Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de derde prik voor de brede bevolking
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Voorzitter, het is de macht der gewoonte, maar op woensdagnamiddag informeren we ons graag al eens over de beslissingen van de interministeriële conferentie (IMC) Volksgezondheid. De IMC Volksgezondheid heeft deze ochtend vergaderd en er stond een belangrijk punt op de agenda, namelijk het advies van de Hoge Gezondheidsraad over de derde prik.
De Vlaamse Regering heeft verklaard de derde prik heel graag aan de hele bevolking te willen aanbieden, maar op het advies van de Hoge Volksgezondheidsraad te wachten. De voorzitter van de Taskforce Vaccinatie heeft gevraagd op basis van welke wetenschappelijke evidentie de Vlaamse Regering deze suggestie heeft gedaan. Ondertussen bieden al tien landen die derde prik aan.
De Hoge Gezondheidsraad moest zich over heel wat vragen buigen. Zullen we de gezondheidsmedewerkers sneller inenten, want zij zijn al een tijdje geleden ingeënt? Wat zullen we doen met de risicogroepen? Zullen we mensen met, bijvoorbeeld, obesitas of een hoge bloeddruk, voorrang geven? Zullen we mensen die een vaccin van een bepaald merk hebben gekregen sneller inenten omdat de effectiviteit van dat vaccin sneller afneemt? Wanneer komt de derde prik voor de hele bevolking er?
Minister, ik zat op het puntje van mijn stoel op de beslissing van de IMC Volksgezondheid te wachten, maar nu blijkt dat de ICM Volksgezondheid niets over die derde prik heeft beslist. Mijn vraag is waarom dat niet is gebeurd.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Voorzitter, na de vergadering van het Overlegcomité gisteren staan we weer met onze voeten op de grond. De cijfers stijgen weer zeer sterk en de gisteren afgekondigde maatregelen moeten er proberen voor te zorgen dat we de vierde golf weer onder controle krijgen. De vaccinaties blijven, uiteraard samen met de basismaatregelen die we altijd moeten hanteren, de beste manier om de strijd tegen het coronavirus verder aan te gaan.
Minister, op 22 oktober 2021 hebt u bekendgemaakt dat de Vlaamse Regering en uzelf voorstanders zijn van het geven van een prik aan de brede bevolking. Dat zijn alle mensen ouder dan 12 jaar. Tot nu komen de mensen ouder dan 65 jaar en de mensen met onderliggende aandoeningen en een kwetsbaar risicoprofiel in aanmerking voor een derde prik. Om die derde prik ook aan de brede bevolking te kunnen toedienen, is het advies van de Hoge Gezondheidsraad gevraagd.
Deze ochtend waren alle ministers van Volksgezondheid aanwezig op de IMC Volksgezondheid. Ook in andere landen wordt gedacht aan de toediening van een derde prik aan de brede bevolking. In Italië is al beslist dit te doen. Mijn vraag is dan ook wat de IMC Volksgezondheid heeft beslist. Wat is deze ochtend verteld? Op welke manier en op basis van welke visie kunnen we die prik aan de brede bevolking toedienen?
Minister Beke heeft het woord.
Voorzitter, ik kan daar heel kort op antwoorden. In tegenstelling tot wat sommige ministers hebben gesuggereerd, heeft de ICM Volksgezondheid geen advies van de Hoge Gezondheidsraad kunnen bespreken omdat dit advies er nog niet is. We hebben een nieuwe IMC Volksgezondheid voor komende zaterdag gepland. Ik hoop dat we er dan wel over zullen kunnen spreken.
Ik kan nog niet zeggen wat in het advies staat of wat het resultaat is.
Wat ik u wel kan zeggen, is dat de discussie over de derde prik gisteren aan bod is gekomen op het Overlegcomité. In de notificaties gaat punt zeven over een veralgemeende extra vaccinatieprik. Dat is inderdaad hetgeen wat we als Vlaamse Regering hebben gezegd vrijdag. Het is eigenlijk ook niet zo nieuw dat we dat hebben gezegd. Dat is op het Overlegcomité ook meegenomen. Ik citeer: ‘Het Comité vraagt aan de ministers van Volksgezondheid om, indien de plaats in het vaccinatieschema van een herhalingsdosis voor de algemene bevolking wetenschappelijk wordt aangetoond, de toediening ervan te organiseren.’ Dat is gisteren tussen de premier en de minister-presidenten beslist en afgesproken. Dus, we kijken uit naar dat advies.
