Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, in het relanceplan reserveert u 30 miljoen euro voor de verbetering van de verkeersveiligheid op schoolroutes. 15 miljoen euro gaat naar knelpunten op gewestwegen en 15 miljoen euro naar knelpunten op gemeentewegen. Eind 2020 hebt u de lokale besturen bevraagd om voor 15 februari 2021 de opgave te doen van de knelpunten op hun gebied, specifiek op de schoolroutes, op de gewestwegen.
Als antwoord zou u 824 knelpunten ontvangen hebben, een groot deel daarvan zou kunnen worden opgelost door zogenaamde quickwins. In een eerste fase zouden 363 knelpunten op gewestwegen worden aangepakt en 69 knelpunten op gemeentewegen zouden kunnen genieten van bijkomende subsidie.
Het is onduidelijk hoe de overblijvende knelpunten opgelost zullen worden. Het zijn er heel wat. Hoe realistisch is het om dit allemaal in één legislatuur te doen? Minister, hoe gaat u ervoor zorgen dat het niet op de lange baan wordt geschoven, maar dat we concreet bij alle knelpunten ingrepen zien die de veiligheid van onze schoolgaande jeugd zullen verhogen?
Minister Peeters heeft het woord.
Uiteraard willen we het zeker niet op de lange baan schuiven, mevrouw Moors. Dat is absoluut niet onze opzet. Integendeel, we willen echt snel overgaan tot actie, we willen zoveel mogelijk kinderen met de fiets naar school laten gaan, en bij de jonge kinderen een fietsreflex aankweken. Dat moet dan natuurlijk veilig zijn. Ouders laten hun kinderen pas met de fiets gaan als dat in veilige omstandigheden kan gebeuren. Eén klein kruispunt dat niet veilig is, kan al een belemmering zijn om met de fiets naar school te mogen. Vandaar dat we volop inzetten op die schoolroutes. De schoolomgeving hebben we al gedaan, nu komen de schoolroutes aan de beurt.
We hebben de lokale besturen die hun grondgebied het beste kennen, bevraagd. We hebben inderdaad 827 punten gekregen van de lokale besturen met de vraag om daar iets te doen. De administratie, het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), heeft al die punten gescreend en al voor 363 punten een oplossing gevonden. Een aantal punten zijn nog in onderzoek. Een aantal van die punten vallen onder het subsidiebesluit waar lokale besturen middelen voor krijgen om het een en ander op te lossen omdat ze op gemeentewegen liggen.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Dank voor uw antwoord, minister. Het is inderdaad goed dat de lokale besturen worden bevraagd omdat ze hun eigen grondgebied het beste kennen en kunnen aangeven waar de knelpunten zijn. Ook de reservering van het bedrag van 30 miljoen euro is zeker toe te juichen, maar ik heb toch een bedenking. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) moet alles bolwerken. Naast de vereenvoudiging van de procedures, wat zeker zal bijdragen tot de versnelling van de uitvoering van de werken, is het ook belangrijk dat er genoeg mankracht op het terrein aanwezig is. Daarom heb ik een bijkomende vraag: zult u initiatieven nemen om bijkomende en voldoende voltijdsequivalenten ter beschikking te stellen?
De heer Anaf heeft het woord.
Het is een heel belangrijk thema. Elke vader en moeder zal het wel erkennen. Mijn zoontje is ook vijf jaar en hij is deze week mee naar school gefietst. Het gevoel dat je dan krijgt… Het moet een verschrikkelijk drama zijn als er op dat moment iets met hem gebeurt. Dat is blijkbaar het geval voor veertien gezinnen per dag. We moeten ons daar heel erg bewust van zijn. Het is belangrijk dat we daar een versnelling hoger schakelen.
Ik maak me ongerust, ook als ik naar het verleden kijk. Er is bijvoorbeeld ooit nog een lijst met zwarte punten gemaakt. Er staan er nog altijd heel wat van open. Die lijst dateert al van 2002. Als ik alleen al naar mijn stad kijk, zijn er een aantal zwarte punten bij, zoals fietsoversteken over een grote gewestweg die nog altijd niet zijn aangepakt. Ik vraag me af wanneer dat eindelijk in orde zal komen.
