Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Andries Gryffroy, Robrecht Bothuyne, Willem-Frederik Schiltz, Wilfried Vandaele, Tinne Rombouts en Inez De Coninck tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de plaatsing van een elektronische meter zonder communicatiemiddel en het vermijden van het meermaals aanrekenen van elektriciteitsdistributienettarieven voor het gebruik van het elektriciteitsdistributienet.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dames en heren, we hebben hier een voorstel van decreet voorliggen dat principieel over een drietal punten gaat. Het eerste punt gaat over wat in artikel 4 staat, eigenlijk al bij het vorige voorstel van decreet werd besproken en waarrond de Raad van State geen opmerkingen had. Dat artikel bepaalt als een van de voorwaarden voor de toekenning van de retroactieve investeringspremie dat de aanvrager uitdrukkelijk afstand doet van iedere rechtsvordering ten aanzien van het Vlaamse Gewest.
Er is een tweede element dat dat daarin thuishoort door de uitspraak van het Grondwettelijk Hof. Er stond duidelijk in gestipuleerd dat ook elektrosensitieve personen recht hebben op een digitale meter. Uiteraard moeten we daarvoor dan een oplossing hebben. Die oplossing bestaat nog niet en is een bekabelde digitale meter. Men verwacht dat die binnen twee jaar op de markt zal zijn. De oplossing die hier nu wordt voorgesteld, is dat we de mogelijkheid bieden om te werken met een elektronische meter. Wat is het verschil tussen een digitale meter en een elektronische meter? Een elektronische meter is een digitale meter, maar zonder communicatiemodule. Want het is de communicatiemodule die het verschil maakt.
Het derde luik dat erin zit, is ook het meest belangrijke onderwerp. Wat werd er ook vastgesteld? Door de uitspraak van het Grondwettelijk Hof moet er een afrekening gebeuren op de datum dat het vonnis in het Staatsblad verschijnt. Dat was nu op 1 maart. Dat was natuurlijk zeer nadelig voor de mensen die normaal gezien hun afrekening hebben in de herfstmaanden. Op een normale afrekening van twaalf maanden neem je met het principe van de terugdraaiende teller in de winter heel veel elektriciteit op van het net, maar dat wordt dan meestal grotendeels, helemaal of deels gecompenseerd met wat je in de zomer te veel produceert en dan op het net plaatst.
Er zijn twee componenten op die factuur. De eerste component is dat je distributiekosten betaalt voor de nettoafname. De tweede component is dat je, wanneer je zonnepanelen hebt, een omvormer hebt en daarop een prosumententarief betaalt. Wat zagen we echter? De mensen die normaal gezien een afrekening krijgen in de herfst, kregen na vier à vijf maanden opnieuw een afrekening. En daardoor hebben ze niet het compenserende deel van de zomer gehad. Dat leek ons zeer onbillijk en onrechtvaardig.
Maar uit contacten met de regulator bleek ook duidelijk dat de regulator geen richtsnoer heeft om dit euvel aan te passen. We kunnen ook niet retroactief werken. We kunnen het eventueel, dankzij een richtsnoer dat er komt via het Vlaams Parlement, voor de toekomst aanpassen. En dus hebben we in dit voorstel van decreet twee zaken voorzien. Eén, er is nu een richtsnoer. En twee, het kan ook retroactief.
Uit het debat dat we hebben gevoerd in de commissie, heb ik twee belangrijke elementen onthouden. Het eerste element is: wat zal de procedure zijn? Wij kunnen met dit parlement richtsnoeren bepalen. Meer mogen we niet doen van Europa. Dat wil zeggen dat we een kader geven aan de regulator, en het is de regulator die dat kader moet – niet eventueel, maar ik herhaal: moét – invullen. Zij staan onder toezicht van het Vlaams Parlement en moeten dat invullen. Maar hoe zij dat dan invullen, behoort tot hun bevoegdheid, niet tot de onze.
En je kunt daar allerlei theorieën en ideeën rond hebben, maar dat is buiten ons kader. Wij geven hun het kader zodat zij iets moeten doen, en zodat ze dat ook retroactief kunnen doen. Zij moeten daarvoor een consultatieronde organiseren waarbij ze verschillende stakeholders zullen raadplegen. Mogelijke stakeholders kunnen dan opmerkingen maken, enzovoort. En dat zal leiden tot een bepaalde ‘regulatoire’ tariefaanpassing, die dan vermoedelijk ergens in oktober of november meegedeeld zal worden. Het is zoals collega Bothuyne het ook in de media zei: dat kan misschien nog een leuk eindejaarsgeschenk zijn.
Het tweede element dat dan vaak werd opgeworpen, is wie dat zal betalen. Wel, het antwoord hier is ook heel duidelijk. De mensen die die afrekeningsfactuur gekregen hebben op 1 maart, hebben via het cascadesysteem betaald aan hun leverancier. De leverancier betaalt aan de distributienetbeheerder en de distributienetbeheerder betaalt door, enzovoort, volgens die cascade.
Maar voor die mensen die normaal gezien in de herfst van het jaar een afrekeningsfactuur krijgen, zijn er nu meer inkomsten geweest voor de distributienetbeheerder, meer dan dat ze zelf ook zouden kunnen voorzien. Het zal dus ook op dezelfde manier zijn dat het retroactief zal terugkeren, ook weer in cascade van de distributienetbeheerder naar de leverancier, en van de leverancier naar de eindconsument. De vraag is met andere woorden niet wie dat zal betalen. De gelden werden betaald door de burgers die in die situatie zitten. En die zullen daar ook een stukje van terugkrijgen. Het is dus niet dat dat uit algemene middelen komt of dat er netkosten worden doorgerekend.
Ik denk dat dat de drie belangrijkste punten zijn die in dit voorstel van decreet staan.
De heer Pieters heeft het woord.
Collega’s, de verbroken belofte van de Vlaamse Regering om de terugdraaiende teller vijftien jaar te behouden: het blijft nazinderen, ook weer in dit voorstel van decreet. De soap gaat verder.
Nu, uit het arrest van het Grondwettelijk Hof bleek dat dit ook zou leiden tot een dubbele aanrekening van de netkosten op de stroomfacturen van heel wat zonnepaneeleigenaars. Maar we willen ons als oppositiepartij wel constructief opstellen in het zoeken van een oplossing. De kern van dit voorstel van decreet kunnen wij dan ook ondersteunen voor de regeling van de dubbele tarifering en de aansluiting op de glasvezelkabel.
Hoe sneller er een oplossing komt in dat opzicht, hoe beter. Wat de indieners van het voorstel van decreet echter consequent weigeren erbij te vertellen, is dat er in dat voorstel ook nog een artikel 4 is opgenomen, dat de deur wagenwijd openzet voor misbruik, en waarover minstens eerst een grondig publiek debat gevoerd dient te worden. Artikel 4 van dit voorstel schept namelijk het precedent dat, wie een rechtsvordering jegens de overheid indient, niet meer in aanmerking komt voor bijvoorbeeld een compensatiepremie voor gedupeerde zonnepaneeleigenaars.
