Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de herhalingsprik tegen het coronavirus
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Minister en collega’s, er is iets dat ik niet begrijp. Aan de ene kant heb je een aantal landen zoals Israël, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Oostenrijk maar bijvoorbeeld ook de Verenigde Staten, waar iedereen die dat wil effectief kan ingeënt worden met een derde prik tegen corona. In Oostenrijk is ook de beslissing genomen dat als je gevaccineerd bent voor half juli dit jaar met de tweede prik, dat je dan vanaf half april niet meer binnen kan in Oostenrijk. En voor Johnson & Johnson is dat zelfs al vanaf januari. Daar is natuurlijk maar één prik. Deze Vlaamse Regering vraagt ook al een tijdje dat de veralgemeende derde prik effectief wordt aangeboden aan de bevolking, aan iedereen die dat wil. Dat is de ene kant.
Aan de andere kant heb je dan een federale minister van Volksgezondheid die in de maand september zegt ‘beter een derde prik voor de derde wereld dan voor onze derde leeftijd’. Dat vind ik verwonderlijk, minister. Het hoofd van de vaccinatietaskforce zegt ‘wij hebben er geen bewijs voor dat het zaligmakend kan zijn’. En je hebt de Hoge Gezondheidsraad die tijd heeft om traktaten te schrijven om een einde te stellen aan de oneindige groei en het paradigma daarvan, maar geen tijd heeft om een advies af te leveren over die veralgemeende derde prik.
Als u dan zegt ‘ja, goed, de Vlaamse Regering wil die derde prik voor iedereen in de maand oktober', dan zegt weeral Frank Vandenbroucke ‘ik begrijp niet waar die vraag vandaan komt. Ik heb ze nog nooit gehoord.’ Als ik dan naar de notulen kijk van de interministeriële conferentie (IMC) van 6 oktober 2021 dan zie ik daar wel degelijk die vraag om advies bij de Hoge Gezondheidsraad over de derde prik staan.
Ik wil u dus feliciteren vandaag, minister, dat u er samen met de Vlaamse Regering voor gezorgd heeft dat er voortschrijdend inzicht komt op het federaal niveau over de derde prik.
Mijn vraag aan u is: waarom moeten we nu weer eens 17 dagen wachten, tot het einde van deze maand, vooraleer er een plan op tafel zal liggen om te weten wie wanneer kan ingeënt worden met die derde prik? Kan dat niet sneller?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Voorzitter, minister, vandaag was er een interministeriële conferentie (IMC). Twee beslissingen ervan zijn uitgebreid bekendgemaakt in de pers. Enerzijds is er de boosterprik voor mensen die gevaccineerd zijn met Johnson & Johnson, anderzijds is er principiële beslissing dat er een derde prik komt voor de brede bevolking.
Minister, twee weken geleden stonden we hier ook op dezelfde dag met dezelfde vraag. Toen gaf u al aan dat die derde prik er wellicht zat aan te komen voor de brede bevolking. Ik ben blij – de collega verwees er ook naar – dat er ook bij de specialisten toch wel een voortschrijdend inzicht is gekomen en dat uw aankondiging en veronderstelling van twee weken geleden nu ook een feit is, waarvoor dank. U gaf vandaag ook aan in de pers dat er tegen het einde van deze maand een operationeel plan zal worden bekendgemaakt. In dat plan zal er ook meer informatie zijn over de manier waarop die derde prik zal worden gegeven, wat de tijdsintervallen zijn en hoe men dat verder gaat organiseren.
Ook op Europees vlak merken we dat er al een opbod is tussen landen. Er zijn landen die al verstrengingen doorvoeren, waarbij mensen die nog geen derde prik hebben, niet meer binnen mogen in het land. Eerst en vooral zijn er Frankrijk en Oostenrijk. Die volgen ook. Dat brengt al wel wat bezorgdheid teweeg, bijvoorbeeld bij heel wat mensen die volgend jaar zullen gaan skiën of elders op reis zullen gaan.
