Verslag plenaire vergadering
Motie tot instelling van een belangenconflict over het ongrondwettelijk usurperen van Vlaamse bevoegdheden door het federale wetsontwerp betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn het voorstel van resolutie van Wilfried Vandaele, Peter Van Rompuy en Willem-Frederik Schiltz over het federale wetsontwerp betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie en de motie betreffende een belangenconflict van Chris Janssens, Stefaan Sintobin, Immanuel De Reuse en Suzy Wouters over het ongrondwettelijk usurperen van Vlaamse bevoegdheden door het federale wetsontwerp betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie.
De bespreking is geopend.
De heer Janssens heeft het woord.
In de Kamer ligt momenteel een wetsontwerp ter bespreking betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, intussen beter bekend als de pandemiewet. Ik heb inderdaad begrepen dat het advies van de Raad van State bij de diensten van de Kamer is binnengekomen. Gelet op de haast die men bij Vivaldi heeft om die wet door het federaal parlement te jagen, zou het me niet verbazen dat het morgen al plenair behandeld wordt.
Die pandemiewet moet een wettelijke basis geven aan de epidemische noodsituatie en aan verregaande vrijheidsbeperkende maatregelen die in dat verband genomen zouden kunnen worden. Al die maatregelen maken eigenlijk deel uit van een preventief gezondheidsbeleid, waarvoor de gemeenschappen grondwettelijk bevoegd zijn.
Het wetsontwerp heeft betrekking op twee belangrijke kwesties: de epidemische noodsituatie en de bijzondere bestuurlijke politie. Beide aspecten hebben echter in essentie als opzet het indijken en terugdringen van een epidemie, al dan niet via preventieve maatregelen. Gezondheidszorg is zoals geweten en zoals overduidelijk aangetoond tijdens de coronacrisis een versnipperde bevoegdheid tussen de gemeenschappen en de federale overheid. De federale overheid is nog deels bevoegd voor het curatieve beleid, de gemeenschappen voor het beleid inzake preventieve gezondheidszorg. Volgens de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 1980 is de preventieve gezondheidszorg een exclusieve bevoegdheid van de gemeenschappen. Op die exclusieve bevoegdheid zijn er weliswaar een tweetal uitzonderingen. Eén uitzondering wordt niet voorzien in de bijzondere wet zelf, maar wel in de voorbereidende werkzaamheden, waarin gesteld wordt dat inzake crisisbeleid betreffende een pandemie elke overheid verantwoordelijk is voor de bestrijding van de volksgezondheidscrisis binnen de grenzen van haar eigen materiële bevoegdheden. Crisisbeleid inzake pandemieën is dus geen exclusieve bevoegdheid; de gemeenschappen hebben ter zake dus wel degelijk ook bevoegdheden.
De Raad van State heeft in een recent advies, uitgebracht in verenigde kamers, overigens geoordeeld dat de federale overheid op grond van haar residuaire bevoegdheid ter zake niet exclusief bevoegd is. De Raad van State stelde daarover: “Het is niet omdat maatregelen betrekking hebben op de bestrijding van een volksgezondheidscrisis dat de federale overheid bevoegd kan worden geacht. Integendeel, elke overheid is verantwoordelijk voor de bestrijding van een volksgezondheidscrisis binnen de grenzen van haar eigen materiële bevoegdheden”.
Daarnaast moet dan ook het aspect bestuurlijke politie in rekening worden gebracht. De algemene bestuurlijke politie is onmiskenbaar een federale bevoegdheid, maar daar moet wel een kanttekening bij worden gemaakt. Het wetsontwerp betreft in het bijzonder de sanitaire politie, niet de algemene bestuurlijke politie. Dat de bestuurlijke politie tot de federale bevoegdheden kan worden gerekend, belet niet dat de gemeenschappen en gewesten bevoegd zijn om politionele maatregelen te nemen met betrekking tot hun eigen bevoegdheden. Zij zijn voor hun eigen toegewezen bevoegdheden bevoegd om maatregelen van bijzondere administratieve politie te nemen.