Nu, een clausule invoeren die de burgers verbiedt zich tot de rechtbank te wenden, is regeringschantage en een ongrondwettelijke belemmering van de toegang tot de rechtspraak. Dat is ontoelaatbaar in een rechtsstaat. Dat schrappen is niet alleen nodig om de Vlaamse bevolking tegen verregaande regeringswillekeur te beschermen, maar ook om de controlebevoegdheid van het Vlaams Parlement over de handelingen van de Vlaamse Regering te vrijwaren. Tegelijkertijd wordt de burger het recht ontnomen om te procederen als hij of zij dat onvoldoende vindt. Wie een roekeloos geding aanspant, betaalt gerechtskosten. Dat zou voldoende ontradend moeten zijn.
De meerderheid heeft een regeling getroffen waarvan ze wist dat er eventueel problemen konden zijn. We hebben dit in de commissie reeds aangekaart als regelrechte chantage. Het belemmert de toegang tot de rechter. Ook voor andere premies zal een dergelijke chanterende voorwaarde kunnen worden opgenomen. In de commissie dienden wij eerder al een amendement in, amendement nr. 2, om dit artikel te schrappen, zodat we de regeling zouden kunnen steunen. Dat werd jammer genoeg weggestemd. Collega’s, daarom zullen wij ons, vanwege dat artikel 4, onthouden.
De heer Aerts heeft het woord.
In verband met de VREG en hun de opdracht te geven om een compensatie uit te werken: het is inderdaad aan de VREG om op te lossen hoe hoog de vergoeding zal zijn, waar de middelen vandaan komen en wanneer dit betaald wordt. Dat is inderdaad aan de VREG. Maar wat communiceert u? Dat voor de 40.000 zonnepaneleneigenaars die dubbele netwerkkosten moeten betalen, de meerkosten op gemiddeld 150 euro liggen. En u herhaalt het hier opnieuw: ‘Dat kan een mooi eindejaarscadeau zijn.’ Maar net dat is toch de verantwoordelijkheid van de VREG, en de VREG kan geen compensaties geven. Dat is belangrijk, want u zegt dat men het gewoon kan terugstorten, maar dat is niet het geval. Voor de 100.000 zonnepaneleneigenaars met een digitale meter was dat gemiddeld genomen een nuloperatie. Er zijn ook mensen die daar een voordeel aan gehad hebben. Als men dat moet gaan vergoeden, moet dat geld van ergens komen. De VREG heeft daar niet zomaar een zak geld voor om dat te kunnen vergoeden. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we dat elders gaan halen, in de stroomfactuur, of dat we die middelen elders gaan zoeken.
Bovendien spreekt u – niet hier, maar in uw communicatie – over gemiddeld 150 euro netkosten die te veel betaald zijn. Maar ook dat wordt door energie-experten onderuitgehaald. Dat wordt serieus in vraag gesteld. Om te beginnen verwijst u daarnet ook opnieuw naar een tussentijdse afrekening waardoor de hele heisa begonnen is, die op 28 februari gevallen is. Maar dat is gelukkig op 28 februari gevallen. Was het vroeger geweest, dan hadden de mensen minder lang kunnen genieten van het voordeel van die terugdraaiende teller. Was het daarna geweest, dan komen we op de vorige tussentijdse factuur terecht en dan is het effect voor hen nog veel groter, net omdat zij dan geen vergoeding meer krijgen voor alle elektriciteit die ze op het net gezet hebben in die hele periode ervoor. Dan was dat gewoon foetsie geweest. Die tussentijdse factuur is dus op zich een goed uitgangspunt op 28 februari, maar ze heeft ook nadelen. Daar hebt u naar verwezen, naar die 40.000 mensen die daar nadelen aan hebben. Maar is dat een nieuw nadeel? Neen, dat is geen nieuw nadeel. Dat is een nadeel dat al bestaat sinds 2015 en waar verschillende mensen die een tussentijdse afrekening lieten maken omdat ze verhuisden, of op vraag van Fluvius, of om een andere reden, eigenlijk al mee te kampen hebben gehad. Dat heeft voor hen op dat moment ook voor een verhoging gezorgd, een verhoging die vaak veel hoger ligt dan wat deze zonnepaneleneigenaars hier nu voorhebben.
Maar oké, nu moet dit worden aangepast. De vorigen bleven in de kou staan, maar nu passen we dit toch aan. En nu plakt daar dus dat gemiddelde bedrag van 150 euro op en het eindejaarsgeschenk. Ook dat is veel te voorbarig. Het is aan de VREG om de hoogte daarvan te bepalen – dat hebt u zelf aangehaald –, ook omdat andere energie-experten op minder meerkosten uitkomen. U schept hier dus eigenlijk verwachtingen, terwijl experten zeggen dat het niet klopt. Eigenlijk is dat de essentie van het hele debacle van de terugdraaiende teller: de Vlaamse Regering die verwachtingen creëert waarvan ze weet dat die op drijfzand gebaseerd zijn. Dan komen we gewoon opnieuw bij de essentie.
Als we met onze fractie na dit nog een reden nodig hadden om ons toch te onthouden en dit niet mee goed te keuren, dan komen we inderdaad op dat volgende punt, op artikel 4. Want ondanks dat politieke debacle stelt de Vlaamse Regering nu: ‘Wie het waagt om naar de rechtbank te stappen, heeft geen recht meer op een premie.’ Dat gaat dan niet over het vermanende vingertje naar de burger van ‘je mag zeker niet alle twee hebben’. Neen, gewoon de stap zetten naar die rechtbank is voldoende om geen recht meer te hebben op een premie. We zouden ons ondertussen toch wat meer bescheiden mogen opstellen en niet op zo’n hautaine manier onze burgers gaan afstraffen of afdreigen. Dat is totaal, totaal ongepast.
Heel het politieke debacle heeft het vertrouwen een knauw gegeven: het vertrouwen in de Vlaamse Regering, maar ook het vertrouwen in zonnepanelen. Dat verdwijnt zienderogen. Je ziet dat ook op het terrein. Hoewel zonnepanelen nog altijd een gezonde investering zijn, is het aantal nieuwe investeringen dit jaar toch in vrije val. Dat is de afgelopen vier maanden in vrije val. We hebben in Vlaanderen nauwelijks 35 megawatt bij aangelegd. De doelstelling voor elk jaar is 318. Dus 35 megawatt op vier maanden tegenover een jaardoelstelling van 318 megawatt. In Duitsland hadden ze in april maar twee dagen nodig om die 35 megawatt te leggen.
