Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de BelRAI screener en het recht op het zorgbudget
Actuele vraag over de forse vermindering van het aantal mensen dat een zorgbudget ontvangt
Verslag
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, collega’s, ik wil het met jullie hebben over een mysterie. Om dat mysterie te begrijpen, moet je eerst weten hoe goed het wel niet is om in een land als Vlaanderen te wonen. Je kunt hier een zorgbudget krijgen van 130 euro per maand als je een zorgvraag hebt. Met die 130 euro geeft Vlaanderen een tegemoetkoming voor kosten die niet medisch van aard zijn. Nu is het systeem om te selecteren wie daarvoor in aanmerking komt veranderd sinds 1 juni. Minister, de verwachtingen waren dat er 15 procent minder mensen in aanmerking voor zouden komen dan in het vorige systeem. Voor alle duidelijkheid, het zijn de OCMW’s, de diensten maatschappelijk werk (DMW’s) en alle gemandateerde voorzieningen die die inschaling doen.
Nu blijkt dat sinds 1 juni 30 procent minder mensen dat zorgbudget toegekend krijgen. Minister, de vraag rijst dan natuurlijk bij ons of vroeger te veel mensen een zorgbudget kregen, of er nu te weinig mensen dat zorgbudget krijgen. Of zitten we correct? Hoe komt het dat 30 procent minder mensen nu kunnen genieten van dat zorgbudget? Kunt u ons dat uitleggen?
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, collega’s, dat nieuwe systeem om de zorgzwaarte in te schatten, die BelRAI-screener, zou een vooruitgang moeten zijn. Dat zou ervoor zorgen dat er meer mensen kunnen worden geholpen. Het is fijnmaziger. Er wordt ook rekening gehouden met psychische aspecten, en ook met functie-uitval. Op zich is dat dus een goed systeem. We hebben dat ook altijd gesteund. We hebben er echter ook altijd voor gewaarschuwd dat het absoluut niet de bedoeling kan zijn dat er door de invoering van die BelRai-screener ineens veel minder mensen in aanmerking komen voor dat zorgbudget, en dat er dus minder mensen zouden worden geholpen. We hebben daar meerdere vragen over gesteld hier, en telkens hebt u geprobeerd om ons en ook de sector gerust te stellen door te zeggen dat niemand erop zou achteruitgaan, dat verworven rechten gegarandeerd zouden blijven, dat we ons daar geen zorgen over moesten maken.
Toch stellen we op het terrein vast dat dat nu exact datgene is wat toch aan het gebeuren is. We zien dat vroeger, in het vorige systeem ongeveer 13 tot 15 procent van de mensen die een herinschaling kregen, lager werden ingeschaald en zo dus hun zorgbudget verloren. Dat was de situatie vóór de uitrol. Wat zien we nu in de feiten? We horen diverse alarmsignalen uit de sector, want nu zou het over 30 tot zelfs 50 procent gaan die ineens met een herinschaling zijn zorgbudget verliest. Dat kan absoluut niet de bedoeling zijn geweest.
Collega’s, voor alle duidelijkheid, want het lijkt wat abstract, dat gaat niet over een kleine groep. Het gaat over meer dan 250.000 mensen in Vlaanderen die recht hebben op dat zorgbudget, die dat ook echt nodig hebben om hun zorg te kunnen organiseren. Er zijn dus tot 100.000 mensen die het risico lopen om dat kwijt te spelen.
We zien de consequenties op het terrein. Gezinszorgdiensten melden nu al dat er mensen zijn die geen zorg meer inkopen omdat ze dat budget van 130 euro per maand zijn kwijtgespeeld. Die signalen zijn er nu al. Dan vraag ik me inderdaad af, net als collega Parys, hoe dat is kunnen gebeuren. Er is niet over één nacht ijs gegaan bij de invoering van die BelRAI. Daar is lang over gediscussieerd. Daar is jaren voorbereiding aan voorafgegaan, en toch gebeurt nu net datgene waarvan iedereen zei dat het absoluut niet mocht gebeuren. Minister, hoe is dit kunnen gebeuren? Hebt u daar een verklaring voor, maar vooral – ik denk dat dat de belangrijkste vraag is vandaag – wat gaat u ondernemen om daar daadwerkelijk iets aan te doen?
