Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Bruyn heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in 2006, vijftien jaar geleden, begon Vlaanderen schuchter aan een gecoördineerd beleid gericht op preventie van suïcide. Dat is overigens terecht, zoals genoegzaam bekend, want de cijfers in Vlaanderen waren onaanvaardbaar hoog. We zaten aan de top van Europa, maar dan wel een top waar je je niet graag bevindt.
In 2011 schakelden we een versnelling hoger. Het eerste Vlaams actieplan werd herschreven en uitgebreid en voorzien van de noodzakelijke wetenschappelijke onderbouw. Er werd een heel heldere doelstelling geformuleerd en we konden de steven richten naar 2020, het ogenblik waarop het tweede Vlaams actieplan ten einde kwam.
Evident – en we hebben het hier vaak met elkaar besproken – is het einde absoluut niet in zicht en blijft elke suïcide een suïcide te veel. Deze Vlaamse Regering deelt met dit parlement de ambitie om daarin nog bijkomende stappen vooruit te zetten.
Wat we helaas ook samen hebben moeten vaststellen, is dat het ontbreken van gevalideerde cijfers over het aantal suïcidepogingen en het aantal suïcides het toch wel moeilijk maakt om echt te weten welke strategie, welke actie en welke doelstelling we bereiken en welke middelen we daarvoor moeten inzetten. Nu leef ik in de veronderstelling dat het derde Vlaams actieplan, waarvan we vrijdag al een eerste voorstelling krijgen, voor een stuk ook remedieert aan dat euvel. Want we moeten echt wel met zijn allen weten in welk spel we spelen en wat de cijfers van suïcide en suïcidepogingen zijn. Mijn vraag is dus heel concreet, minister. Met betrekking tot de ontbrekende cijfers voor 2018, 2019 en 2020: hoe zijn u en uw administratie daaraan tegemoet gekomen, om een doeltreffend derde Vlaams actieplan te kunnen voorstellen?
Minister Beke heeft het woord.
Collega De Bruyn, we hebben vrijdag inderdaad de voorstelling van het nieuwe actieplan. Dat is belangrijk. Meten is weten, dus cijfers spelen daar natuurlijk ook een belangrijke rol in. En ik zal hier ootmoedig bekennen dat we daar inderdaad wat achterstand in oplopen. Dat heeft alles te maken met het onderwerp van het vorige debat. We hebben namelijk alle capaciteit van ons agentschap op de covidbestrijding moeten inzetten. Ook daar gaat het om de ‘facts’ en de ‘figures’: hoeveel besmettingen, hoeveel uitbraken? Alle capaciteit die we in ons agentschap hadden, hebben we moeten gebruiken om daar een prioriteit van te maken. En dat betekent dat er achterstand is in het verwerken van de resultaten.
De publicatie van de resultaten van 2018 en 2019 wordt ten laatste in maart van 2022 verwacht. Wat de cijfers van 2020 betreft: die zitten op schema, wat wil zeggen dat alle sterftecertificaten, ook diegene die door de gemeenten laattijdig zijn ingediend, zijn verwerkt. De resultaten worden nu gecontroleerd. Daarna kan de fase van de verwerking en de publicatie van de gegevens opgestart worden. Ik hoop dat we die cijfers dus in de loop van 2022 kunnen publiceren.
De heer De Bruyn heeft het woord.
Dank u wel. Maar in alle eerlijkheid, minister, is dit natuurlijk geen bevredigend antwoord. Dit is een verklaring. Dit is een uitleg. En die zal op zich wel kloppen, maar dat neemt niet weg dat het toch een stukje blind varen blijft. Zolang wij strategieën en acties met elkaar afspreken waarvan we voldoende wetenschappelijke onderbouw hebben wat betreft hun efficiëntie, maar tegelijkertijd geen betrouwbaar meetinstrument hebben om te zien of ook in Vlaanderen die vooropgestelde impact zich voordoet, blijft het helaas wat blind varen. Ik had oprecht gehoopt dat in voorbereiding van het derde Vlaams actieplan dat meetinstrument toch wel wat fijner afgestemd zou zijn en wat doeltreffender zou zijn.
Dat neemt niet weg dat mijn volle vertrouwen gaat – en dat weet u allemaal – naar alle wetenschappers, naar alle vrijwilligers, naar iedereen die van dichtbij of veraf bij dit domein betrokken is. Maar net daarom had ik gehoopt dat we hen dat fijnere instrument konden aanbieden. Helaas kunnen we dat niet.
Ik heb toch nog een bijkomend vraagje. In het Vlaamse regeerakkoord gaat men naar ‘zero suicide’. We hebben eerder al gezegd dat dat wellicht niet de beste definitie is. Wat is voor u het streefdoel van de volgende gezondheidsdoelstelling? Waar willen we met zijn allen werk van maken?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, vrijdag is er de gezondheidsconferentie waarop inderdaad de gezondheidsdoelstelling hieromtrent wordt bekendgemaakt. Maar dat het terugdringen van het aantal zelfdodingen een van onze belangrijkste uitdagingen is, heb ik hier al eerder duidelijk gemaakt. Elke zelfdoding is een eigen verhaal en is een drama voor gezin en familie, vaak generaties lang.
