Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van resolutie van Chris Steenwegen, Bart Dochy, Arnout Coel, Emmily Talpe en Ludwig Vandenhove over het versterken van de positie van de Vlaamse landbouwers door de ondersteuning van leefbare businessmodellen op maat, in het bijzonder de ondersteuning van de korte keten.
De bespreking is geopend.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Collega’s, corona heeft voor heel veel sectoren grote gevolgen gehad en ook voor onze landbouw. Denk aan de eerste lockdown: wij hadden problemen om seizoenarbeiders hier te krijgen in het voorjaar, waar dat voor bepaalde teelten toch wel belangrijk is, exportmarkten zijn gesloten, enzovoort. Opvallend ook was dat er een positief gevolg was: er was een enorm verhoogde aandacht voor de korte keten. Veel mensen hebben de weg gevonden naar hoevewinkels bijvoorbeeld. Het ging vaak over een omzetstijging van drie tot vier keer.
Dat is weliswaar een genuanceerd beeld, want er zijn ook mensen die bijvoorbeeld voornamelijk op boerenmarkten verkopen. De boerenmarkten zijn ook lang gesloten geweest. Mensen die leveren aan horeca waren ook hun afzetmarkt kwijt.
We hebben wel die verhoogde aandacht gezien. Ik denk dat we vrij snel in de commissie van oordeel waren dat het belangrijk was om die verhoogde aandacht te kunnen vasthouden en ervoor te zorgen dat de korte keten aan belang kon winnen. Waarom is dat nu zo belangrijk? Waarom vinden we dat positief? Ik noem twee elementen die wij toch heel belangrijk vinden. Het eerste is de prijsvorming. Onze landbouwers zijn klassieke prijsnemers: ze moeten tevreden zijn met de prijzen die ze krijgen voor hun verse producten die op een bepaald moment van het land gehaald moeten worden of uit de stallen verdwijnen. Zij moeten de prijs nemen die op dat moment geldt. Die prijs is vaak een prijs die niet eens de kosten dekt. In het geval van de korte keten, waarbij men eigenlijk meer zeggenschap heeft over de prijs, waarbij men zelf mee kan bepalen wat de prijs is, krijgt men de rol van een prijszetter. Dat zorgt ervoor dat men een correcte en betere prijs kan krijgen voor zijn producten. Ten tweede vinden wij het ook heel belangrijk is dat door het contact tussen de consument en onze landbouwers de rechtstreekse waardering voor de landbouwer geuit kan worden. We weten dat het imago van onze landbouwers niet bij iedereen heel hoog zit. Het is een manier om die waardering te kunnen uitspreken en te tonen. We zien trouwens algemeen een grotere belangstelling voor lokale landbouwstrategieën en voedselstrategieën. Dat vinden we belangrijk, maar de korte keten voegt er toch nog iets aan toe.
We zien de versterkte trend van korteketeninitiatieven al een tijdje. De boost die we nu gezien hebben, is eigenlijk een extra boven op wat we al zagen. We zien veel verschillende modellen: hoevewinkels, hoeve-automaten, webshops, verkoop op markten. Er zijn ook heel veel nieuwe modellen waar georganiseerd aan korte keten wordt gedaan zoals buurderijen, zelfpluktuinen, gemeenschapslandbouw, voedselteams, groenteabonnementen, enzovoort. We zien trouwens niet enkel op het platteland, maar ook in de stad heel innovatieve manieren van korteketenlandbouw. Korte keten is, voor alle duidelijkheid, nog vrij beperkt. Als we kijken naar de omzet is dat heel weinig in het totaal: een marktaandeel van 1 procent. Voor een aantal bedrijven is het de volledige omzet, maar voor de meeste bedrijven is het een beperkt deel van hun omzet. De meeste producten die in de korte keten hun weg vinden, zijn voornamelijk groenten en fruit, vlees, aardappelen en zuivel.
