Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, collega's, het is vandaag een heuglijke dag, niet alleen omdat de zon zo mooi schijnt – nu net niet – maar ook omdat de horeca volledig heropent, fitnesscentra de deuren opnieuw openen, cultuurcentra opnieuw Vlaamse cultuurliefhebbers kunnen verwelkomen enzovoort. We zetten vandaag stappen in de richting van het normale leven en laten we allemaal hopen dat de maatregelen die we hadden genomen nooit meer nodig zijn. Maar natuurlijk zijn er vandaag ook nog maatregelen aan de orde, zeker in de gesloten ruimtes van onder meer de horeca en de fitnesscentra. Zo moet men bijvoorbeeld een mondmasker dragen wanneer men zich verplaatst, maar niet meer wanneer men in de horeca aan tafel zit met vier personen of wanneer men in de fitness aan een toestel zit. Dan hoeft dat niet meer. Dat brengt me bij uw beleidsveld, minister, want het lijkt me toch dat de regels in het onderwijs een pak strenger zijn dan in de rest van de maatschappij.
Een van de meest frappante voorbeelden is het verplicht dragen van een mondmasker tijdens een examen. Ik herinner me nog goed uit mijn tijd – dat is nog niet zo lang geleden – dat ik tijdens een examen alleen aan een tafel zat en daar ook niet communiceerde met mijn medestudenten. In tegenstelling tot de horeca waar men geen mondmasker meer hoeft te dragen wanneer men met vier aan tafel zit, moet men in een examenlokaal waar men alleen zit wel een mondmasker dragen. Er wordt nochtans niet gecommuniceerd zodat er geen of minder verspreiding is van viruspartikeltjes. Dat zeggen niet enkel wij, dat zegt niet enkel de Vlaamse Scholierenkoepel, maar dat zeggen zelfs verschillende virologen.
Minister, mijn vraag is even belangrijk als ze eenvoudig is: bent u bereid om in te gaan op onze vraag en op die van de Vlaamse Scholierenkoepel om nu nog in te grijpen en de mondmaskerplicht voor scholieren tijdens de examens af te schaffen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat eenieder met mij zal hebben vastgesteld dat de Vlaamse scholen het afgelopen jaar veel sneller en veel langer hebben kunnen openen dan onze buurlanden. Dat hebben we te danken aan een goed overleg waarbij we ervoor hebben gezorgd dat maatregelen die worden genomen vanuit het onderwijsveld altijd breed worden gedragen en aan het feit dat er vooraf telkens een brede consultatie heeft plaatsgevonden met de klassieke onderwijspartners maar ook met de Vlaamse Scholierenkoepel, de kinderartsen en de pediatrische taskforce. Daarnaast hebben strikte veiligheidsmaatregelen ertoe geleid dat we de scholen veel sneller en ruimer hebben kunnen openen dan in het buitenland, en dat we versoepelingen hebben kunnen doorvoeren.
We hebben ook recent nog versoepeld en beslist dat de mondmaskerplicht voor het vijfde en zesde leerjaar niet meer nodig is. Wanneer intense fysieke contacten kunnen worden vermeden, dan hoeft dat mondmasker ook niet.
Waarom dat mondmasker vervolgens niet afschaffen? Daar zijn ook heel veel mensen pleitbezorger voor. Opnieuw verwijs ik naar dat breed draagvlak binnen het onderwijsveld en de ‘onderwijsclub’, maar ook naar de cijfers. De meest recente cijfers van de CLB’s tonen aan dat – in de evolutie van het vijfde en zesde leerjaar – de besmettingscijfers vroeger – voor de invoering van de mondmaskerplicht – veel hoger waren in het vijfde en zesde leerjaar dan in de eerste graad van het secundair onderwijs. Het enige verschil was dat mondmasker, want de eerste graad secundair onderwijs had ook 100 procent contactonderwijs. We zien nu dat sinds de invoering daarvan de cijfers veel beter geworden zijn en op hetzelfde niveau – zelfs een beetje lager – zitten als het secundair onderwijs. Men kan dus minstens bevroeden dat daar enig oorzakelijk verband is.
