Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de stijgende coronacijfers bij kinderen en de impact op het onderwijs
Actuele vraag over de coronamaatregelen in het onderwijs
Actuele vraag over de aanpak van de coronacrisis in onze scholen
Verslag
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
We hebben het hier al heel vaak gehad over corona, maar ik breng graag het verhaal van Thor. Thor is een leerling uit het eerste leerjaar en hij moest meer dan vier weken thuis in quarantaine blijven, niet omdat hij zelf ziek was, maar wel omdat zijn huisgenoten ziek waren. Thor was zelf niet besmet. Hij was springlevend en probeerde op afstand via de leerkracht toch te leren lezen en schrijven, maar dat is niet zo evident. Hierbij druk ik mijn groot respect uit voor iedereen die met heel veel inzet en flexibiliteit er toch in slaagt om leerlingen mee te nemen in een leerproces op afstand. Thor begrijpt niet waarom we voor hem zo streng zijn.
Er is heel wat gesleuteld aan de quarantaine- en teststrategieën, maar toch zijn er nog heel wat vragen. We hebben in het voorbije anderhalf jaar heel wat geleerd over pandemieën en over het effect van niet naar school te kunnen gaan. We hebben ook samen in dit halfrond een resolutie goedgekeurd met 124 aanbevelingen over het garanderen van het leerrecht van kinderen. Van de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s), kinderartsen en ook de kinderrechtencommissaris horen we de oproep om kinderen maximaal naar school te kunnen laten gaan. We zitten vandaag samen met heel wat experten en met de onderwijsclub om na te denken hoe we kunnen omgaan met de stijgende cijfers. Ik hoop oprecht dat het leerrecht op de eerste plaats blijft staan en dat we er alles aan kunnen doen om een lockdown voor kinderen te vermijden.
Mijn vraag aan u, minister, is of u zelf ook zult voorstellen om te sleutelen aan die test- en quarantainestrategie.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ik ken Thor niet, maar Thor is een van de vele kinderen die al thuis heeft gezeten zonder dat hij ziek was omdat er in zijn klas besmette kindjes waren zonder dat zij ziek waren. We hebben ook de noodkreet kunnen lezen van een directrice uit een school in Vichte, die zei: ‘Geef ons onze leerlingen terug.” Die school moest ook sluiten omdat er in een klas een aantal leerlingen en in een andere klas wat meer leerlingen besmet waren.
De besmettingen bij jonge kinderen stijgen inderdaad. Dat is ook logisch. Die kinderen zijn niet gevaccineerd, maar ze zijn daar absoluut niet ziek van. We krijgen een dergelijke situatie op een moment dat we ons zorgen moeten maken over de leerachterstand. Er is een leerkrachtentekort, wat betekent dat kinderen al veel tijd doorbrengen in de studie. Daarbovenop komen dan nog eens de quarantainemaatregelen. Je hebt kinderen die soms meer thuis zitten dan op school. Dat is nefast voor hun leerachterstand, maar evengoed voor hun leefachterstand, en daar maken we ons even grote zorgen over. Kinderen zijn in volle ontwikkeling en krijgen te maken met een sociale, mentale en zelfs een motorische achterstand. We zien zelfs dat kinderen minder goed kunnen zwemmen, om maar een voorbeeld te geven.
Dus kinderen moeten absoluut naar school kunnen, maar anderzijds – en daar wil ik ook uw aandacht voor vragen – moeten we er natuurlijk voor zorgen dat het zorgsysteem niet opnieuw overbelast raakt, dat er op intensieve zorg niet opnieuw bedden te kort zijn om reguliere zorg te gaan verschaffen, dat de huisartsen niet verzuipen. Hoe gaat u een kinderlockdown vermijden? Hoe gaat u vermijden dat we de situatie krijgen waarbij kinderen thuis zijn? Maar evengoed: wat gaat u vanavond voorzien om ervoor te zorgen dat scholen wel in alle veiligheid open kunnen blijven? Daar zijn nog wel wat stappen te zetten, zeker op het vlak van ventilatie, minister. Wat gaat u doen op die twee fronten, enerzijds open houden, maar anderzijds veilig open houden?