We zagen veel bijkomende vragen bij het Steunpunt Korte Keten, dat reeds een tijdje bestaat. Er waren ook veel vragen voor trajectbegeleiding van landbouwers die van de coronatijd gebruik wilden maken om de stap naar de korte keten te zetten. Maar onze landbouwers ondervinden nog altijd een aantal obstakels in diverse vormen. Daarom vinden wij dat er nood is aan een betere structurele ondersteuning. Dat is niet nieuw. Een hele tijd geleden, in 2011, is er een strategisch plan geweest op Vlaams niveau, met alle verschillende actoren opgemaakt. Maar we hebben vastgesteld dat dat te weinig uitvoering heeft gekregen.
Op basis van de hoorzittingen hebben we een aantal aanbevelingen die we willen doen. Die zijn gegroepeerd onder enkele rubrieken. Ten eerste is er ‘onderzoek en data’. We hebben kunnen vernemen dat momenteel, wanneer iemand de stap naar de korte keten wil zetten, er eigenlijk weinig data zijn om een juiste inschatting te kunnen maken in hoeverre de stap naar de korte keten een leefbare stap is en ook economisch haalbaar is. We hebben een aantal aanbevelingen die erop wijzen dat er een nood is aan bijkomend onderzoek en bijkomende data, waarbij we de nieuwe businessmodellen beter kunnen onderbouwen. Want de resolutie gaat verder dan alleen de korte keten en betreft bijvoorbeeld ook het opschalen van proefprojecten. Er wordt veel onderzoek gedaan in Vlaanderen, we hebben ook heel sterke onderzoeksinstellingen rond land- en tuinbouw. Maar het is belangrijk dat we de stap kunnen zetten naar de praktijkschaal: bijvoorbeeld gerichte proefomgevingen waar geëxperimenteerd kan worden met nieuwe vormen van die verdienmodellen en ook in het bijzonder korte keten, dataplatformen uitbouwen. Ook een centraal aanspreekpunt is belangrijk, zodat wanneer onze land- of tuinbouwers denken dat ze voor hun bedrijf een meerwaarde kunnen creëren via de korte keten, zij op één plek alle informatie kunnen vinden die hen kan helpen in die stappen.
En ten slotte blijft ook hier innovatie natuurlijk heel belangrijk.
Een tweede cluster gaat precies over die prijszetting en die positie in de keten. We weten dat onze boeren vaak in een lange keten zitten, ze zitten vaak gekneld tussen posities ervoor en erna. Daarom hebben we een aantal aanbevelingen opgenomen die precies die positie van die boeren in de keten moeten ondersteunen door structuren op te bouwen die daarbij kunnen helpen door als prijszetter te functioneren, door samenwerking binnen die hele keten te versterken en ook door de consumenten beter te informeren over wat die lokale productie voor hen kan betekenen. Door het ontwikkelen van nichemarkten kan men een meerwaarde creëren via zijn producten. We bevelen ook aan om synergieën te onderzoeken tussen korteketeninitiatieven en de lokale economie. Wij denken dat die lokale landbouw heel belangrijk kan zijn om deel uit te maken van die lokale economie en die te versterken. Ook de distributie en de logistiek beter organiseren, is een belangrijk aspect. Jullie weten allemaal dat we op weg zijn naar een hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid op Europees niveau. We vragen dat in de vertaling daarvan die nieuwe verdienmodellen en in het bijzonder ook die korte keten voldoende aandacht krijgen. Ook in onze investeringspolitiek via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) willen we graag aandacht voor die nieuwe verdienmodellen.
Een derde, beperktere, cluster is onderwijs en vorming. Het is logisch dat we onze studenten, mensen die de ambitie hebben om in land- of tuinbouw te gaan werken, op dit vlak proberen te scholen. Aan de andere kant hebben we natuurlijk onze bestaande land- en tuinbouwers die we moeten helpen wanneer zij die stap willen zetten, via gerichte opleidingen en vormingen.
Een laatste, heel belangrijke, cluster is de regelgeving. We hebben gehoord dat er nog heel wat belemmeringen zijn op het vlak van regelgeving op de verschillende niveaus. Het voorstel van resolutie vraagt om daarnaar te kijken en te proberen die wettelijke belemmeringen zoveel mogelijk weg te werken op de verschillende niveaus, ook onze lokale besturen daarover aan te spreken enzoverder.