Daarnaast, die derde prik, we zijn daarmee bezig. We zijn daar al sinds augustus, september mee bezig. Inderdaad, er zijn al tientallen landen die derde prik aan het uitrollen zijn voor patiënten met verminderde immuniteit, voor onze mensen in de woonzorgcentra, voor de 65-plussers. Iets in mij zegt dat het daarbij niet zal stoppen. Er zijn inderdaad – en dat zijn de vragen die we hebben gesteld aan de Hoge Gezondheidsraad – vragen inzake de zorgverstrekkers, mensen die AstraZeneca en het Janssenvaccin hebben genomen, maar ook inzake de brede bevolking. Wat mij betreft – en dat heb ik ook op de IMC van vorige week woensdag gezegd –, vind ik dat we beter snel tot een goed advies kunnen komen en tot een goede beslissing. Want het is niet alleen een kwestie van principieel te beslissen, maar ook een zaak van het praktisch te organiseren. Tachtig vaccinatiecentra staan in Vlaanderen klaar, zijn in stelling gebracht om tot het einde van het jaar de derde prik te kunnen geven.
Als we ook bijkomend moeten vaccineren, op grootschalige manier, dan weet ik dat liever vandaag dan morgen om het ook goed te kunnen organiseren. En nog eens, iets in mij zegt dat dit zal gebeuren. Als ik kijk naar wat andere landen beslissen, als ik de mening van experten en virologen hoor, dan denk ik dat we daar nog een tijdje mee bezig zullen zijn. Dat is een vraag van ons. Dat is een vraag van lokale besturen. Dat is een vraag van de eerste lijn. Dat is een vraag van alle mensen in de vaccinatiecentra. Dat is een logische vraag, die ik mee ondersteun. Dat heb ik heel duidelijk gezegd vorige week woensdag op de interministeriële conferentie en dat herhaal ik hier nu graag opnieuw.
Dus, samen met u kijken wij uit naar het advies dat er hopelijk tegen zaterdag zit aan te komen.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik vind het jammer dat het zo lang duurt uiteraard. Ik hoop dat het niets te maken heeft met wat de federale minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, heeft gezegd in september. Ik lees de titel boven het artikel: ‘Beter derde wereld vaccineren dan ouderen derde prik geven’. Ik ben blij dat u zegt dat dit gisteren is afgeklopt op het Overlegcomité en dat alle regeringen nu die vraag ondersteunen. Dat is een goede zaak.
Ik hoop dat de Hoge Gezondheidsraad ook met de meest recente studies rekening houdt. Er is bijvoorbeeld een studie in de Verenigde Staten die zegt dat de werkzaamheidsgraad van het Johnson & Johnsonvaccin na zes maanden terugvalt op 3 procent. We mogen wel niet twijfelen als dat effectief correct zou zijn.