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de coronacijfers stijgen zeer sterk. En ze stijgen vooral zeer sterk bij onze jonge kinderen. Dat er in scholen veel besmettingen zijn en dat jonge kinderen vatbaar zijn voor infecties, dat moet ik de jonge ouders onder jullie niet vertellen. Daar hebben we ook geen virologen of biostatistici voor nodig. Dat was vroeger ook al zo, voor de coronacrisis.
Het goede nieuws is dat in tegenstelling tot sommige andere virussen, zoals het respiratoir syncytieel virus (RSV), waar elk jaar honderden kinderen door in het ziekenhuis belanden, het coronavirus relatief onschuldig is voor onze kinderen. Het is zelfs zo dat kinderartsen zeggen dat de maatregelen die op dit moment genomen worden, namelijk testen, quarantaine en mondmaskers, eigenlijk meer kwaad doen aan kinderen dan het virus zelf. De remedie is dus eigenlijk erger dan de kwaal, minister.
Nu zien we toch dat, ondanks de oproep van de kinderartsen, de Kinderrechtencommissaris en de CLB's, de roep om strengere maatregelen te nemen, luider weerklinkt. Zo horen we bijvoorbeeld Geert Molenberghs pleiten voor een mondmaskerplicht voor het hele lager onderwijs en horen we minister Vandenbroucke gisteren na het Overlegcomité al een beetje in uw richting porren om te zeggen dat u extra maatregelen zult moeten nemen in het onderwijs.
Minister, de situatie is nu al onhoudbaar. We hebben al die quarantaines waardoor kinderen hun leerrecht wordt afgenomen, maar waardoor vooral ook honderden, duizenden Vlaamse gezinnen in moeilijkheden worden gebracht. Verstrengen is op dit moment absoluut geen optie, vandaar mijn heel simpele vraag: wat is uw standpunt? Welk standpunt zult u innemen op uw overleg?
De heer De Gucht heeft het woord.
Minister, terwijl enkele weken geleden sommige mensen langzaamaan begonnen te spreken over het post-coronatijdperk, is de realiteit dat we volop in die corona zitten. We zitten in die vierde golf. De ziekenhuizen lopen vol. We zitten met cijfers die zelfs neigen naar de slechte cijfers op een bepaald moment vorig jaar. En we zitten met de scholen. De scholen sluiten, is geen optie. De leerachterstand zou nefast zijn. De opvang zal ofwel door de ouders moeten gebeuren, maar zal negen kansen op de tien doorgeschoven worden naar de kwetsbare groep die vandaag, zelfs al zijn ze gevaccineerd, toch soms moet worden opgenomen in het ziekenhuis, namelijk de grootouders. Dus dat is een groot probleem.
Langs de andere kant zien we dat de scholen allemaal op een andere manier omgaan met corona. Sommige sluiten hele leerjaren af. Andere voeren een quarantaine in voor een x aantal dagen. Je ziet dat de onderwijsverstrekkers met de handen in het haar zitten. En dus is mijn vraag eigenlijk vrij eenvoudig, maar is het voor u toch een groot vraagstuk om met de onderwijsverstrekkers te bespreken. Op welk manier gaan we duidelijkheid verschaffen aan de onderwijsverstrekkers, aan de grootouders, ouders en kinderen, om ervoor te zorgen dat er geen leerachterstand wordt opgebouwd? Want dit zullen we niet ophalen met zomerscholen. Dit is cruciaal. Die scholen moeten open kunnen blijven, maar er zullen tussensystemen moeten worden gezocht. Op welke manier ziet u dat?
Minister Weyts heeft het woord.
Vandaag is het ‘another busy day at the office’. Vanochtend hebben wij al samengezeten met de interministeriële conferentie (IMC) Volksgezondheid, want het is daar dat de test- en quarantainestrategie wordt besproken. Ik heb mijzelf uitgenodigd, als minister van Onderwijs, samen met mijn collega's van de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap om daar mee aan tafel te schuiven. In het verleden zijn we er al in geslaagd om die test- en quarantainestrategie te versoepelen. Ook vanochtend hebben we het daar opnieuw over gehad. Om 14 uur, nu dus, zitten we samen op mijn kabinet met de CLB’s met hun meest recente cijfers. Op grond daarvan zal ik vanavond weer met een voorstel naar de zogenaamde onderwijsclub trekken, bestaande uit het brede veld van de Vlaamse Scholierenkoepel en de Kinderrechtencommissaris tot de koepels en vakbonden, noem maar op. Iedereen zit daar mee aan tafel, om te proberen weer tot een gedragen standpunt te komen.