We moeten dus dringend actie ondernemen om dat vertrouwen weer te herstellen. Waarom? Om onze doelstellingen te halen. Als we dat niet doen, dan geraken we nooit verder en blijven we alleen maar, langzaam maar zeker, verder wegzakken in dat moeras. Daarom hebben we nood aan bescheidenheid, betrouwbaarheid en positieve communicatie. Alleen zo kunnen we het vertrouwen in de zonnepanelen weer herstellen. Maar bescheidenheid is niet inwoners die naar de rechtbank stappen, afstraffen door hun recht op premie af te pakken. Vertrouwen geven, doen we ook niet door opnieuw verwachtingen te creëren die je misschien niet kunt waarmaken, meer nog, verwachtingen waarvan experten vandaag al zeggen dat ze foute aannames bezorgen. Dat zorgt alleen maar voor meer desillusies. Een betrouwbare overheid werkt aan een robuust kader voor de toekomst, zodat wie wil investeren in zonnepanelen echt weet waar hij of zij aan toe is, met als belangrijkste maatregel: haal kosten uit die energiefactuur.
Wat de sector heel terecht vraagt, is meer positieve energie. Focus in de communicatie opnieuw alstublieft op voordelen van zonnepanelen in de plaats van altijd overal problemen te zien. Als de Vlaamse Regering laat zien dat ze de zonnepanelen en de hernieuwbare energie een warm hart toedraagt, dan is dat een belangrijk signaal voor de sector en voor het concept van zonnepanelen, wat uiteindelijk nog altijd de meest efficiënte manier is om energie op te wekken.
De heer Tobback heeft het woord.
Mijn tussenkomst zal in grote mate in dezelfde lijn liggen. Ik ga niet alles herhalen wat we in de commissie hebben besproken. Ook de Vooruitfractie zal zich op dit voorstel van decreet onthouden, hoewel we er graag voor gestemd hadden. Want ik denk dat het op zich een goede en noodzakelijke zaak is dat het parlement en de regering, als het even kan, samen zoeken naar manieren om inderdaad het vertrouwen bij burgers weer te herstellen rond de investeringen in hernieuwbare energie die we van hen gevraagd hebben om te doen, na het debacle dat daarrond is ontstaan. Op zich juich ik ook de poging toe om daar oplossingen voor te bieden. Alleen moet ik vaststellen dat wat er hier voorligt in dit voorstel van decreet, in het beste geval halfslachtige en onvolledige oplossingen zijn. In het slechtste geval is het eigenlijk iets waar niemand, met inbegrip van de indieners, zeker van is dat het zich ooit zal voordoen en zal realiseren. Dat is dan jammer genoeg ook nog eens het meest concrete bedrag van 150 euro, dat misschien nog eens uit de lucht gegrepen is.
Om klein te beginnen: het is goed dat elektrosensitieve personen recht krijgen op een bekabelde meter. Het is alleen jammer natuurlijk dat die bekabelde meter tot nader order niet bestaat en in het beste geval in 2023 beschikbaar zal zijn en dat de oplossing is dat we in afwachting een domme slimme meter gaan installeren. Als illustratie van de tragikomische evolutie in dit dossier is het heel passend. Ik geef toe: het is ten minste voor de betrokken mensen een voorlopige oplossing, weze het een die aan het systeem weinig toevoegt en dus niet echt nuttig is, maar het is ook geen drama.
Vervelender is de compensatieregeling of de retroactieve vergoeding voor gedane investeringen. Die is op zich goed en noodzakelijk. Burgers hebben er ook recht op, nadat ze door de overheid in een sukkelstraatje zijn geleid waarin ze vaak veel geld hebben geïnvesteerd in een bijdrage aan hernieuwbare energie, aan elektrificatie, aan het verduurzamen, waar ze achteraf bekocht zijn uitgekomen. Dus ik denk dat het absoluut noodzakelijk is dat de Vlaamse Regering – en het Vlaams Parlement – hier een solide, robuust, rechtvaardig vergoedingssysteem op tafel leggen voor die mensen die zij zelf bedot heeft. Daar komt het eigenlijk op neer, na de beloftes die er in de voorbije legislatuur gedaan zijn. Maar goed, ik ga die discussie niet heropenen. Die is al in het lang en in het breed, met alle pijnlijke aspecten ervan, gevoerd.
Alleen zou je denken dat er, aangezien dit een voorstel is van de meerderheidsfracties, wanneer het voorstel na overleg met de regering op tafel komt, al duidelijkheid zou zijn over wat dat vergoedingsmechanisme dan precies inhoudt, hoe het iedereen zal compenseren en dat aantoonbaar gedemonstreerd kan worden dat het een rechtvaardig mechanisme is. Een rechtvaardig mechanisme zou de hoogste compensaties voorzien voor diegenen die het verst zijn meegegaan in de oproep om te verduurzamen, namelijk die mensen die zonnepaneleninstallaties hebben geplaatst, gekoppeld aan warmtepompen en een verregaande elektrificatie van hun hele woning. Dat zijn vaak mensen die letterlijk tienduizenden euro’s hebben geïnvesteerd op basis van een businesscase die hun voorgeschoteld werd door de Vlaamse Regering, met daarin beloftes die de Vlaamse Regering echter niet heeft kunnen houden.
Alleen, dat voorstel, die zekerheden en dat pakket liggen vandaag niet op tafel. Die lagen ook vorige week niet op tafel bij de bespreking van het voorstel in de commissie. Dit werd ook op geen enkele manier hardgemaakt door de Vlaamse Regering. Ik vind eerlijk gezegd dat het risico dat men hier neemt om een zoveelste loze belofte te maken, een risico is dat men in een dossier als dit nooit zou mogen nemen. Het vertrouwen is zo erg geschaad dat men dit soort dingen echt niet mag doen. Ofwel is het huiswerk af en legt men dat op tafel, zodat iedereen het kan beoordelen. Ofwel is het huiswerk niet af en dan werkt men voort totdat het af is. Ik vind het een voorbeeld van overhaasting en, opnieuw, van vrij roekeloos gedrag om hierrond beloftes te doen wanneer men niet zeker is dat men ze ook kan hardmaken en kan uitleggen. Als dit het vertrouwen moet herstellen bij mensen, zowel bij de rechtstreeks getroffenen als bij diegenen die zouden overwegen om opnieuw te geloven in wat de Vlaamse Regering voorlegt, dan denk ik dat dit geen goede bijdrage daaraan is.