Verder wordt er naar de fietsinfrastructuur gekeken. Als we schoolomgevingen echt veiliger willen maken, moeten we breder kijken en moeten we het ook hebben over de veralgemeende zone 30 in de bebouwde kom en venstertijden om het verkeer veilig te maken. Voor onze kinderen roep ik nogmaals op om ook daar op in te zetten.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, het is ondertussen vijftien jaar geleden dat de verplichte zone 30 in schoolomgevingen werd ingevoerd. Dat was een heel belangrijke stap, maar het is duidelijk dat ook de routes naar die schoolomgeving – alvast de meest gebruikte – veilig moeten zijn. We staan volledig achter uw aanpak om daar werk van te maken samen met de lokale besturen. Er zijn natuurlijk andere mogelijkheden, zoals schoolstraten, maar inzetten op bijvoorbeeld conflictvrije kruispunten vergt meestal een aantal werken. We hopen dat dit plan een zetje in een de juiste richting geeft.
Iets anders wat altijd meespeelt, is dat de pakkans nog altijd omhoog moet. Mensen die in de zone 30, een schoolomgeving of op zo’n schoolroute te hard rijden, zouden nog gemakkelijker gepakt moeten kunnen worden. Ziet u het eventueel zitten om daarvoor meer mobiele trajectcontroles in te zetten? Dan kunnen de gemeenten kiezen wanneer en waar ze daar gebruik van maken.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, jaarlijks zijn ongeveer 2500 schoolkinderen betrokken bij een ongeval op weg naar of terug van de school. Ook uit recente cijfers blijkt dat het de verkeerde kant uitgaat met het aantal fietsdoden. We zitten nog ver van die Vision Zero. Schoolroutes lopen vaak parallel met drukke fietspaden die door iedereen worden gebruikt.
We weten ook dat er op alle vlakken werk is. Kruispunten moeten worden geoptimaliseerd. Het comfort van die fietspaden moet omhoog. U wilt ook technologische middelen inzetten om gevaarlijke kruispunten beter in kaart te brengen. U hebt Mobiliteit Innovatief Aanpakken (MIA) in de steigers staan. Dat oogt allemaal erg mooi, maar tegelijkertijd blijven die zwarte punten vaak onaangeroerd en is er een inhaaloperatie nodig.
Uit het rapport van het Rekenhof van vorig jaar over het bovenlokale functionele fietsroutenetwerk blijkt dat het vaak bij de aansturing verkeerd loopt. U komt vaak met goede ideeën, maar uiteindelijk blijft het werk op het terrein achter. Mijn vraag is hoe het zit met de efficiëntie. Is die ondertussen verbeterd zodat er begonnen kan worden met een inhaaloperatie naar goede, moderne en gebruiksvriendelijke fietspaden?
De heer De Gucht heeft het woord.
Voorzitter, ik dank u. Minister, ik dank u, niet alleen als Vlaams Parlementslid, maar ook als schepen van Mobiliteit van de stad Aalst, waar de uitdagingen om de schoolgaande jeugd op de fiets te krijgen wel degelijk groot zijn. Het is volledig begrijpelijk dat vandaag in verschillende steden en gemeenten ouders hun kind ervan weerhouden met de fiets naar school te gaan, gezien de moeilijke punten. U hebt de lokale besturen nu gevraagd om die punten in beeld te brengen. Dat is een hele goede zaak, want zij kennen die punten inderdaad het best.
Aan de andere kant – er is al door verschillende collega’s naar verwezen – is er indertijd een lijst met zwarte punten opgemaakt. Jammer genoeg bestaat die lijst vandaag nog steeds.
We kunnen quick wins doen. U hebt een samenwerking met de lokale besturen wat betreft subsidiëring voor de zaken die niet op de gewestwegen liggen. Maar welk perspectief zult u die lokale besturen geven om inderdaad niet te belanden in een verhaal zoals dat van de zwarte punten, maar echt te zeggen: dit is waaraan jullie je de komende jaren mogen verwachten wat betreft ingrepen die Vlaanderen veiliger maken voor elke fietser?
