Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet over de uitoefening van zelfstandige beroepsactiviteiten door buitenlandse onderdanen.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het is zeer belangrijk om de concurrentiepositie van Vlaanderen te versterken en te investeren in een goed ondernemersklimaat. Wat we nu zien, is dat Vlaanderen onvoldoende ondernemend toptalent en innovatieve start-ups en scale-ups kan aantrekken. Daarvoor vallen we nu terug op wetgeving van 1965. Een nieuw ontwerp van decreet was dus eigenlijk noodzakelijk, met een aantal slimme aanpassingen om het tij te doen keren. Dat doen we hier met dit ontwerp van decreet. zeer belangrijk hierbij is dat we de meerwaarde van de ondernemingen moeten bekijken voor onze Vlaamse economie. We moeten selectiever zijn om de juiste profielen aan te trekken, de juiste profielen die passend zijn bij onze arbeidsmarkt.
We moeten drempels afbouwen, maar het ook daarbij niet laten. Via Flanders Investment & Trade (FIT) en het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) kunnen we actief op zoek gaan naar beloftevolle en innovatieve starters. Ook voor de klassieke ondernemingen leggen we een aantal voorwaarden op: een startkapitaal, diplomavereisten. Die klassieke onderneming moet ook zorgen voor jobcreatie.
Dit alles moet bijdragen tot het aantrekken van buitenlandse sterke ondernemers met levensvatbare ondernemingen. Verder moeten we natuurlijk ook werk maken van ambitieuze en transparante doorlooptijden. Die diplomatieke valies is echt niet meer van deze tijd; we moeten inzetten op een digitaal loket, een digitale procedure en het ‘only once’-principe om de administratieve last te beperken.
Ik wil nog even wijzen op het feit dat het belangrijk is om misbruiken niet te tolereren. In 2020 werden 96 buitenlandse zelfstandigen gecontroleerd. Bij een derde daarvan werden inbreuken vastgesteld. Dat is veel, dus de controle door de Vlaamse inspectie moet zeker en vast blijven. Dat is zeer belangrijk, we moeten optreden tegen schijnzelfstandigheid, het niet respecteren van de voorwaarden of andere misbruiken. Een aantal duidelijke strafbepalingen werd dan ook opgenomen in het nieuwe ontwerp van decreet.
Collega’s, onze fractie steunt dit ontwerp van decreet zeker en vast. Het is een goede basis voor een aantrekkelijk ondernemersklimaat, met specifieke aandacht voor het binnenhalen van buitenlands toptalent. Daarom zullen we dit straks goedkeuren.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Collega’s, onze fractie zal zich onthouden. Wij zijn wel tevreden dat er een aantal strikte voorwaarden worden gekoppeld aan het toekennen van de beroepskaarten, zoals het diploma secundair onderwijs, het startkapitaal en een vorm van bestaansminimum, maar voor ons is het niet nodig dat er zich nog meer niet-Europese burgers in Vlaanderen komen vestigen om hier bijvoorbeeld een kapperszaak of een pitabar te openen. Wij willen vooral ondernemers aantrekken die voeling hebben met Vlaanderen, de Vlaamse cultuur onderschrijven en de Nederlandse taal machtig zijn. Wij zullen ons dus onthouden.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Heel kort, om toch nog eens te benadrukken dat wij hier echt wel over een heel belangrijke en historische hervorming zullen stemmen. Het is een wetgevend kader dat tientallen jaren oud is, waarbij we niet alleen moderniseren en digitaliseren, maar ook duidelijke keuzes maken voor kwaliteitsvolle startups, om ondernemers die zich hier willen vestigen aan een aantal criteria te laten voldoen. Zo zijn we zeker dat zij een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan onze Vlaamse economie. Wij leggen daarbij de lat wat hoger. Dat is niet alleen in het belang van de Vlaamse economie maar uiteraard ook van de betrokken ondernemers zelf. Bijvoorbeeld de minimumdrempel inzake startkapitaal zorgt ervoor dat de overlevingskans van dergelijke bedrijfjes een stukje hoger komt te liggen dan voorheen het geval was. Vooral worden op die manier fraude en mogelijke andere mistoestanden vermeden. We zullen uiteraard voluit dit ontwerp van decreet ondersteunen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega’s, dit is een heel goed ontwerp van decreet. Ik zal kort toelichten waarom.