Daaraan gekoppeld, is het natuurlijk ook extra pijnlijk dat er wel heel hard, klaar en duidelijk in staat dat wie naar de rechter stapt, niet meer moet rekenen op een andere vergoeding. Dat past een beetje in het globale beeld van deze Vlaamse coalitie, ook al in de vorige legislatuur, om in de mate van het mogelijke burgers weg te houden van rechtbanken waar zij hun rechten zouden kunnen opeisen. Deze regering moet de voorbije jaren en weken, zowel in elektriciteitsdossiers, zonnepanelendossiers, terugdraaiendemeterdossiers als stikstofdossiers, keer op keer vaststellen dat haar lopende beleid door burgers met succes wordt aangevochten voor rechtbanken. Ik denk dat een dergelijke regering, die dergelijke dingen systematisch tegenkomt, wat meer bescheidenheid aan de dag zou moeten leggen. Ik denk dat die zou moeten stoppen met te proberen om in de mate van het mogelijke burgers weg te houden van de rechtbank, maar er in de eerste plaats voor zou moeten zorgen dat burgers geen nood hebben om naar een rechtbank te gaan, waar rechters keer op keer moeten vaststellen dat de Vlaamse Regering, het Vlaamse beleid en de Vlaamse administratie hun werk niet correct hebben gedaan of nog altijd niet correct doen. De ambitie voor een goed beleid, zeker voor diegenen die zich noordelijke aspiraties aanmeten, zou moeten zijn om te zorgen dat de rechtbanken daar niet voor moeten tussenkomen. Als je keer op keer met je gezicht tegen de deur loopt in de rechtbanken van dit land omdat je beleid slordig is geweest, dan is de oplossing niet dat je burgers moet weghouden van de rechtbanken, maar dat je je beleid minder slordig maakt. Ik denk eerlijk gezegd dat dit daar geen goed voorbeeld van is.
Ik heb het meest vervelende voorbeeld tot het laatst gehouden. Dat is de oplossing van de 150 euro, het kerstcadeau van collega Bothuyne voor diegenen die met een dubbele aanrekening geconfronteerd worden voor de nettarieven. Het is goed dat daar een oplossing voor gezocht wordt, het is nodig dat daar een oplossing voor geboden wordt. Alleen, in dit voorstel van decreet staat opnieuw – ondanks al de communicatie vanuit de meerderheidspartijen over concrete bedragen en over kerstcadeaus – geen sluitende regeling. Het is een richtlijn, een oproep, op sommige momenten zelfs een smeekbede, heb ik de indruk, aan de VREG om het alstublieft in orde te brengen. Nochtans, als we de VREG horen, krijgen we keer op keer de boodschap: ‘We zullen wel zien, volgens ons is dat niet nodig en kunnen we dat zelfs niet. We zien daar het nut niet van in, we zien daar het belang niet van in.’ Dus het risico dat er binnen zes maanden onder de kerstboom – en het is al riant laat om dit nog op te lossen – niets zal liggen, is ook niet onbestaande. En wanneer dat zo is, dan kun je inderdaad in stilte en in alle bescheidenheid werken aan een oplossing, maar dan moet je ze niet al verkopen vooraleer je kunt garanderen dat ze er zal zijn. En dat is wat u hier doet, collega’s van de meerderheid, zowel in het voorstel van decreet als nog veel meer in de manier waarop jullie het proberen aan de man te brengen bij die mensen die zich al bedot voelen.
En ik mag echt van harte hopen – en ik vind dat er een oplossing moet komen – dat er dus een oplossing komt. Ik hoop niet dat u nog eens met Kerstmis, of eerder, of godbetert nog later, zult moeten vaststellen dat u weer een onhoudbare belofte hebt gedaan, omdat u niet lang genoeg hebt nagedacht over uw huiswerk en het zoeken naar oplossingen.
Met andere woorden, hoezeer wij ook hopen dat alles in orde komt en dat wij ongelijk zullen hebben, collega’s, zal de Vooruitfractie – we gaan uiteraard niet tegen deze mogelijkheden stemmen, want het zijn mogelijke oplossingen, maar we wachten tot het echte oplossingen zijn en we daar zeker van kunnen zijn – zich onthouden, al was het maar omdat we geen valse beloften willen doen aan mensen die al te vaak het slachtoffer van iets dergelijks zijn geweest.
De heer D’Haese heeft het woord.
Het standpunt van mijn fractie is dat het uiteraard goed is dat de VREG de mogelijkheid krijgt om die fouten van de dubbele aanrekening van netkosten recht te zetten. Ik hoop inderdaad dat ze ermee aan de slag kunnen en dat het vel van de beer niet verkocht wordt voor hij geschoten is. Het is ook goed dat het voorstel van decreet bij toekomstige omschakelingen hetzelfde probleem kan voorkomen. Hoewel ik dat graag zou steunen, hoewel ik voor zou stemmen, eindigt daar de positieve bemerking bij het voorstel van decreet.
Het is en blijft een zoveelste voorstel van reparatiedecreet op slecht beleid. De onderliggende problemen worden inderdaad niet opgelost. Op deze manier gaan jullie het draagvlak voor hernieuwbare energie niet versterken bij de bevolking, wel integendeel, zeker omdat de regering of de meerderheid blijft vasthouden aan die chantageregeling. U dreigt dat eigenaars van zonnepanelen afstand moeten doen van hun compensatieregeling als ze het zouden durven om naar de rechtbank te stappen.
Eigenlijk zouden we eens goed moeten nadenken over de visie die daarachter zit. Het is echt niet aan de regering om te beslissen wie wel of niet naar de rechtbank mag. Het is al zeker niet aan de regering om de mensen af te dreigen als ze een rechtszaak willen aangaan. Naar de rechtbank stappen als men benadeeld wordt, is een democratisch recht. Dat is een kwestie van democratisch fatsoen, maar dat is in dezen blijkbaar te veel gevraagd.
De focus van deze regering is blijkbaar niet om het verlies voor duizenden gedupeerde zonnepaneeleigenaars op te lossen, maar om de problemen onder de mat te blijven schuiven. Wij zullen dit voorstel van decreet niet goedkeuren.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, dank u voor de debatten in de commissie over dit korte voorstel van decreet.
Uiteraard ben ik het niet eens met een aantal kritieken van de oppositie. De specialisten betwijfelen of dit goed is, of er hoe dan ook een benadeling is. Er zijn misschien zelfs mensen die er voordeel bij hebben gedaan, heb ik gehoord van de Groenfractie. Ik probeer me voor te stellen wie dat individu is dat er voordeel bij heeft gehad dat het Grondwettelijk Hof de terugdraaiende tarieven vernietigd heeft en dat er een acute stop volgde.
U zegt dat het al goed is dat het niet later is. Maar goed dat het niet vroeger is, want dat is nu wel net het hele probleem. Het idee van een prosumententarief zoals de regulator het heeft ingesteld, is het idee dat er mensen zijn met zonnepanelen die hun zonnepanelen rendabel krijgen doordat ze niet alleen hun energiegebruik kunnen compenseren – ze verbruiken in de winter, maar produceren netto meer in de zomer –, maar ook alleen distributiekosten moeten betalen op het verschil. Terwijl ze meer gebruikmaken van het net dan ieder ander. Ze halen niet alleen elektriciteit van het net in de winter, ze zetten er ook op.