Ik hoop dat u begrip toont voor het gegeven dat ik altijd probeer diezelfde weg te bewandelen, om met een voorstel naar dat overleg te gaan en vervolgens te proberen wat draagvlak te zoeken en maximaal mogelijk eensgezind en als onderwijsveld naar buiten te treden met een plan van aanpak.
Maar je mag natuurlijk wel weten dat elk voorstel van mezelf altijd twee paden zal bewandelen. Enerzijds wil ik maximaal de scholen openhouden, met minimale beperkingen voor kinderen en jongeren, om zo het lesgeven mogelijk te maken. Maar anderzijds wil ik ook altijd verantwoordelijkheid nemen en soms moeilijke beslissingen nemen, daar waar nodig. ‘If it ain’t broken, don’t fix it.’ Daar waar nodig, moet er inderdaad worden opgetreden.
U stelt een vraag rond de quarantaine- en de teststrategie. Dat is inderdaad al een hele tijd een grote bekommernis. We hebben in het verleden al een kleine versoepeling kunnen realiseren. Want aanvankelijk was het zo dat, zelfs wanneer men getest werd en negatief was, men nog in quarantaine moest. Daarvan is men dan uiteindelijk toch, onder onze druk, afgestapt, expliciet op vraag van de Onderwijsministers. Maar ook vandaag stel je vast dat de hele eerstelijnszorg, verschillende eerstelijnszones – artsen, pediaters, CLB's – zeggen dat ze het niet aankunnen, dat ze dreigen omver te vallen, gewoon omdat ze te veel moeten testen en nodeloos moeten testen, en ook omdat ze kinderen nodeloos in quarantaine moeten plaatsen. Zij zijn het slachtoffer, maar bij uitstek zijn de kinderen zelf en onrechtstreeks ook hun ouders het slachtoffer.
Maar wat betreft de kinderen kan ik u meegeven dat er in de afgelopen 2 weken in Vlaanderen 17.500 kinderen in quarantaine werden geplaatst. 17.500 in 2 weken. En veelal was dat nodeloos, zonder symptomen. Het antwoord is dus: ja, absoluut, ik wil dat daarin wijzigingen worden aangebracht, en zo doortastend mogelijk. Dat zal ook deel uitmaken van een vergelijk dat we hopelijk zullen vinden.
Mijnheer De Gucht, wat betreft de richtlijnen is het inderdaad zo dat wij vanuit Brussel met enige verwondering kijken naar hoe men lokale situaties aanpakt, maar dat is wel degelijk op grond van onze richtlijnen. En we hebben er verschillende: dit zijn in globo alle richtlijnen, dit zijn de richtlijnen in geval van een besmetting en dit zijn de richtlijnen in geval van een mogelijke sluiting. (Minister Weyts toont verschillende documenten)
Maar het is altijd voorwerp van lokale appreciatie. Dat spreekt voor zich. Want situaties verschillen. En lokale besturen spelen daar natuurlijk een cruciale rol in. Zij zitten mee aan het stuur en nemen soms wel eens beslissingen waar wij vanop een afstand wel wat vragen bij stellen, maar zonder dat we alle details van de lokale situatie kennen en lokale gevoeligheden die mogelijk spelen. Dat is wat het is.
Maar ik herhaal dat ik zal proberen te komen tot een gedragen voorstel, zo maximaal mogelijk – en hopelijk kunnen we daar vanavond mee naar buiten komen –, dat gebaseerd zal zijn op de ratio van maximaal scholen open, met minimale beperkingen, maar daar waar nodig, optreden en verantwoordelijkheid nemen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u wel. Het is goed dat u ook de kaart trekt om die test- en quarantainestrategie aan te pakken zodat we er met z'n allen alles aan doen om die kinderlockdown te vermijden. Wat we hebben geleerd uit de vele hoorzittingen die we in de coronacommissie hadden en die we hebben bevestigd in onze resolutie, is dat er aandacht moet zijn voor die communicatie.