Ik zou graag opnieuw versoepelen, maar – opnieuw – ik zal dat doen in overleg. Voor de examens een aparte regeling treffen, zal enkel aanleiding geven tot discussie. Dat is niet meer zoals vroeger bij ons, het is zeker een combinatie van. Het zou een beetje gek zijn dat men examen kan doen zonder mondmasker, en als men naar buiten gaat, moet het weer wel. Dat gaat leiden tot discussie en miserie. Daar hebben we nu geen boodschap aan.
Ik zou wel willen versoepelen, en ook voor het secundair onderwijs buiten, daar zou de mondmaskerplicht kunnen wegvallen. Opnieuw, dat zullen we bespreken binnen het onderwijsoverleg dat geagendeerd staat. We zullen proberen een gezamenlijk standpunt te bepalen.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Uiteraard zal er wel een causaal verband zijn. Er is wel een groot verschil tussen het deelnemen aan lessen en het maken van een examen. Dat is net wat ik probeerde te benadrukken. Het is toch bizar. U zegt dat het voor verwarring zal zorgen als het op het ene moment moet en op het andere niet moet. Dat kan men doortrekken naar de hele samenleving natuurlijk. Een scholier heeft een examen wiskunde van vier uur afgelegd en gaat nadien een pint drinken om te ontspannen. Op café moet hij geen mondmasker dragen, maar in de eerste situatie, waar hij of zij ongetwijfeld alle zuurstof nodig heeft voor zijn of haar hersenen, moet het masker op. Dat is toch op zijn minst bizar.
Deze voormiddag zei u dat u hoopt van start te gaan in code groen in het hoger onderwijs. Dat zegt natuurlijk niets over de mondmaskerplicht of het leerplichtonderwijs, zeker het secundair onderwijs. Minister, kunt u ons – gezien de vaccinatiegraad die we normaal bereikt zullen hebben tegen september 2021 – nu al garanderen dat u uw uiterste best zult doen om het schooljaar in het secundair onderwijs te laten starten zonder enige verplichting van mondmasker?
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik begrijp die vraag. We hebben ook geluisterd naar de Vlaamse Scholierenkoepel. Inderdaad, als we vandaag – met de huidige epidemische situatie in staat zijn om op café of in een restaurant het mondmasker af te zetten, waarom zou dat dan niet kunnen in een klaslokaal waar men stilzit, op anderhalve meter van elkaar, en waar men in stilte een examen moet afleggen? Is het daar nog langer verantwoord om het mondmasker te verplichten? Jongeren hebben een heel moeilijk jaar achter de rug. We hebben hun vrijheid echt fel benomen. Ik deel de bezorgdheid van de Scholierenkoepel. Ik geef u vanuit mijn fractie de bezorgdheid mee, minister, om zo snel mogelijk, liefst nog voor de examens, de mogelijkheid te bieden om examen af te leggen zonder mondmasker.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, ik begrijp niet zo goed waarom u zegt dat een regel die inhoudt dat wanneer studenten neerzitten en een examen afleggen, het mondmasker af mag, en wanneer ze dan rechtstaan om het examen af te geven en het lokaal te verlaten, het mondmasker opnieuw moeten dragen, voor ‘discussie en miserie’ zou zorgen. De studenten zullen daar niet over discussiëren. Dat zorgt niet voor miserie. Ze zullen u dankbaar zijn. Dat lijkt mij een heel erg logische maatregel, die in deze situatie meer dan gerechtvaardigd is. Er zijn zoveel situaties waarin het op die manier gebeurt. Waarom denkt u dat studenten niet in staat zouden zijn om dit naar behoren te doen? Ik vind dat dit getuigt van veel wantrouwen. Vooruit wil u vragen om de protocollen voor onderwijs aan te passen in die zin en het mentaal welzijn van de leerlingen meer in rekening te brengen dan u nu doet. (Applaus bij Vooruit)
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, ook wij krijgen veel berichtjes van jongeren die vandaag examens moeten afleggen, want die zijn al begonnen, collega Brouns. Dat is niet gemakkelijk na een moeilijk jaar. In een periode waarin ze eindelijk meer mogen en waarin de zon erdoor komt, moeten ze achter hun boeken zitten. Het is geen gemakkelijke tijd. Veel jongeren vragen dat ze op zijn minst tijdens het examen hun mondmasker mogen afzetten als ze achter hun examenbundel zitten. Ze zitten ver van elkaar en ze hoeven niet rond te lopen of te spreken. Dat moet toch mogelijk zijn. Ik denk dat we dat moeten kunnen toestaan. Dat is toch niet te veel gevraagd.