Om daaraan tegemoet te komen, zegt de regulator: we moeten tarieven vastleggen die zo veel mogelijk het reële verbruik van de consument tariferen en dus moeten we een prosumententarief invoeren. Maar dat is natuurlijk vanuit de filosofie dat men een jaar de tijd heeft om er in de winter af te nemen en er in de zomer op te zetten. Als door een arrest die cyclus doorbroken wordt, ben ik het niet zelf die beslist om te verhuizen of van leverancier te veranderen, of iets anders, en daardoor die halftijdse afrekening uitlokt. Het is nu een collectieve maatregel, een arrest van het Grondwettelijk Hof met kracht van wet, die die beslissing afdwingt. Dus is het logisch dat wij dan proberen te repareren, zoals collega Tobback zegt, dat wij dat in alle nederigheid bekijken. Oké, we hebben iets geprobeerd, waarvan ik nog altijd denk dat de filosofie juist was, en dat door de complexiteit van dit land gestrand is.
We gaan nu dus opnieuw op zoek om dat te repareren. Het is niet zo dat we de huid verkopen voor we de beer hebben geschoten, of dat we triomfalistisch staan te roepen. Zeker en vast niet. Het komt er nu op aan om de toerekenbaarheid, het verwachtingspatroon dat de burger had mogen hebben en dat is geschokt door de vernietiging van een decreet, opnieuw te herstellen. Dat is natuurlijk niet genoeg om het draagvlak voor hernieuwbare energie opnieuw vlot te trekken. Mensen zullen het eerst moeten zien om het te geloven. Dat is begrijpelijk. We zullen het moeten zien. Als het aan mij lag, en ook aan collega Gryffroy en collega Bothuyne, denk ik, dan zouden wij zelf een voorstel van decreet hebben ingediend om die compensatie te geven, om die uit te dokteren. We zijn echter gebonden aan onze bevoegdheden. Ook dat zijn de regels van een democratische rechtstaat. Deze keer gaat het niet over die tegenover de federale overheid, maar over die tegenover de regulator. Collega Gryffroy heeft het heel helder uitgelegd. Wij mogen alleen richtsnoeren geven, wij mogen geen exacte tarieven bepalen, en in dit geval zou het om tarieven gaan. We kunnen dus alleen maar de drempels wegwerken die de regulator zelf aangeeft, en ook de Raad van State, die in de weg zouden zitten om deze toch wel door heel veel gebruikers als onrechtvaardig aangevoelde dubbele tarifering weg te werken.
Gaat dat dan lukken? Dat weet ik niet. Ik heb alleen gehoord van de regulator dat die niet kan repareren omdat hij geen decreet heeft. We hebben er nu dus voor gezorgd dat dat decreet er wel is en dat de regulator geen excuus, drempel of obstakel meer tegenkomt om dit te corrigeren. Het is bovendien eenmalig. Het is niet zo dat de regulator nu ineens een heel nieuw systeem moet uitdokteren waarbij er permanent sprake is van deze retroactiviteit. Het gaat immers over ingrijpen in een tarief in het verleden, een tarief dat eigenlijk al voorbij is. Eenmalig mag er, omdat het door een arrest van het Grondwettelijk Hof is, worden gerepareerd. We gaan niet verder.
Wat die rechtsvordering betreft, dat is inderdaad een debat dat je kunt voeren. Dat moeten we ook voeren. Dat hebben we ook gevoerd. Ik zal het nog eens herhalen: de Vlaamse overheid, dit parlement, de meerderheid, de regering, wie dan ook, houdt niemand tegen om naar de rechtbank te gaan om zijn schade vergoed te zien. Collega Tobback, ik moet toegeven dat het gemakkelijk zou zijn als dat decreet over de premie en over de warmtepompen hier al zou liggen. Mijn fractie en mijn partij treden u volmondig bij: we moeten ervoor zorgen dat diegenen die het meest hebben geïnvesteerd in een zo duurzaam mogelijk totaalpakket in hun woning en hun omgeving, uiteindelijk niet nog het meest in de miserie achterblijven. Ik heb echter van de regering begrepen dat daar eerstdaags een akkoord over zal worden gevonden, en als zij het niet doet, dan zullen wij het hier in het parlement doen.
Is het nu rechtvaardig dat wij zeggen ‘ofwel naar de rechtbank ofwel een premie’? Dat hangt ervan af hoe je het bekijkt. Ik zie die premie, die nu wordt uitgewerkt, als een schadevergoeding, omdat het vertrouwen, de verwachting van het zeker rendement, dat bescheiden is, werd geschokt. Het zou natuurlijk wel een beetje gemakkelijk zijn dat we al die zonnepaneleneigenaars zouden uitbetalen, zouden vergoeden, maar dat die nadien beslissen toch nog eens bij de rechtbank te proberen of ze er niet meer uit kunnen krijgen. De overheid moet dan vervolgens advocaten inhuren om dan ook nog eens te bewijzen dat die premie eigenlijk genoeg is, dat de schade niet groter was. In die zin moet je een beetje kiezen wat je wilt: het is het ene of het andere. Zo werkt dat ook bij een dading. Zo werd dat trouwens in het Fortisdossier ook gedaan: ofwel een compensatie ofwel probeer je een hogere schadevergoeding te krijgen. Ik denk dus dat dat op zich ten zeerste te verdedigen is.
Collega’s, dit voorstel van decreet is geen hoeradecreet, is geen hocuspocusdecreet, is geen silverbulletdecreet, maar is een eerste en heel belangrijke stap om aan de burger te tonen dat, ook als het misloopt en het eventjes heel zwaar en heel heftig is geweest, we de nederigheid hebben om te zoeken naar een oplossing om opnieuw een gezonde rendabiliteit voor zonnepanelen, warmtepompen en hernieuwbare energie te creëren.
Collega Aerts, het feit dat er in Vlaanderen en in België minder snel zonnepanelen worden gelegd dan in Duitsland, heeft ongetwijfeld ook te maken met de tijdelijke omstandigheid. Wanneer die is gerepareerd, dan hoop ik dat dat opnieuw zal stijgen, maar het is toch een beetje moeilijk om nu Duitse cijfers met die van Vlaanderen te vergelijken. Het is een iets groter land, waar ook de tarifering en de fiscaliteit heel anders in elkaar zitten. Dat is dus een beetje appels met peren vergelijken. U hebt echter gelijk als u zegt dat het ritme van de investeringen in hernieuwbare energie omhoog moet, en dat daar ook nog heel veel potentieel in zit. Ik hoop de komende jaren verder dat vertrouwen opnieuw te herstellen met jullie, met de meerderheid en oppositie, en daar een zeer rendabele en rechtvaardige businesscase van te maken.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Mijnheer Schiltz, ik wil op mijn beurt mijn dank uitspreken voor het debat in de commissie en hier, tijdens de plenaire vergadering. Aanvullend op uw antwoorden wil ik nog een paar overwegingen en elementen naar voren brengen.