Uw diensten, het departement heeft echt altijd zijn best gedaan om over alles goed te communiceren, maar mijn vraag is ook om dat blijvend te doen, om de aangepaste draaiboeken, zeker voor de vakantie, heel duidelijk te maken voor de scholen. Maar ik denk, minister, dat we ook voor ventilatie ons uiterste best moeten doen. U kent mijn oproep in verband met de preventieadviseurs, onze poortwachters. In de cao zijn er afspraken gemaakt om het mandaat van die poortwachters te versterken. Ik pleit graag voor een mandaatvergoeding, en wat mij betreft is er daarvoor geen tijd te verliezen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ook ik vind het goed dat u de quarantaine- en testregels zult willen aanpassen en dat u met dat voorstel naar uw onderwijsclub gaat. Ik vermoed dat daar draagvlak voor zal zijn, want zij waren daarin inderdaad vragende partij. Zo stond het de laatste dagen in de pers. Maar u zegt: ‘Ik heb altijd mijn verantwoordelijkheid gedragen en moeilijke beslissingen genomen waar nodig.’ Minister, er is één beslissing die niet eens zo moeilijk is, die niet eens zoveel inspanningen vraagt, die kinderen niet benadeelt, op geen enkele manier, veel minder nog dan mondmaskers, en dat is: ventilatie en verplichte CO2-meters. Wij hebben dat hier met onze fractie, gesteund door de collega’s, in een resolutie ingediend, met de duidelijke vraag om – één – in te zetten op CO2-meters en – twee – te investeren in ventilatie. We deden dat voor de paasvakantie van vorig jaar, voor de grote vakantie van dit jaar. Telkens weer is dat weggestemd. Er is nog één quick win te realiseren, minister, en dat is die ventilatie. We moeten inzetten op ventilatie en op CO2-meters. Ik heb het op een evenement aan den lijve mogen ondervinden. Je ziet dat de CO2-waarden te hoog worden, je verlucht, en de waarden dalen. Dat is de gemakkelijkste en efficiëntste manier om verbetering te realiseren. En toch weigert u dat. Minister, gaat u op dat vlak meer kordate actie ondernemen? Dat is mijn heel expliciete vraag. (Applaus bij Groen, Vooruit en de PVDA)
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Minister, ondertussen hebben ons berichten bereikt dat uw Franstalige collega van Onderwijs wel opnieuw de mondmaskers in het middelbaar onderwijs gaat invoeren, ook voor de kinderen als ze aan hun bank zitten. Er is ook sprake van het invoeren van de mondmaskers in onze lagere scholen. Ik zou toch uw aandacht willen vestigen op het feit dat in het geval van onze lagereschoolkinderen het absoluut niet wenselijk is voor het sociaal welzijn, maar ook voor de leerachterstand die ontwikkeld wordt en de taalachterstand die ze krijgen door de gezichten van de leerkracht niet te zien, en omgekeerd. Bovendien wil ik er ook nog eens op wijzen dat de vaccinatiebereidheid bij onze jongeren bijzonder groot is en dat ik het zeer spijtig zou vinden als ze gestraft zouden worden door opnieuw mondmaskers te moeten dragen in de klas, terwijl ze zo massaal gevaccineerd zijn. Ik zou u willen vragen om op dat vlak uw been stijf te houden en niet toe te geven. U moet, inderdaad, meer inzetten op ventilatie, want dat is veel minder invasief voor onze kinderen en jongeren.
De heer De Gucht heeft het woord.
Het is heel goed, minister, dat u aan tafel gaat zitten. U hebt daarnet ook enkele papieren getoond waar de richtlijnen op staan, maar de realiteit is dat ouders die vandaag geconfronteerd worden met opgelegde quarantaine niet weten waar, hoe en wat. Dat is een van de cruciale problemen. Je moet de richtlijnen inderdaad duidelijk maken. Je moet die gemakkelijker toegankelijk maken en je moet ervoor zorgen dat ouders en scholen weten waarop ze kunnen leunen. U zegt dat dat een beetje afhankelijk is van het lokale. Dat is juist, en het is ook een goede zaak dat zij daar mee een stem in hebben, maar het is heel belangrijk dat ouders weten waar ze aan toe zijn om de kinderen te kunnen opvangen. Het is heel belangrijk dat, als we bepaalde quarantainemaatregelen opstellen, scholen alternatieven aanbieden: dingen die meegenomen kunnen worden naar huis, hybride lessen … Die zaken moeten we nu zo snel mogelijk uitrollen. We kunnen ons niet permitteren – en ik weet dat ik in herhaling val, voorzitter – om opnieuw hetzelfde te hebben, namelijk dat onze kinderen opnieuw leerachterstand opbouwen. We gaan echt naar een verloren generatie.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, het is goed dat u opnieuw in overleg gaat met alle onderwijspartners maar we zijn in het onderwijs in een situatie terechtgekomen die ik samenvat als snot uit de neus, stok in de neus. Daardoor worden sommige kinderen ongelooflijk veel getest, en die zijn dan nog symptomatisch, maar we krijgen het niet meer uitgelegd aan kinderen die levendig zijn en thuis op de trampoline staan te springen, dat zij moeten worden getest, in quarantaine moeten en niet naar school kunnen gaan. Collega’s, we hebben vorige week een debat gevoerd over ‘laat de leerkracht lesgeven’. Ik denk dat we nu bezig zijn aan het debat ‘laat de leerlingen les krijgen’.