Ik heb al verwezen naar het vroegere strategisch plan. Wat we willen is eigenlijk dat dat strategisch plan, dat in se nog altijd goed is, nu wel wordt uitgevoerd, geactualiseerd op basis van onze aanbevelingen. Belangrijk is dat in dit voorstel van resolutie gevraagd wordt om daar deze keer wel echt voldoende middelen tegenover te zetten.
Collega’s, zoals de titel aangeeft, is dit een voorstel van resolutie dat verder gaat dan de korte keten, dat vooral probeert de positie van onze landbouwers te versterken door hen te ondersteunen in het uitbouwen van nieuwe, leefbare businessmodellen. We geven hier gaan waardeoordeel over welke vorm van landbouw dan ook. We laten ook de keuze aan de boer, die wordt gerespecteerd. Wel vinden we het belangrijk dat hier een stimulans gegeven wordt in de richting van duurzame en economisch leefbare bedrijven.
Het uitgangspunt is, en ik denk dat we dat delen met alle collega’s, het versterken van de positie van onze landbouwers.
Collega’s, als we het hier in dit parlement hebben over landbouw, dan gaat dat vaak over de problemen of de uitdagingen in de landbouw, de uitdagingen die moeilijk zijn, die enorm zijn en die vaak door onze sector, door onze landbouwers, als negatief worden ervaren. Ik ben dan ook blij dat we met dit voorstel van resolutie een signaal geven dat wij onze landbouwers echt een toekomstperspectief willen geven en hen ook willen ondersteunen. Meer investeren in de mogelijkheden van de korte keten kan een van de manieren zijn om onze boeren beter en correcter te vergoeden voor hun producten en hen ook de nodige waardering te geven. Vanzelfsprekend zullen niet al onze landbouwers daar instappen. Dat hoeft ook niet. Maar met dit voorstel van resolutie vragen we de regering wel om op de verschillende punten die ik heb opgenoemd, het nodige werk te leveren om diegenen die wel die stap willen zetten, te ondersteunen.
Tot slot wil ik natuurlijk de collega’s bedanken voor de fijne samenwerking die we hebben gehad in de voorbereiding van deze resolutie: collega’s Dochy, Talpe, Coel en Vandenhove. We hebben op een goede manier samengewerkt, we hebben elkaar ook snel gevonden. Ik denk dat dit een illustratie is van de wil die er bij iedereen in de commissie Landbouw is om te proberen de uitdagingen in deze sector te bediscussiëren, aan te gaan en er ook oplossingen voor te vinden die onze boeren vooruit helpen. Veel dank daarvoor. Ik hoop, net als in de commissie, in deze plenaire vergadering veel steun te vinden voor dit voorstel van resolutie.
De heer Dochy heeft het woord.
Dank u voorzitter, beste collega’s, collega Steenwegen heeft net zoals mevrouw Coudyser bij het vorige voorstel van resolutie vrij exhaustief de inhoud weergegeven.
Ik wil de collega’s bedanken voor de goede samenwerking en voor de aandacht voor de businessmodellen die mogelijk zijn in de landbouw. De korte keten is heel belangrijk en heeft in het coronajaar een glorietijd gekend, maar vandaag zijn er reeds signalen dat dit al aan het afzwakken is. Het is belangrijk om dit te blijven ondersteunen. Dat gaat niet over de financiën, maar over het kader, over de creativiteit, stimulerende innovatie, niet alleen in het korteketenmodel maar ook in de andere businessmodellen die binnen de sector ontwikkeld kunnen worden, al dan niet met een regelluwe zone op het moment dat dit nodig zou zijn.
Dank aan de collega’s om dit kamerbreed goed te keuren in de commissie. Ik hoop dat dat ook hier in de plenaire vergadering kan gebeuren, want dat is toch een krachtig signaal aan de land- en tuinbouwsector die zo vaak onder druk komt te staan. Er is bij de parlementsleden heel veel geloof in de toekomst van deze mooie sector.
De heer Coel heeft het woord.
Collega Steenwegen heeft dit inderdaad al zeer goed toegelicht. Ik zal beginnen waar hij eindigt, namelijk met het bedanken van de collega’s, en de collega van Groen in het bijzonder voor het initiatief, en alle collega’s om samen te komen tot een nog betere tekst met een aantal goede aanbevelingen aan de regering om het verdienmodel alle kansen te geven. Wij hebben daar met veel enthousiasme aan meegewerkt, niet zozeer omdat de korte keten het alleszaligmakende model zou zijn of de wonderoplossing voor de landbouw, maar omdat het een verdienmodel is dat de boer en ondernemer de kansen geeft om zijn prijsvoering op een andere manier aan te pakken en om zijn positie rond de prijszetting te versterken.