Aangezien het federale wetsontwerp bestuurlijke politionele maatregelen voorziet in het kader van de preventieve gezondheidszorg en de deelstaten volgens de Raad van State ook in het kader van een pandemie bevoegd zijn voor het nemen van maatregelen binnen hun eigen materiële bevoegdheden, is het federale wetsontwerp ons inziens strijdig met de bijzondere wet tot hervorming der instellingen en met de Grondwet.
En heel wat artikelen uit het wetsontwerp zijn vanuit bevoegdheidsoogpunt problematisch. Ik geef maar een voorbeeld: artikel 5 somt de acht soorten maatregelen op die men wil kunnen opleggen in het geval van een pandemie: het beperken van de toegang tot het grondgebied en het verlaten ervan, de beperking van toegang of sluiting van inrichtingen en plaatsen, de beperking van of het verbod op verkoop, het verbod op of het beperken van samenscholingen, het verbod op of het beperken van verplaatsingen, het opleggen van voorwaarden inzake arbeidsorganisatie, het aanduiden van essentiële bedrijven en diensten en het opleggen van fysieke sanitaire maatregelen. Collega’s, al die maatregelen hebben natuurlijk gemeen dat ze kaderen in een preventiebeleid om de verspreiding van een pandemie tegen te gaan, een bevoegdheid die dus bij de gemeenschappen ligt.
Uit dit alles, maar ook uit andere artikelen die ik nog niet eens heb opgesomd, blijkt dat de federale overheid niet exclusief bevoegd is inzake de afkondiging van een epidemiologische noodsituatie en ook niet inzake de bijzondere bestuurlijke politionele maatregelen die in dat kader genomen zouden kunnen worden. Nochtans werden de deelstaten en in de eerste plaats de gemeenschappen op nagenoeg geen enkele wijze betrokken bij wat er in het wetsontwerp nu wordt geregeld. Er is dus, in onze ogen, minstens gedeeltelijk sprake van het usurperen van gemeenschapsbevoegdheden door het federale niveau.
En inderdaad, om al die redenen vraagt de Vlaams Belangfractie de schorsing van de behandeling van het federale wetsontwerp, met het oog op overleg, want dat is wat een belangenconflict in essentie doet. Men schorst de behandeling in een bepaald parlement, waarvan men meent dat die bevoegdheden overneemt die tot de onze behoren en men gaat dan in overleg. Dat is ook voor ons de essentie, los van de inhoudelijke bemerkingen op de Pandemiewet die in de Kamer uitvoerig aan bod zullen komen en kritisch zullen worden beoordeeld, ook door de Vlaams Belangfractie. Deze wet mag gewoon niet eenzijdig goedgekeurd worden in het federaal parlement, waarna dan het Vlaams Parlement er enkel nog akte van mag nemen zonder enig voorafgaand overleg. Indien deze Pandemiewet eenzijdig wordt goedgekeurd op het federale niveau, dan wordt de Grondwet tot een vodje papier herleid en het Vlaams Parlement straal genegeerd. Dat mogen we als parlement absoluut niet aanvaarden. Daarom leggen we hier graag vandaag dit belangenconflict ter stemming voor. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vandaele heeft het woord.
Natuurlijk hebben we goed geluisterd naar collega Janssens. Maar vanuit de meerderheid leggen we een eigen voorstel van resolutie neer. Kort: in een eerder advies en in vergelijkbare adviezen in het verleden staat de Raad van State inderdaad stil bij het respect voor de bevoegdheidsverdeling en bij het vereiste overleg tussen de federale overheid en de deelstaten. We stellen vast dat er verschillende visies bestaan over het wetsontwerp dat voorligt en dat er ook verschillende interpretaties zijn van het advies – intussen adviezen – van de Raad van State. Daarom vragen wij als meerderheidspartijen dat de Vlaamse Regering in overleg met de Federale Regering en de andere deelstaten een ader zou creëren waarbinnen de bevoegdheidsverdeling gerespecteerd blijft en het vereiste overleg tussen de verschillende entiteiten georganiseerd wordt. Voorzitter, dat is in een notendop de strekking van ons voorstel van resolutie vanuit de meerderheid.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Beste collega’s, over het voorstel van resolutie dat voorligt, willen wij zeggen dat het voor zich spreekt dat de bevoegdheidsverdeling ook bij pandemieën gerespecteerd moet worden. Het wetsontwerp dat momenteel in de Kamer in behandeling is – dat trouwens voor alle duidelijkheid de volle steun geniet van onze fractie om in epidemische noodsituaties als overheid adequaat op te treden – respecteert volgens een advies van de Raad van State de bevoegdheidsverdeling. Zeer belangrijk daarbij is dat in dat advies ook nog eens het belang aan voorafgaand overleg met de deelstaten naar voren geschoven wordt. Het is met name een van de drie voorwaarden waaraan de federale overheid moet voldoen om haar bevoegdheid uit te oefenen zoals voorzien in het wetsontwerp.