Minister, vanuit onze fractie krijgt u alle steun om die test- en quarantainemaatregel te bekijken maar wanneer scholen moeten sluiten terwijl daarnaast nog allerlei evenementen blijven plaatsvinden, krijgt men dat ook niet meer uitgelegd aan ouders.
Tot slot vragen onze CLB-medewerkers zich echt af wat zij aan het doen zijn. Het brengt geen zoden aan de dijk en ze kunnen hun andere belangrijke taken niet meer doen. Dus minister, u krijgt alle steun om vanavond tijdens het overleg de juiste maatregelen te nemen in het belang van de leerlingen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Natuurlijk is iedereen het erover eens dat scholen maximaal moeten openblijven maar het moet natuurlijk veilig zijn, en daarover bestaat grote ongerustheid op het terrein. Minister, intussen hoor ik u opperen dat we inderdaad minder breed moeten testen en weigert u nog altijd pertinent om CO2-meters verplicht te maken in de klassen. Het is niet omdat u weigert om te testen en te meten dat het probleem daarmee verdwijnt. Ik hoopte dat deze regering dat na het hele 3M-dossier zou hebben geleerd. Anders bent u altijd de eerste om te zeggen dat meten weten is maar blijkbaar geldt dat niet als het niet in uw eigen kraam past.
We weten allemaal dat een slimme teststrategie en goede ventilatie cruciaal zijn in de strijd tegen corona, dat zeggen alle experts. In een goed verlucht lokaal is de kans op besmetting minder groot, is de kans om ziek te worden minder groot waardoor ook minder kinderen in quarantaine moeten, minder ouders met de handen in het haar zitten en minder kinderen nog meer de leerachterstand oplopen. Dus ook vanuit onze fractie, voor de honderdste keer, de zeer duidelijke oproep om alstublieft toch te investeren in die verplichting om CO-2meters te installeren in elke klas.
De heer D’Haese heeft het woord.
De situatie in het onderwijs is vandaag onhoudbaar, onhoudbaar voor leerkrachten, onhoudbaar voor leerlingen, onhoudbaar voor ouders. En dus zijn alle maatregelen vandaag nodig om ervoor te zorgen dat we de leerlingen in de klas, op school kunnen houden. Uiteraard is ventilatie daarbij een sleutel.
Ik belde daarnet met de directeur van een school in Antwerpen die zei dat ventilatie bij hen op school het openzetten is van ramen en deuren, en dat daarvoor geen dure richtlijnen van de minister nodig zijn. Het probleem is dat het binnenkort opnieuw koud wordt en dat dan uiteraard leerkrachten en leerlingen niet geneigd zijn om dat te blijven doen. Op die school hebben ze jaren geleden al een inventarisatie gedaan van wat er zou moeten gebeuren om beter te ventileren maar er is geen geld om dat uit te voeren. En wat kondigde minister Weyts drie weken geleden aan? Dat hij eens bij de scholen zou gaan luisteren hoe het zit met ventilatie.
We zitten bijna aan de vierde golf en de scholen zullen eindelijk worden bevraagd over hoe het is gesteld met de ventilatie. In Nederland hebben ze dat een jaar geleden al gedaan. Daar ligt een plan op tafel en is er een coördinatieteam en geld om effectief te investeren. Mijn vraag is welke actie er nu eindelijk zal worden ondernomen om de ventilatie op de scholen te verbeteren.