We zien de laatste maanden opstoten van het sluimerende conflict tussen de boer als economische actor en de maatschappelijke kosten die daarmee gepaard gaan. We kunnen de eventuele overlast op zijn omgeving wat wegwerken. Via de korte keten leggen we weer het directe contact tussen de boer en zijn omgeving. Dat kan alleen maar bijdragen tot wederzijds begrip. Dat is een van de redenen waarom wij geloven in dit model en met veel overtuiging het voorstel van resolutie zullen steunen.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, we hadden het er deze morgen nog over in de commissie. Collega Steenwegen is zijn tussenkomst daarmee begonnen: de coronacrisis heeft echt wind in de zeilen gestoken van de korte keten. De Vlaming beseft nu meer dan ooit dat we hier dicht bij ons hoogkwalitatief veilig en voldoende voedsel hebben en dat we dat rechtstreeks bij onze boeren kunnen aankopen. De opstanding van de korte keten willen we echt vasthouden. Het kan onze landbouwers ook echt helpen in de ombouw naar schaalverandering en de zoektocht naar nieuwe businessmodellen om ecologisch, economisch en sociaal te gaan verduurzamen.
We zijn dan ook heel tevreden dat de titel heel ruim is en duidelijk stelt waar we naartoe gaan, niet enkel de korte keten maar de toekomst van de landbouw an sich. Ik wil de collega’s ook bedanken voor de zeer transparante en constructieve sfeer waarin dit document tot stand is gekomen.
Voor ons waren een aantal zaken belangrijk, fundamenten om mee te starten. Ten eerste, het is al aangehaald, dat we geen waardeoordeel willen vellen over deze of gene vorm of afzet van landbouwproducten. De korte keten is niet beter of slechter. Het kan en zal voor heel wat boeren een belangrijke meerwaarde bieden voor het uitbouwen van een leefbaar landbouwbedrijf op maat. Het is echt een en-enverhaal en we willen de keuze van de boer in dezen respecteren.
Een ander element is dat we elke vorm van polarisatie willen vermijden. Dat is ook heel belangrijk. Collega Coel heeft dat aangehaald. We willen net inzetten op die verzoening tussen natuur en landbouw. We weten dat daar de jongste tijd het schoentje al te vaak knelt, maar dat kunnen we samen realiseren met een open dialoog en een goede transparantie.
Inhoudelijk is dit al goed toegelicht, maar ik wilde nog enkele accenten leggen die voor ons belangrijk zijn. Ten eerste is er de ruimte voor experiment, voor creativiteit. Dat is enorm belangrijk. We moeten daar ook het kader voor scheppen. Daarbij hoeft niet alles van de eerste keer te slagen. Leren is ook vallen en opstaan. We willen ook de andere actoren echt wel vragen om zich open te stellen voor de creativiteit van onze boeren in dit proces.
Belangrijk voor ons is ook de bredere scope van de korte keten, dus niet louter de rechtstreekse hoeveverkoop. Daarom is het voor ons ook heel belangrijk dat concepten die de link tussen stad en platteland vergroten, zoals lokale voedselstrategieën en de stadslandbouwprojecten, hier mee aan bod komen. De korte keten kan evenzeer aan de man worden gebracht met een tussenactor, zoals in de lokale supermarkt. We hebben de retail dus ook nodig in dit verhaal.
Het is ook belangrijk dat de boeren die willen investeren in korteketenverkooppunten, daarvoor de nodige investeringssteun kunnen ontvangen.