Mijnheer Aerts, u hebt gezegd dat dit geld kost en dat iemand het moet betalen. De regeling die we voorstellen, houdt in dat de VREG een onrechtvaardigheid kan herstellen en er voortaan voor kan zorgen dat de mensen die te veel hebben betaald, worden gecompenseerd voor wat ze dubbel hebben betaald. Als te veel is betaald, is het niet zo dat iemand moet terugbetalen. Er is geen verliezer in dit scenario. Ik denk niet dat de redenering klopt dat we belastinggeld of middelen uit de tarieven halen om dit te financieren.
Ik heb de kritiek van de experts op Twitter gelezen. Een van de elementen die ervoor zorgen dat een andere behandeling noodzakelijk is dan in de omstandigheden waarin een afrekening komt, is het feit dat het hier om een geforceerde afrekening gaat. Die afrekening is geforceerd door de timing van het Grondwettelijk Hof, dat ervoor heeft gezorgd dat eind februari voor iedereen een afrekening in de bus is gevallen. Die afrekening houdt geen rekening met eerdere afrekeningen, het verbruikersprofiel van de betrokkenen en dergelijke.
Een rechtszekere oplossing is belangrijk. Ik wil er nog eens op wijzen dat de Raad van State een positief advies over het voorliggend voorstel van decreet heeft gegeven. Dat is een element dat u en de mensen die door deze problematiek zijn getroffen, zou moeten geruststellen. Wat hier voorligt, is juridisch solide en stelt de VREG effectief in staat het nodige te doen.
We rekenen erop dat de VREG op efficiënte wijze het nodige zal doen. Het zou kunnen dat de VREG hiervoor tijd nodig heeft, bijvoorbeeld omdat voor de doorgevoerde wijzigingen aan de tariefmethodologie op een bepaald ogenblik een openbaar onderzoek nodig is. De timing voor de teruggave is eerder voor het eind van het jaar gepland. Om die reden stond die passage in de communicatie toen het voorstel van decreet in de commissie is besproken. Het is uiteraard geen geschenk. Als wordt teruggegeven wat te veel is betaald, is dat geen geschenk. Als de VREG effectief het nodige doet, is het einde van het jaar een belangrijke indicatie voor de timing van het moment waarop de mensen iets mogen verwachten.
Mijnheer Aerts, mijnheer Tobback, jullie hebben erop gewezen dat het belangrijk is weer tot een goed investeringsklimaat te komen en mensen te overtuigen in zonnepanelen te investeren. We hebben nood aan die bijkomende investeringen. Zowel voor het klimaat en de energiehuishouding als voor de betrokken mensen zelf zijn investeringen in zonnepanelen een goede zaak. Daarvoor moeten we met een aantal puzzelstukken eerst herstellen wat het arrest van het Grondwettelijk Hof heeft beschadigd.
We hebben hier al een aantal elementen gezien. We hebben de terugleververgoeding mogelijk gemaakt voor de stroom die weer op het net wordt geplaatst. Mits het nodige slim gebruik en zelfgebruik kan dit worden geoptimaliseerd. We voorzien nu in een machtiging voor de VREG om inzake de tarieven het nodige te doen. We rekenen erop dat de Vlaamse Regering of desnoods het Vlaams Parlement zal zorgen voor een financiële ondersteuning om de rendabiliteit te garanderen aan iedereen die in zonnepanelen heeft geïnvesteerd. Daarbij hoort een bijkomende ondersteuning voor wie, bijvoorbeeld, in warmtepompen heeft geïnvesteerd en een voorloper in de energietransitie was. We willen een totaalplaatje dat ervoor zorgt dat de rendabiliteit wordt verzekerd voor iedereen die de nodige investeringen heeft gedaan.
Minister, ik sluit me aan bij de oproep van de privésector om een toekomstkader te creëren. Er liggen een aantal elementen op tafel, zoals de investeringspremie van de Vlaamse Regering, de renteloze lening voor een grote groep Vlamingen die in zonnepanelen willen investeren. Hopelijk zullen de juiste tarifaire keuzes van de VREG er ook voor zorgen dat zonnepanelen in de toekomst rendabel kunnen zijn. We moeten dit allemaal op een positieve manier kunnen en durven uitdragen. In de eerste plaats rekenen we op u om het voortouw te nemen, en we vinden de oproep van de privésector ook zeer terecht.
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik wil nog kort ingaan op de compensatieregeling en het uitsluiten van een rechtszaak. De heer Schiltz zegt dat de premie een schadevergoeding is. Officieel heet het een compensatieregeling, maar het volstaat niet om de geleden schade te compenseren. Er is dus een probleem mee. Als u die schade volledig zou vergoeden, dan zou u nog kunnen zeggen dat men niet naar de rechtbank mag, omdat het al vergoed is. Maar dat is niet het geval.
Wat er gebeurd is, is dat jullie een probleem hebben gecreëerd. We hebben het hier al uitgebreid gehad over hoe dat verlopen is. Jullie zijn daarvoor op de vingers getikt door het Grondwettelijk Hof. Dat is vernietigd. Er wordt schade geleden. Jullie voeren een gebrekkige compensatie in. En dan zeggen jullie dat men daar niet tegen mag procederen. (Opmerkingen van Willem-Frederik Schiltz)
Ik zal mijn redenering afmaken, mijnheer Schiltz. U zegt dat je het niet allebei kunt hebben. Maar we weten allebei, mijnheer Schiltz, dat als je naar de rechtbank gaat omdat er schade wordt geleden, die schade heel precies wordt berekend. Dat wordt individueel nagegaan. Wat is de schade die je hebt geleden? En wat is daar eventueel tegenover gesteld? Die compensatieregeling zou dus meegenomen worden in die berekening. Er is dus helemaal geen sprake van het ene én het andere. Zo werkt dat niet. Ik ben geen jurist, maar juristen hebben mij dat verteld. Ik denk dat u daar wel voor hebt gestudeerd, dus u moet dat ongetwijfeld ook weten.
Wat jullie hier doen, is dus niet ervoor zorgen dat burgers niet van twee walletjes kunnen eten, maar wel ervoor zorgen dat burgers niet kunnen procederen tegen jullie beleid, omdat ze de enige zekere vergoeding die ze dan kunnen krijgen, een gebrekkige, niet volstaande vergoeding, niet kunnen krijgen. En dat vind ik een heel vreemde manier van aan politiek doen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega D’Haese, ik weet niet hoe dat bij u zit, maar ik kan niet voorspellen hoeveel de zon gaat schijnen. (Opmerkingen van Jos D'Haese)
Dat is zeer complex. Als je die piste bewandelt, ben je vertrokken voor jaren van procederen. Ik heb hier net een oproep gehoord om zo snel mogelijk een stabiel kader te creëren. Dus ja, er zullen inderdaad mensen zijn die niet 100 procent vergoed worden. Dat klopt. Daar ben ik heel eerlijk over. Er zullen er anderen zijn voor wie die vergoeding aan de betere kant zit. Dat is zo. Het is onmogelijk voor ons om op maat van iedereen een beleid uit te tekenen. Dat is altijd zo, in elk beleid.