In Vlaanderen werken we met meetbare, vaak ook ambitieuze gezondheidsdoelstellingen. U maakte van het terugdringen van de suïcidecijfers een prioriteit. Overmorgen wordt dus die nieuwe doelstelling rond het verminderen van het aantal zelfdodingen bekendgemaakt en zullen we opnieuw voluit inzetten op een breed actieplan.
Nog te veel mensen ondernemen een zelfmoordpoging en daarom moeten we de geestelijke gezondheid, nog meer dan vandaag, opnemen in alle andere beleidsdomeinen.
Minister, er is de gezondheidsdoelstelling ‘De Vlaming leeft gezonder’ die gaat over voeding, beweging, alcohol, drugs. Volgend jaar is hiervoor een tussentijdse evaluatie gepland. Hoe staat u ertegenover om hierin ook geestelijke gezondheid mee te nemen? Ik denk echt dat geestelijke gezondheid geen eiland is, maar dat we het moeten opentrekken.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik vond het een beetje vreemd dat die vraag hier vandaag geagendeerd is omdat we vrijdag de voorstelling van de gezondheidsdoelstellingen hebben. Maar geen probleem, collega, u weet dat ik persoonlijk betrokken ben bij het hele verhaal.
Het is inderdaad een beetje vreemd – en ik geef de collega gelijk, minister – om te horen dat cijfers van 2018 verwerkt zullen zijn in 2022. Ik heb er alle begrip voor dat de impact van corona voor vertraging heeft gezorgd, maar we zouden er toch moeten naar streven om zo snel mogelijk met accurate cijfers te werken. We willen met zijn allen immers naar nul zelfdodingen gaan. Ik kan persoonlijk getuigen dat er niets erger is dan te worden geconfronteerd met een zelfdoding in de familie of vriendenkring.
Minister, ik zou echt willen dat u er een prioriteit van maakt.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord, maar vooral voor het agenderen van de vraag van collega De Bruyn. Ik denk dat ongeveer iedere fractie al heeft gevraagd waar de cijfers blijven. U geeft hier een uitleg die legitiem is tot op een bepaalde hoogte, maar als ik heel eerlijk ben, vind ik dit onbegrijpelijk en onuitlegbaar.
U zegt in uw antwoord zelf dat meten weten is. Het is een kwestie van prioriteiten. We komen in Vlaanderen net uit een periode van negentien maanden waarin het mentale welzijn nog nooit zo erg onder druk heeft gestaan. Deze Vlaamse Regering en uw diensten slagen er niet in om cijfers van 2018, 2019 en 2020 actueel te houden. Weet u dat in Nederland ieder half jaar er actuele suïcidecijfers ter beschikking zijn zodat het beleid meteen kan volgen hoe de situatie is op het terrein? Wij moeten ons hier nog baseren op cijfers uit 2017.
Onze diensten zijn wel in staat om midden in de coronacrisis een Brede Vlaamse Heroverweging te doen, maar niet om suïcidecijfers te verzamelen. Het gaat over prioriteiten. U kunt niet iedere keer zeggen dat mentaal welzijn voor u bovenaan de agenda staat, om in de feiten, als het gaat over het verzamelen van cijfers en het daaruit volgen van beleid, dit laks naast u neer te leggen.
Minister, wanneer zullen de cijfers er liggen? Kunt u de situatie vervroegen want maart volgend jaar is te laat.
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, we moeten inderdaad prioriteiten stellen. Niemand zal het het agentschap kwalijk nemen dat de prioriteit gelegd is bij de bestrijding van corona, bij het opstellen van de barometer en van de zorgatlas en andere zaken om de mensen op het terrein op een goede en snelle manier informatie te geven. Ik wil me daarvoor verontschuldigen, maar ik denk dat het op dat ogenblik de prioriteit was.
Registratie is een heel belangrijk gegeven, collega De Bruyn. Ik ben het daarmee eens en daarom heb ik het ook laten opnemen als een van de belangrijke elementen in het plan dat we vrijdag zullen voorstellen.
Over het plan zelf ga ik nog niet te veel zeggen. Ik neem aan dat u ingeschreven bent? Voilà. En anders zou ik u en de collega's uitnodigen om deel te nemen aan de gezondheidsconferentie.
Wat de vraag van collega Jans betreft: gezondheid in haar geheel is inderdaad een belangrijk element waarin zowel fysieke als mentale gezondheid meespeelt. We nemen bijkomende initiatieven. We zijn bezig met het afronden van een plan rond eenzaamheid bijvoorbeeld. We nemen verschillende componenten samen om daar een antwoord aan te geven.
De heer De Bruyn heeft het woord.
Minister, alle begrip dat u me de sneakpreview, waar ik eerder naar peilde, niet gunt. Ik ben ingeschreven voor vrijdag. Ik zal met plezier vanop de eerste rij luisteren en het samen met de collega's heel nauwgezet opvolgen.
Eén keer nog, voor alle duidelijkheid: ongelooflijk veel hulde, ongelooflijk respect voor iedereen die, waar dan ook in Vlaanderen, met dit domein bezig is. Ten tweede doe ik een oproep. Laat ons de inspanningen die hierrond geleverd worden, altijd blijven concentreren, met dit ene doel voor ogen: elk leven dat op deze manier door suïcidepreventie kan gered worden, is de moeite en de inspanning absoluut waard. (Applaus)
De actuele vraag is afgehandeld.