Ik besluit. Ik ben bijzonder tevreden met de voorliggende tekst, een lijvig document waarmee de Vlaamse Regering nu aan de slag kan. Hopelijk kan dat straks met de steun van iedereen hier worden goedgekeurd. Ik dank de collega’s absoluut voor de heel fijne samenwerking en de gedeelde toekomstvisie op de leefbare businessmodellen voor onze sector. Ik denk dat ook die samenwerking wars van partijgrenzen een heel belangrijk signaal is aan onze land- en tuinbouwsector.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ik wil beginnen met het bedanken van de collega’s, zeker en vast collega Steenwegen. Ongeveer een jaar geleden kreeg ik een boodschap op mijn gsm. Zo lang is hij dus eigenlijk al met het voorstel van resolutie aan het ‘leuren’, om het negatief uit te drukken. Collega Steenwegen, bedankt daarvoor. U ziet dat de aanhouder dus wint. Het is goed dat dit wars van de grenzen tussen de democratische partijen gebeurt. Dat is een belangrijk gegeven.
Ik zal niet stilstaan bij het voorstel van resolutie zelf. Ik denk dat collega Steenwegen dat voldoende heeft toegelicht. Ik geef echter een aantal beschouwingen. Dit is inderdaad gebaseerd op het strategisch plan korte keten van 2011. Dat is eigenlijk een eeuwigheid in de politiek. Het is dus goed dat een aantal dingen eigenlijk worden geactualiseerd. In het midden van pagina 1 staat inderdaad dat we geen waardeoordeel uitspreken over welke vorm van landbouw beter of slechter is dan de andere. Collega Steenwegen heeft dat ook sterk benadrukt. Vandaar dat dit voorstel van resolutie wellicht door alle partijen zal worden goedgekeurd. We moeten echter ook realistisch zijn, natuurlijk. Als ik de debatten van vanmorgen vergelijk met de waarschijnlijk unanieme goedkeuring van dit voorstel van resolutie, dan denk ik dat we dat fundamentele debat toch niet langer uit de weg kunnen gaan en dat we elkaar in de ogen zullen moeten durven te kijken wat dat betreft. Maar goed, het is alleszins positief dat we dit hier met alle partijen kunnen doen.
Ik wil dezelfde opmerking maken als daarnet bij het andere voorstel van resolutie. Ik richtte die toen aan collega Coudyser. Nu richt ik me tot collega Steenwegen en de andere indieners. Ik denk dat ook de rol van de consument hierin heel belangrijk zal zijn. Collega Dochy wees er al op: als we vergelijken met de cijfers van nu, dan zien we weliswaar geen achteruitgang, maar ook niet zo’n sterke stijging als die van vorig jaar, tijdens de eerste coronaperiode als het gaat over korteketenproducten en fruit van bij ons. Toevallig was ik daarnet even aan het grasduinen in het tijdschrift van een van de fruitveilingen bij ons, en daarin wordt dezelfde vaststelling gemaakt. Ik denk dat we dat inderdaad nauwlettend in het oog moeten houden, en dat we zeker en vast moeten inzetten op al die elementen van de interne werking van de markt, zoals die goed worden beschreven in het voorstel van resolutie en werden toegelicht door collega Steenwegen in zijn inleiding. Er is immers meer interesse bij de landbouwer in deze korte keten. Ik denk dus dat we er alles aan moeten doen om dat te stimuleren, maar dat we ook de consument daarvan bewust moeten maken. De minister van Landbouw heeft een rondetafelconferentie aangekondigd over heel dat gebeuren ten overstaan van de consument. We moeten dat zeker en vast ook heel sterk in acht nemen.
Ook een heel belangrijk element is de prijsvorming. Ik zal daar niet verder op ingaan, want dat is toegelicht door de eerste collega. Als we het over landbouw hebben, zeggen we heel vaak dat er eigenlijk te weinig impact is op de prijsvorming. Dat is inderdaad een heel spijtig gegeven. Dat is een van de redenen waarom we nu vaak discussiëren over zogeheten fundamentele problemen in de landbouw, die met een eerlijke prijsvorming echter eigenlijk sneller opgelost zouden kunnen zijn. Met die korte keten is er inderdaad een impact op de prijsvorming mogelijk. In die zin lijkt me dat dus een belangrijk gegeven.
Ik wil afronden met enkele algemene bedenkingen. Dit voorstel van resolutie gaat over de korte keten en niet over de biolandbouw, maar er is hoe dan ook een verband. We mogen dat verband, dat in de tekst wordt aangehaald, zeker niet onderschatten.