Minister Weyts heeft het woord.
Er zijn drie elementen. Ten eerste zie ik vandaag opnieuw de discussie oplaaien met betrekking tot het onderwijs en de scholen als motor, als katalysator of als wat dan ook van de pandemie. Het is gebruikelijk dat wij het schooljaar starten op 1 september. Vandaag is het 27 oktober, dat is geen rocketscience. En eind september/begin oktober was er zelfs een daling van het aantal besmettingen in de scholen. Dus neen, de scholen zijn niet de motor maar wel het slachtoffer van de pandemie.
Daarnaast is er discussie, all over again, over de CO2-meters waarbij we eigenlijk dezelfde doelstelling vooropstellen, namelijk ervoor zorgen dat er maximaal wordt geïnvesteerd in ventilatie en dus ook in CO2-meters. Alleen vinden sommigen dat dat verplicht moet worden, dat we dwang moeten gebruiken om de scholen die we impliciet wantrouwen te verplichten. Ik heb altijd gezegd dat ik de weg wil volgen waarbij ik aanbevelingen doe, budgetten ter beschikking stel en vervolgens via de Onderwijsinspectie bevraag of men effectief is overgegaan tot de aanwending van de budgetten voor de aankoop van CO2-meters.
De laatste bevraging werd georganiseerd door de onderwijsinspectie bij 1200 scholen. Net geen 90 procent is aan de slag met een CO2-meter. Dat is het resultaat van die aanpak.
Je zou inderdaad kunnen pleiten voor een verplichting. Dat heeft men in twee andere sectoren gedaan, in de fitness en in de horeca. In de fitness heeft men tussen juni en september twee controles gedaan. Twee. Er zijn meer fitnesszaken dan twee. In de horeca heeft men ruimer controles gedaan, en daar heeft men tussen juni en september – de periode dat men verplicht aan de slag moest met de CO2-meters – 2500 horecazaken gecontroleerd, waarvan er bijna 1000 niet in orde waren. Meer dan 36 procent was niet in orde.
We staan altijd open voor suggesties en kritiek, maar met onze aanpak is 90 procent van de scholen aan de slag met CO2-meters. Waar men verplicht heeft: in de fitness ga ik de cijfers zelfs niet noemen, maar in de horeca gaat het om 36 procent.
Het is dus een andere aanpak, maar de vraag is welke de meest doeltreffende is. Daar gaat het om: geleidelijkheid, aanbevelingen, zorgen voor budgetten of dwang, de vinger, en altijd zeggen hoe het wel moet en wat een ander allemaal moet doen.
Over de CLB's wil ik nog één zaak zeggen. Vandaag wordt de discussie over de pandemie en de maatregelen die moeten worden getroffen, altijd gelieerd aan een mogelijke overbezetting van de capaciteit van de ziekenhuizen, waardoor de reguliere zorgverstrekking in het gedrang zou komen. Bij de CLB's zijn we dat stadium al lang voorbij, hoor. Bij de CLB's is het zo dat 60 procent van de reguliere taken het laatste anderhalf jaar niet uitgevoerd is kunnen worden omdat men daar bezig moest zijn met contactonderzoek, met testing en tracing. Men heeft keuzes gemaakt. Voor de reguliere taken heeft men gefocust op de eerste kleuterklas en het eerste leerjaar. Daardoor kregen het zesde en het derde leerjaar lager onderwijs een mindere prioriteit.
De argumentatie die men momenteel hanteert voor ziekenhuizen, namelijk dat het reguliere aanbod onder druk dreigt te komen, wel, dat stadium zijn we voor de CLB's, voor de kinderen, voor de jongeren op school al lang voorbij.
Dus ja, daarom wil ik een aanpassing van testing en tracing. Ik hoop dat we vanavond tot een vergelijk kunnen komen, dat ongetwijfeld niet iedereen blij zal maken, maar dat is een van de eigenschappen van ons plan van aanpak. Ik wil de scholen maximaal openhouden met minimale beperkingen. Ik wil ervoor zorgen dat we verantwoordelijkheid nemen waar het nodig is. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, 17.500 leerlingen zoals Thor konden de voorbije twee weken niet naar school gaan. Met ons vieren hier hebben we onze vragen gesteld in naam van de leerlingen, maar ook in naam van alle ouders en alle leerkrachten die daardoor geïmpacteerd zijn.