Dus er is de vraag naar snelheid maar ook de vraag of u de vaccins hebt als de beslissing zou vallen. Binnen welke tijdspanne bent u klaar om die derde prik effectief te laten zetten of aan te bieden aan onze burgers?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Hopelijk kunnen we zaterdag die beslissing krijgen, want zoals u ook aangeeft, leeft er op het terrein heel wat bezorgdheid, zowel bij de lokale besturen als bij de vaccinatiecentra, die zich nu volop aan het voorbereiden zijn op de derde prik, die tot het einde van dit jaar gegeven zou worden. Natuurlijk willen de lokale besturen en de vaccinatiecentra ook voorbereidingen treffen voor volgend jaar, omdat iedereen voelt dat die derde prik voor de brede bevolking er ook wel zal komen. Dan denk ik dat het goed is dat we zo snel mogelijk duidelijkheid kunnen geven aan de lokale besturen. Ik hoop dat we dat zaterdag zeker en vast kunnen doen, omdat er natuurlijk heel wat praktische vragen leven over op welke manier de derde prik toegediend zal worden.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Twee weken geleden heb ik hier de vraag naar meer duidelijkheid gesteld omdat we altijd twee en dan drie weken later adviezen krijgen. Mensen hebben daar heel veel vragen over, ook mensen op het terrein zoals de lokale besturen, de zorgverstrekkers en de vrijwilligers. Gisteren is dat in de bevoegde commissie opnieuw aan bod gekomen en heb ik ook een vraag over het Johnsonvaccin gesteld omdat er studies zijn die stellen om aan die mensen toch een Pfizer- of een Modernavaccin te geven. De Hoge Gezondheidsraad moet uitspraak doen over het al dan niet vaccineren, ook van de zorgverstrekkers of de mensen jonger dan 65 jaar. Voor de zorgverstrekkers moet er zeker en vast duidelijkheid komen. Mensen staan momenteel volop in de vuurlinie en zijn vragende partij om zo snel mogelijk gevaccineerd te worden. Ik hoop alvast dat er zaterdag beslissingen zullen vallen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, we hebben het er ook gisteren in de commissie over gehad en onze grootste oproep is toch om helder te communiceren en planmatig te werken. Ik hoor u zeggen dat het uw inschatting is dat we tot ver in het voorjaar aan het vaccineren zullen zijn. Ik denk dat dat klopt, maar ik stel me toch de vraag waarom u nog geen maand geleden aankondigde dat de vaccinatiecentra half oktober gesloten zullen worden. Daarmee hebt u aan de lokale besturen proactief het signaal gegeven dat we er waarschijnlijk klaar mee zijn. Het blijft een bijzondere communicatie. Voor ons is het heel duidelijk, minister: als er een wetenschappelijk advies is dat zegt dat een derde prik nodig en wenselijk is, dan moeten we dat doen. Ik hoop ook dat we dat eerstdaags weten.
Collega Parys, als diezelfde wetenschap zegt dat het ook van belang is om zo snel mogelijk internationaal te vaccineren en een hogere internationale vaccinatiegraad te bereiken, dan is dat ook belangrijk. Niet alleen vanuit solidariteit, maar ook vanuit een belang voor onszelf, namelijk dat het tegengaan van nieuwe varianten op die manier het meest effectief zal zijn. Dus maak de mensen niet wijs dat dat een tegenstelling is. Als we een structureel antwoord op de coronacrisis willen, dan zal dat gebeuren door hier te vaccineren, maar ook door internationaal versneld te vaccineren.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, we zijn volop bezig met het vaccineren met die derde prik. Ik ben blij dat het Overlegcomité ondersteund heeft wat de Vlaamse Regering vrijdag heeft gezegd, namelijk dat de veralgemeende extra vaccinatieprik moet worden voorbereid. De uitvoering is al bezig en we moeten dat verder opvolgen.
Ik wil niet de indruk geven dat we er nu zijn. In het vorige debat is gezegd dat vaccineren ontzettend belangrijk is en dat onderschrijf ik voor 200 procent. Dat is niet het enige, maar wel het beste antwoord op deze pandemie. Iets in me zegt dat we volgend jaar ook nog aan het vaccineren zijn. In mei van dit jaar is op voordracht van de Taskforce Vaccinatie met alle ministers van Volksgezondheid beslist om 23 miljoen boostervaccins aan te kopen. Dat was volgens mij niet om te zeggen dat we die niet zullen gebruiken, maar wel om die in te zetten. Voor wie, wat, hoe en wanneer was op dat ogenblik nog onduidelijk. De discussie wanneer we dan de derde prik moeten zetten, hebben we gehad.
Ik kan u zeggen dat toen we gesproken hebben over die derde prik, het niet zo eenvoudig was om alle collega’s op dezelfde golflengte te krijgen. Ik spreek niet over de discussie over de 85- en 65-plussers. Dat heeft best wat duw- en trekwerk, en overtuigingskracht vereist om dat te doen. De principiële discussie ging over de vraag wat het ideale tijdsinterval daarvoor is want uiteraard moeten we die zaken op een wetenschappelijk onderbouwde manier kunnen doen. We moeten ons daar wel op voorbereiden. De Vlaamse Regering is daar liever eerlijk in om te zeggen dat de vaccinatie er wel zal komen en dat we ons daar op een goede manier op moeten voorbereiden.