Een eerste reden is dat het past in de liberale filosofie dat mensen vooral kansen moeten grijpen. Als je naar hier komt vanuit het buitenland, om welke reden dan ook, dan moet de basisfilosofie in Vlaanderen zijn: ‘Show me what you got!’ Begin te ondernemen, begin te werken, grijp je kansen. Als je van zover bent gekomen, doe er dan alles aan om hier je leven uit te bouwen. Maar om mensen kansen te kunnen geven, heb je natuurlijk een duidelijk kader nodig. Dat ontbrak nog. Deze bevoegdheid is overgekomen via de zesde staatshervorming. Ik vind het echt goed dat als Vlaanderen een bevoegdheid krijgt, dat we er eindelijk iets anders mee doen en dat we het beter maken. Dat we zeggen tegen die mensen die naar hier komen: ‘Grijp uw kansen. Begin te ondernemen. Begin een zaak. Begin inderdaad, mevrouw, een pittabar of een kapperszaak of een innovatief informaticabedrijf. Grijp uw kansen. Als je hier bent, maak er iets van.’ Dat is de manier waarop niet alleen de integratie vooruitgaat maar waardoor meteen ook ons hele economisch weefsel wordt versterkt.
Een tweede reden is heel simpel: onze Vlaamse economie heeft daar nood aan. Ik heb in de commissie een paar keer de analogie gebruikt van een voetbalclub. Een goede voetbalclub moet eigen talent kweken en ervoor zorgen dat de eigen spelers groeien binnen de club. Dat doen wij ook in Vlaanderen door onze eigen kmo’s, onze eigen ondernemingen volop te steunen. Maar je hebt in een goede voetbalclub soms een transfer van elders, uit het buitenland nodig. Dat is in de economie ook zo. Economieën die openstaan voor nieuwkomers, voor innovatie, zijn de economieën die vooruitgaan in de wereld. Dat hebben we doorheen de hele geschiedenis gezien. Als Vlaanderen hebben wij echt nood aan die mensen die hier ons economisch weefsel willen versterken. Dat kan je natuurlijk niet doen zonder regels, zonder een kader. Dit ontwerp van decreet voldoet daaraan.
Er worden twee grote zaken ingevoerd. Enerzijds zeggen we dat wie hier begint te ondernemen een soort van kwalitatief bewijs moet hebben dat hij of zij daarvoor geschikt is: diplomavereisten, et cetera. Hij moet ook een minimum aan kapitaal kunnen aanbrengen. Die drempel is niet onredelijk hoog gelegd. Ik denk dat het wel goed is dat je, voordat je begint te ondernemen, laat zien dat je solvabel bent. Dat zijn trouwens ook vereisten die wij verwachten van ondernemers van hier die starten. Daarnaast wordt ook de hele procedure van aanvragen en van verwerken van gegevens gedigitaliseerd, zodat er geen rompslomp is van een aantal maanden maar zodat die erkenning binnen een paar dagen of weken kan afgewerkt worden.
Dat zijn de dingen, collega’s, die onze economie structureel vooruithelpen. Zorg dat mensen die naar hier komen kansen kunnen grijpen, dat zij onze economie mee kunnen versterken. Dat is het liberale gedachtegoed ten top. Daarom zal onze hele fractie, vertegenwoordigd door de achterste banken op dit moment, volop dit ontwerp van decreet steunen.
Collega’s, mag ik tussendoor vragen aan de collega’s hier aanwezig en thuis om in te loggen in het stemsysteem?
De heer Rzoska heeft het woord.
Collega’s en minister, we hebben de discussie gevoerd in de commissie. U zult niet verwonderd zijn door de opmerkingen die ik zal maken. Ik vind dat er heel veel goede dingen zitten in wat er op tafel ligt en ik ga ook wel een heel stuk mee in de digitalisering, het vernieuwen van oude wetgeving of nog oude vigerende wetgeving.