De heer Bex heeft het woord.
Minister, het grote nieuws is eigenlijk dat al die gemeentebesturen maar liefst 827 knelpunten aan u bezorgen. Dat wil zeggen dat Vlaanderen nog altijd superonveilig is voor kinderen die met de fiets naar school gaan en voor fietsers in het algemeen.
De vraag van collega Moors is terecht. Hier zal zeer veel aandacht naartoe moeten gaan van uw administratie. Wat betekent dat voor de opvolging van die andere lijst met zwarte punten, waar het wegwerken van die punten al zo lang aansleept? Die mag daar toch niet het slachtoffer van worden.
De collega’s hebben al terecht aangehaald dat er een pakket van maatregelen nodig is: zone 30, venstertijden, ... U moet daarin wat ons betreft meer heldere keuzes in durven te maken. Want in uw Mobiliteitsvisie 2040 die vorige week werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering stelt u nog altijd voorop dat we in 2050 naar een Vision Zero kunnen toewerken. Tot 2050 vindt deze Vlaamse Regering het dus aanvaardbaar dat er slachtoffers vallen op Vlaamse wegen. Minister, zal uw beleid ervoor zorgen dat er vóór 2050 in Vlaanderen geen verkeersslachtoffers meer vallen?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, ik dank u voor de bijkomende vragen. Eerst moet ik dat laatste toch hard tegenspreken. Ik wil absoluut niet dat er tot 2050 nog slachtoffers vallen in het verkeer. Absoluut niet. Integendeel, ik zou die Vision Zero, nul dodelijke slachtoffers, liever vandaag dan morgen hebben. Dat is iets waarop wij ten volle inzetten en dat ik ook al heel vaak in de commissie heb gezegd. Verkeersveiligheid is voor mij een absolute topprioriteit en we maken daar ook volop werk van.
Dat lokale besturen ons nu 827 knelpunten op gewestwegen hebben doorgegeven, is omdat wij daar specifiek naar hebben gevraagd. Zelf heb ik twintig jaar ervaring als burgemeester in een lokaal bestuur. Ik had zelf ook de ervaring dat het vaak lang duurt, dat er vaak tal van richtlijnen, dienstorders en noem maar op zijn om te zeggen dat het ene of het andere niet kan. En met het ene of het andere bedoel ik een voetgangersoversteekplaats ergens in een zone 50, extra verlichting, de beveiliging van een fietspad enzovoort. Heel vaak werd men van het kastje naar de muur gestuurd.
Ik heb van bij aanvang in deze legislatuur gezegd dat ik alles op alles wil zetten om onze fiets-, maar ook onze weginfrastructuur en zeker onze schoolroutes een pak veiliger te maken. Ik ben inderdaad ook gekomen met het MIA-verhaal (Mobiliteit Innovatief Aanpakken). Daarmee willen we komen tot een nieuwe bestuurlijke aanpak, die staat voor ‘samen’, ‘sneller’ en ‘alert’. ‘Samen’ betekent samen met de lokale besturen. Want zoals collega De Gucht zegt, kennen lokale besturen hun eigen grondgebied het beste en hebben ze vaak betere voorstellen voor een herinrichting dan iemand die vanuit een bureau in Brussel komt vertellen dat het zus of zo moet worden ingericht. Nee, ik heb alle vertrouwen in die lokale besturen. Zij kennen de plaatselijke situatie het beste en hebben vaak de beste voorstellen om herinrichtingen te doen.
En als ik dan ook focus op het ‘sneller’: we hebben op dit ogenblik een procesmethodologie, een procesaanpak die voor versnelling zou moeten kunnen zorgen. Ik heb recentelijk in de Vlaamse Regering de goedkeuring verkregen voor het invoeren van een regelluw kader voor kleinschalige infrastructuurwerken. Zo kunnen lokale besturen samen met de Vlaamse overheid ervoor zorgen dat er snellere ingrepen gebeuren. Uiteraard moet die opvolging, die monitoring ‘alert’ blijven gebeuren.