In ons voorstel van resolutie vragen we nu dat de Vlaamse Regering met de Federale Regering en de andere deelstaten een kader creëert om dat overleg efficiënt en adequaat te organiseren.
De heer Schiltz heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de twee vorige collega's. Het is evident dat mijn fractie voorstander is van de pandemiewet in het federale parlement. In het Vlaams Parlement hebben wij akte genomen van het advies van de Raad van State, waarin inderdaad geen bevoegdheidsoverschrijding wordt vastgesteld. Wij sluiten ons aan bij de vraag om in overleg te treden om op een degelijke manier het overleg tussen de beide bevoegdheidsniveaus te organiseren.
De heer D’Haese heeft het woord.
Collega’s, ik geef kort vier punten om het standpunt van de PVDA toe te lichten. Ten eerste denk ik dat we het debat over de pandemiewet zelf niet hier moeten hebben. Het is duidelijk dat mijn partij daartegen gekant is, maar dat debat moeten we ergens anders voeren.
Ten tweede denk ik dat wat hier vandaag voorligt, nogmaals de totale versnippering van bevoegdheden in ons land aantoont en de chaos die daarmee gecreëerd is. De meerderheid vraagt om een kader te creëren. Bij mijn weten heet dat kader de Grondwet. Ik weet niet wat jullie verder bedoelen met een kader. Een WhatsAppgroep? Een interfederale minister of zoiets? Dat is allemaal heel leuk, maar ik vind het een klein beetje licht wegen, collega’s, dit als voorstel van resolutie om het Vlaams Belang een beetje achterna te lopen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ten derde zal de PVDA geen communautaire spelletjes meespelen, niet met het Vlaams Belang en niet met deze meerderheid. (Opmerkingen)
En ten vierde: we gaan zeker geen communautaire spelletjes meespelen met een meerderheid die hier voorstellen van resolutie indient om te overleggen met een andere meerderheid waar twee van dezelfde partijen ook in zitten. Bel eens met elkaar, ga eens aan tafel zitten, in plaats van voorstellen van resolutie op elkaar af te vuren om achter het Vlaams Belang te kunnen lopen. (Opmerkingen)
De heer Janssens heeft het woord.
Ik had niet gedacht dat de toelichting bij dit fameuze voorstel van resolutie nog korter kon zijn dan het voorstel van resolutie zelf, maar ik heb collega Vandaele wat dat betreft duidelijk onderschat.
Inhoudelijk zegt u eigenlijk, mijnheer Vandaele, dat de Vlaams Belangfractie mogelijk wel gelijk geeft, dat er misschien wel een bevoegdheidsconflict en een belangenconflict is en dat u de motie eigenlijk wel zou willen steunen, maar dat u eigenlijk niet goed durft. Ik vind dat toch wel bijzonder pijnlijk. (Opmerkingen van Wilfried Vandaele)
Ik heb dat tussen de regels toch duidelijk gelezen bij u, mijnheer Vandaele, dat u dat wilde impliceren.