Vorige week heb ik hier een groot appel gedaan ten aanzien van de hele samenleving om samen werk te maken van het lerarentekort. Ik herhaal dat appel graag, maar nu ten aanzien van de strijd tegen corona. We kunnen die strijd enkel winnen als we daar samen werk van maken. Voor onze fractie is één ding alvast duidelijk, en dat is dat we onze vrijheid niet kunnen afkopen met een kinderlockdown.
Minister, u bent niet ingegaan op het punt van de preventieadviseurs. Onze fractie blijft daarop wegen, want het is heel belangrijk dat we die poortwachters blijven ondersteunen en hun mandaat versterken, naast het feit dat we ook volop blijven inzetten op ventilatie.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, u zegt dat 90 procent van de scholen aan de slag is met een CO2-meter. Dat wil echter totaal niet zeggen dat er een is in elke klas. Het is zoals met een brandmelder: wat voor zin heeft het als je dat doorgeeft en af en toe in de ene klas hangt en dan in de andere? Dat helpt op geen enkele manier.
Door uw koppigheid, minister, hebben we ook al ontzettend veel geld verloren. Een CO2-meter kost namelijk 150 euro. Een kind laten testen, kost 50 euro. Hoeveel kinderen hebben we al getest zonder dat het nodig was, omdat u het vertikt om CO2-meters te hangen in elke klas? (Opmerkingen. Rumoer)
Ik roep u dus op, minister: als u vanavond één zaak beslist, laat het dan het aankopen van CO2-meters zijn en ook het voorzien in middelen om verder en beter te ventileren. U kunt desnoods praten met steden en gemeenten om, als er niet overal onmiddellijk een mechanisch ventilatiesysteem kan zijn – wat ik begrijp – te bekijken welke andere lokalen in de stad of gemeente gebruikt kunnen worden om onze kinderen veilig te huisvesten. Daar begint het mee. Maar u hebt dat in uw koppigheid geweigerd en u draagt daarin een grote verantwoordelijkheid. (Applaus bij Groen en Vooruit)
Mevrouw Beckers heeft het woord.
Kinderen zijn niet de bron van de epidemie. Dat is heel duidelijk. Ze worden ook niet ziek of toch niet zo erg ziek. Ik stel dus voor dat we de situatie omdraaien en onze kinderen en jongeren maximale vrijheid geven en uiteraard de zwakkeren blijven beschermen.
Ik ben het volledig eens met u, minister, maar toch ben ik ongerust na wat er gisteren gebeurd is: de invoering van het Covid Safe Ticket (CST). U hebt goede intenties, minister, ik ben ervan overtuigd dat we op dezelfde lijn zitten. Maar wanneer u opnieuw overruled zult worden – wat in het verleden ook al gebeurd is – door de federale overheid, dan zitten we natuurlijk opnieuw met een probleem.
Daarom, minister, roep ik u op om voet bij stuk te houden, niet aan de hand te lopen van meester Frank en de Vivaldisten en bovendien te laten zien dat u de minister van Onderwijs bent in Vlaanderen. U bent minister van Onderwijs, en niemand anders moet zich hier in Vlaanderen komen moeien. Onze kinderen moeten vrij naar school kunnen gaan, minister. Ik reken erop dat u, in tegenstelling tot minister-president Jambon, wel voet bij stuk zult houden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer De Gucht heeft het woord.
Wat u vanavond ook zult aanpassen, en ondanks het feit dat u zegt de verantwoordelijkheden niet van u af te willen schuiven, toch zullen er op een bepaald moment kinderen thuiszitten. Het zal dus nodig zijn dat er duidelijke richtlijnen komen om ervoor te zorgen dat zij ofwel taken meekrijgen naar huis ofwel hybride kunnen deelnemen aan de lessen. Maar vandaag horen we verhalen van kinderen die, doordat ze meerdere broertjes en zusjes hebben, tot vier weken niet naar school kunnen gaan. Dat zijn zaken die hopelijk met de aanpassingen die u vanavond wilt bespreken, tot het verleden zullen behoren. Maar zorg ervoor dat u ook een plan B hebt voor diegenen die wel thuis moeten zijn, dat dat op een goede manier opgevolgd wordt, en maak genoeg middelen vrij voor de scholen om dat op een adequate manier te doen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.