Minister, we voelen dus dat de druk stijgt om ook die derde prik bij ons te kunnen geven. Ik vraag me dus af, samen met de collega, op welke manier we nu heel snel kunnen schakelen om toch ook wel duidelijkheid te kunnen geven over de manier waarop men vanaf volgend jaar die derde prik kan toedienen aan de brede bevolking.
Minister Beke heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik heb inderdaad al op 6 oktober gevraagd dat de Hoge Gezondheidsraad zich zou buigen over een veralgemeende derde prik. We hebben al vaak debatten daarover gevoerd hier. Ik ben blij dat wij vandaag die beslissing hebben genomen. Wat de vraag van het hoe en het wanneer betreft, en de precieze implementatie: er is nu inderdaad de opdracht gegeven aan de Hoge Gezondheidsraad en de taskforce om daarover een ontwerp van plan voor te bereiden.
Intussen zijn we natuurlijk niet aan het wachten. In Vlaanderen hebben ondertussen al 461.000 mensen een derde prik gekregen. We zijn aan het vaccineren in onze woonzorgcentra en bij ons zorgpersoneel. We hebben onze immuungecompromitteerde patiënten gevaccineerd. In de komende weken zullen we ook de mensen die het Janssenvaccin hebben gekregen, een tweede prik geven. Waarom het Janssenvaccin? Zoals u weet, zijn dat mensen die maar 1 prik hebben gekregen. Bij AstraZeneca, Pfizer en Moderna kreeg men 2 prikken. De Hoge Gezondheidsraad heeft gemeend daar een positief advies over te moeten geven, en dat gaan we nu ook implementeren, wat wil zeggen dat we dat tegen half december allicht ook voor deze mensen kunnen uitvoeren.
Ik deel eigenlijk wel de visie van een aantal specialisten-professoren, zoals professor Pierre Van Damme, die zegt dat we dit moeten zien als een vervollediging van het vaccinatieschema. Laat ons inderdaad toe te zeggen dat dat voortschrijdend inzicht is. Een half jaar geleden dachten velen, en wij ook, dat we met twee vaccins zouden toekomen. Ik heb al een tijdje geleden gezegd tijdens interministeriële conferenties dat ik denk dat dat niet zal volstaan en dat we ons moeten voorbereiden op die volgende stap. Ik ben blij dat de andere collega’s daar nu in zijn gevolgd. Ik denk dat dat belangrijk is.
Ik wil wel nog het volgende zeggen, ook als we naar de besmettingscijfers van vandaag kijken: vaccineren is noodzakelijk, maar onvoldoende. Op dit ogenblik zitten we met hoge cijfers: meer dan achtduizend besmettingen in Vlaanderen op één dag. Ik zou dus een oproep willen doen. Terwijl we ook aan het vaccineren zijn, terwijl we die derde prik aan het geven zijn, waarvoor we nog een hele uitrol zullen moeten doen, voor een stuk ook nog tot in 2022, zijn ook de andere maatregelen allemaal belangrijk om de viruscirculatie onder controle te kunnen krijgen: handhygiëne, mondmaskerdracht, afstand houden, niet naar de dokter lopen als men symptomen heeft of een hoogrisicocontact had, maar de ‘self-assessment tool’ invullen, zich laten testen, en zich isoleren als die test positief is. We bevinden ons vandaag immers niet in een geruststellende periode. Laten we toch ook duidelijk zijn daarover. Het is een periode die zorgen baart.
We hebben daarnet het debat gevoerd over de cultuursector. Ik ken nog andere sectoren waar ze zich afvragen waarin ze nu beland zijn. We kunnen dit alleen maar doen door een beetje discipline aan de dag te leggen, door aan mensen en burgers te vragen om dat ook te doen. Ik voel en ik zie dat vele mensen dat ook doen. Intussen moeten we ook verder vaccineren op verschillende fronten. Ik ben blij dat we daarin vandaag de volgende stap hebben kunnen zetten.