Ik blijf het er toch moeilijk mee hebben dat drempels worden opgeworpen voor de mensen die in Vlaanderen willen ondernemen. Dat is een opmerking van de sociale partners. In de commissie heb ik een drempel in het bijzonder aangehaald. Ik heb relatief weinig begrip voor de diplomavereiste. De reden is heel eenvoudig. Ik heb al verwezen naar de heer Muyters, die ik nu niet zie zitten, maar die altijd heel trouw aanwezig is in dit halfrond. Ik herinner me zijn mantra uit de vorige legislatuur. We moeten minder naar diploma’s en meer naar competenties kijken. Mijn fractie is er een grote voorstander van te kijken naar wat mensen kunnen in plaats van te kijken naar wat mensen ooit op school hebben gepresteerd. Ik vind het merkwaardig dat we een diplomavereiste inbouwen voor mensen die hier willen komen ondernemen. Ik ken heel wat ondernemers die hun zaak bij wijze van spreken met gezond boerenverstand zijn gestart. Daar kwam niet veel scholing aan te pas, maar ze zijn wel succesvolle ondernemers. Die voorbeelden zijn legio. Dat zijn geen uitzonderingen. Er zijn er heel wat.
Mijn fractie omarmt de goede zaken in dit ontwerp van decreet, maar we zijn kritisch over de drempels die we minder interessant vinden om mensen naar hier te halen om hier te ondernemen. Om die reden zal de Groenfractie zich onthouden.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, de Vooruitfractie zal zich ook onthouden. U weet dat we voorstanders zijn van de modernisering van de regelgeving inzake positieve arbeidsmigratie. Dat kan een meerwaarde voor de Vlaamse economie en arbeidsmarkt betekenen en we zijn het ermee eens dat de focus op het innovatief talent en op de aandacht voor sociale fraude moet liggen. We hebben daar een bedenking bij gemaakt. We stellen ons de vraag of de afdeling Vlaamse Sociale Inspectie daartoe voldoende is uitgerust? U hebt beloofd daar werk van te maken, wat alvast een goede zaak is.
Tot slot is het voor de Vooruitfractie nogal evident dat iedereen gelijk voor de wet moet zijn. De sociale partners hebben de opmerking gemaakt dat na de invoering van dit ontwerp van decreet voor het ondernemerschap andere regels gelden voor de nieuwkomers en voor de oudkomers. De diplomavereiste en de terbeschikkingstelling van een startkapitaal hebben in se niets met de solvabiliteit van de onderneming te maken. Aangezien dat ons niet het beste denkspoor lijkt, zullen we ons onthouden. We hopen dat in een volgende fase het voortschrijdend inzicht alsnog start-ups en innovatief talent zal aantrekken zonder bijkomende drempels voor ondernemende mensen van hier of van elders op te werpen.
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, we hebben in de commissie uitvoerig over dit ontwerp van decreet gediscussieerd. Het was een goede gedachtewisseling. Het zal niemand verbazen dat ik bijzonder trots ben dat we nu, na vele jaren, eindelijk een nieuw ontwerp van decreet betreffende de beroepskaarten kunnen voorleggen. Wie van buiten de EU naar Vlaanderen komt om een zaak te starten, heeft een beroepskaart nodig. Dankzij dit ontwerp van decreet kunnen we die 55 jaar oude wetgeving eindelijk vervangen.
De focus ligt op innovatieve start-ups, scale-ups en klassieke ondernemingen. Voor de innovatieve ondernemingen hebben we een soepeler beleid ontwikkeld. Voor de klassieke ondernemingen worden enkele voorwaarden gesteld.
Mijnheer Rzoska, ik heb in de commissie gesteld dat ik zeker niet ongevoelig ben voor uw opmerking over de diplomavereiste. Ik ben anderzijds natuurlijk wel vijf jaar minister van Onderwijs geweest en ik ben ook gevoelig voor de pleidooien over het belang van het behalen van een diploma van het secundair onderwijs. Ik heb in de commissie verklaard dat ik bereid ben dit in de eerste evaluatie op te nemen. Ik vind het spijtig dat u zich onthoudt, maar dat is natuurlijk uw keuze. Sowieso zal hiermee rekening worden gehouden, maar we willen helder zijn met betrekking tot onze verwachtingen ten aanzien van mensen die van buiten de EU naar hier komen om als zelfstandige te werken.
Mevrouw Gennez, ik ben iets minder gevoelig voor de opmerkingen over het startkapitaal. Het gaat niet om kapitaal dat apart op een rekening moet staan. Dit geld kan worden gebruikt om de zelfstandige activiteiten te ontplooien. Ik vind het normaal dat we de lat op haalbare hoogte leggen. We weten hoe moeilijk het is een onderneming te starten en welke budgetten daarvoor doorgaans nodig zijn.
