ze nog gas zullen hebben, of ze zich nog kunnen verwarmen. Dat zijn allemaal zaken die moeten vooropgesteld worden.
Als er wachttijden zijn, collega Aerts, dan volgen we dat op de voet. Het gaat hier over een noodleverancier, dus dat is beperkt in de tijd. Het kan niet zijn dat men er zomaar uitgegooid wordt als men geen andere leverancier vindt. Wij volgen dat dus op. We zullen in dat geval ook de nodige initiatieven nemen, samen met Fluvius, om voor die mensen te zorgen tot ze via de test aan een andere leverancier komen.
Twee, de VREG is bevoegd, krijgt alle rapporten en controleert ook. Ik mag er toch wel van uitgaan dat het klopt wat de regulator, die onafhankelijk werkt en onder dit parlement valt, zegt. Het is goed dat ze op 15 december komen. Ik zal het ook doen vanuit mijn functie, maar ik denk dat het parlement ook de discussie moet voeren.
Collega Claes, ik ben zelf wel voorstander van een stresstest. Ik heb het daar met de VREG over gehad. Zij zeggen dat dat geen soelaas biedt. Ik dacht ook op het eerste gezicht dat dat misschien wel goed zou zijn. Zij zeggen dat dat kan helpen ingeval de prijzen maal 3 of maal 4 gaan. Wat we vandaag zien, is rampzalig. De prijzen zijn gigantisch verhoogd. Het gaat zelfs niet over maal 10, het is veel meer. Dan gaat een stresstest geen soelaas bieden.
We moeten kijken naar een systeem hoe we zulke zaken maximaal kunnen vermijden, want dat is wat we willen doen, namelijk faillissementen vermijden. We hebben al een aantal zaken, zoals een waarborgfonds. Het gaat uiteindelijk wel over energie. Dat is inderdaad een basisbehoefte. Ik denk dat we de toezichtsrol moeten aanscherpen of nog wat drempels moeten voorzien. Ik zal dat doen vanuit mijn bevoegdheid. Ik denk dat het ook goed is dat als de VREG komt, die onder het parlement ressorteert, jullie dat samen met hen bekijken. Zij zijn dus geen voorstander van een stresstest. Zij zullen het waarschijnlijk nog eens zeggen in de commissie.
Collega's, het einde is nog niet in zicht. De curator zal zijn werk moeten doen om te kijken of er fouten zijn gemaakt, wat er klopt en wat niet, hoe het zit met de voorschotten. Dan zal er gehandeld moeten worden. Wij zullen dit dossier met argusogen volgen vanuit het kabinet en kijken hoe de curator zal omgaan met de bepaling van wat eerst gedaan moet worden, en hoe het zit met die laatste voorschotten die opgevraagd zijn.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, dank u wel. Het is duidelijk dat er nog heel wat werk op de plank ligt. De 70.000 gezinnen die getroffen zijn door het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier, verdienen het dat we opkomen voor hun belangen, maar ook alle gezinnen in Vlaanderen verdienen het dat er een goedwerkende energiemarkt is. Daarom is het belangrijk dat u in overleg gaat met de leveranciers over de creatie van een garantiefonds dat compensatie moet geven op het moment dat er problemen zijn, zoals met een faillissement, en mensen dus te veel betaald hebben. We moeten die mensen een vergoeding kunnen bieden vanuit de sector.
Ten tweede is het belangrijk dat er snel toegang wordt gegeven tot een nieuw contract door de leveranciers aan de getroffenen van dit faillissement.
Ten derde is het afschaffen van de voorschottenplicht iets wat samen met de leveranciers gerealiseerd moet worden.
Met de VREG gaan we kijken om de toegang tot de energiemarkt duidelijker op een hoger niveau te brengen. Een stresstest is wat mij betreft nodig om ervoor te zorgen dat elke energieleverancier altijd aan zijn verplichtingen kan voldoen, ook in extreme omstandigheden. Dat hoort zowel bij de toegang tot de markt als bij een continue monitoring een taak van de VREG te zijn.
De heer Aerts heeft het woord.
Wat nu telt, zijn de 72.000 gedupeerde klanten. Zij kunnen niets doen aan het faillissement. De verantwoordelijkheid ligt bij het management van de Vlaamse Energieleverancier, maar zij zitten wel met de gebakken peren en met heel veel vragen.
Ik heb hier vandaag een aantal tools horen noemen die in de goede richting gaan. Dat is goed, maar er ligt toch nog wel heel veel werk op de plank. We mogen die gedupeerden absoluut niet figuurlijk in de kou laten staan. Ze dreigen twee keer de rekening te moeten betalen. Dat kan niet. Ik hoor dat erop zal worden toegekeken dat dat effectief niet zal gebeuren. Maar nu moeten we er echt voor zorgen dat iedereen mee is, en vooral dat niemand door dat dure noodtarief in de richting van de armoede wordt geduwd. Het faillissement van een energieleverancier mag niet voor failliete gezinnen zorgen. Daar moeten we absoluut over waken. Dat is onze verantwoordelijkheid.
De heer Tobback heeft het woord.
Collega Gryffroy heeft natuurlijk gelijk: er zal een grote verantwoordelijkheid liggen bij de Vlaamse Energieleverancier. Maar, collega Gryffroy, dit is geen bakkerij, dit is geen kledingwinkel. Dit is een leverancier van essentiële basisbehoeften zoals gas en elektriciteit. En dat is ook de reden waarom dit een gereguleerde markt is met een regulator. De Vlaamse overheid heeft de verantwoordelijkheid genomen om die markt te reguleren en om de consumenten te beschermen.