Sommigen maken zich zorgen over de lijst met de zwarte punten. Dat is een historische lijst van 2002, waarop destijds meer dan 800 punten stonden. Bij aanvang van deze legislatuur werd ik nog altijd met 35 punten op die lijst geconfronteerd. Ik heb mij geëngageerd – en wil dat engagement ook nakomen – om de resterende punten van deze historische lijst deze legislatuur allemaal weggewerkt te hebben. Vaak gaat dat over grote infrastructuurwerken waar ook nutsleidingen en dergelijke mee gepaard gaan. We willen al deze gevaarlijke punten weggewerkt hebben.
Dan de zone 30 en de venstertijden. We weten dat helaas ook in de zone 30 en zelfs in de schoolomgevingen vaak jonge slachtoffertjes vallen in het verkeer. We moeten dat een halt kunnen toeroepen. Vandaar dat ik nu samen met de lokale besturen zeg waar we wat moeten doen. We zullen deze punten snel oplossen. De 360 punten die nu al gescreend zijn, zullen ten laatste in het voorjaar van 2022 opgelost worden. Die 60 punten, daar kunnen de lokale besturen zelf mee aan de slag. Zij krijgen daar 50 procent subsidie voor. Voor die andere 380 punten die nog openstaan, vraag ik aan mijn administratie om snel met een screening, met een plan van aanpak naar buiten te komen.
Ik wil snel gaan omdat ik niet opnieuw wil verzanden in onze Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid, waarbij een dossier vaak wordt aangepakt door een lokaal bestuur en anderhalf jaar later is er nog niets gebeurd. Ik wil ook niet vast blijven hangen in de bestaande stedelijke gebieden, want ook daar duren de dossiers vaak te lang. Neen, al deze punten moeten asap weg. Mevrouw Moors, u hebt gevraagd: ‘Deze legislatuur?’ Ja, maar liever definitief afgeklopt in 2022.
Een aantal punten zijn grote werken. Sommige lokale besturen vragen fietstunnels en fietsbruggen. Als er een omgevingsvergunning en een onteigening mee gepaard gaan, zal dat niet tegen 2022 zijn. Dat was ook niet de bedoeling. Het ging over kleinschalige infrastructuurwerken op de schoolroutes, om er vooral voor te zorgen dat onze jonge weggebruikers, onze schoolgaande kinderen zich veilig kunnen verplaatsen in het verkeer.
Mevrouw Brouwers, de pakkans moet inderdaad omhoog. Door onze GAS 5 (gemeentelijke administratieve sanctie) hebben we recentelijk voor onze GAS-boetes in de zones 30 en 50 voor lokale besturen de mogelijkheid gecreëerd om mobiele trajectcontroles of mobiele snelheidscamera’s te plaatsen in schoolomgevingen, om ook daar zeker de pakkans een stuk te verhogen. Lokale besturen hopen dat ze er samen met ons werk van kunnen maken. Als het op gewestwegen is, en lokale besturen het dus zelf niet kunnen, dan kunnen zij bij ons aanvragen indienen om trajectcontroles, roodlicht- of snelheidscamera’s te plaatsen.
Kortom, we doen heel veel en we willen het liefst vandaag al geen enkel dodelijk slachtoffer maar ook geen zwaargewond slachtoffer in het verkeer. Elk slachtoffer is er een te veel. Vele zaken maken een groot geheel. Ik probeer alleszins al het mogelijke te doen om te voorkomen dat er nog een slachtoffer valt in het verkeer.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, dank u voor uw uitleg. We hebben aandachtig geluisterd. Voor de N-VA is verkeersveiligheid natuurlijk een absolute topprioriteit. Ik denk dat we inderdaad ervan moeten en mogen uitgaan dat we onze kinderen op veilige wijze naar school kunnen laten gaan en ook opnieuw thuis laten komen.
De actualisering van de veiligheid van de schoolroutes zullen wij met onze volle aandacht van nabij volgen. Ik noteerde dat u aankondigt dat u eind 2022 als einddatum vooropstelt. Ik ga er dus ook van uit dat u voldoende mankrachten ter beschikking zult stellen.
De actuele vraag is afgehandeld.