Ik wil nog ingaan op het CST omdat er verwezen werd naar het buitenland. Ik heb dat vanmorgen ook aan bod gebracht op de interministeriële conferentie. Het CST werd op Europees niveau afgesproken. Er werd toen gezegd dat twee prikken volstaan. Ik zie geen individuele landen die een derde prik als voorwaarde stellen. Ik zou toch willen oproepen – en dat heb ik ook aan mijn federale collega gezegd – om dit ook op Europees niveau af te spreken. Europa dient niet alleen om vaccins te kopen maar dient ook om afspraken te maken. Als alle landen dat afzonderlijk gaan doen, wordt dat een ratjetoe. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ik maak dus van deze gelegenheid gebruik om die boodschap en die oproep nogmaals te ondersteunen.
De heer Parys heeft het woord.
Heel veel leerkrachten in het kleuteronderwijs, het lager onderwijs en het secundair onderwijs willen weten wanneer ze nu gevaccineerd zullen worden met zo’n boosterprik. Heel veel mensen van het zorgpersoneel stellen zich ook die vraag. Want, minister, er werd beslist dat het zorgpersoneel in de ziekenhuizen dat in contact komt met patiënten meteen ingeënt kan worden, maar het zogenaamde categorie-C-personeel hoort daar niet bij. Mijn vraag aan u is om er snel voor te zorgen dat er komaf gemaakt wordt met die onnodige reglementitis, die ervoor zorgt dat ziekenhuisdirecties hun personeel moeten indelen in mensen die wel of niet in contact komen met patiënten, wat niet altijd zo helder is. We moeten er gewoon voor zorgen dat al het zorgpersoneel die prik kan krijgen.
Minister, ik hoor ook dat, nu al het zorgpersoneel ingeënt kan worden en vaak het slachtoffer is van covid, we ervoor moeten zorgen dat onze vaccinatiecentra geen enkele vertraging meer hebben, maar dat ze die mensen meteen, vanaf vandaag, mogen inenten.
Ik wil nog een laatste vraag aan u voorleggen, minister. Zullen onze vaccinatiecentra volgend jaar nog een rol blijven spelen in het toedienen van die vaccins?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw zeer duidelijke antwoorden. Ik denk dat we vandaag een belangrijke stap gezet hebben om verder te kunnen gaan in de vaccinatiecampagne. De vaccinatiecentra krijgen vandaag de dag een bijkomende opdracht. Ze zijn nu volop bezig met het afwerken van de volgorde tegen het einde van het jaar: de 65-plussers, het zorgpersoneel en dan nu ook de bijkomende doelgroepen die opnieuw gevaccineerd zullen worden. Ze hebben op dit moment dus allemaal hun handen vol tot het einde van het jaar. Maar natuurlijk willen vaccinatiecentra ook al opnieuw planningen maken voor volgend jaar, op het vlak van het vastleggen van infrastructuur en van het oproepen van vrijwilligers. Want, zoals we nu gehoord hebben, zal het natuurlijk nog niet gedaan zijn. Ik heb dan ook een duidelijke vraag. Op welke manier kunnen we toch heel snel die lokale besturen en ook die vaccinatiecentra de nodige informatie geven opdat ze opnieuw met de voorbereidende werken kunnen starten in functie van de planning die wellicht vanaf januari opgemaakt zal worden?