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, dat we hier vandaag met drie vraagstellers, waaronder zelfs een eminent lid van uw eigen meerderheid, over dit onderwerp staan, dat kan natuurlijk geen verbazing wekken. Het gaat hier immers over de rechtstreekse gevolgen van de nieuwe manier van inschalen van zorgbehoefte. Die heeft rechtstreekse negatieve gevolgen voor mensen in nood, mensen die zorg nodig hebben. De collega’s hebben het probleem hier al uitvoerig geschetst, hoe het nieuwe instrument BelRAI ervoor zorgt dat minder mensen een zorgbudget krijgen om die broodnodige hulp in de thuiszorg te kunnen inkopen. Niet dat het u zorgen baarde: berekeningen op voorhand hadden reeds uitgewezen dat 13 tot 15 procent van de mensen minder hulp zou krijgen. Sowieso 15 procent van de mensen die die thuishulp al kregen, zou uit de boot vallen.
Maar in de plaats van 15 procent is het realistische cijfer nu 30 procent geworden. Dat wil dus zeggen: bijna een op de drie dossiers. Daar zitten telkens gezinnen achter. Dat hoef ik u waarschijnlijk niet te zeggen. Wat zegt u op deze onthutsende cijfers? ‘Ik vraag een onderzoek en ik verwacht nog eind dit jaar de uitslag.’ Dat wil dus zeggen dat die gezinnen nog twee maanden moeten wachten op een uitslag en dat ze dan nog zullen moeten wachten op wat u ermee zult doen en wat u zult doen om die mensen uit de problemen te helpen.
Mijn vragen zijn heel simpel. Hoe komt het dat u zo verkeerd inschatte hoeveel mensen hun zorgbudget zien wegvallen? Hoe komt het dat u de gevolgen zo verkeerd beoordeelde?
Minister Beke heeft het woord.
Dank u voor deze vraag, collega’s. BelRAI is een nieuw inschalingsinstrument, dat sinds 1 juni 2021 van kracht is. Daar is ontzettend veel voorbereidingswerk aan voorafgegaan. Het is ook geen Vlaams inschalingsinstrument. Het is een internationaal inschalingsinstrument dat fijnmaziger naar de zorgbehoeften wil kijken die mensen nodig hebben. Het gaat over fysieke, mentale en andere zorgbehoeften. Hoe groot is de zelfredzaamheid die mensen vandaag nog hebben? Daarmee gaan de diensten van de gezinszorg, de dienst maatschappelijk werk of de OCMW’s aan de slag. In 2015, dus zes jaar geleden, heeft het Centrum voor Zorgonderzoek en Consultancy (LUCAS) van de KU Leuven een onderzoek gedaan waaruit bleek dat op basis van dit inschalingsinstrument er een 13 procent gebruikers minder rechten zouden opbouwen, maar ook een 11 procent van de gebruikers die er vandaag geen hebben, meer rechten zouden opbouwen, dat het dus zichzelf zou nivelleren. Er zijn pilootstudies gedaan, onder andere in het Waasland, waar deze BelRAI-screener is uitgetest, waaruit datgene wat daarvoor al naar voor was gebracht, namelijk dat er zowel in plus als in min zouden zijn, bleek te kloppen. U herinnert zich nog het vroegere systeem: een puntje meer en dan kwam je aan de 35 punten, ook al is dat niet echt de reflectie van de zorgbehoefte. We zijn er op 1 juni mee aan de slag gegaan. Intussen zijn er al meer dan 1.900 indicatiestellers mee aan de slag.