Als je na een examen op een terras mag gaan zitten, dan doe je het mondmasker af op het moment dat je gaat zitten aan je tafel. Waarom is het niet mogelijk om een heel heldere regel te hebben? Als je achter je vragenbundel van je examen gaat zitten, dan mag je het mondmasker afzetten. Als je opstaat om die af te geven en naar buiten te gaan, dan zet je het weer op. Dat hoeft toch niet te leiden tot discussie en miserie. Ik hoop dat we daar snel een oplossing voor kunnen vinden.
De heer Bex heeft het woord.
Ook Groen staat achter de vraag van de Vlaamse Scholierenkoepel. Het lijkt ons absurd dat je vandaag in restaurants met elkaar mag praten terwijl je samen aan een tafel zit als er ventilatie en CO2-meting is – laten we dat er wel bij zeggen –, en dat dat niet mag als studenten stilzitten tijdens een examen.
Minister, we hebben een voorstel van resolutie over ventilatie en CO2-metingen ingediend. De meerderheid heeft die niet goedgekeurd. Daarin stonden een aantal voorstellen die zouden kunnen garanderen dat dat veilig kan. We hopen alleszins dat u in september ervoor gezorgd zult hebben dat de klassen daarmee zijn uitgerust. We vragen nu wat er mogelijk is om tijdens de examens toe te laten dat studenten hun examen zonder mondmasker kunnen afleggen wanneer ze neerzitten.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, het belangrijkste is dat er duidelijkheid is. Die hebt u gegeven, namelijk het kan niet. Er is een volledige mondmaskerplicht over de gehele lijn. U hoort dat er in het parlement en ook daarbuiten bedenkingen zijn of dat nu wel zo goed is. Als we langzaam naar het rijk van de vrijheid gaan en de felbegeerde versoepelingen willen vinden waar u ook naar verwijst, dan moeten we stilaan durven om te vertrouwen op het gezond verstand van organisaties en sectoren.
Als je in een klas de ramen kunt openzetten in de zomer, het is lekker warm en er is voldoende ventilatie, dan is het evident dat het risico heel klein is, zeker wanneer je verspreid uit elkaar of met weinigen in een lokaal zit. Er zijn eindeloze mogelijkheden om veilig en zonder mondmasker examens af te nemen. Ik roep u zeker en vast op om opnieuw met het onderwijsveld samen te zitten en te bekijken of nog voor de vakantie de mondmaskerplicht voor examens gelijkgesteld kan worden met die in de horeca en op andere plaatsen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, collega’s, ook de N-VA heeft van de Vlaamse Scholierenkoepel, en ook van ouders en van leerlingen, de vraag gekregen of dat mondmasker niet afgezet mag worden. De minister heeft overlegd met alle partners in het onderwijs, ook met de leerkrachten. Die laten op hun beurt weten dat het helaas niet is toegestaan dat ze prioritair gevaccineerd werden en ze maken zich zorgen dat de mondmaskers plots wel af zouden worden gezet. Dat onderwijsoverleg is belangrijk voor dat evenwicht.
Collega’s, als we hier nu zeggen dat de mondmaskers mogen worden afgezet, is het mogelijk dat de leerkrachten zeggen dat ze het niet zien zitten om de examens af te nemen in de klaslokalen. Er wordt hier gezegd dat de leerlingen ver van elkaar zitten. In sommige scholen zitten er een aantal jaren samen in de refter, maar in andere scholen worden er examens afgenomen in de klas en zitten de leerlingen dichter op elkaar. Minister, vanuit onze fractie vragen we om dat open en vrij te bespreken met alle partners in het onderwijsoverleg om tot een duidelijke consensus te komen als het mogelijk is.