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Eindelijk, zou ik zeggen, eindelijk is er een veralgemeende prik voor iedereen. Ik denk dat heel velen van ons al maanden aan hun kleine teen voelden dat dat er zat aan te komen. Ik heb het hier weken geleden al gezegd dat we beter de knoop onmiddellijk doorhakken in plaats van om de zoveel weken een andere doelgroep naar voren te schuiven. Want nu komt inderdaad de vraag vanuit het onderwijs om ook leerkrachten van het kleuter- en het lager onderwijs te vaccineren. We krijgen binnenkort ook het advies over de min 12-jarigen. Ik vind het dus goed dat er nu duidelijkheid is. Het zal er nu op aankomen om zo snel mogelijk, samen met de lokale besturen, te bekijken of er zo snel mogelijk een opschaling kan komen van die vaccinatiecentra. Want laat ons eerlijk zijn: dit inpassen in de reguliere zorg, zal niet haalbaar zijn. Die mensen zijn al overwerkt. Mijn vraag is dus de volgende. We moeten zo snel mogelijk zoveel mogelijk prikken zetten. U zei namelijk zelf dat de situatie zeer precair is. De vraag is hoe het komt dat er nu gewacht wordt tot 27 november om met een visie daaromtrent te komen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, de communicatie deze voormiddag was redelijk duidelijk. Het is een goede zaak dat daar helderheid over komt, stapsgewijs. We hebben een paar weken geleden het debat daarover al gevoerd. Wat ons betreft, was het een en-enverhaal. Collega Parys, u dreigt soms nogal wild om u heen te schoppen als u dan weer wilt verwijzen naar die vaccinatie-uitdaging in andere landen in de wereld. Sorry, die blijft vandaag ook nog altijd bestaan. Maar die derde dosis is wel zeer belangrijk. U slaagt er ook in om meteen 1500 experten in de Hoge Gezondheidsraad allemaal te blameren als zwevers die met nutteloze zaken bezig zijn. Ik vind dat toch zeer opmerkelijk.
Minister, ik richt me weer naar u met nog twee zaken om op aan te dringen. Ten eerste vind ik de Europese afstemming zeer belangrijk. Wat we nu in Oostenrijk zien gebeuren, zal elders ook gebeuren. Dat is toch wel problematisch, omdat je daar uw vaccinatiestrategie zeer moeilijk aan kunt aanpassen, maar tegelijkertijd zijn mensen daardoor getroffen.
Ten tweede spreken we nog altijd over vaccinatie met het vaccin zoals het oorspronkelijk is ontworpen. Is er een zicht op een vaccin dat aangepast is aan de deltavariant, om op die manier beter in te spelen op de eigenschappen van de deltavariant? Hebt u daarover contacten met de producenten?
De heer Sintobin heeft het woord.
Collega Saeys, ik moest het niet voelen aan mijn kleine teen om te weten dat een derde prik absoluut noodzakelijk was. Minister, ik heb van in het begin van de vaccinatiestrategie ... Ik zal even overlopen. U riep de mensen op om zich zoveel mogelijk te laten vaccineren en dan zou alles in orde komen. We zouden aan een groepsimmuniteit van 70Â procent komen en het zou in orde komen. Trouwens, het woord groepsimmuniteit hoor ik de afgelopen maanden zelfs niet meer. We zitten al aan 92 of 95 procent, maar er wordt niet meer over gesproken. Dan hebben we tweemaal een lockdown gehad. Het zou in orde komen. Dan hebben we het COVID Safe Ticket (CST) gehad. Neem het CST en de mondmaskerplicht en dan is er opnieuw het rijk der vrijheid. Ik denk niet dat veel mensen nog mee zijn in het verhaal.
U zegt dat we dat Europees moeten afstemmen met dat CST. In mijn ogen bewijst u nu vandaag dat het effectief zal worden gekoppeld aan het CST, waarmee nogmaals die tweedeling komt en mensen buitenspel worden gezet. Ik twijfel aan die derde prik. Wat zal het worden? Dan een vierde prik en een vijfde prik? Ik heb de twee prikken gehad en ik heb ook COVID-19 gehad. Zelfs ik heb mijn twijfels over die derde prik en ik denk veel mensen met mij. Ik vraag mij af hoe u al die mensen zult overtuigen om zich nog een derde maal te laten prikken.
De heer Anaf heeft het woord.