Dit systeem is een nieuw systeem en we zullen dat ook evalueren. Ik vind het te vroeg om vandaag te zeggen of het goed of fout gaat. De richting is absoluut goed. Aan de onderbouw is jarenlang gewerkt en ook die is absoluut goed. Maar we zullen het evalueren en als blijkt dat er moet bijgestuurd worden op structurele elementen en componenten, dan zullen we dat ook doen.
Nog eens: ik ben een grote believer van dit verhaal. Het geeft een breder beeld op de zorgbehoefte die mensen hebben. We krijgen een veel specifiekere, fijnmazigere foto van de reële zorgbehoefte van de mensen en dat is uiteindelijk toch de finaliteit. Diegenen die vroeger wat omhoog gingen om de punten te behalen om op die manier aan die 130 euro te komen maar daar eigenlijk geen recht op hadden – laat ons eerlijk zijn: dat kan niet de bedoeling zijn. Diegenen die er niet toe kwamen maar die er eigenlijk wel recht op hebben, zullen met de BelRAI nu wel in aanmerking komen. Dat heeft het voorbereidende traject onder leiding van professor Anja Declercq van de KU Leuven, die toch een internationale reputatie heeft op dat vlak, geleerd. Nog eens, we zullen dit evalueren en als er bijgestuurd moet worden zullen we dat ook doen.
De heer Parys heeft het woord.
Ik ben blij dat het onderzoek er effectief zal komen. Ik vond het vreemd om te zien dat we bij een proefproject in Aalst en Dendermonde andere resultaten hadden dan die die zich nu laten aftekenen. Ik had ook wel een vraag over het feit dat we veel meer psychisch kwetsbaren verwachten zoals mensen met dementie die zouden instromen in dat zorgbudget. Dat zien we vandaag niet. Dat zijn vragen die onze fractie graag beantwoord wil zien.
Maar, collega’s, mij moet wel van het hart dat wij staan voor een internationaal instrument dat data vergaart, en we voeren beleid op basis daarvan. U kunt niet aan de ene kant zeggen ‘wij zijn daar aanhanger van en wij willen heel graag dat het BelRAI-instrument effectief wordt uitgerold’ en aan de andere kant zeggen ‘ja goed, nu komt er een resultaat uit dat ons niet zint’.
Minister, wat gaat u daaraan doen? De conclusie die jullie al getrokken hebben, is dat er een aantal mensen zijn die er recht op hebben maar het vandaag niet zouden krijgen, terwijl de conclusie evengoed zou kunnen zijn dat mensen in het verleden het zorgbudget hebben gekregen maar daar geen recht op hadden, en dat is ook slecht voor het systeem. Minister, we kijken uit naar dat onderzoek, en graag een antwoord op mijn vragen over de instroom van psychisch kwetsbaren.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, het is duidelijk dat er zich op het moment op het terrein een heel reëel probleem voordoet. We krijgen die alarmsignalen en ik hoop dat u die ook krijgt vanuit de sector. Dat gaat inderdaad over 30 procent, tot zelfs 50 procent van de mensen die hun zorgbudget aan het verliezen zijn. Dat gaat over honderden, zelfs duizenden mensen. Er moet dus ingegrepen worden. Je kunt niet afwachten tot er een evaluatie komt.
Mijn vraag concreet aan u is: u moet toch al een indicatie hebben waar het misgaat. Wat gaat mis waardoor zoveel mensen hun zorgbudget toch verliezen terwijl dat absoluut niet ging gebeuren? Wat gaat er mis? Wat zult u daar op korte termijn aan doen? Bent u van plan om de uitrol van de BelRAI-screener on hold te zetten totdat u weet wat er juist aan de hand is? Bent u van plan om de mensen die een verkeerde indicatiestelling hebben gehad, retroactief terug te betalen? Want dat is waar die mensen momenteel mee worden geconfronteerd.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, in de commissie Welzijn van 5 januari zei u: “Op termijn komt er dus één zorgbudget, waarbij de BelRAI moet dienen als inschalingsinstrument om die zorgbudgetten scherp te stellen.” We zien hier vandaag dus een voorbeeld van wat u bedoelt met scherpstellen. Heel wat mensen met een zorgnood vallen vandaag uit de boot. Het kan niet zijn dat 30 procent – dat kan ik niet geloven – onterecht die steun kreeg. U spreekt steeds over een warm Vlaanderen, maar de BelRAI mag niet een kille berekeningsmethode worden waarmee u financiële tegemoetkomingen uit de Vlaamse sociale bescherming schrapt voor mensen die ze nodig hebben.