Maar ook dat punt ben ik zeker bereid mee te nemen in de evaluatie. Er is een nieuw decreet, er zijn heldere voorwaarden, die zijn helder voor iedereen. En ik hoop vooral dat er heel wat innovatief talent zal worden aangetrokken, meer talent dan vandaag het geval is. De concurrentie tussen de lidstaten is bijzonder groot. Daarom is het hoogdringend dat wij onze oranje loper kunnen uitrollen.
Voorzitter, ik moet de aandacht vestigen op twee artikelen in het ontwerp van decreet. De juridische dienst van het Vlaams Parlement heeft ons er gisteren op geattendeerd dat er twee kleine technische correcties zouden moeten worden aangebracht. Ik denk niet dat dat onder de vorm van amendementen moet, omdat het technische correcties zijn. Als het goed is, dan geef ik ze even mee aan de vergadering.
In artikel 5 dienen er voor de alinea die begint met “Een buitenlandse onderdaan die een zelfstandige beroepsactiviteit verricht met een innovatieve meerwaarde voor Vlaanderen” de tekens ‘§2.’ te worden toegevoegd. Waarom? Omdat op die manier het tweede lid van de eerste paragraaf een delegatie bevat naar de Vlaamse Regering. En het eerste lid van de tweede paragraaf bevat een aantal diplomavoorwaarden voor buitenlandse ondernemers. Het is dus een heel technische aanpassing.
En in artikel 13 moet de verwijzing naar ‘het eerste lid’ worden vervangen door ‘het tweede lid’. Hierdoor kan een buitenlandse onderdaan aan wie een beroepskaart werd geweigerd, alsnog een nieuwe aanvraag indienen in datzelfde jaar als hij hiervoor nieuwe inhoudelijke argumentatie kan aanbrengen.
Dat zijn twee taalopmerkingen, waarvan de juridische dienst voorstelt om deze vandaag ook mee te nemen in de finale tekst die wordt goedgekeurd. Dank u wel.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik probeer nog een finale poging te doen om collega's die het ontwerp van decreet niet willen steunen ervan te overtuigen dat wel te doen. Ik zal dat doen aan de hand van een statistiek. Het is zo dat, van de Fortune 500 companies, zeg maar de 500 bedrijven met het grootste kapitaal in Amerika, meer dan de helft werd opgericht door mensen met buitenlandse roots, directe afstammelingen van mensen die van elders komen. En de reden daarvoor is dat er in Amerika, maar ook in de Angelsaksische landen in het algemeen, heel hard wordt gefocust op het aantrekken van kwalitatief ondernemerschap. En als jullie de adviezen – en het zijn er een heel pak – van de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen (VARIO) de afgelopen jaren op dat aspect nalezen, merken jullie dat dat net hetgeen is wat er in Vlaanderen mist. Er mist echt een kader om dat kwalitatief ondernemerschap naar hier te trekken en om die meerwaarde voor de economie te verzilveren bij ons. En die gaat vooral naar andere landen in Europa, maar vooral ook daarbuiten.
Ik snap dat je bedenkingen hebt bij de ene of andere drempel, maar die zijn er net op gericht om dat kwalitatief ondernemerschap van buitenaf te bevorderen. En als je ziet welke geweldige meerwaarde dat in de Angelsaksische landen heeft voor de werkgelegenheid, de economische groei en het innovatievermogen, dan denk ik dat het echt nodig is om daar ook in Vlaanderen werk van te maken.
Ik hoop dat jullie met deze kleine statistiek/oproep toch nog overtuigd zijn om jullie steun te geven aan dit ontwerp van decreet. Ik zie gematigd enthousiasme.
Mooi hé, minister?
Ik ben ontroerd, voorzitter.
Hebt u een zakdoek nodig?
Dat mag wel, ja.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2020-21, nr. 908/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 1 tot en met 4.
Bij artikel 5 heeft de minister een technische correctie voorgesteld.
– Er zijn geen verdere opmerkingen bij artikel 5.
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 6 tot en met 12.
Bij artikel 13 heeft de minister een technische correctie voorgesteld.
– Er zijn geen verdere opmerkingen bij artikel 13.
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 14 tot en met 37.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het ontwerp van decreet houden.