Als meer dan 70.000 gezinnen – niet 70.000 mensen, maar 70.000 gezínnen – vandaag, een paar weken voor Kerstmis, vaststellen dat ze honderden euro's per maand meer zullen betalen voor die essentiële basisbehoeften, zonder te weten hoelang het zal duren en zonder te weten waar ze zullen terechtkunnen, dan hebben die regulator, die Vlaamse bescherming, hun beloftes niet gehouden.
Dan moet je dat tegen het licht houden. Ten eerste moeten we bekijken hoe we die mensen zo snel mogelijk kunnen helpen. Ten tweede moeten we bekijken hoe we dergelijke dingen in de toekomst kunnen vermijden. Want als dit de markt is zoals ze werkt in Vlaanderen, als dit de cowboys zijn, zoals die Vlaamse Energieleverancier, die daarop mogen werken, dan ben ik absoluut niet zo zeker dat veel mensen in Vlaanderen geweldig warm zullen lopen voor het voortzetten van een vrije markt inzake energie en elektriciteit. En dan ben ik er zelf ook tegen. Want een vrije markt die jou als consument niet beschermt, dat is gewoon de jungle. En dat is voor iedereen een slechte zaak, behalve voor een paar die snel hun zakken vullen. (Applaus van Katia Segers)
Bart Claes heeft het woord.
U hebt aangekondigd dat u naast Fluvius ook noodleveranciers wilt aanduiden in geval van zo’n faillissement. Dat is goed, maar wij verwachten van u daar wel een duidelijk tijdschema voor, alsook voor de andere voorstellen. Want de VREG heeft duidelijk gefaald in zijn taak. We moeten er dus voor zorgen dat eventueel, aan de hand van een stresstest zoals die vandaag voor de banken bestaat, de VREG zijn functie ten volle kan vervullen en dat dit niet meer voorvalt. We zullen dat als fractie ook zelf aan de VREG zeggen. Want energie is inderdaad een basisrecht, en dat moet zo blijven, nu en in de toekomst.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, we zijn hier nu langer dan een half uur aan het debatteren en ik heb nog geen woord gehoord over de oorzaak van datgene waarover we hier vandaag spreken. We moeten bedrijven beter opvolgen, we moeten stresstests doen, we moeten meer toezicht houden enzovoort. Geen woord, minister, over het failliet, het totale failliet van de geliberaliseerde energiemarkt, die alle partijen hier samen hebben goedgekeurd.
U bent minister van Energie, minister, maar u hebt gewoon niets te zeggen. De beslissingen over energie worden ergens anders genomen en u hebt er maar achteraan te huppelen. Dat is wat u kunt als minister van Energie, minister. Mensen worden in de jungle van de vrije energiemarkt geduwd. En wie mag betalen als de boel in elkaar stuikt? Dat zijn de overheid en de consument. En ondertussen lopen de gasten die miljarden euro’s winst maken lachend weg.
Minister, dit is geen les voor de consument. Dit is een les voor al die partijen die zomaar de energiemarkt hebben geliberaliseerd en die tot op vandaag lachen – blijkbaar lachen zij, beste collega’s, – met de gevolgen daarvan.
De heer Gryffroy heeft het woord. (Opmerkingen van Jos D'Haese)
De standpunten van onze fractie, de N-VA, zijn duidelijk. Eén, we moeten de voorschotplicht inderdaad afschaffen. Dat gebeurt de facto op 1 januari 2022. Idem dito voor het feit dat men twee maanden moet wachten op een nieuwe leverancier. Dat zijn eigenlijk zaken die decretaal anders zijn. We moeten de stakeholders gewoon wijzen op wat ze moeten doen.
Twee, het solidariteitsfonds moet worden gespijsd door de leveranciers, waardoor je inderdaad het euvel kunt verhelpen in geval van te veel betaalde voorschotten. Maar voor dit faillissement kunnen we, sorry, als overheid niet tussenkomen voor de mensen die zogezegd te veel voorschot hebben betaald.
Een betere controle versus stresstest? Daarvoor hebben we de hoorzitting. En dan moet je er inderdaad wel voor opletten dat je je marktwerking niet kapot maakt. Ik weet dat het begrip vrije marktwerking wat moeilijk is voor collega D’Haese, maar dat is nu eenmaal een Europees gegeven. (Opmerkingen van Jos D'Haese)
Ten slotte is een grondige evaluatie van groepsaankopen georganiseerd door de overheid absoluut noodzakelijk.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Collega D'Haese is inderdaad alleen voorstander van de vrije markt als hij filmpjes op Facebook post. (Applaus bij de N-VA)
Collega's, de jungle van de vrije markt, daar wil niemand naartoe. We moeten uit deze situatie lessen trekken, we moeten de bevoegdheden van de VREG uitbreiden, maar we mogen het kind ook niet met het badwater weggooien. De liberalisering van de energiemarkt heeft ons ook goede dingen opgeleverd.
Collega D'Haese, ik weet dat uw natte droom een groot departement is, bevolkt met ambtenaren die burgers bellen en facturen sturen voor hun energierekening, maar daarin zult u in ons nooit een partner vinden, en dat zal u ook niet verbazen. Ik denk dat u in dit halfrond daarvoor zelfs niet één partner zult vinden. Laat ons dus die markt beter controleren en op die manier de consument beter beschermen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.