Minister, we spreken hier vandaag nog maar over een eerste stap van de invoering van de BelRAI. Er komen nog heel wat sectoren aan bod. Ik roep u dan ook alvast op om dan toch een betere inschatting te maken van wat de gevolgen zullen zijn van de invoering. Mijn vraag is – de collega's stelden die ook, maar u hebt ze nog niet beantwoord – wat u zult doen om de mensen die nu uit de boot vallen, die de financiële tegemoetkoming nodig hebben en de zorg niet kunnen betalen, tegemoet te komen, zodat ze niet dieper in de problemen komen. Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat ze die broodnodige thuishulp nog verder kunnen inkopen?
Mevrouw De Martelaar heeft het woord.
Minister, in de bevolkingscijfers zien we dat het aantal zwaar zorgbehoevende ouderen stijgt en in het nieuwe toewijzingssysteem zien we dat er minder mensen kunnen genieten van het zorgbudget van 130 euro. Met andere woorden, de toegang tot onze eigen Vlaamse sociale bescherming wordt door deze Vlaamse Regering steeds moeilijker gemaakt.
In het rapport van de Vlaamse Brede Heroverweging, dat u wellicht zult hebben gelezen, wordt een piste gelanceerd om het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden facultatief te maken. Met andere woorden, alleen de Vlamingen die een extra bedrag bij de zorgpremie betalen, zouden recht hebben op een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden. Een belangrijk tegenargument voor deze piste is dat vooral kwetsbare groepen deze premie niet zullen betalen, terwijl juist zij nood hebben aan deze zorgpremie. Hoe staat u tegenover deze piste? Is dat voor u een volgende stap? Hopelijk niet, want dan zou dit een manier zijn om onze Vlaamse sociale bescherming enkel voor de elite te maken.
De heer D'Haese heeft het woord.
Minister, de nieuwe BelRAI-screener ging zorgen voor meer zorg op maat voor mensen die zwaar zorgbehoevend zijn. We zien inderdaad dat 30 tot 50 procent van de mensen het budget niet meer zou krijgen. Mijnheer Parys, u kunt me veel wijsmaken, maar niet dat in het vorige inschalingssysteem 30 tot 50 procent ernaast zat. Dat kunt u mij absoluut niet wijsmaken.
Dit gaat natuurlijk over reële mensen, minister, reële mensen die nu in de problemen geraken. De diensten voor gezinszorg melden dat ook en trekken aan de alarmbel. Evaluatie is allemaal goed en wel, maar ik sluit me heel graag aan bij de vraag wat er nu zal gebeuren om ervoor te zorgen dat die mensen niet in de problemen komen. Als er minder budgetten worden uitgedeeld, garandeert u dan dat er niet minder budget in totaal zal gaan naar die budgetten, dat die blijvend geïnvesteerd worden en dat er dus niet op bespaard zal worden?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Met het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden ondersteunt Vlaanderen mensen met een zorgnood. Het was trouwens destijds mijn dorpsgenoot, Wivina Demeester, die dit heeft uitgewerkt. Enkele maanden geleden hebben we een nieuw inschalingsinstrument ingevoerd om te bepalen wie daar recht op heeft.