Ik vind dat bijzonder pijnlijk, want u moet hier in het Vlaams Parlement buigen voor de Vivaldi-partijen Open Vld en CD&V, waarmee u hier samen gezellig vrolijk in de Vlaamse Regering zit, terwijl u diezelfde partijen federaal gaat bestrijden, en ook specifiek gaat bestrijden inzake deze pandemiewet, waarvan ik toch begrepen heb dat uw fractieleider in het federale parlement er zwaar tegen ten strijde trekt. Maar als zoethoudertje, als ‘lekstok’ om een mokkend kindje stil te laten zitten en in de hoek te houden, krijgt u hier dan zo'n nietszeggend, flauw voorstel van resolutie, dat dan ook nog eens haastwerk te elfder ure is, absoluut prutswerk, om toch maar niet uw eigen overtuiging te moeten volgen.
Want dit voorstel van resolutie heeft nu eens werkelijk niets om het lijf. Het enige wat het eigenlijk doet, is erkennen dat het Vlaams Belang druk uitoefent, dat het Vlaams Belang inderdaad de forcing voert in de oppositie tegen deze pandemiewet en dat wij wat dat betreft ook alle democratische middelen moeten uitputten die ons daarvoor ter beschikking worden gesteld via het Reglement van het Vlaams Parlement.
Het was nochtans uw regeerakkoord, het regeerakkoord van de meerderheidspartijen, dat zei dat men in elk geval alle democratische middelen zou uitputten wanneer men vaststelde dat een ander niveau op de bevoegdheden van de Vlaamse kwam. Vandaag kon u de daad bij het woord voegen, maar ik stel vast dat u dat helaas niet doet. U hebt blijkbaar het Vlaams Belang nodig om te verhinderen dat de Federale Regering en het federale niveau gaan knabbelen aan Vlaamse bevoegdheden. Als u dan toch vreest dat dat federale niveau inderdaad wel eens aan onze Vlaamse bevoegdheden zou kunnen gaan knabbelen, waarom gebruikt u daar dan niet het geëigende instrument voor? Dat instrument wordt nu eenmaal door het Reglement van het Vlaams Parlement aangereikt, namelijk de motie betreffende een belangenconflict.
Neen, liever gaat u met een nietszeggend voorstel van resolutie bedelen bij Vivaldi om toch maar alstublieft een beetje inspraak te krijgen dan dat u die inspraak daadwerkelijk afdwingt door hier vandaag een belangenconflict goed te keuren. Dit is een belangenconflict dat, zoals daarstraks gezegd, alleen maar tot strekking heeft om in overleg te treden, om te bekijken waar de eventuele bevoegdheidsoverschrijdingen zitten, waar de usurpaties door de federale overheid van Vlaamse bevoegdheden zitten die we als Vlaams Parlement toch echt niet kunnen dulden. Het voorstel van resolutie dat u nu voorlegt, zal absoluut niet verhinderen dat die wet federaal gewoon zal worden goedgekeurd en dat er inderdaad wel eens bevoegdheden van de Vlaamse overheid zouden kunnen worden geüsurpeerd. De volgende keer dat collega Parys nog eens het woord neemt om te klagen over de federale overheid die dwarsligt inzake Vlaamse bevoegdheden, dan kunnen we, denk ik, eens verwijzen naar dit belangenconflict, want men heeft blijkbaar niet de moed om de eigen overtuiging te volgen en hier gewoon een belangenconflict goed te keuren, terwijl we het er allemaal over eens moeten zijn dat we het als Vlaams Parlement niet tolereren dat de federale overheid zich komt inmengen in onze bevoegdheden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vandaele heeft het woord.
Een leuke tirade van de collega, die zijn pijlen natuurlijk op de N-VA richt. We hadden ook niks anders verwacht. Collega, u moet een beetje ernstig blijven. U zegt dat we het met dit voorstel van resolutie allemaal niet zullen tegenhouden. U met uw motie betreffende een belangenconflict ook niet, vermoed ik, tenzij u hier drie vierde van de stemmen hebt. Dan wens ik u geluk, maar ik denk niet dat dat u lukt. Wat dat betreft, bent u dus net even ver als wij.