Ik heb nog een bijkomende vraag, minister: hebt u al nieuwe recente cijfers van besmettingen in het onderwijs? We zijn veertien dagen verder, dan zouden we daar zicht op moeten hebben.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal zoals vanouds mijn uiterste best doen om ervoor te zorgen dat de scholen maximaal open kunnen zonder beperkende maatregelen. Dat blijft een constante. Ik neem daarin ook altijd mijn verantwoordelijkheid. Ik doe dat niet alleen, maar altijd in overleg met het onderwijsveld.
Je moet natuurlijk weten wat je wilt. Ik krijg soms de kritiek dat ik voor mijn beurt heb gesproken, ook al is dat meestal helemaal niet het geval. Nu vraagt en roept men mij op om voor mijn beurt te spreken. Ik zal dat niet doen. Ik zal altijd verantwoordelijke maatregelen nemen in overleg met het onderwijsveld. Dat is de sleutel tot ons succes geweest.
Ik ben trouwens niet bepaald de man die inspirator is van die beperkende veiligheidsmaatregelen. Daarvoor zijn er andere verantwoordelijken, die zich in andere bestuurlijke niveaus situeren. Ik voel mij daar nu niet bepaald door aangesproken.
Die verantwoordelijke houding heeft er inderdaad wel toe geleid dat we vandaag goede cijfers kunnen voorleggen. Door de combinatie van een breed draagvlak en uiteindelijk correcte veiligheidsmaatregelen, die ook goed worden toegepast, hebben we opnieuw vooruitgang geboekt. We hebben nu de CLB-cijfers, die opnieuw in de positieve zin evolueren. We maken de cijfers om de twee weken bekend. De laatste cijfers gaan over de periode van 24 mei tot 6 juni en zijn dus zeer actueel. Daaruit blijkt dat er een positieve covidtest is afgenomen bij 0,28 procent van de leerlingen en bij 0,25 procent van de onderwijspersoneelsleden. 1 procent van alle leerlingen en 0,09 procent van de onderwijspersoneelsleden werden in quarantaine geplaatst. Dat zijn heel goede cijfers, die te danken zijn aan een consequente lijn die we in dezen altijd hebben bewandeld. We hebben niet op elk moment geprobeerd om daarvan af te wijken. De daling zet zich door in alle provincies, bij alle leeftijdsgroepen. Maar, zoals ik daarnet zei, bij het vijfde en het zesde leerjaar zet die daling zich veel meer en veel beter door. Er is daar dus wel enig verband.
We houden in onze onderwijsclub altijd de vinger aan de pols. Ook het mondmasker komt daar altijd ter sprake. We hebben daarover de laatste keer een beslissing genomen samen met de pediaters en met de Vlaamse Scholierenkoepel. Vooralsnog zullen we die handhaven en trekken we een duidelijke, correcte en verantwoordelijke lijn.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Collega's, het wonder is geschied. Voor de eerste keer maak ik het mee dat dit parlement het kamerbreed eens is met het Vlaams Belang en dus ook met de studenten. Het enige wat mij niet gelukkig stemt, is dat u, minister, wel doof lijkt voor die kritiek. U zegt altijd dat u gesteund wordt door de hele sector, maar ik zie toch iets anders. Dit parlement heeft kritiek op het beleid, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) heeft kritiek, de Vlaamse Scholierenkoepel heeft kritiek, het Kinderrechtencommissariaat heeft kritiek. En dan zwijg ik nog over de kritiek van scholieren en studenten zelf op het coronabeleid in het onderwijs. De enige die hier geen kritiek heeft op uw beleid, dat bent u zelf. En ik zal u een tip meegeven – zie het als een zomertaak of een herexamenopdracht tijdens de zomervakantie – : deblokkeer eens enkele van die honderden zo niet duizenden studenten die u wekelijks blokkeert op Twitter en op andere sociale media. Misschien zult u dan ook zien dat er een andere realiteit bestaat buiten die van de Weyts-bubbel. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.