Wel is het zo – en we zullen die cijfers zien wanneer ze komen – dat die uiteraard een zo correct mogelijk gemiddelde hanteren voor een standaardgezin. We zullen er dan over discussiëren of die regeling voldoende rechtvaardig is. En opnieuw, niets verbiedt mensen om te zeggen dat de compensatieregeling voor hen niet voldoende is en alsnog te procederen.
Wat we vooral willen doen met zo'n regeling, is ervoor zorgen dat de financiële klap niet meer een klap is en dat mensen opnieuw verder kunnen. En dan is het natuurlijk de bedoeling – niet alleen van mij; we zullen de regulator daarvoor nodig hebben – dat de tarieven die eraan komen, gunstig zijn voor mensen met zonnepanelen en dat die ervoor zorgen dat zonnepanelen rendabel zijn, zonder kilotonnen en miljoenen en miljarden subsidies, wat toch ook altijd voor frustraties blijft zorgen in de maatschappij, omdat niet iedereen zonnepanelen heeft. Maar ook daar wordt aan gewerkt, onder andere om locaties toe te staan. U weet ook – of collega De Meester alleszins – dat de richtlijn over lokale energiegemeenschappen er ook nog aankomt. Dat zijn allemaal stapjes die ervoor moeten zorgen dat hernieuwbare energie rendabeler wordt.
En daarom durf ik te zeggen dat het een goede zaak is om nu een streep trekken onder de miserie die er geweest is. We kunnen opnieuw heel het debat voeren over hoe dat ontstaan is. Ik heb mij daar zeer nederig in opgesteld. Ik heb ook gezegd dat we een aantal technologische evoluties hebben proberen te milderen, die trouwens ook nodig zijn om een rechtvaardige transitie te krijgen. Dat is die digitale meter. We hebben dat proberen te milderen, door de regulator in een bepaalde richting te sturen. De bedoeling was goed. Met de technische uitvoering zijn we tegen de lamp gelopen van de complexiteit van ons Belgische systeem. En opnieuw proberen we nu te remediëren. Maar niemand stopt met te strijden om een rechtvaardige, billijke en rechtvaardige vergoeding te krijgen.
De heer Gryffroy heeft het woord, en dan de heer Tobback. (Opmerkingen van Andries Gryffroy)
Wat bedoelt u nu?
Collega Gryffroy is dermate bescheiden dat hij graag zou hebben dat ik eerst mijn vraag stel, zodat hij dan kan antwoorden. (Opmerkingen)
Vandaar dat ik hem help. Ik kan daar wel inkomen, al was mijn reactie in de eerste plaats aan collega Schiltz gericht.
Collega Schiltz, u moet wel opletten dat u in uw enthousiasme niet te veel aan ‘doublespeak’ doet. U hebt het daarnet, in uw eerste tussenkomst, een schadevergoeding genoemd. Een schadevergoeding dekt de geleden schade. In uw volgende tussenkomst zegt u: ‘Ja maar, natuurlijk gaat dat niet alle geleden schade dekken bij iedereen. Dat weten wij niet.’ Ondertussen hebt u ook al gezegd dat u het helemaal niet weet, aangezien er nog geen definitief mechanisme is voor die schadevergoedingen – of voor de compensatie, want het heet geen schadevergoeding, zoals ik het tot nu toe heb horen verdedigen. De retroactieve investeringspremie, als ik het... Ik zie collega Gryffroy knikken, dus ik heb het juist begrepen.
Het is dus geen schadevergoeding, ondanks het feit dat u het wel een schadevergoeding noemt. U noemt het een schadevergoeding, maar tegelijkertijd zegt u dat het waarschijnlijk niet alle geleden schade zal dekken. ‘Maar het is allemaal de schuld van het Grondwettelijk Hof en ons ingewikkelde Belgische systeem.’
Ik denk dat het misschien een beetje de schuld is van het feit dat men nooit duidelijk is en doordenkt over wat men nu precies aan de burgers wil beloven, behalve een paar goed klinkende slogans en pleisters op de wonde. Wanneer het dus gaat over een schadevergoeding, dan hebben mensen recht op een volledige schadevergoeding. Hebt u een volledige schadevergoeding te bieden of niet?
Als het geen volledige schadevergoeding is, waar haalt u dan in godsnaam het recht vandaan om al bij voorbaat, zelfs voordat u kunt zeggen hoeveel het zal zijn in al die verschillende situaties, tegen mensen te zeggen dat het dat of de rechtbank is? Eigenlijk is dat een zoveelste illustratie van een poging om de bocht af te snijden, om het het beleid gemakkelijk te maken en niet om de burgers vooruit te helpen.
Dit is eigenlijk een generiek probleem waarmee heel deze situatie ook ontstaan is. Stop met wishful thinking, met beloftes te maken die politiek goed klinken als u die niet kunt hardmaken. En vooral: stel burgers, goedmenende burgers –want het zijn de meest goedmenende burgers die het meest geraakt zijn in heel deze situatie – niet voor de unfaire keuze tussen geloven in uw valse beloften en tevreden zijn met een beetje van wat u nog in de kast hebt liggen en nuttig vindt om te besteden om dat dan een compensatie of schadevergoeding te noemen, en de last en de miserie van een proces.
Sommigen in de meerderheid schijnen te denken dat mensen voor hun plezier naar de rechtbank stappen. Ik ben zelf lang genoeg advocaat geweest om te weten dat het als klager bij een rechtbank niet per se lollig is om een proces aan te gaan dat veel geld, veel jaren onzekerheid en een boel miserie en stress zal kosten als dat de enige manier is om je rechten te laten gelden. Niemand doet dat voor zijn plezier.
Wees nu eens eerlijk in wat u op tafel legt, laat mensen daar eerlijk een keuze in maken. Als u toch de hele tijd de woorden ‘bescheiden’, ‘nederig’ enzovoort in de mond neemt, geef hun dan de vrijheid om te kiezen tussen de twee opties. Wanneer zij vinden dat wat u voorlegt niet voldoende schadevergoeding is, moeten zij de vrijheid hebben om de rest te gaan halen bij een rechtbank. Als u recht in uw schoenen staat, hebt u van die rechtbank niets te vrezen. Als u niet recht in uw schoenen staat, dan zou u beter even verder werken tot u wel recht in uw schoenen staat, zodat u in dit geval wel een geloofwaardig en goed beleid voert in plaats van nog eens hetzelfde te doen op de kap van de burgers.
De heer Pieters heeft het woord.
Eigenlijk wordt hier gewoon een vergelijk voorgesteld, maar dat is niet hetzelfde als een integrale vergoeding. Ik moet voor één keer de PVDA-fractie gelijk geven. Als men voor een rechtbank verschijnt en men heeft al een vergoeding gekregen, dan zal die sowieso worden afgetrokken van de som die men nog moet krijgen. Wat is dus het probleem?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het was goed bedoeld van mijn goede collega Schiltz, maar het is inderdaad geen individuele schadevergoeding.