Collega Parys, wat wij met Vooruit nu al heel de crisis lang aan het doen zijn, is ons baseren op de wetenschappelijke inzichten van experten van de Hoge Gezondheidsraad. U weet dat die inzichten constant evolueren. Wat u nu al heel de tijd aan het doen bent, al heel de crisis lang, is politieke communautaire spelletjes proberen te spelen op de kap van de crisis. U moet er eens uw eigen tussenkomsten van het laatste anderhalf jaar op nalezen. Ik denk dat u meer tussenkomsten hebt gedaan die eigenlijk in het federale parlement hadden gepast. Ik heb u al gezegd dat u zich misschien beter daar verkiesbaar had gesteld. U hebt al meer uitgehaald naar minister Vandenbroucke dan dat u vragen heb gesteld aan minister Beke. Ik vraag me echt af waarom u dat doet in zo’n crisis. U bent lid van de grootste Vlaamse partij in deze Vlaamse Regering en uw minister-president beslist mee over maatregelen in het Overlegcomité, waar uw federale fractie de week erna keihard tegen ten strijde trekt. Hoe kunt u in godsnaam in zo’n crisis verantwoorden dat u daarmee bezig bent? U zou u daar beter over schamen en u eens goed beraden op welke manier u aan politiek wilt doen. Ik snap daar echt het punt niet van. U zou u beter inzetten voor de mensen. (Applaus bij Vooruit)
Minister Beke heeft het woord.
Collega Anaf, ik denk dat u nu toch wel overdrijft. Ik denk niet dat collega Parys al zoveel meer heeft uitgehaald naar minister Vandenbroucke dan dat hij vragen aan mij heeft gesteld. Ik denk dat dat een lichtelijke overdrijving is, want hij heeft al heel veel vragen aan mijn gesteld. (Gelach)
Collega Sintobin, ik moet zeggen dat u mij eigenlijk een beetje teleurstelt. Wij zitten uren en uren naast elkaar, virtueel of fysiek, in de commissie. Ik heb zelf nooit het woord ‘traject van de vrijheid’ in de mond genomen. Ik heb daarover altijd met twee woorden gesproken, zelfs wanneer het over vaccinatie ging. Ik herinner me zeer goed commissievergaderingen waar ik, toen er werd gevraagd of er na de twee vaccinaties nog verder zou moeten worden gevaccineerd, of er een kans was dat dit ooit zou samenvallen met de seizoensgriep en of dat daarin dan ingekanteld zou worden, steevast heb geantwoord te denken dat die kans reëel is. Op dit ogenblik is men aan het kijken of we dat vaccin niet structureel kunnen laten inkantelen in de seizoensgriep. Ik denk dat dit er de volgende jaren zal komen. Op dit ogenblik laten honderdduizenden mensen zich vaccineren tegen de griep en ik denk dat er ooit een samenspel zal komen. Ik heb zelf dus nooit gezegd dat er maar twee vaccinaties zouden komen.
Collega Sintobin, ik wil hier best erkennen dat er voortschrijdend inzicht is. We hebben een plan gemaakt nog voor er vaccins waren en intussen hebben we al vier varianten weten te bestieren. We hebben de Britse variant gehad, de Zuid-Afrikaanse, de Braziliaanse en nu de Indische, die wellicht niet de laatste variant zal zijn. En dus ja, wij moeten leven met voortschrijdend inzicht. Dat is misschien moeilijk voor u, maar dat is nu eenmaal de realiteit waar we in zitten.
Collega Parys, u hebt het gehad over de mensen in het onderwijs en in de kinderopvang die in dezelfde situatie zitten. We hebben de brief ontvangen van de ministers van Onderwijs die zal worden voorgelegd aan de Hoge Gezondheidsraad. Ik heb vanmorgen op de interministeriële conferentie gezegd dat er voor de mensen in de kinderopvang eigenlijk een soortgelijke analyse kan worden gemaakt. Op basis van de adviezen die de Hoge Gezondheidsraad nu moet onderzoeken, zullen we bekijken hoe we de volgende stappen daarin zullen zetten. Zullen we verder werken met de doelgroepen of niet? Zullen we werken met die leeftijdsafdaling of niet? Wat is het meest wenselijke vanuit epidemiologisch oogpunt maar wat is logistiek en organisatorisch het meest doenbaar op dat vlak? Ik zal daar nu niet op vooruitlopen, maar er zijn dus inderdaad nog wel een aantal vragen te stellen.
