Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Tom Ongena, Nadia Sminate, Brecht Warnez, Paul Van Miert, Katrien Schryvers en Kris Van Dijck tot wijziging van deel 3, titel 4, hoofdstuk 1 en 2, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Voorzitter, ik wil, voor de algemene bespreking begint, het woord vragen omdat er rond dit decreet al heel veel gezegd is. De vakbonden en de hele zorg- en welzijnssector hebben verschillende keren aan de alarmbel getrokken om te zeggen dat dit voorstel van decreet de toegankelijkheid, de kwaliteit en de betaalbaarheid van de zorg in Vlaanderen negatief zal beïnvloeden. Daar is op geen enkel moment rekening mee gehouden. Daarom hebben we samen met Groen en Vooruit enkele amendementen ingediend, die wel ingaan op de bezorgdheden van de sector. Om er zeker van te zijn dat die amendementen op het voorstel van decreet geen nieuwe juridische problemen opleveren, vragen we, conform artikel 72, punt 2, van het reglement, bij mondeling verzoek een beredeneerd advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State over deze amendementen op dit voorstel van decreet.
De heer Ongena heeft het woord.
Ik heb inderdaad gezien dat de linkse oppositie – versta: de extreemlinkse oppositie met dan het wagonnetje Groen en Vooruit – vijf amendementen heeft ingediend. Ik vind dat een beetje vreemd. Dat is een voorstel van decreet dat sinds eind vorig in dit parlement voorligt. De Raad van State is daar al twee keer over geconsulteerd geweest. We hebben daar een hoorzitting over gehad. We hebben daar uitvoerige debatten over gehad. Ik vind het vreemd dat men nu in de plenaire vergadering opeens met vijf amendementen komt. Het reglement is het reglement, maar ik ga niet wegsteken dat dit pure obstructiepolitiek is, punt aan de lijn. Dit is eigenlijk een meerderheid het recht ontnemen om – wat toch essentieel is in een democratie, dacht ik – op een gegeven moment over haar voorstel van decreet te laten stemmen. Maar goed, men kiest ervoor om pure obstructiepolitiek toe te passen. We zullen zien of een derde van de volksvertegenwoordigers de indiening van deze amendementen steunt. Ik kon toch mijn ontgoocheling niet wegsteken en vind deze manier van handelen pure obstructiepolitiek.
De heer Janssens heeft het woord.
Collega Ongena, het verbaast me een beetje dat u zo negatief kijkt naar het gebruik van een aantal reglementaire toepassingen. Misschien hoeft dat geen obstructiepolitiek te zijn, maar het kan ook de bedoeling zijn van de indienaars van deze amendementen en diegenen die die straks zullen goedkeuren, om het debat proberen te openen. Dat is iets wat jullie halsstarrig proberen te vermijden. Er zijn misschien wel hoorzittingen geweest, maar buiten dit parlement speelt zich ook een debat over dit voorstel van decreet af. Ik denk niet dat alle stemmen die relevant zijn, al gehoord zijn in dit debat. U leest ook de persartikels. U hoort ook de commentaren hierover. U hoort de zorgsector, die hier toch wel heel erg verward over is en met heel wat vragen zit. Dus ik denk dat het initiatief dat nu genomen wordt om naar een breder debat te gaan, om een beetje tijd te nemen, maar ook om het advies van de Raad van State over die amendementen te vragen, best wel nuttig en interessant kan zijn. Dus ik zie dat als iets positiefs en ik vind het jammer dat u probeert om de toepassing van het reglement als een obstructiepolitiek te verwoorden. Ik denk geenszins dat dat het geval is. Daarom zullen wij straks ook steun geven aan het verzoek tot raadpleging van de Raad van State.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Ik stoorde me wel een beetje aan de tonaliteit van de laatste tussenkomst. U weet, of u weet niet, dat ik voorzitter van de commissie ben waar wij dit voorstel van decreet behandeld hebben.
Ik weet dat.
Dank u wel.
Ik wil beklemtonen dat wij wel degelijk in alle openheid, in alle transparantie ook de tijd genomen hebben om dit voorstel van decreet te bespreken en om hoorzittingen te houden. Er is ook nog een tweede lezing gevraagd. Dat is allemaal gebeurd. Dat het debat niet of niet ten gronde gevoerd is, wil ik dus ontkennen.
Ten tweede, zelfs als we een advies vragen aan de Raad van State, zal het debat nog steeds hier binnen in dit parlement gevoerd worden. De analyse die collega Janssens maakt – of zijn motivatie, maar dat is natuurlijk zijn volste recht – vind ik dus niet helemaal correct. Ze kan mij in ieder geval niet overtuigen.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Het klopt dat de voorzitter ons de kans gegeven heeft om dit voorstel van decreet uitgebreid te bespreken, wel snel snel. Ondertussen hebben we gisteren ook de open brief van een heel grote groep van het middenveld mogen lezen, die duidelijke opmerkingen heeft op dit voorstel van decreet. Ik denk dat het wel heel zinvol is om de tijd te nemen. We hebben door middel van ons amendement geprobeerd om een stuk van de bezorgdheid te verwoorden en het voorstel van decreet wat te verbeteren.
Verzoek tot raadpleging van de Raad van State
Dames en heren, ingevolge het verzoek van collega Vandecasteele tot raadpleging van de Raad van State wordt de beraadslaging geschorst en ga ik na of het verzoek gesteund wordt door ten minste een derde van de Vlaamse volksvertegenwoordigers. Dat wil zeggen: 42.
Ik stel voor dat we eerst een teststemming uitvoeren.
– De Vlaamse volksvertegenwoordigers voeren een teststemming uit.
Dan stemmen we nu over het verzoek tot raadpleging van de Raad van State.
De Vlaamse volksvertegenwoordigers die het verzoek steunen, drukken op de groene knop. Degenen die dat niet steunen, drukken op de rode of gele knop.
Stemming nr. 1
Het verzoek tot raadpleging van de Raad van State wordt gesteund door 52 Vlaamse volksvertegenwoordigers.
Dat is duidelijk meer dan één derde van de volksvertegenwoordigers. Dientengevolge zal ik het advies van de Raad van State over de amendementen vragen en is de beraadslaging zolang geschorst.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, wil dat zeggen dat nadien de beraadslaging ook onmiddellijk plenair volgt?
Ja, dus niet opnieuw in de commissie.