Dat zich daarbij verschuivingen zouden voordoen, dat was ook verwacht. Maar essentieel is dat wie er nood aan heeft, het ook kan krijgen. Minister, u gaf al opdracht aan het steunpunt om een analyse uit te voeren. Ik denk dat dat ook de juiste weg is: eerst een analyse maken, en dan eventueel beslissen om bijsturingen te doen, indien nodig. Er was ook verwacht dat bepaalde groepen gemakkelijker zouden instromen door het nieuwe systeem, onder andere mensen met een psychische kwetsbaarheid, en mensen met dementie. Minister, mijn vraag is: wordt er in de analyse die het steunpunt momenteel maakt, ook nagegaan of bepaalde zorgnoden nu inderdaad gemakkelijker toegang geven tot het zorgbudget?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik hoor hier zeggen dat de VSB door de BelRAI iets zou worden voor de elite. Dat is toch totaal van de pot gerukt. BelRAI is een internationaal aanvaard, internationaal onderzocht inschalingsinstrument, waar in Vlaanderen jaren aan gewerkt is, onder leiding van professor Anja Declercq – internationaal gereputeerd – om dat toe te passen. Vanaf 1 juni passen wij dat toe. Ik heb aan professor Anja Declercq en haar team gevraagd om degenen waar het vandaag op toegepast is, te vergelijken met de vorige groep die ze onderzochten, en te kijken of daar verschillen in zitten. Op basis van die evaluatie zal ik de resultaten bekijken, en zal ik bekijken of er aanpassingen nodig zijn. Wat ik niet ga doen, is een internationaal inschalingsinstrument, waar door professoren en met het veld jaren op gewerkt is, waar voorbereidingen rond getroffen zijn, waar proefprojecten rond gedaan zijn, nu, na twee maanden, even stop zetten. Dat ga ik niet doen. Ik denk dat we even ernstig moeten blijven. We hebben dit geïnstalleerd. We hebben professor Declercq, die dat al jaren begeleidt, gevraagd om dat voor ons verder te analyseren, om de evaluatie te maken, om te kijken hoe het zit met de vorige en met de huidige groep, en wat daar eventueel de verschillen zijn. Zijn die verschillen te verantwoorden of niet? Als die verschillen te verantwoorden zijn omdat er mensen zijn die er vroeger wel gebruik van maakten, maar er eigenlijk vandaag geen recht op hebben, ja, dan moeten we daar ook eerlijk in zijn. Omgekeerd ook: als er vandaag mensen zijn die dat systeem hebben, of dankzij de BelRAI een zorgbudget krijgen, maar dat vroeger niet hadden, dan wil dat eigenlijk zeggen dat die daar vroeger gebruik van hadden moeten kunnen maken, maar dat ze door het oude systeem uit de boot gevallen zijn. Dat is wat die vroegere pilootprojecten hebben aangetoond: dat er winnaars waren, maar ook verliezers. Ik geloof dus in een inschalingsinstrument dat academisch en internationaal is opgebouwd. Vandaag worden daar, met goede scholing en begeleiding – door de mensen van gezinszorg, de dienst Maatschappelijk Werk, de OCMW’s, en het Kwaliteitscentrum voor Diagnostiek – al die mensen opgeleid. Ik geloof dat dit op een serieuze manier gebeurt. Zeg ik daarmee dat de discussie af is? Neen. We doen de evaluatie, en op basis van die evaluatie kijken we of er bijsturingen moeten gebeuren. Dat lijkt me de juiste weg te zijn om met een zo belangrijk thema om te gaan.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik kan mij vinden in uw antwoord. Collega’s die zijn tussengekomen: het is het een of het is het ander. Ofwel kiezen we voor wetenschappelijk onderbouwd beleid dat, zoals de minister heeft uitgelegd, academisch onderbouwd is, internationaal geaccepteerd is, waar geen besparing in zit, want het budget is exact hetzelfde gebleven als voordien. Ofwel zeg je: nee nee, we leggen op voorhand al de uitkomst vast, en exact evenveel mensen moeten in het nieuwe systeem – dat objectiever is – een budget krijgen, als in het oude systeem. Maar goed, dan ben je niet meer wetenschappelijk bezig. En dus is de keuze: ofwel BelRAI, wetenschappelijk, en met een evaluatie om te kijken waar de verschillen vandaan komen. Maar dan kies je daarvoor, en aanvaard je de resultaten, en dan zullen een aantal nieuwe mensen instromen, en een aantal mensen die er geen recht op hadden zullen uitstromen. Ofwel zeg je: nee nee, wij willen gewoon dat iedereen die het budget vroeger had, dat blijft behouden, ook al hadden ze daar geen recht op.