Voorzitter, misschien toch nog een klein beetje uitleg bij dat Vlaamse niveau en dat federale niveau. We hebben hier een Vlaamse Regering. Wij maken daar als N-VA deel van uit, samen met Open Vld en CD&V. Collega Janssens, u weet dat. We hebben een regeerakkoord. Zo’n regeerakkoord, dat is een compromis. Elke partij vindt daar een aantal elementen in terug uit haar programma, en een aantal ook niet. We hebben hier nog eens herhaald, naar aanleiding van de vorming van de Federale Regering, dat dat Vlaamse regeerakkoord voor de drie partijen eigenlijk wel de bijbel blijft. Dat hebben we met zijn allen hier bevestigd. Wat staat er in dat Vlaams regeerakkoord? Collega Janssens, u hebt het immers een beetje krom geciteerd, en dat valt me tegen van u. Dat Vlaamse regeerakkoord zegt dat de Vlaamse Regering erop zal “toezien dat de bestaande bevoegdheden maximaal ingevuld worden en dat, wanneer overleg niet zou lukken, alle wettelijke instrumenten ingezet worden (...)”.U hebt daarnet iets geciteerd, maar ik denk niet dat u “wanneer overleg niet zou lukken’ hebt geciteerd. Wat wij vandaag doen, is dus de perfecte uitvoering van dit Vlaamse regeerakkoord. Dat is inderdaad het overleg vragen rond die materie. Dit voorstel van resolutie is een weerspiegeling van het regeerakkoord.
Wat onze collega’s federaal doen, dat is natuurlijk een ander verhaal. Die zijn niet gebonden door een regeerakkoord. Die zitten niet in de Federale Regering, dus die zijn enkel gebonden door hun eigen inzichten, enkel gebonden door het partijprogramma van de N-VA, maar dat is een heel andere context. Ik denk dat dit een perfect begrijpelijk en voor iedereen aanvaardbaar verhaal is. Voorzitter, ik zeg altijd: wie vrijgezel is, die kan onbevangen aan het uitgaansleven deelnemen, maar in een vaste relatie moet je toch een beetje rekening houden met je partner.
De heer Janssens heeft het woord.
Collega Vandaele, u doet een beetje meewarig over die drievierdemeerderheid. Hebt u het rekensommetje van een drievierdemeerderheid al eens gemaakt? Als de Vlaamse meerderheidspartijen vandaag immers consequent zouden zijn met hun eigen regeerakkoord en niet zozeer via een voorstel van resolutie zouden bedelen om alstublieft een beetje overleg te kunnen hebben met de Vivaldi-partijtjes, maar dat daadwerkelijk zouden afdwingen met een motie betreffende een belangenconflict, een democratisch middel dat hier in het Vlaams Parlement perfect legitiem kan worden gebruikt, als die Vlaamse meerderheidspartijen samen met het Vlaamse Belang voor die motie zouden stemmen, dan zou u eens moeten zien hoe dicht u wel niet bij die drievierdemeerderheid komt. Dan zou het straks bij de stemming wel eens heel spannend kunnen worden. Ik laat het rekensommetje aan u, maar ik geloof er in elk geval in dat, als u uw overtuiging volgt, we die drievierdemeerderheid wel eens zouden kunnen halen.
Want mijnheer Vandaele, u moet zich misschien aan het eind van uw carrière, ergens in De Haan, met uitzicht op de zee, toch eens gaan afvragen, als u terugdenkt aan deze dag, deze woelige tijden, aan deze fameuze Vlaamse Regering, met twee Vivaldi-partijen, met drie partijen die de verkiezingen verloren hebben, als u terugdenkt aan die motie betreffende een belangenconflict, of u trots bent geweest, of u uw Vlaams-nationale overtuiging wel echt hebt gevolgd, of u die dag wel echt uw hart of verstand hebt laten spreken dan wel of u hier alleen maar de taal van de compromissen en de onderdanigheid ter attentie van het Vivaldi-niveau hebt laten spreken. Laten we wel wezen: het Vlaams Belang aanvaardt absoluut niet dat die Federale Regering misbruik maakt van de coronacrisis om ruime bevoegdheden inzake het afkondigen van de noodsituatie en de verregaande maatregelen die in dat kader zouden kunnen worden genomen, naar zich toe te trekken, en daarmee het Vlaams Parlement als een ondergeschikt niveau te beschouwen. Ik had gehoopt, mijnheer Vandaele, dat u het ten minste wat dat betreft met mij eens zou zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over het voorstel van resolutie en de motie houden.