In die zin ben ik een beetje verbaasd over uw reactie, mijnheer Vaneeckhout. Zolang er geen beslissing was in de interministeriële conferentie over die derde prik, kon ik niet zeggen dat de vaccinatiecentra moesten open blijven. Ik had die beslissing nodig. Op het ogenblik dat we die beslissing hebben kunnen nemen, hebben we onmiddellijk gezegd dat de opening van de vaccinatiecentra moet worden verlengd, zoals we dat hebben gedaan toen we wisten dat de 12- tot de 18-jarigen ook zouden moeten worden gevaccineerd, want eerst zouden de vaccinatiecentra vroeger dan 15 oktober sluiten. Het is goed dat we dat hebben gedaan want de vaccinatiegraad in Vlaanderen bedraagt 85 procent bij de kinderen tussen 12 en 18 jaar.
Kijk naar de cijfers. Dan ziet u welk geweldig effect dat heeft op de viruscirculatie bij deze groep van mensen.
Ik vind dat de tegenstelling tussen de derde wereld en onze mensen een beetje een valse tegenstelling is. (Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout en Björn Rzoska)
Ik spreek de heer Vaneeckhout ook niet aan. Ik zeg dat in algemene zin, omdat ik dat deze week en ook in het weekend opnieuw gehoord heb van sommige politici, dat het het ene of het andere is. Wij hebben als Vlaanderen zelf bilateraal vaccins geschonken die we op dat ogenblik niet nodig hadden. Wij hebben met ons land 4 miljoen vaccins geschonken. De farmabedrijven zijn gigantisch aan het opschalen om die vaccins te kunnen leveren. Ik heb met de Europese administratie gesproken die HERA aan het opbouwen is. Het grootste probleem zal niet zozeer zijn dat er geen vaccins zijn. Het grootste probleem zal de logistieke capaciteit zijn om die van het tarmac in de hoofdsteden van de derdewereldlanden in de armen van de mensen te krijgen. Wij hebben daar een expertise in. Wij stellen die graag ter beschikking. Maar ik denk dat velen beter zouden nadenken over hoe we dat gaan doen, dan wel hier proberen een tegenstelling te creëren die eigenlijk geen tegenstelling hoeft te zijn.
De heer Parys heeft het woord.
Dank u wel. Eerst en vooral, laat me nog eens duidelijk zeggen dat een derde boosterprik geen oplossing is voor de vierde golf. Het is wel een oplossing voor toekomstige miserie.
Ik noteer de stilte bij de Voorruitfractie, maar ik ben wel blij met de Groenfractie, die zich eerder heel kritisch had uitgelaten over die derde prik, maar daar nu toch redelijk genuanceerd over denkt.
En het is inderdaad, zoals de minister heeft gezegd, een valse tegenstelling om te zeggen dat we eerst de derde wereld gaan vaccineren. We hebben inderdaad al 4 miljoen vaccins gedoneerd aan COVAX. Dat is behoorlijk.
Dus wat dat betreft, minister, denk ik: avanti, zo snel mogelijk. Maar terwijl wij hier debatteren over de derde prik, zou ik graag alle collega's die verantwoordelijkheid hebben met hun politieke partij of hun fractie in Brussel of die zusterpartijen hebben in Franstalig België, willen aanmoedigen om het daar te hebben over de eerste en de tweede prik, want anders komen wij hier nooit uit de miserie.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Dank u wel, minister. We hebben ons tijdens de hele coronacrisis altijd gebaseerd op wetenschappelijke adviezen, wat zeer goed is. En dat doen we nu ook voor het al dan niet toedienen van die brede prik voor de bevolking. Ik ben ervan overtuigd dat we dat advies nodig hebben. Maar laat ons ervoor zorgen, in de hoop dat we zaterdag toch dat advies kunnen hebben, dat er zaterdag ook echt duidelijkheid kan worden gegeven en dat zowel lokale besturen als vaccinatiecentra opnieuw op de hoogte kunnen worden gebracht van de verdere stap in het verhaal. Zij zorgen er samen met duizenden vrijwilligers voor dat elke dag opnieuw heel wat spuiten gezet worden. Ik ben er ook van overtuigd dat zij dat ook volgend jaar opnieuw willen doen, mits er op tijd duidelijkheid is. Ik reken erop, minister, dat u daar mee voor zult zorgen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.