Het allervreemdste, collega’s, vind ik wel dat een partij zoals het Vlaams Belang, die altijd tegen onterechte uitkeringen ageert, nu zegt: wij weten al zonder analyse dat iedereen die er vroeger gebruik van maakte er zeker recht op had, en we willen dat die allemaal, zonder wetenschappelijke onderbouw, zonder objectieve analyse, dat budget blijven krijgen. Collega’s, dat begrijp ik niet. Mijn partij neemt daar een heel ander standpunt in. Dank u wel (applaus bij de N-VA)
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, collega's, we stellen het systeem van de BelRAI zelf niet in vraag, maar dan moet het wel correct worden toegepast. Het is duidelijk dat het daar momenteel schort. Als u een beetje voeling zou hebben met de sector, dan zou u dat ook weten en toegeven dat dat inderdaad zo is. Iedereen zegt dat binnen de sector. En dan kan men twee dingen doen. Ofwel wacht men op de evaluatie. Dat is een beetje zoals een lek in de waterleiding hebben en al klein beetje beginnen dweilen maar tegelijkertijd de kraan vergeten toe te draaien. Ofwel grijpt u nu in en zorgt u ervoor dat mensen nu het zorgbudget dat ze zo hard nodig hebben, niet verliezen. Maar ik stel vast dat u daar geen uitspraken over doet en dat u niet wilt weten van een retroactieve rechtzetting van wat fout loopt.
Wij stellen voor om nu in te grijpen. ik zal hier straks een spoedresolutie indienen om ervoor te zorgen dat, zolang niet duidelijk is wat er juist misloopt, de BelRAI tijdelijk wordt opgeschort – ik sta achter het systeem maar momenteel loopt het fout – en dat mensen die een verkeerde indicatiestelling hebben gekregen, een nieuwe indicatiestelling krijgen, worden geherevalueerd en retroactief worden terugbetaald wanneer blijkt dat er een verkeerde inschatting is gemaakt. En ik hoop dat de mensen die de sector wel genegen zijn en weten wat zich op het terrein afspeelt, dat voorstel van resolutie zullen steunen. (Applaus bij Vooruit)
Collega Anaf, mag ik u vragen om die spoedresolutie zo snel mogelijk in te dienen? Dat is gemakkelijker voor de diensten. U moet trouwens nog officieel vragen om dat toe te voegen aan de agenda. Dat zal mevrouw Goeman wel doen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, u wekt steeds goede verwachtingen, maar eenmaal de uitvoering nabij komt, blijken steeds mensen in de kou te blijven staan. Het wegvallen van dit budget zorgt ervoor dat heel wat mensen de broodnodige thuiszorg niet meer kunnen inkopen. Ik blijf erbij dat ik niet kan geloven dat 30 tot 50 procent van de mensen die dit vroeger kregen, dit ten onrechte kregen. Dit is voor hen ook echt cruciaal. Deze regering kiest ervoor om de mensen veel langer thuis te laten blijven en wil thuiszorg stimuleren. Het is dan ook van groot belang dat dit snel wordt uitgeklaard en opgelost. Dat is nu uw eerste taak.
Wat de toekomst betreft, is de BelRAI-screener een hulpinstrument. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we weten dat de BelRAI niet beslist. En u kunt er inderdaad voor zorgen dat de sociale component in deze hele inschaling veel meer gewicht krijgt, zodat we in de toekomst dergelijke farces kunnen vermijden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vragen zijn afgehandeld.