Het is niet zo dat we dus met de vingers zitten te draaien. Mevrouw Saeys, u hebt zelf gezegd dat er vandaag in onze vaccinatiecentra volop wordt gevaccineerd.
En dan is er de vraag van de collega’s Parys en De Rudder hoe het zit met de vaccinatiecentra, of die volgend jaar verder zullen moeten werken. Dat was nu net de reden waarom ik op de interministeriële conferentie heb gezegd dat er ‘no time to waste’ is. Men kan dat strikt wetenschappelijk benaderen, maar men moet er ook over waken dat het op het terrein doenbaar is. Men moet die twee zaken weten te combineren, en dat heeft ons geleid tot het groeiend inzicht vandaag om die derde veralgemeende prik voor te bereiden. Dat is belangrijk. We zullen binnen de schoot van de Vlaamse Regering bespreken hoe we dat na Nieuwjaar zullen organiseren. Volgens mij zullen de vaccinatiecentra daar wel een belangrijke rol in spelen, want het is een zeer massieve operatie.
De heer Parys heeft het woord.
Ik dank de collega's voor hun repliek. Wat collega Vaneeckhout heeft gezegd, klopt natuurlijk. Het is belangrijk dat iedereen wordt gevaccineerd. Dat is ook de reden waarom we al vier miljoen dosissen vaccins hebben gedoneerd aan het COVAX-programma, die naar de derde wereld gaan.
Wat de Vooruitfractie betreft, heb ik vooral onthouden dat het steekt wanneer wij aankaarten dat de houding van Flipflop Frank er natuurlijk wel voor zorgt dat de uitrol van die derde prik niet zo snel is gelopen als misschien had gekund wanneer iedereen vanaf het begin mee was in die positie.
Verder weten we inderdaad niet alles. Dit vaccin is niet zaligmakend, dat weten we nu. We weten ook dat het virus muteert en dat de politiek, het beleid zich daaraan moet aanpassen. Dat is niet altijd comfortabel, dat is niet altijd gemakkelijk, maar we moeten dat gewoon durven toe te geven.
En tot slot wil ik er nog eens op wijzen dat het belangrijk is dat elke regio haar deel doet voor die derde prik. Ik maak me bijvoorbeeld zorgen. In Brussel zijn er heel veel vaccins van Johnson & Johnson toegediend omdat mensen vaak moeilijk bereikbaar zijn. Het zijn net die vaccins die een verminderde weerstand tegen besmetting bieden na zes maanden. Die moeten we nu opnieuw motiveren en overtuigen om zich te laten vaccineren. Daar ligt dus een heel belangrijke opdracht.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, ik denk dat het duidelijk is dat vaccineren nog altijd de boodschap blijft, uiteraard naast het handhaven van andere maatregelen die u daarnet ook hebt opgesomd: afstand houden, mondmaskers enzovoort. Het is goed dat we vandaag de duidelijkheid hebben dat de derde prik er zal komen voor de brede bevolking. Het is nu een kwestie van een verdere uitwerking, zoals u aangeeft, om nog heel wat zaken te kunnen bekijken. Het is goed dat we daarvoor de tijd nemen omdat het dan ineens duidelijk kan worden. We moeten toch zo snel mogelijk proberen om al een eerste informatie te geven aan de vaccinatiecentra en de lokale besturen, al is het maar om een aantal infrastructurele zaken voorop te kunnen stellen.
Ik ben ook blij, minister, dat u ook de bezorgdheid over de Europese strategie nog eens mee kunt nemen omdat we er toch ook wel voor moeten zorgen dat er volgend jaar geen opbod tussen de landen komt, en dat mensen die op vakantie willen gaan, niet moeten thuisblijven vanwege de derde prik als ze daar nog niet voor in aanmerking zijn gekomen. Ik hoop dat u die bezorgdheid meeneemt.
De actuele vragen zijn afgehandeld.