Persoonlijk geloof ik dat de korte keten een mogelijkheid voor globale plattelandsontwikkeling is en de steden dichter bij het platteland kan brengen. We spreken vaak over heel theoretische maatregelen, maar dit is een concrete mogelijkheid met betrekking tot de plattelandsontwikkeling.
We keuren vandaag een voorstel van resolutie goed over de korte keten in de landbouw. Een jaar geleden is de coronacrisis begonnen. In maart, april en mei 2020 had iedereen de mond vol over de korte keten voor de landbouw, over het minder uitbesteden aan derde landen en over het opnieuw proberen hier met eenvoudige handenarbeid zaken te produceren. Ik kan, net zoals ik in de commissie heb gedaan, alleen maar de hoop uitdrukken dat we wat we nu voor de landbouw goedkeuren voor de hele economie moeten onthouden. Er zijn nog heel wat mogelijkheden. Als de coronacrisis binnen enkele maanden hopelijk onder controle is, mogen we dit niet vergeten, niet enkel voor onze landbouwsector, maar voor de hele economie.
Ik wil nogmaals alle betrokkenen danken, met op kop onze collega van de Groenfractie.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik zou iedereen willen bedanken voor de fijne samenwerking in verband met het voorstel van resolutie, maar dat zal hoogstwaarschijnlijk voor een volgende legislatuur zijn.
Mijnheer Steenwegen, net zoals ik in de commissie heb gedaan, wil ik u tijdens deze plenaire vergadering bedanken voor dit voorstel van resolutie, voor uw inzet en de energie en de tijd die u in dit voorstel van resolutie hebt gestoken. We hebben in de commissie al verschillende malen een debat over de korte keten gevoerd. Sommige mensen beperken de korte keten tot de hoeveverkoop, maar u hebt duidelijk gemaakt dat de korte keten over veel meer gaat dan het rechtstreeks kopen op een hoeve. Er zijn thuisleveringen, boerenmarkten en dergelijke.
Het is jammer dat ik het moet zeggen, maar ik heb met mijn gezin kunnen vaststellen dat de korte keten dankzij de coronacrisis populairder is geworden. Sedert het begin van de coronacrisis is aan de thuisleveringen, de verkoop op de hoeve en dergelijke een boost gegeven. Op dat vlak was het een goede zaak.
Mijnheer Dochy, u zult misschien nog weten dat we tijdens de vorige legislatuur over de korte keten hebben gedebatteerd. Dat stond toen nog echt in de kinderschoenen. Dit voorstel van resolutie is vrij uitgebreid en bevat 22 heel goed gedocumenteerde en onderbouwde aanbevelingen. Het is een goede zaak die wij zullen ondersteunen. Zoals geweten, focussen wij niet op de indieners van een voorstel van resolutie of een voorstel van decreet, maar op de inhoud. Om die reden zullen wij het voorstel van resolutie ondersteunen.
Ik heb nog een kleine bemerking die ik ook deze voormiddag naar aanleiding van een vraag om uitleg over de korte keten heb gemaakt. Volgens de minister is de korte keten voor de landbouw het businessmodel van de toekomst. Het gaat om 1,5 procent van de totale landbouwsector en ik denk dat we blij mogen zijn als we binnen enkele jaren over 5 procent kunnen spreken. Ik ben echter blij dat iedereen deze voormiddag heeft verklaard dat de korte keten een onderdeel van en een aanvullend businessmodel in de land- en tuinbouwsector is.
We moeten proberen de polarisering uit het debat te halen. We hebben deze voormiddag nog 2,5 uur gedebatteerd over de stikstofproblematiek, die onrechtstreeks eigenlijk is gelinkt aan de vraag welke businessmodellen we in de toekomst willen. Ik heb al een paar keer verklaard dat ik gerust het debat wil voeren over de vraag hoe we de toekomst van onze landbouwsector moeten aanpakken en welke landbouw we in de toekomst willen.
Mijnheer Coel, u hebt ook gesteld dat u het voorstel van resolutie en de korte keten steunt, maar dat u de korte keten niet als het zaligmakend businessmodel voor de toekomst ziet.
Mijnheer Steenwegen, zoals gezegd, focussen we op de inhoud en niet op de indieners. U kunt op onze steun rekenen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.