Zoals u zelf zegt, gaat het hier over een retroactieve investeringspremie. Ik denk dat deze week het advies van de Vlaamse Toezichtcommissie (VTC) is binnengekomen. Dan zullen er waarschijnlijk op regeringsniveau nog wat wijzigingen moeten gebeuren en zal dit opnieuw naar de regering gaan. Maar het zal zeker voor het einde van deze maand rond zijn.
Collega Tobback, de bedragen zijn wel gekend. Kijk op de website van https://energiesparen.be/retroactieve-investeringspremie/faq/bedrag-voor-zonnepanelen-met-digitale-meter, waar u de bedragen ziet staan per kilowattpiek in functie van het installatiejaar. En de methodiek die erachter zit, is ook gekend en goedgekeurd door de Raad van State, omdat daar geen discussie over bestaat. In de methodiek spreekt men van een gemiddeld jaarrendement van 5 procent.
Is iedereen daarmee dan tevreden? Ik zal het anders uitdrukken. Ik heb inderdaad ook een mail gekregen van iemand die zegt dat zijn poolhouse en zwembad worden opgewarmd met zonnepanelen, waardoor hij een rendement haalt van 30 procent, terwijl hij nu een retroactieve investeringspremie krijgt van slechts 5 procent. Mijn boodschap aan die man is dat hij een keuze moet maken. Ofwel gaat bij naar de rechtbank om zijn 30 procent te krijgen, ofwel neemt hij zijn 5 procent. Sorry, maar wij gaan ook geen 30 procent geven. Wanneer we spreken over een gemiddelde van 5 procent, dan geven we op basis van alle berekeningen 80 à 90 procent van de mensen, op basis van een jaargemiddeld rendement van 5 procent, een retroactieve investeringspremie.
En dan kun je natuurlijk nog discussiëren over het principe: mag je nog naar de rechtbank gaan, mag je niet naar de rechtbank gaan, enzovoort. Weet je, ik volg daarin uiteraard collega Willem-Frederik Schiltz, die daarover zegt: ‘ik beschouw dat als een stuk van een dading’. Oké, jullie niet. Fair enough. Maar ik ben ook wel gesteund door het advies van de Raad van State, die tot twee keer toe niet gezegd heeft dat je dat niet kunt doen. Integendeel, zelfs in het tweede advies van de Raad van State, voor dit voorstel van decreet, heeft men gezegd dat je het nog wat ruimer moet trekken. En, collega Pieters, het gaat hier wel degelijk niet over ‘alles’ wat in decreten staat. Het gaat specifiek over dit individueel voorstel van decreet. En collega Tobback, wat de retroactieve investeringspremie betreft: ik verzeker u, dit komt rond. Het gaat hem over juridische finetuning.
Twee, zoals collega Schiltz gezegd heeft omtrent de warmtepomppremie: inderdaad, daarvan kunnen we zeggen dat daar eerstdaags een akkoord rond is, ook juridisch volledig afgetoetst enzovoort. Daar gaan we niet op vooruitlopen. We hebben ook al de terugleververgoeding gehad, die is hier ook goedgekeurd geweest. Dat is ook een cruciale factor. Maar dan wil ik ook nog even terugkomen op hetgeen collega Aerts heeft gezegd: ‘mensen die een voordeel hebben’. Ik ken ze niet. Tenzij je toevallig ook een afrekening hebt op 1 maart. Of misschien op 28 februari of 2 maart. Maar zodra je afrekening niet op 365 dagen is, en je niet de combinatie hebt van zowel de opname als de afname, en dat die op nul komt te staan, dan heb je daar geen voordeel bij.
Maar je moet ook het artikel goed lezen, je moet de blog van de expert goed lezen. Eén: hij spreekt over bedragen exclusief btw. Twee: hij spreekt over een gemiddeld vermogen van de omvormer van 3,2 kVA (kilovoltampère). Uit mijn schriftelijke vraag om te weten wat het gemiddeld vermogen is van de omvormers in Vlaanderen, blijkt heel duidelijk dat dit 4,3 kVA is. Dat is voor Vlaanderen, niet voor België, want er zijn verschillen tussen Brussel, Wallonië en Vlaanderen. Hij geeft zelf toe – ergens onderaan – dat bij een geforceerde afrekening men plots 116 euro meer moet betalen.
Daar moet je bijrekenen dat het exclusief btw is, en er rekening mee houden dat het gaat over 3,2 kVA in plaats van 4,3 kVA. Als ik dan even de regel van drie toepas – en dat kun je simpelweg doen, zelfs op een iPhone-rekenmachientje – dan kom ik uit op 188,60 euro gemiddeld te veel. Ben ik dan met mijn communicatie van 150 euro verkeerd? Dat denk ik niet. Ik heb wel gezegd ‘gemiddeld’. Er zullen er zijn met minder, er zullen er zijn met meer. Het zal meer zijn als je bijvoorbeeld niet een 4,3 kVA-installatie hebt maar bijvoorbeeld een van 8 kVA of een van 10 kVA. Het is minder als je bijvoorbeeld een installatie van 2 kVA hebt, of als je bijvoorbeeld op 1 september je afrekeningsfactuur hebt. Enzovoort.
Ik denk dus dat de communicatie wél correct was.
Dan was er de vraag ‘maar wat als ik verhuis?’. Weet je, ik ken niet veel mensen die met zonnepanelen op hun dak verhuizen. En wat als ze dat toch zouden doen, bijvoorbeeld verhuizen naar een appartement omdat ze op een zekere leeftijd zijn gekomen? Fair enough, maar dat is dan een vrijwillige keuze. Als je verandert van leverancier, dan maak je dat je vooral probeert te werken op die afrekeningsdatum. En zo niet, als men bijvoorbeeld tellers moet plaatsen – het omzetten van een Ferrarismeter naar een digitale meter – dan plaatst men hetzelfde op de digitale meter. Men deed dat bij Fluvius. Dat is geen ‘resetknop’, zoals men zegt. Neen, bel naar Fluvius, en dan zult u horen dat men dat inderdaad probeert over te zetten. Soms is dat met een inschatting, soms met reële getallen, maar men probeert een bepaalde overzetting te doen.
Maar hier zitten we met een geforceerde afrekening op 1 maart. Dat maakt het onbillijk. Vandaar dat we vonden dat dit voorstel van decreet zeer nuttig kan zijn om inderdaad de regulator het werk te laten doen om zowel retroactief, maar ook toekomstbestendig, een voorstel uit te werken. Zodoende kunnen de mensen die deze onbillijke factuur wél hebben gekregen, op een of andere manier – hoe ze dat moeten doen, dat is hun probleem, dat geef ik eerlijk toe – een gedeelte van de kosten terugkrijgen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2020-21, nr. 772/4)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 1 tot en met 6.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de artikelen en over het voorstel van decreet houden.