Verslag plenaire vergadering
Verslag
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het verslag namens de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie over het verzoekschrift tot het publiceren van de tekst van ontvankelijke verzoekschriften.
De heer Vande Reyde, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, ik hoop dat u het nog uithoudt tot het einde van de stemmingen met uw stem.
Zo lang is het niet meer.
Voilà, dat klonk al beter.
Het verzoekschrift dat hier op de agenda staat heeft tot veel discussie geleid in de commissie. Het zou ons veel te ver leiden mocht ik alle debatten die hebben plaatsgevonden in detail beschrijven. Ik zal dan ook een algemene beschrijving geven van wat er is besproken. Mochten er mensen in deze zaal zich daarin niet kunnen vinden of aanvullingen willen doen, doe gerust. Ik zal het zo duidelijk mogelijk proberen samen te vatten.
Het verzoekschrift vraagt eigenlijk meer transparantie over de verzoekschriften die in het verleden zijn en in de toekomst zullen worden ingediend. De verzoeker vraagt meer bepaald dat alle verzoekers met naam en toenaam en de inhoud integraal worden gepubliceerd en publiek gemaakt.
Vanuit het oogpunt van transparantie was de algemene opvatting in de commissie dat dit huis natuurlijk zo transparant mogelijk moet zijn en dat er maximale informatie moet zijn over wat er wordt besproken in commissies en andere zalen en dat we daar zoveel mogelijk in moeten meegaan. Maar de volledige publicatie van verzoekschriften stootte op enkele praktische bezwaren. Er is ook toelichting gevraagd aan de diensten en die is uitgebreid gegeven door Gerit Vermeylen, directeur van de directie Decreetgeving, in de commissie. De bezwaren tegen een volledige publicatie van de verzoekschriften zijn kort samen te vatten in enkele punten.
Enerzijds is er natuurlijk de privacy. In zo’n verzoekschrift heb je vaak dingen die raken aan de privacy; niet enkel de privacy van de mensen die het verzoekschrift indienen – de verzoeker – maar ook zaken die een situatie van derden betreft, en waarvoor die derde persoon niet altijd toestemming heeft gegeven.
Dan was er de discussie dat dat soort zaken misschien geanonimiseerd kan worden. Maar dan was de bezorgdheid dat als je dingen gaat anonimiseren of weglaat of op een bepaalde manier vervormt in zo’n verzoekschrift, je dan eigenlijk de inhoud van het verzoekschrift wijzigt. Dus dat was ook een oplossing die suboptimaal bleek te zijn.
Bovendien gaven onze diensten ook aan dat er op dit moment wel degelijk een overzicht bestaat van de verzoekschriften, weliswaar zonder de volledige inhoud. Maar de bespreking van het verzoekschrift in de commissies, en ook later in de plenaire, zoals we hier nu bezig zijn, is uiteraard wel publiek. Alles wat gezegd wordt over een verzoekschrift – waarom het wel of niet aangenomen wordt – is uiteraard wel publiek.
Dan werd er ook nog de optie besproken om misschien met een opting-in en een opting-out te werken: mensen die wel toestemming geven om een verzoekschrift te plaatsen en mensen die geen toestemming geven. Maar dat botst dan natuurlijk ook op de praktische bezwaren en de draagkracht van de diensten om dat allemaal te bevatten. Zeker wanneer het dan ging over retroactiviteit moesten alle verzoekschriften uit het verleden ook nog eens op die manier behandeld worden. Dat zou ons veel te ver leiden.
Al die bevindingen van diensten zijn dan besproken in enkele commissiezittingen, want het is meermaals teruggekomen in de commissie. Uiteindelijk was de conclusie dat er op dit moment geen conclusie aan kon worden gegeven. Enerzijds was er wel begrip voor de vraag van meer transparantie, maar anderzijds botste dat altijd op die bezorgdheden qua privacy. Een bijkomend argument was ook de vraag op welke manier je inhoud, die misschien niet altijd in een ordentelijke vorm geschreven is, zomaar openbaar moet zetten. Dat is misschien ook niet altijd goed voor hetgeen de verzoeker in gedachten heeft.
De conclusie is uiteindelijk opengelaten. Het voorstel dat voorligt dient eigenlijk om te zeggen dat de huidige werkwijze voldoende transparantie biedt, enerzijds door de publicatie van de verschillende verzoekschriften op de website zelf, en anderzijds door de bespreking ervan, waarvan de volledige inhoud natuurlijk altijd wel consulteerbaar is.
Daar is uiteindelijk een beetje naar een consensus gezocht, maar die is niet volledig gevonden. Er is dan geëindigd met de conclusie dat de huidige werkwijze misschien wel voldoende transparantie inhoudt. Maar het uitgangspunt van de verzoeker, en dat benadruk ik nogmaals, dat er zoveel mogelijk informatie moet worden gegeven, werd wel degelijk door iedereen bekrachtigd of onderkend.
Dat is wat de algemene conclusies betreft. Als er collega’s nog aanvullingen willen doen, doe gerust. Maar ik denk dat ik allesomvattend ben geweest.
Mijnheer Vande Reyde, als ik heel kort mag samenvatten, was er geen consensus in de commissie, wat eigenlijk impliceert dat er geen reden is om de huidige manier van werken aan te passen.
Klopt, zo had ik het ook kunnen verwoorden. (Gelach. Applaus)
Wij stemmen nu bij zitten en opstaan over de conclusies van de commissie.
De volksvertegenwoordigers die de conclusies wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die de conclusies niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
Het Vlaams Parlement neemt de conclusies van de commissie aan. Ik zal de verzoeker hiervan in kennis stellen.